Uw zoekacties: Sint-Vincentiusvereniging te Utrecht

773 Sint-Vincentiusvereniging te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis
Conferenties en Bijzondere Raad
773 Sint-Vincentiusvereniging te Utrecht
Inleiding
Conferenties en Bijzondere Raad
Organisatie: Het Utrechts Archief
De eerste Utrechtse Conferentie van de St.-Vincentiusvereniging werd opgericht op 8 oktober 1849, ruim drie jaar nadat de eerste St.-Vincentiusconferentie in Nederland te 's-Gravenhage was gesticht.
Tijdens de tweede vergadering werd het presidium der Conferentie opgedragen aan de heren J. Ooms, E.F. Georges, P.J. van den Berg Verheul en A.W. van Hout. Er werd tevens een magazijnmeester gekozen ten behoeve van het op te richten magazijn voor gedragen kledingstukken; eerste magazijnmeester werd H.J. van Rossum, die deze functie meer dan 25 jaar zou vervullen. Ooms, in wiens huis aan de Oudegracht de eerste Conferentie werd opgericht en die de eerste president werd, trad reeds af op 18 oktober om plaats te maken voor één der jongere oprichters, de legendarische Mr. A.W.K. Ariëns, de eerste katholieke advocaat te Utrecht en vader van de latere Mgr. Alfons Ariëns *  .
Ariëns, die in Utrecht de naam had dat hij te eerlijk was om rijk te worden *  , was dus praktisch de eerste president van de Utrechtse St.-Vincentiusvereniging. Hij zou president blijven tot 1853. In 1855 werd hij voorzitter van het R.K. Armbestuur. Deze functie zou hij tot zijn dood in 1882 blijven vervullen *  .
Als officiële stichtingsdatum der vereniging geldt 19 november 1849, toen zij ingelijfd werd bij de Algemene Raad te Parijs *  . Op 27 december 1849 werd de Utrechtse Conferentie plechtig geïnstalleerd door de president van de Bijzondere Raad van Amsterdam, A.H. Hafkenscheid. Vanaf de oprichting tot 1863 gebruikte de Vereniging de lokalen van het R.K. Armbestuur in het historische Huis Zoudenbalch in de Donkerstraat voor haar vergaderingen *  . In 1863 werd een huis aangekocht, gelegen aan de Neude, waarin naast een vergaderruimte ook plaats was voor de inmiddels opgerichte spijskokerij en de bibliotheek. Hier bleef de Vereniging gevestigd tot 1886. In dit jaar kocht zij een gebouw aan de Springweg dat het centrale punt zou blijven tot in 1972.
In juni 1879 werd besloten een tweede Conferentie op te richten. Dit werd de Conferentie van de H. Joseph. Haar werkterrein omvatte de Augustinusparochie, de Willibrordusparochie en de parochie van O.L. Vrouw Hemelvaart, terwijl de Conferentie van O.L. Vrouw haar werkterrein zou beperken tot de Catharina-parochie, de Dominicusparochie en de Martinusparochie. Het reglement van de St.-Vincentiusvereniging bepaalde dat zodra in een stad meer dan één Conferentie werd gevestigd, deze moesten worden verenigd in een Bijzondere Raad, "die de naam aanneemt van de stad, waar hij gevestigd is" *  . Ingevolge dit reglement werd 12 december 1879 de Bijzondere Raad Utrecht opgericht. De plechtige installatie vond plaats op 30 januari 1880. 11 april 1884 vond een tweede splitsing plaats. Nieuw waren de Conferenties van de H. Martinus en van de H. Catharina in de parochies van die naam. De Conferentie van O.L. Vrouw kreeg als haar werkterrein de parochies van de H. Willibrordus en O.L. Vrouw Hemelvaart (beide parochies vielen tot dan toe onder de Conferentie van de H.Joseph) en de Conferentie van de H.Joseph kreeg de Augustinusparochie en de Dominicusparochie als werkterrein (deze laatste parochie viel tot dan toe onder verantwoordelijkheid van de Conferentie van O.L. Vrouw).
Dit had tot gevolg dat de Conferenties alle vier opnieuw werden ingelijfd op 29 juni 1885. Op 22 juni 1901 werden twee nieuwe Conferenties ingelijfd, de Conferentie van de H. Augustinus en die van de H. Dominicus, beide werkzaam in de parochies van die naam. De Conferentie van de H.Joseph kreeg als werkterrein de parochie van de H. Willibrordus (tot dan toe behorend tot de Conferentie van O.L. Vrouw). De Conferentie van O.L. Vrouw werd opnieuw ingelijfd en beperkte haar werkterrein voortaan tot de parochie van die naam. Op 18 juni 1908 veranderde de Conferentie van de H.Joseph, die in de Willibrordusparochie werkte, in de Conferentie van de H. Willibrordus en werd in de nieuwe parochie van de H. Joseph een nieuwe Conferentie opgericht, de Conferentie van de H.Joseph. Een jaar later, 18 juni 1909, werd de Conferentie van de H. Aloysius opgericht, welke werd ingelijfd op 28 december van dat jaar en werkzaam zou zijn in de nieuwe parochie van die naam. In 1918 werden de Conferenties van de H.Joseph en de H. Willibrordus samengevoegd tot Conferentie van de H.H. Joseph en Willibrordus. Op 26 juli 1922 werd de Conferentie van de H.H. Monica en Ludgerus opgericht, bestemd voor de beide nieuwe parochies van die naam. In november 1929 werd besloten tot oprichting van een studentenconferentie, die interparochieel zou zijn. Dit werd de Conferentie van de H. Ignatius.
Een jaar later, 8 oktober 1930, begon de nieuw opgerichte Conferentie van de H. Antonius haar werkzaamheden in de parochie van die naam. Toen de nieuwe parochie van de H. Gerardus Majella werd opgericht, werd het werkterrein van de Conferentie van de H. Antonius met deze parochie uitgebreid. In 1931 werd de Conferentie van de H.H. Monica en Ludgerus gesplitst in de Conferentie van de H. Monica en de Conferentie van de H. Ludgerus, ieder voortaan werkzaam in de parochie van die naam, terwijl de Conferentie van de H. Monica tevens werkzaam bleef in de parochie van de H. Nicolaas tot 1932, toen de zelfstandige Conferentie van de H. Nicolaas werd opgericht, gelijk met de Conferentie van de H. Gertrudis. Op 18 juni 1937 werd de Conferentie van de H.H. Joseph en Willibrordus weer gesplitst in twee zelfstandige Conferenties. De Conferentie van de H. Joseph werd voortaan de Conferentie van de H.H.Joseph en Paulus genoemd en kreeg de nieuwe Paulusparochie mede tot werkterrein. Toen in 1940 de St.-Dominicus-parochie werd opgeheven, ging de Conferentie van de H. Dominicus over in de Conferentie van O.L. Vrouw van Goede Raad. Op 5 januari 1948 werd de Conferentie van de H. Johannes de Doper opgericht. Omstreeks 1950 kreeg de parochie van de H. Gerardus Majella haar eigen Conferentie met die naam. Deze Conferentie sloot de rij van de parochiële Conferenties.
In 1946 besloot de Hoofdraad om in ieder der vijf Bisdommen een Centrale Raad op te richten, met uitzondering van het Aartsbisdom, dat twee Centrale Raden binnen zijn diocees kreeg. Doel hiervan was om alle Bijzondere Raden, Conferenties en Liefdewerken in het betreffende diocees onder een leiding te stellen en nauwe contacten te bewerkstelligen met de Katholieke Actie en andere diocesaan georganiseerde verenigingen. Als gevolg van de nieuwe dekenale indeling kwam op 13 februari 1948 onder de Bijzondere Raad een aantal Buitenconferenties te ressorteren: de Conferentie van de H. Michaël te De Bilt, de Conferentie van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand te Bilthoven, de Conferentie van de H.Barbara te Culemborg, de Conferentie van de H. Johannes de Doper te Wijk bij Duurstede, en de Conferentie van de H.H. Joseph en Don Bosco te Zeist. In 1954 sloot zich ook de Conferentie van de H. Dominicus te Tiel aan bij de Bijzondere Raad Utrecht. Omstreeks 1958 werd door de Conferentie van de H.H. Petrus en Paulus te Soest en de Conferentie van de H. Maagd Maria Onbevlekt Ontvangen te Soestdijk de rij van de Buitenconferenties gesloten.
Na 1950 werden in verschillende parochies Damesconferenties opgericht naast de "gewone" Conferenties, die in het vervolg Herenconferenties heetten. In 1941 en 1942 was weliswaar al sprake van de "Damesstudentenconferenties St.-Johanne de Chantal", maar deze is blijkbaar nooit ingelijfd in de St.-Vincentiusvereniging. In 1952 werd de Conferentie van de H. Begga opgericht in de Gertrudisparochie en de Conferentie van de H. Rita van Cassia in de Augustinusparochie. Toen bestonden al de Conferentie van de H.Anna in de Josephparochie en de conferentie van de H. Monica in de Monicaparochie. Deze laatste ging spoedig Conferentie van de H. Clara van het Kruis van Montefalco heten om verwarring met de Herenconferentie te voorkomen. Ook Zeist had toen al een "dames-buitenconferentie", de Conferentie van de H. Maria. Het duurde natuurlijk wel even voordat de dames "geëmancipeerd" waren, maar ook hier werd vooruitgang geboekt. In mei 1952 werd besloten de presidente en vice-presidente van de damesconferenties als lid van de Bijzondere Raad te installeren. Het tijdstip werd nog niet gunstig geacht om een zelfstandige Bijzondere Raad voor de dames op te richten, zowel in verband met het geringe aantal Conferenties als op grond van de omstandigheid dat de dames er de voorkeur aan gaven de band met de Herenconferenties via de Bijzondere Raadbijeenkomsten te handhaven, althans voorlopig" *  . Tot een Bijzondere Raad hebben de dames het echter nooit gebracht. Hoewel de oprichting van Damesconferenties zeer werd gestimuleerd en in 1953 zelfs een presidente van een der Damesconferenties lid werd van het Bureau van de Bijzondere Raad, zouden de tijdsomstandigheden spoedig dusdanig veranderen, dat de St.-Vincentiusvereniging een aflopende zaak werd. De laatste Damesconferentie werd in 1954 opgericht: de Conferentie van de H. Maria in de parochie van O.L. Vrouw ten Hemelopneming.
De liefdewerken
De Fundatie "Het Speyart van Woerden's Hofje"
Archieven en inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
Addendum
Addendum (2)
Addendum (3)
Literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1849-2008
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Sint-Vincentiusvereniging te Utrecht 1849-2008
Auteur:
J.J.P.M. Swelsen, aangevuld en bewerkt door R.J. Keijser
Datering toegang:
1982
Datering bewerking:
2018
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Schenking (van een niet overheidsarchief)
Omvang:
8,24
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen