Het Arend Maartenshof werd in 1624 gesticht door Arend Maartensz., ambachtsheer van Barendrecht en Schobbelandsambacht. Arend Maartensz. werd in circa 1550 geboren, bekleedde verschillende ambten als klerk en secretaris en was vooral goed bekend met financiële zaken. Rond 1624 kocht hij een erf aan de Lindengracht, genaamd het Jeruzalemsveld dat voordien verhuurd werd als bleekveld. Hij liet hierop 38 woningen bouwen voor oude vrouwen, maar waarin ook jonge, behoeftige vrouwen en soldaten- weduwen een plaats konden vinden. Volgens zijn bepalingen zou iedere week aan elke bewoonster één schelling worden uitgekeerd. Om dit te bekostigen zette Arend Maartensz. 13.497 gulden en 12 stuivers op de stad Dordrecht tegen de penning 16 (zie inventarisnummer 1). De regenten van het hof werden de vier kleinkinderen van de stichter: Abraham, Sofia, Rijnsburg en Jacob van Beveren. Aangezien Abraham van Beveren kinderloos stierf, vinden we de latere regenten alleen onder de nakomelingen van de drie overige kinderen van Cornelis van Beveren en Alida van Barendrecht.

De rekeningen van voor 1648 ontbreken. Ook de rekeningen over de jaren 1697, 1699 en 1703 zijn verloren gegaan. Van deze laatsten bevinden zich afschriften in het Familiearchief Repelaer [archiefnummer 125].