Uw zoekacties: Maria Duyst van Voorhout, als vrijvrouwe van Renswoude

754 Maria Duyst van Voorhout, als vrijvrouwe van Renswoude ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De in deze inventaris beschreven familiepapieren (2 m) werden tezamen met het archief van de Utrechtse Fundatie van Renswoude in 1969 aan het Gemeentelijk Archief te Utrecht in bruikleen afgestaan. Daar er echter weinig verband bestaat tussen deze papieren en het archief van de Fundatie, leek het mij geoorloofd ze, althans voorlopig, van dit archief te scheiden en afzonderlijk te beschrijven.
De stukken hebben alle betrekking op Maria Duyst van Voorhout, erflaatster van de Fundaties van Renswoude te Utrecht, Delft en Den Haag, op haar tweede echtgenoot Frederik Adriaan van Reede, en op hun familieleden.
Maria Duyst van Voorhout (geb. Delft 22 januari 1662, overl. Utrecht 26 april 1754), vrouwe van Moerkerke, dochter van Hendrick Duyst van Voorhout, heer van Moerkerke, en Cornelia Rataller Doublet, huwde op 24 juni 1685 Frederik Adriaan van Reede, vrijheer van Renswoude. Zij was toen reeds weduwe van Mr. Dirk van Hoogeveen, Veertigraad van Leiden. Op 23 februari 1740 werd zij door de Staten van Utrecht met de heerlijkheid Renswoude beleend.
Haar vader Hendrick Duyst van Voorhout (overl. Delft 28 nov. 1674), huwde februari 1659 Cornelia Rataller Doublet (overl. Delft 19 febr. 1665), dochter van George Philipsz. Rataller Doublet en Maria Florisdr. Schoterbosch. Vanaf 1673 was hij burgemeester van Delft, daarvoor Veertigraad (1668) en schepen (1672) van deze stad.
Maria Duyst van Voorhout had één zuster, Geertruyt Duyst van Voorhout (ged. 12 aug. 1662 te Delft, overl. 23 juli 1684). Deze huwde op 30 mei 1683 Julius Jacobsz. van der Moere, heer van Haringkarspel.
De grootvader van Maria van Duyst van Voorhout, Johan Hendrickz. Duyst van Voorhout (overl. 12 mei 1666), huwde Geertruyt van den Burch Vrankendr. (overl. 27 okt. 1686). Hij was in 1614 Veertigraad van Delft. In 1627 werd hij schepen van de stad Delft en 10 jaar later, in 1637, burgemeester van dezelfde stad. In 1633 was hij gecommitteerde in de Staten Generaal.
Frederik Adriaan van Reede, vrijheer van Renswoude (geb. Utrecht 22 febr. 1659, overl. Utrecht 12 dec. 1738) was als lid van de Staten Generaal gedurende de Spaanse Successieoorlog gedeputeerde te velde. Als zodanig bevond hij zich in 1708 te Brussel tijdens het beleg van deze stad door de Keurvorst van Beieren. Aan hem en zijn medegedeputeerde, Mr. Johan van den Berg, was te danken, dat dit beleg moest worden opengebroken. In 1712 was hij afgezant der Republiek bij de vredesonderhandelingen te Aken en in het volgend jaar bij die te Utrecht. Toen hij op 80-jarige leeftijd overleed, liet hij geen nakomelingen na. Hij vermaakte zijn hele bezit aan zijn vrouw.
Zijn vader, Gerard van Reede (geb. Utrecht 1617, overl. 22 dec. 1666), huwde in maart 1646 te 's-Gravenhage met Mechteld van Zuylen van Nyeveld (geb. Utrecht 15 april 1621, begraven Renswoude juli 1699), dochter van Hugo en Regina van Reede van Nederhorst en weduwe van de bij Sas van Gent in juli 1644 gesneuvelde Abraham de Bye, heer van Albrandswaard. Gerard van Reede werd heer van Renswoude op 24 februari 1640, heer van Bornewal op 16 februari 1642 en dientengevolge op 18 februari 1642 in de Ridderschap van Utrecht beschreven. In 1646 werd hij gecommitteerde in de Raad van State. Bij zijn dood in 1666 liet hij bij Mechteld van Zuylen van Nyeveld drie zoons en twee dochters na. Een van die zoons, Godard van Reede, stierf ongehuwd in 1681 als kapitein.
De grootvader van Frederik Adriaan van Reede, Johan van Reede (geb. Utrecht 1593, overl. 's-Gravenhage 7 febr. 1682), huwde te Utrecht op 16 juni 1616 Jacomina van Eeden (geb. 1595, overl. Utrecht 22 september 1671), dochter van Henrick en Jacomina Cuyp. Een dochter uit dit huwelijk, Mechteld van Reede, huwde met Gijsbert van Hardenbroek, kapitein-majoor en gouverneur van de stad Hulst. In november 1611 werd Johan van Reede kanunnik van de Dom te Utrecht en van 19 juni 1620 tot 15 april 1674 was hij deken van het Domkapittel. In 1623 kocht hij de heerlijkheid Renswoude van Philip van Hamaele, heer tot Brecht en Monceaux. In 1640 stond hij deze heerlijkheid af aan zijn zoon Gerard van Reede en na diens overlijden in 1667 aan zijn kleinzoon Johan, heer van Emmichuysen. Op 3 september 1674 werd Renswoude tot een hoge heerlijkheid verheven. Johan van Reede was lid van de Staten van Utrecht en meermalen afgevaardigde ter Staten Generaal. In 1644 maakte hij samen met Willem Boreel, pensionaris van Amsterdam, en Joachimi, de ordinaris gezant, deel uit van het gezantschap naar Engeland, dat een poging moest wagen, een verzoening tot stand te brengen tussen koning Karel I en diens parlement. Op 24 maart 1644 verhief Karel I hem in de Engelse adelstand met de erfelijke titel van 'baron van Reede'. Als prinsgezind staatsman had Johan van Reede in de Statenvergadering veel invloed. Dit werd echter minder onder het eerste stadhouderloze tijdperk, voornamelijk, daar men in hem ervan verdacht Willem II te hebben aangezet tot de onderneming tegen Amsterdam. Van 1652 tot 1671 was hij voorzitter van de Staten van Utrecht, terwijl hij op 16 april 1674 door Willem III wederom tot president der Staten van Utrecht werd benoemd.
Zijn vader, Gerard van Reede, heer van Nederhorst, huwde met Mechteld van Diest. Van hem is alleen bekend, dat hij zitting had in de Staten van Utrecht.
Een zoon van Gerard van Reede, Godard van Reede, heer van Nederhorst, Cortehoef, Vreeland en Overmeer, huwde in 1617 met Emerentia van Wijngaarde en op 25 juni 1648 met Catharina Uytenhove. Hij was president 's lands van Utrecht, gecommitteerde ter Staten Generaal en gevolmachtigd ambassadeur in 1646 bij de vredesonderhandelingen te Munster.
Gerard van Reede (overl. in 1670), zoon van Godard en Emerentia van Wijngaarde, huwde met Anna Elisabeth van Lockhorst (overl. 1652), dochter van Adam en Zwanta van Ledenberg.
Adam van Lockhorst, heer van Lier en Alkemade, kocht de heerlijkheden Zuylen en Westhoek van de heer Caspar Quinget en werd na zijn adellijke rechten bewezen te hebben op 3 maart 1643 toegelaten in de Ridderschap van Utrecht.
Zijn vader, Cornelis van Lockhorst, die bij vonnis van 20 december 1568 door Alva verbannen werd om het geloof en zich na zijn terugkeer in Amsterdam vestigde, werd door zijn oudste zoon de stamvader van het geslacht van Lockhorst, dat in Utrecht in aanzien geraakte en in het laatst van de achttiende eeuw uitstierf.
H.Ch. Schoonhoven
Een aanvulling op het door Schoonhoven geïnventariseerde archief (0,5 m), in 1984 in bewaring gegeven aan het (voormalige) Gemeentearchief Utrecht, is in 2002 toegankelijk gemaakt door M. Langenbach en geïntegreerd in de bestaande inventaris. De bedoelde stukken zijn alle ondergebracht in de rubriek 'Stukken betreffende de nalatenschap van Maria Duijst van Voorhout'. De bestaande nummers 20-23 uit deze rubriek zijn alle met een van de nieuwe nummers samengevoegd.
Literatuur

Kenmerken

Datering:
1540-1756
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van Maria Duyst van Voorhout vrijvrouwe van Renswoude 1540-1756
Auteur:
H.CH. Schoonhoven, aangevuld door M. Langenbach
Datering toegang:
1971 / 2002
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Schenking (van een niet overheidsarchief)
Omvang:
2,56 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Categorie: