142 Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje ( Regionaal Archief Dordrecht )
142
Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden
Inleiding
1. Geschiedenis
142 Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje
Inleiding
1.
Geschiedenis
De Sint-Odulphuskapel, ook wel Sint-Olofskapel of Van der Mijlekapel genoemd, bevindt zich in de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk te Dordrecht. Op de plaats waar in 1325 waarschijnlijk al een kapel was * , werd in 1505 de Sint-Odulphuskapel gesticht door Pieter Damasz. Er bestaat geen zekerheid over de juiste familienaam van Pieter Damasz., die van 1505 - 1523 afwisselend met zijn broer Cornelis Damasz. burgemeester van Dordrecht was. Bij de vermelding van de stichting van de Sint-Odulphuskapel en op de lijst van de toenmalige burgemeesters van Dordrecht noemt Matthijs Balen hem Pieter (van der Mijle) Damasz. Als stichter van het Burgemeesterspoortje draagt hij de naam Pieter Damasz. (van Slingeland) * . Op het hek in de Grote Kerk, dat toegang verschaft tot de kapel, staat hij daarentegen als Pieter Damasz. van de Velde vermeld * .
De kapel werd tot 1572 gebruikt voor het lezen van missen en het begraven van overledenen. Na de hervorming in 1572 deed zij nog slechts als begraafplaats dienst. De beheerders van de kapel waren zelf verantwoordelijk voor het onderhoud ervan. De hiervoor benodigde gelden werden verkregen uit aangekochte losrenten ten laste van Staats-Brabant en de Staten van Holland en West-Friesland * . De renten, zowel die ten laste van de steden als die ten laste van het gemene land, werden uitbetaald door verschillende ontvangers. Dat de beheerders niet altijd persoonlijk naar het comptoir gingen om hun geld te innen, blijkt uit een akte waarin een schipper verklaart ten behoeve van de beheerder van de Sint- Odulphuskapel een losrente te innen in Breda, waar het comptoir van de ontvanger van Staats-Brabant gevestigd was * . Naast de Sint-Odulphuskapel stichtte Pieter Damasz. omstreeks 1505 tevens het zogenaamde Burgemeesterspoortje. Dit hofje, gelegen op de hoek van de Vest en evenwijdig lopend aan de Heer Heijmansuijsstraat, bestond uit een aantal woningen bestemd voor arme gezinnen. Dezen mochten daarin vrij wonen. Het geld voor het onderhoud van deze huisjes werd, evenals dat van de Sint-Odulphuskapel, verkregen uit losrenten ten laste van Staats-Brabant en de Staten van Holland en West Friesland.
Pieter Damasz. stierf kinderloos. De Sint-Odulphuskapel en het Burgemeesterspoortje kwamen toe aan de familie van zijn broer Cornelis van der Mijle. Een achterkleinzoon van deze Cornelis, eveneens een Cornelis van der Mijle, was gehuwd met een dochter van Johan van Oldenbarnevelt. Met deze Cornelis hebben wij van doen als het Burgemeesterspoortje in de verpondingsregisters, registers van de belasting op vaste goederen, van de 17e eeuw, de arme huijskens van Cornelis Vermeij, een verbastering van de naam, genoemd wordt. Als erfgenaam van Pieter Damasz. werd in de eerste helft van de 17e eeuw Herman Heerman aangewezen als beheerder van de Sint-Odulphuskapel en het Burgemeesterspoortje. Tot aan het eind van de 18e eeuw zouden nazaten van deze Pieter Damasz. de functie van beheerder blijven vervullen. In 1642 werd Hendrick van Bladegem als zodanig benoemd. Sinds 1646 waren het uitsluitend leden van de familie Van Slingelandt aan wie het beheer werd toevertrouwd. Het administrateursschap werd achtereenvolgens bekleed door Govert van Slingelandt Barthoutsz., Barthout van Slingelandt Govertsz., Barthout van Slingelandt Damasz., Govert van Slingelandt, Barthout van Slingelandt van Goidschalxoort en Hendrik, baron van Slingelandt van Goidschalxoort. Hoewel het eigendom bleef berusten bij de nazaten van Pieter Damasz., werd omstreeks 1799 het beheer van de Sint-Odulphuskapel en het Burgemeesterspoortje overgedragen aan de Bankiersfirma 'Otto de Kat & Zn.' * .
Dit beheer en de administratie hield in, dat de bankiersfirma de zorg had de kapel en het hofje te onderhouden. Tevens dat zij het recht had om toezicht uit te oefenen op de bewoning en het gebruik van de huizen. Daarnaast was het hun mogelijk om het beheer en de administratie aan derden over te dragen. Hiervan maakten zij op 20 oktober 1902 gebruik door S.W. de Kat aan te wijzen als beheerster en administratrice van het Burgemeesterspoortje * . Het Heilige Geest- en Pesthuis ter Nieuwerkerk was de laatste beheerder en administrateur van het hofje. Het beheer van deze instelling werd overgedragen bij akte van overdracht in november 1916 door S.W. de Kat, woonachtig te Haarlem. Dit gebeurde onder voorwaarde, dat de bewoners van het Burgemeesterspoortje er vrij in mochten blijven wonen, maar dat zij hun huis zelf enigszins moesten onderhouden * . Het Burgemeesterspoortje werd wegens bouwvalligheid en de sanering van de binnenstad in 1965 gesloopt.
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden
Kenmerken
Datering:
1536 - 1845
Auteur:
I.W. van Vliet (1982)
Omvang:
0,25 meter
Licentie:
Titel inventaris:
Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje
Categorie:
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden