Uw zoekacties: Parochie van de Heilige Antonius te Utrecht

795 Parochie van de Heilige Antonius te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis * 
795 Parochie van de Heilige Antonius te Utrecht
Inleiding
Geschiedenis * 
Datering:
1977.
Organisatie: Het Utrechts Archief
Op 22 februari 1902 ontving pastoor W.A.J. Blaisse van mgr. Van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht, de opdracht om binnen het territorium van de toenmalige St. Dominicusparochie, die aan de Walsteeg bij de Mariaplaats stond, een nieuwe kerk aan de westkant van de stad, in de wijken "Lombok" en "Transvaal", te bouwen en deze toe te wijden aan de H. Antonius van Padua. De grond voor de nieuwbouw was reeds in 1897 door de Dominicusparochie aangekocht en de architecten Jan Stuyt en Jos Cuypers ontwierpen een eenvoudige kruiskerk met drie altaartomben en zonder kolommen, voor de totale som van ? 64.000,-. De toren mocht slechts tot de hoogte van de zijmuur worden opgetrokken en zou eerst in 1924 worden afgebouwd.
Op 13 juni 1903 volgde de plechtige consecratie van de kerk ten behoeve van op dat moment 3000 parochianen. Het interieur groeide gestaag: in 1905 kwam er een mozaïekvloer en niet lang daarna werden de beelden en staties van de kruisweg aangebracht. In 1924 vervolgens werd een doopvont aangeschaft en de absis uitgebreid.
Zodra beslist werd dat de kerk toegewijd zou worden aan de vermaarde franciscaan Antonius van Padua, nodigde de bouwheer, pastoor Blaisse, de zusters Franciscanessen uit Heythuizen uit om de zorg voor de jeugd in de nieuwe parochie op zich te nemen. Op 13 oktober 1903 vestigden zich de eerste drie zusters in het huurpand J.P. Coenstraat 54. Nog dezelfde dag openden zij een bewaarschool. De vraag naar lesruimte werd snel groter, zodat men aan bovengenoemde architecten de opdracht gaf tot het ontwerpen van een gebouwencomplex voor twaalf schoollokalen, twee naaiklassen, twee bewaarscholen en een gymnastiekzaal. Het gebouw voor de zusters, dat als "klooster" betiteld werd, kon op 19 maart 1905 worden ingewijd. Het huidige klooster in de Kanaalstraat kwam in 1908 gereed.
In de geest van die dagen bleef men streven naar een aparte lagere school voor jongens. Toen dan ook in 1910 pastoor Blaisse werd opgevolgd door pastoor Fr. Stockmann, richtte deze onmiddellijk een fonds op en bedacht allerlei middelen om de benodigde gelden voor de bouw van een jongensschool bij elkaar te brengen. In december 1912 waren de plannen klaar en kon het gebouw aan de Malakkastraat worden aanbesteed. Op 1 september 1914 werd de school geopend. Tot eerste hoofd werd de heer H. Swüste uit Hilversum aangesteld en verder telde de Sint Antoniusschool elf leerkrachten en 420 leerlingen. Van toen af had de parochie dus een jongensschool in de Malakkastraat en een meisjesschool bij de zusters in de J.P. Coenstraat. Aan beide scholen werd in 1915 reeds een MULO-school toegevoegd. Rond 1965 streefde men naar een fusie tussen de scholen, zodat enige jaren later een gefuseerde St. Antoniusschool ontstond voor jongens en meisjes.
Met het opbouwen van de kerk begon ook de opbouw van de parochie.
In 1903 bedroeg het aantal gelovigen binnen de parochiegrenzen ruim 3.000. Woonden er in de wijken "Lombok" en "Transvaal" nogal wat spoormensen, industrie-arbeiders en militairen, het waren vooral de katholieke boeren en tuinders tot in de wijde omtrek, die aanvankelijk de kern van de jonge parochie vormden. Het verenigingsleven kwam spoedig van de grond, terwijl binnenkerkelijk door volksmissies, retraites, congregaties en feestelijke vieringen rond het altaar de voornaamste geestelijke belangen van de gelovigen werden gediend. Een groot aantal zeer toegewijde parochianen bleek altijd bereid zich op alle mogelijke terreinen in te zetten. Dit gold in de eerste plaats voor de diakonie, de zorg voor armen en behoeftigen. Maar ook op profaan gebied was men zeer actief, zoals in clubs en verenigingen waar muziek, toneel en sport werden beoefend.
De grote wending in het parochiële leven kwam in 1939, toen de priesters van het bisdom-"wereldheren" genoemd-hun parochiekerk overdroegen aan "religieuzen": de Paters Dominicanen. Dezen vestigden zich reeds in 1232 in de bisschopsstad. Al in de 17e eeuw wijdden zij zich op de hoek van de Dorstige Hartsteeg en de Lange Nieuwstraat aan de zielzorg; veel later gebeurde dat in de Walsteeg bij de Mariaplaats, waar in 1847 de Dominicuskerk zou verrijzen, die in 1939 door een herziening van de parochiegrenzen helaas moest verdwijnen. Ter compensatie van het gevoelige verlies van een bloeiende parochie in de binnenstad werd in datzelfde jaar de Antoniusparochie aan de Paters Dominicanen toegewezen. Nu de parochie werd overgedragen, kreeg de pastorie door interne verbouwing meer het karakter van een convent en onderging het kerkelijk leven de invloed van de dominicaanse liturgie en de speciale devoties van de Orde der Dominicanen. In de parochie kwam de afdeling van de dominicaanse Derde Orde tot grote bloei.
In de jaren rond 1950 begon de bouw van de wijk "Oog in Al". Muntbrug en sluizen in het drukbevaren Merwedekanaal waren er nogal eens de oorzaak van, dat de parochianen van de overkant te laat in de kerk kwamen. In overeenstemming met vroegere afspraken werd een nieuwe dochterparochie gesticht, die de oude naam Sint Dominicus zou dragen. Als bouwpastoor werd pater J. Bruens benoemd. Zijn arbeid werd beloond, toen op 22 november 1951 de aartsbisschop-coadjutor mgr.dr. B.J. Alfrink de nieuwe kerk in basiliekstijl kwam inwijden.
Het verenigingsleven heeft in de Antoniusparochie vanaf het begin een grote bloei gekend. Om een greep te doen: in 1912 werd het "Magdalakoor" opgericht, een dameskoor. In 1913 vormde zich een "Parochiële Pers- en Propagandaclub" en in 1914 kwam een "Jongens- en Meisjespatronaat" van de grond. De "R.K. Toneelvereniging Sint Antonius" bracht tot in de jaren zestig voortreffelijke stukken op de planken. In 1916 werd de "Parochiële Leesbibliotheek" opgericht; in 1922 werd de gymnastiekvereniging "Jong Leven" in het leven geroepen. De verkennerij met het scoutingspel leidde in 1929 tot oprichting van de "Father Westerwoudtgroep" en na de oorlog kwam voor de meisjes de "Gidsen- en Kabouterbeweging" van de grond en voor de jongens was aansluiting bij de "kajotters" mogelijk. Bijzonder werk is in de na-oorlogse jaren verricht door het "Katholiek Thuisfront". Door middel van lektuur, pakjes en andere tekenen van sympathie onderhield de parochie stevig contact met "de jongens" in Indonesië en elders.
Sinds 1927 was de parochie in het gelukkige bezit van een groot parochiehuis, recht tegenover kerk en pastorie, met talloze mogelijkheden. Later voegde het kerkbestuur daar nog een jeugdhuis aan toe, gelegen in de Abel Tasmanstraat 88bis. De verenigingen en de clubs namen in de jaren vijftig zozeer in aantal toe, dat men met het oog op de juiste verdeling van ruimtes en materiaal in 1949 besloot tot oprichting van een overkoepelende instantie: de R.K. Jeugd- en Sportvereniging "Spirit". Hieronder ressorteerden allerlei parochiële activiteiten zoals operette-repetities, atletiekoefeningen, handballen, schaken en dammen, het verzamelen van postzegels en wandelen. De "Vrouwengemeenschap", later "Het Vrouwengilde" geheten, en nog weer later omgedoopt tot "Het Damesgilde", heeft een duidelijk stempel op de parochie gedrukt door de verzorging van allerlei avonden met verschillend karakter. Uit deze kring groeide ook weer een nieuw dameskoor ter opluistering van de liturgische plechtigheden.
Het Roomse leven was rijk.
Archief
Inventaris
Bijlagen
Tekeningen en foto's, aangetroffen in de archieven
N.B. Deze tekeningen en foto's zijn overgebracht naar de Topografische-Historische Atlas.
Pastoors/kapelaans

Kenmerken

Datering:
(1864) 1903-1987
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de rooms-katholieke parochie van de H. Antonius te Utrecht (1864) 1903-1987
Auteur:
J.A.C. Mathijssen
Datering toegang:
1988
Openbaarheid:
Status liber en stukken van het parochieel armbestuur slechts ter inzage na toestemming van het kerkbestuur / de pastoor en van de directeur van het Utrechts Archief
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
6,02 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Thema trefwoorden: