Het archief van het U.S.O. werd op 4 maart 1986 aan de Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht geschonken *  . Het was niet volledig - vooral de verhuizing van de Kruisstraat naar het Lepelenburg in 1955 heeft grote verliezen opgeleverd - en niet geordend. Het besloeg ca. tachtig strekkende meter.

Besloten werd dit archief in korte tijd zodanig te inventariseren dat het toegankelijk zou zijn, zonder er naar te streven die toegankelijkheid bijzonder fijnmazig te maken. Eén van de gevolgen daarvan is de grootte van veel van de pakken: een standaardarchiefdoos.

Vanaf ca. 1961 heeft het U.S.O. gewerkt met een eigen dossierstelsel, dat regelmatig enigszins gewijzigd werd. De correspondentie werd in dossiers opgeborgen en deze dossiers werden ingedeeld in zeven, later vijf, rubrieken. Deze ordening is bij de inventarisatie gehandhaafd en waar nodig gecorrigeerd. In het hoofdstuk "Correspondentie" worden eerst de stukken van vóór 1961 genoemd. Daarna volgen de 230 pakken met dossiers (ca. 80% van het gehele archief) per rubriek alfabetisch op onderwerp *  .

Ruim vijftien strekkende meter archief (vooral programma's) bestond uit meervoudig aanwezig materiaal en nog eens bijna tien meter uit reclamefolders en gemeenteverslagen. Deze vierentwintig meter is verwijderd, evenals vier meter aan muziektijdschriften en zeven meter aan culturele maandbladen en V.V.V.-uitgaven van diverse steden. Schoning binnen de afzonderlijke eenheden heeft nauwelijks plaatsgevonden, omdat dit te veel tijd in beslag zou nemen.

Dat wat zich in de bibliotheek van de G.A.U. bevond, maar feitelijk uit archiefmateriaal bestond, is van de bibliotheek naar het archief overgeheveld.
Dit alles bracht de omvang van het archief uiteindelijk op drieënveertig meter.
december 1989
G. Boer

AANVULLING

In 1992 werd door het provinciaal bestuur van Utrecht een aanvulling op het archief van de Vereeniging het Utrechtsch Stedelijk Orchest (USO) (omvang 5,43 m) overgedragen aan de voormalige Gemeentelijke Archiefdienst van Utrecht, nu Het Utrechts Archief. Het betrof voornamelijk financiële bescheiden (jaarrekeningen, begrotingen, grootboekkaarten en dergelijke) die in 1985 vanuit het administratiegebouw van de gemeente Utrecht aan de Burgemeester Reigerstraat waren overgebracht naar het Provinciekantoor in Rijnsweerd, in verband met het toezicht door de provincie op de financiële afwikkeling van de Stichting Het Utrechts Symfonie Orkest. De stukken waren beschreven in een magazijnlijst en geborgen in 43 dozen, genummerd 1-43.

In 2004 werd een tweede aanvulling (omvang 2,0 m) aangetroffen bij de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Utrecht. Een deel van deze stukken werd in maart 2005 door Aat in ’t Hout (Docwerk) beschreven als nrs. 565-610 in Aanvulling op de inventaris van het archief van de Vereeniging Het Utrechts Stedelijk Orchest, na 1966 de Stichting Utrechts Symfonieorkest (1867) 1895-1986. Deze inventaris beschrijft een aantal archiefbescheiden die zijn teruggevonden bij enkele diensten van de gemeente Utrecht. Het is niet helemaal duidelijk hoe die stukken daar terecht zijn gekomen. Waarschijnlijk houdt het verband met het feit dat de gemeente altijd een flink aandeel had in het reilen en zeilen van het orkest. De gemeente benoemde het bestuur en was tevens betrokken bij de benoeming van dirigent en orkestleden. Daarnaast heeft de gemeente veel bemoeienis gehad bij de opheffing en liquidatie van het orkest. Na selectie en verpakking bedroeg de omvang van deze stukken 0,62 m. De betreffende nummers werden in november 2005 overgebracht naar Het Utrechts Archief.
Het resterende deel van de tweede aanvulling, genummerd 611-624 en na selectie en verpakking een omvang van 0,22 m, was niet beschreven. Het bleek voornamelijk uit stukken te bestaan die ontvangen of opgemaakt waren door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht in hun contacten met het USO in de periode ca. 1970-1986.

In 2007 is ten aanzien van de aanvulling uit 2005 besloten de nrs. 565-610 te integreren in het archief van de Vereeniging het Utrechtsch Stedelijk Orchest, zoals beschreven in de de Inventaris van het archief van de Vereeniging Het Utrechts Stedelijk Orchest, na 1966 de Stichting Utrechts Symfonieorkest (1867) 1895-1986 door G. Boer uit 1989. Als gevolg hiervan werden de nrs. 269 en 378 gewijzigd en de nrs. 37-a t/m 37-f, 365-a t/m 365-i, 376-a, 378-a, 380-a, 395-a t/m 395-d, 418-a, 418-b, 543-a t/m 543-k, 549-a, 549-b en 565 toegevoegd.
De nrs. 613-624 zijn als aanvulling toegevoegd aan (de nog niet geïnventariseerde) archivalia van het gemeentebestuur van Utrecht na 1969, bewaard in Het Utrechts Archief.
De nrs. 611 en 612 zijn toegevoegd aan het archief van het Collegium Musicum Ultrajectinum, eveneens bewaard in Het Utrechts Archief.

A. in ’t Hout, 2005
T.L.H. van de Sande, 2007