Uw zoekacties: Onderprefecturen Utrecht en Amersfoort

71-1 Onderprefecturen Utrecht en Amersfoort ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis en organisatie
Archief
71-1 Onderprefecturen Utrecht en Amersfoort
Inleiding
Archief
Organisatie: Het Utrechts Archief
De structuur van de administratieve organisatie van de arrondissementen of onderprefekturen was dezelfde als voor het departement. Dit hield in dat de administratie aanvankelijk uit drie, later vanaf 9 januari 1813 uit vier afdelingen en een algemeen secretariaat bestond (de taken van elke afdeling zijn uitgesplitst in bijlage 1).
Wanneer de agenda, zoals die voor de Franse administratie was voorgeschreven, in het arrondissement Utrecht is ingevoerd is niet precies te zeggen. Vanaf 1 juli 1811 is er in ieder geval zo'n agenda aanwezig voor alle afdelingen tesamen. Daarvoor bestond er een afwijkende agenda die door de onderprefect 'het concept verbaal' werd genoemd. De inschrijvingen hierin beginnen vanaf 3 januari en zijn niet genummerd. Vanaf maart werden de ingeschreven stukken genummerd. 'Het concept verbaal' loopt tot en met de maand mei. De agenda loopt tot en met 22 november 1813. Van juni, oktober en november 1811 is geen agenda aangetroffen.
Op de agenda is een eigentijdse index gemaakt over de periode april 1811 tot en met oktober 1813, waarbij juni 1811 ontbreekt.
De ingekomen en minuten van uitgaande stukken lopen vanaf 2 januari 1811 tot en met 27 november 1813. Correspondentie over een bepaalde zaak werd zoveel mogelijk bij elkaar gehouden. Zo kunnen er bij een stuk dat op een bepaalde datum is ingeschreven een of meerdere stukken van latere datum zitten die op dezelfde zaak betrekking hebben.
In het arrondissement Amersfoort werd vanaf 1 maart 1811 ook één agenda gehanteerd voor alle afdelingen tesamen. De agenda loopt door tot en met 2 januari 1814. Er is geen index aanwezig. De ingekomen en minuten van uitgaande stukken beslaan de periode 31 januari 1811 tot en met 29 november 1813. Ook hierbij zijn stukken die betrekking hebben op dezelfde zaak bij elkaar geordend.
De archieven van de onderprefecturen van Utrecht en Amersfoort zijn door S. Muller Fz., toenmalig rijksarchivaris in Utrecht, geïnventariseerd en beschreven aan het begin van deze eeuw *  Vermoedelijk heeft Muller het archief geordend en beschreven zoals hij het heeft aangetroffen namelijk een serie ingekomen en minuten van uitgaande stukken met agenda en index, een serie brieven van de maires met antwoorden op vragen gesteld in aanschrijvingen door de onderprefekt en rubrieksgewijs geordende stukken.
De archieven van de onderprefekturen van zowel Utrecht als Amersfoort zijn zeker niet compleet. P. Vermeulen, provinciaal archivaris van 1840-1878, constateerde reeds in 1868 dat de archieven verre van volledig waren. In een brief d.d. 3-6-1868 aan zijn collega de archivaris van Noord-Holland en Amsterdam P. Scheltema schreef hij: 'Maar de archieven van de Sousprefecture laten mij geheel in de steek. Zij zijn lang de prooi van vernielzucht geweest en veel is er van verdwenen' * 
De archieven van de beide onderprefekturen - dat van Utrecht heeft een lengte van ca. 14 meter en dat van Amersfoort een lengte van ca. 4 meter - zijn door ons aangetroffen in de staat zoals ze door Muller waren geïnventariseerd. In de bijna 80 jaar die na de inventarisatie zijn verlopen zijn de archieven bijna nooit geraadpleegd. Dit is niet zozeer te wijten aan het feit dat het materiaal oninteressant zou zijn als wel aan de manier waarop Muller zich van zijn taak heeft gekweten. Zijn beschrijvingen zijn summier, in vele gevallen letterlijke vertalingen van opschriften die hij aantrof; niet weinige keren had hij zelfs niet de moeite genomen om het Frans in het Nederlands te vertalen. Bij onze inventarisatie is er naar gestreefd de door Muller aangebrachte volgorde grotendeels te handhaven maar in een logischer structuur te plaatsen en uit te werken. In de rubriek 'stukken van algemene aard' bevinden zich de ingekomen en minuten van uitgaande stukken, de agenda, de index (voor Utrecht) en andere stukken van algemene aard. De subrubrieken, die zijn ondergebracht in de rubriek 'stukken betreffende bijzondere onderwerpen' zijn gebaseerd op de administratieve taken. De volgorde van de subrubrieken is opgesteld volgens de Basis Archiefcode, waardoor een logische opbouw verkregen werd.
Bijlagen
1. Organisatiebesluit van 9 januari 1813
2. Concordantie op S. Muller Fz., Catalogus van het archief der Staten van Utrecht 1375-1813 (Utrecht 1915)
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1811-1813
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de onderprefecturen van de arrondissementen Utrecht en Amersfoort 1811-1813
Auteur:
E.J.J. Baas en L.F.P.M. de Brouwer
Datering toegang:
1989
Datering bewerking:
2012
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
20,5 m zuurvrije dozen
Rubrieken: