86-2 Bisschoppen van Deventer ( Het Utrechts Archief )
86-2
Bisschoppen van Deventer
Inleiding
De eigenlijke scheuring, 1723-1725
86-2 Bisschoppen van Deventer
Inleiding
De eigenlijke scheuring, 1723-1725
Op een buitengewone, geheime kapittelvergadering in november 1722 werd besloten Cornelis Steenoven, pastoor te Leiden, tot aartsbisschop te kiezen. Toen bleek, dat bij deze verkiezing enige procedurefouten waren gemaakt, waardoor de keuze kerkrechtelijk zou kunnen worden betwist, kwam het kapittel op 23 april 1723 nogmaals bijeen en verkoos, ditmaal openlijk, met vijf stemmen voor en drie tegen opnieuw Cornelis Steenoven tot aartsbisschop. Een brief aan de paus met kennisgeving van de verkiezing, ondertekend door alle kanunniken, werd opgesteld * Niet dan na vele moeilijkheden, zoals de inwilliging van de voorwaarden die bisschop Varlet stelde, werd Steenoven tenslotte op 15 oktober 1724 gewijd.
Op 8 april 1724 verklaarde het college van kardinalen, dat in conclaaf bijeen was na de dood van Innocentius XIII, de verkiezing van Steenoven ongeldig, en de nieuwe paus Benedictus XIII bevestigde dit in een breve van 21 februari 1725. Daarin noemde hij ook de wijding onwettig en verbood hij Steenoven op straffe van excommunicatie het bisschoppelijk ambt uit te oefenen. Toen Steenoven daarop gewoon aanbleef was de kerkscheuring definitief.
Op 30 maart 1725, vlak voor zijn dood, beriep Steenoven zich op een algemeen concilie als zijnde een hogere instantie dan de paus. Dit beroep tegen zijn excommunicatie was direct genspireerd op het appèl van de franse bisschoppen tegen de bul Unigenitus van 1717 * Excommunicatie door de paus van de nieuw gekozen aartsbisschop van Utrecht, gevolgd door een beroep op een algemeen concilie door de betrokkene zou tot een vaste procedure worden bij al Steenovens opvolgers *
Ondertussen had de Brusselse internuntius Spinelli besloten om Johannes van den Steen, voormalig lid van de Cleresie en pastoor te Haarlem, tot apostolisch vicaris te benoemen (december 1723). Van den Steen werd echter niet toegelaten door de Staten van Holland, hetgeen de uitoefening van zijn taak onmogelijk maakte. Hij zou de laatste apostolisch vicaris van de Hollandse zending zijn. Na zijn aftreden werd de Hollandse Zending officieel onder het toezicht van de internuntius te Brussel geplaatst. Als uitvoerders van zijn besluiten werden de aartspriesters aangewezen, die slechts beperkte bevoegdheden bezaten *
De nederlandse katholieken waren dus vanaf 1723 definitief gesplitst in twee groepen: de aanhangers van de Kerk van Utrecht onder het bestuur van de aartsbisschop en de getrouwen van de Hollandse Zending onder het bestuur van de aartspriesters.
laatste wijziging 22-02-2013
680 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 976 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 22-02-2013
680 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 976 bestanden
Bijlagen
laatste wijziging 22-02-2013
680 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 976 bestanden
Kenmerken
Datering:
1738-1958
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de bisschoppen van Deventer van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland 1738-1958
Auteur:
M.M.M. Staal
Datering toegang:
1993
Datering bewerking:
2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
3,72 m oude verpakking
Rubrieken:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 22-02-2013
680 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 976 bestanden