Uw zoekacties: Stichting vakantiebesteding Utrecht

835 Stichting vakantiebesteding Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis
835 Stichting vakantiebesteding Utrecht
Inleiding
Geschiedenis
Organisatie: Het Utrechts Archief
Voordat de Stichting Vakantiebesteding Utrecht in september 1973 opgericht werd, bestond er reeds een soortgelijke organisatie in Utrecht: het Comité voor Vakantieontspanning. Dit comité, in 1926 opgericht door drie onderwijzersbonden, organiseerde tijdens de zomervakanties drie weken vakantieontspanning voor leerlingen van alle lagere scholen in Utrecht.
Vanaf 1970 liep de belangstelling voor de activiteiten van het comité alarmerend terug. Kon in 1967 het "veldwerk" (het spelvermaak in de openlucht) zich nog verheugen in de belangstelling van 3000 deelnemers per dag, in 1971 was dit aantal teruggelopen tot 954 deelnemers per dag. Als oorzaken voor deze verminderde belangstelling werden genoemd:
- deze activiteiten passen niet meer in deze tijd;
- de kinderen gaan met de ouders op vakantie;
- de leiding is niet al te best;
- de kinderen willen zich niet meer de hele week binden.
Er moest gezocht worden naar andere middelen om de jeugd te boeien. Eind 1971 werd de beslissing genomen om het "veldwerk" af te stoten. Het comité besloot zich alleen bezig te houden met de organisatie van de vier weken vakantie in de zomer in het buitencentrum Oldebroek en de organisatie van Jeugdspektakel in de Jaarbeurshal. Jeugdspektakel werd voor het eerst in 1970 met veel succes georganiseerd. De grote gangmaker was de heer Karel Scholten. Kinderen van 4 tot 12 jaar konden vrijwillig aan uiteenlopende activiteiten deelnemen. Verdwenen was de dwang voor de scholieren om zich minstens één week te binden. Bovendien mochten de scholieren zelf bepalen aan welke activiteiten zij wilden deelnemen. Er was keuze uit 30 activiteiten. Populair bij de kinderen waren poffertjes bakken en het schrijven van stukjes voor de "Spektakelkrant". In 1970 bezochten 17.717 kinderen het Jeugdspektakel, dat door ongeveer 100 vrijwilligers-studenten van diverse opleidingsinstituten en andere sympathisanten-in goede banen werd geleid.
Vanaf eind 1971 vonden besprekingen plaats over een nieuwe opzet van vakantiebesteding tussen vertegenwoordigers van het Comité voor Vakantieontspanning, de gemeentelijke overheid, jeugdwerk, sportorganisaties en wijkverenigingen. Men was het met elkaar eens dat de vakantie-activiteiten naar de buurt- en clubhuizen in de wijken verplaatst moesten worden. Verder moesten zij niet meer door onderwijzers maar door jeugdwerkers georganiseerd worden. Begin 1972 werd een "denk- en werkgroep" gevormd, die midden 1972 met het volgende advies voor het college van B. en W. kwam:
- er moest een nieuwe stedelijke stichting worden opgericht, belast met het opzetten en stimuleren van vakantie-activiteiten in de Utrechtse wijken;
- de voorbereiding en de uitvoering van de vakantie-activiteiten moesten gedaan worden door wijkwerkgroepen, samengesteld uit wijkbewoners en professionele jeugdwerkers;
- activiteiten als inkoop, verzekeringen, publiciteit, stedelijke programma's en scholing van vrijwillige medewerkers en medewerksters moesten centraal worden gecoördineerd;
- er moest een full-time coördinator benoemd worden, die zich met de wijkwerkgroepen bezig moest houden en die de werkzaamheden moest coördineren.
De "denk- en werkgroep" gaf de opdracht aan B. en W. terug, toen er geen geld voor het benoemen van een full-time coördinator beschikbaar bleek te zijn. Maar het college van B. en W. gaf uiteindelijk groen licht en coördinator Cor de Kroon kon 1 september 1973 met zijn werk beginnen. Op 7 september 1973 werd bij de notaris de oprichtingsakte van de Stichting Vakantiebesteding Utrecht getekend, o.a. door de reeds genoemde Karel Scholten. Volgens artikel 2 van de stichtingsakte had de stichting tot doel "te komen tot een zinvolle vakantiebesteding van de jeugd en indien wenselijk ook voor de wijkbewoners in de vakantieperioden, waarbij uitgangspunt is, dat de activiteiten door wijkvertegenwoordigers ten behoeve van de diverse wijken georganiseerd worden."
De stichting werd bestuurd door het algemeen bestuur, dat uit tenminste 13 leden bestond en dat samengesteld was uit twee vertegenwoordigers van iedere (wijk)werkgroep en uit acht deskundigen. Door en uit het algemeen bestuur werd het dagelijks bestuur van maximaal zeven personen gekozen. De voorzitter, secretaris en penningmeester van het dagelijks bestuur waren belast met de uitvoering van de besluiten van het (algemeen) bestuur en vertegenwoordigden de stichting in en buiten rechte.
Er waren wijkwerkgroepen en werkgroepen. De wijkwerkgroepen organiseerden vakantie-activiteiten per wijk. De werkgroepen daarentegen organiseerden stedelijke activiteiten zoals sport- en spelevenementen. In 1973 waren er 13 wijkwerkgroepen; in 1979 was dit aantal gegroeid tot 25. Niet alleen voor de zomervakantie, maar ook voor de overige schoolvakanties werden activiteiten ontwikkeld. Voor de uitvoering van de vakantie-activiteiten kon men rekenen op de medewerking van ongeveer 750 vrijwilligers. Het aantal kinderen dat beziggehouden moest worden, groeide van 33.607 (1973) tot 82.216 (1979).
Van het per 1 januari 1975 opgeheven Comité voor Vakantieontspanning werden door de Stichting Vakantiebesteding Utrecht de activiteiten Jeugdspektakel en Oldebroek overgenomen. Uitbreiding van personeel was noodzakelijk en Anke Rengers werd tot tweede coördinator aangesteld om zich voornamelijk bezig te houden met Jeugdspektakel en de werkgroep Oldebroek. Karel Scholten trok zich in september 1974 terug als coördinator van Jeugdspektakel. Op 20 juni 1975 ontving hij de zilveren stadsmedaille met de inscriptie: "De jeugd z'n hart".
De werkgroep Oldebroek zocht en vond in 1979 een ander vakantieonderkomen en heette sindsdien: werkgroep buitenverblijven. Jaarlijks moest voor ongeveer 300 leerlingen van de hoogste klassen van het basisonderwijs een vakantie van één of drie weken georganiseerd worden.
De Stichting Vakantiebesteding Utrecht beschikte ook over een eigen servicedienst. Filmprojectoren, geluidsinstallaties, emailleerovens etc. lagen centraal opgeslagen in een pand aan de Mgr. van de Weteringstraat.
De Stichting Vakantiebesteding kreeg subsidie van de gemeente, die-in overleg met het algemeen bestuur-over de wijken verdeeld werd. De verdeelsleutel was als volgt: 70% werd toegekend op basis van het aantal te organiseren dagdelen en 30% op basis van het aantal in de wijk woonachtige kinderen.
In 1982 telde het bureau van de stichting, dat op het adres Nieuwegracht 98 was gevestigd, 3 full-time en 2 part-time beroepskrachten.
In verband met de bezuinigingen werd op 20 november 1984 een voorstel in de gemeenteraad behandeld om vóór 1 januari 1986 en 1 januari 1987 twee keer ƒ 150.000,-subsidie te korten op de Stichting Vakantiebesteding. Het leek het College van B. en W. raadzaam om het kindervakantiewerk binnen enkele jaren onder te brengen bij het speeltuinwerk in de wijken. In maart 1988 gebeurde dit inderdaad. Vakantiebesteding werd samen met speeltuinen en stadsboerderijen ondergebracht in de Sectie publiek van de Afdeling openluchtrecreatie en groenvoorzieningen van de Dienst Openbare Werken, onder toezicht van de wethouder van Welzijn. Sinds 1 september 1994 is vakantiebesteding onderdeel van de Dienst Sport en Recreatie, onder toezicht van de wethouder van Sport en Recreatie.
De archieven

Kenmerken

Datering:
1973-1987
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de stichting vakantiebesteding Utrecht (1947) 1973-1987
Auteur:
A.B.R. du Croo de Vries
Datering toegang:
1994
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overdracht in eigendom
Omvang:
5,49 m