713-3 Utrechtsche gezondheidscommissies ( Het Utrechts Archief )
713-3
Utrechtsche gezondheidscommissies
Inleiding
Derde gezondheidscommissie (1934-1949)
713-3 Utrechtsche gezondheidscommissies
Inleiding
Derde gezondheidscommissie (1934-1949)
Daar het gemeentebestuur van Utrecht het toch wenselijk achtte, door een gezondheidscommissie te worden bijgestaan, werd op 17 mei 1934 opnieuw een gemeentelijke gezondheidscommissie geïnstalleerd. Om niet in strijd te komen met de bedoeling van de wetgever vond het college van Burgemeester en Wethouders, dat de uitgaven voor deze commissie tot een minimum dienden te worden beperkt. Daarom zou ook de secretaris in het vervolg geen vergoeding meer ontvangen * . Tot lid van deze commissie werden benoemd de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de secretaris en de overige leden van de opgeheven gezondheidscommissie, terwijl de directeuren van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst, van de Bouw- en Woningdienst en van Gemeentewerken tot leden met raadgevende stem werden aangewezen. De commissie zou een strikt adviserend karakter dragen en in dat opzicht identiek zijn aan de eerste gezondheidscommissie (1855-1902). De taak van de nieuwe commissie zou echter minder dan in 1855 het geval was, op het terrein van de bestrijding van besmettelijke ziekten liggen: de volkshuisvesting en de verontreiniging van openbare wateren daarentegen zouden nog steeds veel aandacht vragen * .
Aanvankelijk bleek ook deze gezondheidscommissie in een behoefte te voorzien, maar de ontwikkeling van de gemeentelijke en rijksdiensten had ten gevolge, dat deze behoefte allengs minder gevoeld werd. Na enkele jaren van gedwongen rust tijdens de Tweede Wereldoorlog hervatte de Gezondheidscommissie wel weer haar werkzaamheden, maar van veel betekenis waren deze toch niet meer. Vacatures werden niet meer aangevuld, aftredende leden niet herbenoemd. Tenslotte werd bij raadsbesluit van 28 april 1949 de Utrechtse Gezondheidscommissie, en nu voor goed, opgeheven. Wel werd in hetzelfde jaar nog een Adviescommissie voor de Gezondheidszorg opgericht * , maar het werd niet nodig geacht, haar taak in een verordening vast te leggen. Officieel rekte deze commissie haar bestaan nog tot 1962 * , hoewel na 1953 geen vergaderingen meer plaats vonden. De notulen van deze Adviescommissie over de jaren 1949-1953 en enkele andere stukken berusten in het archief van de G.G.D. te Utrecht.
laatste wijziging 09-03-2018
286 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 822 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 09-03-2018
286 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 822 bestanden
Kenmerken
Datering:
1855-1949
Toegangstitel:
Inventaris van het archief der Utrechtse gezondheidscommissies 1855-1949
Auteur:
J.G. Riphaagen
Datering toegang:
1969 / 2001
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Inbewaringgegeven (door rijk aan gemeente, of andersom)
Omvang:
8,78 m zuurvrije dozen
Categorie:
laatste wijziging 09-03-2018
286 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 822 bestanden