Uw zoekacties: Smedengilde te Utrecht

712-7-1 Smedengilde te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Smedengilde
712-7-1 Smedengilde te Utrecht
Inleiding
Smedengilde
Organisatie: Het Utrechts Archief
Wie een ambacht wilde uitoefenen dat onder de competentie van een gilde viel, moest lid worden van dat gilde. Dit gold ook voor de metaalbewerkende ambachtslieden: zij oefenden hun beroep uit onder de protectie van het Smeden- of St. Eloyengilde. Het staat niet vast wanneer het Smedengilde is opgericht, maar bekend is wel dat het in het midden van de dertiende eeuw al bestond. Een gilde werd van oudsher bestuurd door twee dekens of oudermannen. Dat was ook het geval bij het Smedengilde, maar in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw verschoof de invloed van de dekens langzamerhand naar de regenten van het St. Eloyengasthuis.
Van het Smedengilde maakten verscheidene ambachten deel uit, zoals: grofsmeden en slotenmakers, koperslagers, tingieters, messenmakers, klokken- en geschutsgieters, geweermakers, vingerhoedmakers, instrumentmakers, pompenmakers, uurwerk- en horlogemakers en ook nog de kooplieden in steenkool en metalen. In 1597 splitsten de goud- en zilversmeden zich af van het Smedengilde.
Aan het einde van de achttiende eeuw werd, vooral onder invloed van de Franse Revolutie, de roep om de afschaffing van de gilden steeds sterker. Dit leidde ertoe dat in 1798 door het Uitvoerend Bewind de ontbinding van de Nederlandse gilden wettelijk werd geregeld.. De stedelijke overheden werden met de uitvoering van dit besluit belast, maar in de praktijk was het verzet ertegen zeer hardnekkig. Pas na 1812 zijn de Nederlandse gilden daadwerkelijk tot het verleden gaan behoren. De Utrechtse gilden, waaronder het Smedengilde, werden op 8 oktober 1798 door het intermediair gemeentebestuur opgeheven
Bewerking van het Archief
Addendum
Literatuur
Inventaris
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1341-1798
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het Smedengilde 1341-1798 (1928)
Auteur:
A.C.F. Koch en J.E.A.L. Struick, aangevuld door G.J. Röhner
Datering toegang:
1968
Datering bewerking:
2003, 2016
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
1,08 m zuurvrije dozen
Archiefvormer(s):