Op 4 juni 1980 werden door mevrouw N. Daman te Rotterdam de papieren Finjê aan de Gemeentelijke Archiefdienst van Utrecht geschonken *  . In een begeleidende brief gaf mevrouw Daman een opsomming van de papieren-dus een voorlopige inventarisatie. Mevrouw Daman is een nakomelinge van Willemina Elisabeth Finjé (in 1772 in Middelburg geboren), die, zoals hierboven reeds gemeld, gehuwd was met de Middelburgse apotheker Johannes Leonardus Daman.

In september 1980 *  schonk mevrouw Daman bovendien bescheiden betreffende haar vader de heer Johannes Arnoldus Daman (24 januari 1872-19 december 1968), die van circa 1891 tot 1915 als onderwijzer aan de school Achter Clarenburg verbonden was. Een nazaat van Jan Finjé keerde terug naar Utrecht! Deze bescheiden zijn in de Utrechtse bibliotheek en prentenverzamelingen opgenomen. De omstreeks 50 gesigneerde en gedateerde tekeningen van de heer J.A.Daman, die hij als lid van Kunstliefde in de jaren 1897-1900 maakte, zijn inmiddels "opgezet" en in twee portefeuilles in de prentenverzamelingen opgenomen. Het tekentalent was de heer J.A. Daman niet vreemd. Zijn overgrootvader Arnoldus Finjé (geboren in 1743) was vermoedelijk kunstschilder van beroep. Althans in die hoedanigheid probeerde hij bij zijn broer Gijsbertus Finjé (1729-1773) de overtocht naar Oost-lndië-waar maar liefst vier zonen van de stamvader Jan Finjê hun fortuin gezocht hebben-te bepleiten *  . De inventaris telt slechts 13 nummers. Zij zijn chronologisch geordend. Als bijlage is een stamboom van de nakomelingen van Jan Finjé bij de inventaris gevoegd. De gegevens zijn voornamelijk afkomstig uit inventaris nummer 1.

Gegevens betreffende de kinderen van Nicolaas Finjé (1733-1774), de dochter van Antonia Finjé (1727-1794) en de relatie Finjê/Daman zijn door mij aan de hand van de doop-, trouw- en begraafboeken verzameld en zijn verder door het gemeentearchief van Middelburg verstrekt. Aan dit archief, gevestigd in de Lange Noordstraat 1, 4331 CB Middelburg, zijn door mevrouw Daman de papieren van de families Finjé, de Zeeuwse tak, en Daman geschonken.
Dank ben ik verschuldigd aan mevrouw J.N. van der Meulen, die de inventaris op ongerechtigheden betrapte, en mevrouw A.A.H. van Bemmel-'t Hoen, die het hele verhaal nauwgezet getypt heeft.

Juni 1982, A.B.R. du Croo de Vries