421 Stichting Hoogthuizen te Utrecht ( Het Utrechts Archief )
421
Stichting Hoogthuizen te Utrecht
Inleiding
Vereniging van kleine opvoedingshuizen
421 Stichting Hoogthuizen te Utrecht
Inleiding
Vereniging van kleine opvoedingshuizen
De 'Vereniging tot het oprichten en in stand houden van kleine opvoedingshuizen' werd opgericht op 29 december 1910 en gevestigd te Noordwijkerhout. Vanaf 1940 waren ze gevestigd in Amsterdam. De vereniging werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 11 februari 1911 en 24 november 1928. Oprichtster van de vereniging was Mejuffrouw C.M. van Dissel, oftewel Tante Kiek. Catharina M. van Dissel groeide op als jongste dochter in een warm, sociaal-voelend ingenieursgezin te Leiden. Ze kreeg een opleiding voor heilgymnastiek en -massage en voerde hierin een praktijk.
Ze kreeg belangstelling voor de karakters en de geestelijke vergroeiingen van haar patiëntjes. Ze ontmoette gezonde en zieke kinderen uit beter gesitueerde gezinnen en ze zag kinderen die de ouderlijke zorg moesten ontberen door huiselijke omstandigheden, door dood, door scheiding, door verblijf van de ouders in Indië enzovoort. Een gedeelte van deze categorie vond een thuis terug in de familie, een ander gedeelte was minder gelukkig. Tot deze kinderen voelde mejuffrouw van Dissel zich speciaal aangetrokken en zij legde haar werk van heilgymnastiek en -massage neer om zich volledig aan hun opvoeding te kunnen wijden. Zij wilde een thuis bieden aan deze kinderen waar ze met liefde werden opgenomen, waar ze een blijde jeugd konden hebben en zich onder verstandige leiding konden ontwikkelen, elk naar eigen aanleg en behoefte. Met dat doel stichtte zij de 'Vereniging tot het oprichten en instandhouden van kleine opvoedingstehuizen' en op 11 mei 1911 werd het eerste huis van deze vereniging, 't Hoogt te Noordwijkerhout, officieel geopend.
De doelstelling van de vereniging werd: kinderen die de normale verzorging in het ouderlijk huis voorgoed of tijdelijk moeten missen, duurzaam, langdurig of tijdelijk te verzorgen, op te voeden en op te leiden en hiervoor tehuizen op te richten.
Het bestuur werd door de leden, de donateurs en de werkende leden op de algemene vergadering gekozen. Het bestuur bestaat uit de voorzitter, vice-voorzitter, secretaris, penningmeester en een lid. Daarnaast ontstonden er in de loop van der tijd verschillende commissies. De leden van deze commissies hadden allen zitting in het bestuur. Er waren vier commissies:
- Commissie van bijstand voor 't Hoogt
- Commissie van bijstand voor Klein Hoogt
- Commissie voor onderwijs
- Commissie voor de verspreide kinderen.
De inkomsten van de vereniging bestonden uit verzorgingskosten, contributies, giften, legaten, erfstellingen, verhuur van het gebouw en andere baten. Legaten en erfstellingen werden gekapitaliseerd of in het te noemen bouwfonds gestort, tenzij het tegendeel bedongen is.
Het bestuur werd door de leden, de donateurs en de werkende leden op de algemene vergadering gekozen. Het bestuur bestaat uit de voorzitter, vice-voorzitter, secretaris, penningmeester en een lid. Daarnaast ontstonden er in de loop van der tijd verschillende commissies. De leden van deze commissies hadden allen zitting in het bestuur. Er waren vier commissies:
- Commissie van bijstand voor 't Hoogt
- Commissie van bijstand voor Klein Hoogt
- Commissie voor onderwijs
- Commissie voor de verspreide kinderen.
De inkomsten van de vereniging bestonden uit verzorgingskosten, contributies, giften, legaten, erfstellingen, verhuur van het gebouw en andere baten. Legaten en erfstellingen werden gekapitaliseerd of in het te noemen bouwfonds gestort, tenzij het tegendeel bedongen is.
De vereniging kende drie fondsen:
- Ondersteuningsfonds: een vast bedrag uit de inkomsten van de vereniging of van derden werd naar dit fonds overgemaakt. Het geld was bedoeld om opleiding en de verzorgingskosten geheel of gedeeltelijk te kunnen overnemen als het bestuur dit nodig achtte. Het ondersteuningfonds maakte het mogelijk om enkele goedkope plaatsen beschikbaar te houden.
- Steunfonds dat bijsprong voor de economische zwakke kinderen die een tehuis nodig hadden. Het steunfonds was in 1931 geheel uitgeput.
- Bouwfonds, dat tot stichting en instandhouding van de huizen diende.
- Ondersteuningsfonds: een vast bedrag uit de inkomsten van de vereniging of van derden werd naar dit fonds overgemaakt. Het geld was bedoeld om opleiding en de verzorgingskosten geheel of gedeeltelijk te kunnen overnemen als het bestuur dit nodig achtte. Het ondersteuningfonds maakte het mogelijk om enkele goedkope plaatsen beschikbaar te houden.
- Steunfonds dat bijsprong voor de economische zwakke kinderen die een tehuis nodig hadden. Het steunfonds was in 1931 geheel uitgeput.
- Bouwfonds, dat tot stichting en instandhouding van de huizen diende.
In juli 1915 werd het tweede tehuis opgericht op de Jan de Braystraat 2 in Haarlem. Dit huis werd in 1920 verkocht. Mevrouw van Dissel was huismoeder in dit Haarlemse kinderhuis totdat ze deze functie moest neerleggen wegens gezondheidsproblemen. Ze werd presidente van de vereniging en ging in het Veldhuisje in Noordwijkerhout wonen dat eerst was gebruikt als school.
Anno 1920 kreeg de vereniging bovendien de beschikking over een huis in Amersfoort (Pieter Bothlaan 43). Dit huis werd oorspronkelijk bewoond door twee dames, familie van dhr. Hupkens van der Elst. Een van de dames, voor buurtgenoten 'Tante Thea', heeft in dit huis een aantal pleeggezinnen gehad. Vanaf 1921 droeg dit huis de naam 'Klein Hoogt'. Na het overlijden van de zusters viel het huis als legaat toe aan de vereniging.
In 1927 werd het terrein van 't Hoogt in Noordwijkerhout verkocht. Er werd gezocht naar een nieuw kinderhuis en dat werd 'Nieuw Hoogt' aan de Jachtlaan in Apeldoorn dat op 1 november 1927 officieel werd geopend. Van 1968 tot 1974 werd het huis verhuurd aan familie van Steen, waarna het in 1974 werd verkocht.
In 1932 werd het huis Zonnehoogt opgericht aan de Melvill van Carnbeelaan 121 in Driebergen. Op 24 maart 1932 werd het officieel geopend.
In 1932 werd het huis Zonnehoogt opgericht aan de Melvill van Carnbeelaan 121 in Driebergen. Op 24 maart 1932 werd het officieel geopend.
Op 5 juli 1936 bestond de vereniging 25 jaar wat met een reünie werd gevierd. Mejuffrouw Van Dissel kondaar om gezondheidsredenen niet meer bij zijn. In september 1926 was zij vanwege haar gezondheid naar Zwitserland vertrokken, waar zij genezing hoopte te vinden. In Zwitserland begon ze een nieuw leven in Cavergo, een dorpje in Tessin vlakbij de Italiaanse grens. Ze werd de ere-voorzitster van de vereniging, als dank voor haar inzet. Catharina Magdalena van Dissel stierf in december 1944.
laatste wijziging 19-07-2021
87 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 19-07-2021
87 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1910-1985
Toegangstitel:
Plaatsingslijst van het archief van de stichting Hoogthuizen te Utrecht, voorheen Vereniging van kleine opvoedingshuizen 1910-1985
Auteur:
W.B. Heins, met een inleiding door C. van Rheenen
Datering toegang:
1992 / 2003
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Op het archief is een openbaarheidsbeperking van 25 jaar van toepassing. Op inv.nrs. 52 en 66 is is met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een openbaarheidsbeperking van 110 jaar van toepassing. Eerdere inzage in voornoemde inventarisnummers is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
3,35 m zuurvrije dozen
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Rubrieken:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 19-07-2021
87 beschreven archiefstukken