Uw zoekacties: Collectie van bescheiden met betrekking tot de familie Repel...

125 Collectie van bescheiden met betrekking tot de familie Repelaer en aanverwante geslachten ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
Geschiedenis
125 Collectie van bescheiden met betrekking tot de familie Repelaer en aanverwante geslachten
Inleiding
Geschiedenis
De herkomst van het Dordtse geslacht Repelaer is tot op heden niet bekend. De naam repelaar - hij die repelt - is afkomstig uit de vlasbewerking en wordt in de aanwezige bronnen in Dordrecht eerst in het midden van de 16e eeuw vermeld. De eerste met die naam is Anthonis Repelaer, die als Thonis Repelaer op 17 april 1547 wordt genoemd in een schepenakte *  . Hij komt bovendien voor op een lijst van Rijnse wijnkopers die zich in afschrift in dit archief bevindt *  . In 1574 wordt hij coopman van wijnen genoemd *  , terwijl hij voor 11 juni 1575 blijkt te zijn overleden *  . Door de wijnhandel moet hij zich een voorname plaats in de stad hebben verworven daar zijn zonen reeds invloedrijke functies vervullen op bestuurlijk en maatschappelijk gebied. Adriaen Repelaer was onder andere sedert 1593 schepen, zijn broer Hugo sinds 1596 Achtraad en schepen sedert 1603. Hiermee was de basis gelegd voor een eeuwenlange plaats temidden van de regentengeslachten die de stad Dordrecht hebben geregeerd *  .
Hugo Repelaer (1556 - 1622) huwde in 1588, nog niet gereformeerd, een dochter van een secretaris van de stad, Jan Gerritsz. Brouwer, eigenaar van de aloude brouwerij 'De sleutel' aan de Varkenmarkt *  . Deze brouwerij is hierna vier generaties lang in de familie gebleven. De erfgenamen van Hugo Repelaer (1655 - 1713), onder andere gedeputeerde naar de Staten van Holland, hebben haar in 1727 verkocht. De Repelaers hebben in de loop der eeuwen talloze belangrijke posten bekleed in het stadsbestuur, de sociale instellingen in Dordrecht, de waterschappen in de omgeving, de Staten van Holland en tenslotte in de Staten-Generaal. Als bekroning werd Johan Repelaer (1760 - 1835), onder andere lid van de Tweede Kamer van 1815 - 1829, bij Koninklijk besluit van 24 november 1816 in de Nederlandse adelstand verheven.
Nadat zijn voorouders eeuwenlang hun residentie in de stad Dordrecht hadden gehad, vestigde jonkheer P.J.J. Repelaer zich in 1880 op het buiten 'Dordtwijck' te Dubbeldam. Zijn zoon P.H. van de Wall Repelaer (1895 - 1972), onder andere wethouder van Dubbeldam en wonende op het nabijgelegen 'Sorghvliet', kreeg bij Koninklijk besluit van 27 april 1923 toestemming aan zijn eigen geslachtsnaam nog die van Van de Wall toe te voegen. Dit in navolging van zijn gelijknamige oom (1854 - 1920) die dit recht in 1856 verkreeg ter herinnering aan jonkheer P.R. van de Wall (1795 - 1853), eveneens heer van Puttershoek. Het familiewapen van het geslacht Repelaer bestaande uit een lepelaar *  op een groen veld komt reeds voor op de zegels van Adriaen (circa 1593) en Hugo Repelaer (1603) *  . Of het wapen ouder is dan de op de zegels van deze schepenen voorkomende afbeelding is niet bekend. Vermoedelijk hebben zij het eerst ingevoerd voor de bezegeling van ambtelijke stukken. Aan het wapen werd na de adelstandsverheffing de spreuk Patriae fata sequor toegevoegd, terwijl het boven- dien wijzigingen onderging wat betreft de tekening. Het wordt gehouden door leeuwen. Het wapen van Van de Wall Repelaer is gevierendeeld, waarbij het eerste en vierde kwartier bestaan uit dat van Repelaer en het tweede en derde uit dat van Van de Wall.
Het archief en de inventarisatie
Noten

Kenmerken

Datering:
1543 - 1946
Auteur:
P.F.A. Vrolijk (1973)
Omvang:
23,75 meter
Titel inventaris:
Collectie van bescheiden met betrekking tot de familie Repelaer en aanverwante geslachten