Kern van de collectie vormt een verhuisdoos met correspondentie, manuscripten en typoscripten van de schrijver die was achtergebleven in het woonhuis van de schrijver aan de Bankastraat. Otto van der Spoel trof deze doos aan, inventariseerde de collectie en bood het geheel in 2012 aan het Stadsarchief aan. Hieronder bevonden zich dagboeknotities uit de jaren 1972-1975, een bundel dierengedichten, losse gedichten en korte verhalen, het manuscript van 'Daar ga je, Deibel!', 'De avonturen van Parry en Co.' en vele persoonlijke documenten zoals contracten met uitgeverijen en correspondentie met collega's. Na aankoop van dit deel van het persoonlijke archief van Buddingh' schonk de verkoper nog een doos met aan de schrijver toegezonden manuscripten.

Aan dit materiaal werden toegevoegd de typoscripten die in 2010 bij antiquariaat Fokas Holthuis in Den Haag door het archief waren gekocht en de correspondentie tussen Buddingh' en de Vlaamse auteur Guust Gils, die in 2011 bij antiquariaat Demian in Antwerpen was aangeschaft. Het geheel werd aangevuld met stukken uit de handschriftenverzameling, afkomstig van de zolder van het Leprooshuis, waar Buddingh' in 1971 een werkkamer had.

In 2014 en 2015 werden nog 70 boeken van en over Buddingh' toegevoegd die door Paul Husen uit Zwolle aan het archief werden geschonken en 18 gesigneerde en van een opdracht voorziene boeken uit de nalatenschap van mr. J.J. van der Lee, burgemeester van Dordrecht en vriend van de schrijver.

De laatste maar zeker niet de minst belangrijke aanvulling betrof het materiaal dat Wim Huijser eind 2023 na voltooiing van zijn biografie over Buddingh' aan het Regionaal Archief aanbood en waarin zich ook de stukken uit het Pictura-archief bevonden die rond 2000 door Frank Storm aan Huijser waren overgedragen. Dit materiaal werd in rubriek 7 beschreven.
Het vele foto-, film- en geluidsmateriaal uit dit deel van de collectie is in andere verzamelingen van het Regionaal Archief Dordrecht opgenomen.