Uw zoekacties: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) 1854-1951

90 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) 1854-1951 ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis en organisatie
Verantwoording van de inventarisatie
90 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) 1854-1951
Inleiding
Verantwoording van de inventarisatie
Organisatie: Het Utrechts Archief
In 1980 werd het archief van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut over de periode 1852- 1954 in bewaring gegeven bij het Algemeen Rijksarchief te Den Haag. Het archief was voorzien van een plaatsingslijst door het hoofd Post en Archiefzaken van het KNMI, J. Kleyngeld. Een nieuwe plaatsingslijst werd vervaardigd door J.A.A. Bervoets. In 1987 vervaardigde Th.J. Geurtsen in het kader van een opleiding voortgezette vorming archiefbeheer een inventaris van een deel van het archief over de periode 1852-1906. De cesuur bij 1906 vindt zijn oorzaak in de organisatorisch veranderingen bij het KNMI in dat jaar. Bij overeenkomst van 12 juli 1983 werd het archief in overleg met het KNMI overgebracht van het Algemeen Rijksarchief naar het Rijksarchief in Utrecht. Het overgedragen gedeelte had op dat moment een omvang van 56,5 m. In de loop der jaren zijn aan het Rijksarchief in Utrecht door het KNMI kleine aanvullingen overgedragen.
Bij aanvang van de inventarisatie van de archieven van het KNMI door ondergetekende werden een viertal archiefblokken KNMI aangetroffen. Het eerste blok omvatte de periode 1852-1906 en was voorzien van de inventaris van Geurtsen. Het tweede blok besloeg de periode 1907-1954, voorzien van een inmiddels grotendeels 'uitgekleedde' plaatsingslijst van Bervoets en Kleyngeld. Het derde archiefblok bestond uit series publikaties, verslagen, wetenschappelijke rapporten en technische rapporten van het KNMI. Dit blok bestond eigenlijk uit een viertal onderdelen, waarvan alleen het onderdeel publikaties in aanmerking kwam voor bewerking in deze inventarisatie. De andere drie onderdelen vielen buiten de te behandelen periode. Een vierde blok bestond uit een verzameling weerkaarten en -codes. In overleg met het KNMI is dit laatste archiefblok, dat overigens geheel buiten de te inventariseren periode viel, teruggebracht naar het KNMI. Het voorstaande geeft aan dat het voor de onderzoeker niet eenvoudig was om iets terug te vinden en dat er een duidelijke noodzaak aanwezig was het archiefmateriaal over de periode 1854-1951 te inventariseren, respectievelijk herinventariseren. De keuze voor de cesuur bij 1951 is gemaakt vanwege de in dat jaar ingevoerde nieuwe archiefindeling volgens het decimale stelsel. Over de gevolgde handelwijze bij het indelen van de archiefstukken in rubrieken en de opbouw van de diverse series treft de onderzoeker meer aan in de volgende paragraaf.
Tijdens de inventarisatiewerkzaamheden onderhield de inventarisator regelmatig contact met het hoofd Post en Archiefzaken van het KNMI, H.J.L. Quartel. Van hem werden enkele aanvullingen ontvangen over de te inventariseren periode. De omvang van het archief bedraagt na inventarisatie 67 m. Over de geschiedenis van de archivalia kan nog worden opgemerkt dat in oktober 1933 bij een brand op de zolder van het hoofdgebouw van het KNMI (welke het gevolg was van laswerkzaamheden) ook archiefstukken zijn verbrand. Om welke stukken het daarbij precies gaat is niet geheel duidelijk. In de inventaris blijkt welke stukken aanwezig zijn en uit de hiervoor opgesomde taakomschrijving kan worden gereconstrueerd welke stukken aanwezig hadden moeten zijn. Het archief van de filiaalinrichting Rotterdam is in bewaring gegeven bij het gemeentearchief te Rotterdam. Het archief over de periode 1889 tot 1940 (omvang 4,2m) is voorlopig genventariseerd en voorzien van een plaatsingslijst door H.J. Eijssens. Een aanvulling op dit archief over de periode tot en met 1988 (omvang hiervan is 32 m) is ongenventariseerd en deels in ongeordende staat.
Handleiding voor de gebruiker
N.B. De hier beschreven archivalia zijn onderverdeeld in enkele afzonderlijke archieven:
- archief van het college van curatoren;
- archief van de hoofddirecteur;
- archief van de directie zeevaart;
- gedeponeerde archieven.
Gebruikte literatuur
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
1. Specificatie van de inventarisnummers 1136-1184: Kaartsysteem van ingekomen stukken, gerubriceerd, 1908-1946
2. Lijst van voorzitters van het College van Curatoren
3. Lijst van secretarissen van het College van Curatoren
4. Lijst van leden van het College van Curatoren
5. Lijst van hoofddirecteuren van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
6. Lijst van directeuren van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1854-1951
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (1852) 1854-1951
Auteur:
P. van Beek
Datering toegang:
1994
Datering bewerking:
2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
60,68 m zuurvrije dozen