Uw zoekacties: Stadsbestuur van Utrecht

703 Stadsbestuur van Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Voorwoord
Stadsbestuur van Utrecht 1795-1808
703 Stadsbestuur van Utrecht
Inleiding
Stadsbestuur van Utrecht 1795-1808
Organisatie: Het Utrechts Archief
Het Comité Revolutionnair, dat zich bij de veranderde orde van zaken opgeworpen had, ontbond 25 januari 1795 uit naam van het volk de Vroedschap en benoemde een Provisionele Municipaliteit van 39 leden met een maire aan het hoofd, die na goedkeuring door de vergaderde burgerij dadelijk geïnstalleerd werd. Een commissie uit dit lichaam vervaardigde een concept-reglement van bestuur, dat 31 maart 1795 door de burgerij werd vastgesteld. De volgens dit reglement gekozene municipaliteit werd op 4 mei 1795 geïnstalleerd.
De verandering van het Provinciaal bestuur op 17 oktober 1796 gaf aanleiding tot een wijziging van het reglement. Het nieuwe reglement van bestuur werd vastgesteld op 22 juni 1797 en door de raad goedgekeurd op 17 juli 1797. De volgens dit stuk georganiseerde raad van de gemeente nam op 9 oktober 1797 zitting.
Bij publicatie van 22 januari 1798 schreef de Constitueerende vergadering van het Bataafse volk van de verschillende besturen aan, voorlopig in functie te blijven op de oude voet. De Raad nam dientengevolge 26 januari 1798 de titel aan van Provisioneel administreerend bestuur en bracht enige wijzigingen in het Reglement van bestuur (Stadsnotulen van 5 februari 1798. Ins. 55), dat overigens van kracht bleef. (Publicatie van het Intermediair administreerend bestuur d.d. 6 februari 1798).
Reeds 5 maart 1798 werd echter het Provisioneel administreerend bestuur op aanschrijving van het Intermediair administreerend bestuur van het voormalig gewest ontbonden en vervangen door het Intermediair gemeentebestuur, gekozen door het Intermediair adminstreerend gewestelijk bestuur. Ook thans nog schijnt het oude regeringsreglement de wijzigingen van kracht gebleven te zijn. Althans men leest alleen van een instructie, voor het Intermediair gemeentebestuur vastgesteld.
De sterk centraliserend Staatsregeling van 23 april/1 mei 1798 beloofde in art. 191 een algemeen reglement voor de gemeentebesturen, dat zich evenwel liet wachten. Inmiddels werden alle plaatselijke besturen bij publicatie van het Uitvoerend bewind d.d. 10 mei 1798 in afwachting van deze nieuwe regeling voorlopig op de oude voet gecontinueerd. Nadat het Uitvoerend bewind bij publicatie van 20 mei 1799 enige algemene voorschriften over de uitoefening van het stemrecht aan de gemeentebesturen had gegeven, verscheen eindelijk 9 juni 1800 de 'Publicatie houdende verdeeling der departementen en ringen in verschillende gemeenten', waarin voorkwam een 'Instructie voor de gemeentebesturen der Bataafsche republiek'. Deze instructie, die de bij art. 191 van de Staatsregeling beloofde bepalingen omtrent de gemeentebesturen bevatte, werd nog nader aangevuld door de publicatie van het Uitvoerend bewind d.d. 20 oktober 1800, houdende Reglement op de verkiezing van de leden van de gemeentebesturen en van de gevolmachtigden uit de stembevoegde burgers.
Op 5 juli 1802 benoemde het Intermediair gemeentebestuur op last van het Departementaal bestuur van Utrecht (blijkbaar naar aanleiding van de nieuwe in verzoenenden geest gestelde Staatsregeling van 1801) een commissie tot het ontwerpen van een nieuw regeringsreglement. Dit concept werd door de burgerij aangenomen door het Departementaal bestuur goedgekeurd en door het Intermediair gemeentebestuur gearresteerd op 7 februari 1803. Dezelfde dag trad het Intermediair gemeentebestuur af en werd vervangen door het gemeentebestuur, voor ditmaal gekozen door het Departementaal bestuur.
De Staatsregeling van 25 maart 1805 bracht echter nieuwe veranderingen. Op 20 december 1805 maakten Hunne Hoogmogenden vertegenwoordigende het Bataafse gemeenebest bekend, dat zij vastgesteld hadden een 'Reglement houdende algemeene bepalingen voor de gemeentebesturen', waarbij aan de gemeentebesturen de plicht werd opgelegd om aan de departementale besturen een concept-reglement van bestuur in te zenden. De daartoe door het gemeentebestuur op 13 januari 1806 benoemde commissie stuitte echter op verschillende zwarigheden, waarover het gevoelen van het Departementaal bestuur werd ingewonnen. Uit de notulen van 28 juli 1806 blijkt, dat het oude regeringsreglement toen nog van kracht was. Ondertussen was krachtens het traktaat van 26 mei 1806 Lodewijk Napoleon als koning van Holland opgetreden. Een nieuwe regeling op de voet van de constitutie van 1805 scheen dus niet wenselijk, en werkelijk gaf het Departementaal bestuur op 6 februari 1807 kennis van 's Konings besluit d.d. 30 januari 1807, waarbij de oude toestand in afwachting van een nieuwe regeling volgens de constitutie van 1806 voorlopig werd gehandhaafd.
S. Muller Fz., 1884
Bewerkingsgeschiedenis
Inventaris
Bijlage
1. Index op inv.nrs. 613-1 t/m 613-125 (Controle nominatif des habitants de la ville d'Utrecht et de la banlieue)
Erfgoedstuk
2. Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1795-1813
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het stadsbestuur van Utrecht 1795-1813
Auteur:
S. Muller Fz., bewerkt door K. van Vliet
Datering toegang:
1884
Datering bewerking:
2006, 2012
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
73,5 m
Archiefvormer(s):