Uw zoekacties: Verzameling Van Buchel-Booth

355 Verzameling Van Buchel-Booth ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Ontstaan van de verzameling
Overlevering van de verzameling
Beheer en bewerking van de verzameling
355 Verzameling Van Buchel-Booth
Inleiding
Beheer en bewerking van de verzameling
Organisatie: Het Utrechts Archief
Al kort de verwerving van de verzameling in 1840 heeft P.J. Vermeulen een inventaris van de collectie Van Buchel-Booth gemaakt: een globale verzamelinventaris, die hier en daar meer het kenmerk van een opsomming van hele archiefbestanddelen heeft. * 
In 1892 maakte Muller een nieuw indelingsplan van alle archieven van het rijksarchiefdepot, waarbij hij de 'particuliere collectie van handschriften' (Van Buchel-Booth) classeerde onder rubriek XI: 'Familie-archieven en handschriftenverzamelingen'. *  In hetzelfde jaar nam Muller het besluit om alle kernarchieven in het Utrechtse Rijksarchiefdepot opnieuw te gaan inventariseren volgens de principes van zijn nieuwe archiefleer. Alle bestaande lijsten en toegangen, ook degene die Muller zelf inmiddels in het voetspoor van zijn voorganger volgens het traditionele model had bewerkt en gepubliceerd, ging rigoureus over. Zo begon een langdurige periode van inventarisatie en herinventarisatie die pas ca. 1943 werd beëindigd. * 
In het kader van dit kolossale inventarisatieproject hebben Muller en zijn opvolgers alle 'ambtelijke' stukken uit de verzameling Van Buchel-Booth ondergebracht bij andere archieven. *  In 1893 konden door Muller en zijn medewerkers al heel wat charters van Booth toevoegen aan de kloosterarchivalia van het 'oud-provinciaalarchief' (Statenarchief). *  Vervolgens liet Muller in 1894 een nieuwe toegang op de charters uit de verzameling vervaardigen door de volontair W.G. van den Broek, een mengvorm van een chronologische inventarisbeschrijving en een regestenlijst. * 
De in deze Inventaris der charters uit de collectie-Booth beschreven stukken werden in het algemeen indelingsplan van Muller als een afzonderlijke verzameling gerubriceerd onder de noemer 'Collectie Varia Charters'. De resterende verzameling Van Buchel-Booth werd in 1906 samen met de andere tot dan toe afzonderlijk, op naam van de schenkers beheerde collecties in het Rijksarchief geïntegreerd beschreven door S.A. Waller Zeper in zijn Inventaris der Handschriften aanwezig in het Rijksarchief in Utrecht. *  Blijkens aanwijzingen op het titelblad werd deze echter weldra door Muller zelf herzien en aangepast, waarna hij de inventaris in het jaarverslag van 1906 uitdrukkelijk als definitief bestempelde. Muller schreef er niet bij dat de soms oeroude globale beschrijvingen van de inventarisnummers, waarbij soms hele bestanden onder één nummer vielen, gewoon waren overgenomen van de oude inventarissen of fiches. Binnen de nieuwe indeling van Muller was de oorspronkelijke collectie Booth dus niet langer een afzonderlijk bestand, evenmin als de andere op naam gestelde verzamelingen. Vanaf 1906 waren de Buchel-Booth-stukken, voor zover niet opgenomen in de voornoemde charterinventaris, verspreid beschreven in de inventaris Handschriften.
Omstreeks 1930 begonnen B. de Jonge van Ellemeet en Ph. Van Hinsbergen aan een inventaris van de Handschriften. Deze inventaris omvatte alle handschriften van het Rijksarchief en daarmee ook alle stukken uit de collectie Buchel-Booth, inclusief de 'particuliere charters' van Booth. Voor deze inventaris maakten zij voor een groot deel gebruik van oudere fiches en kaartjes, daterend uit de negentiende en vroege twintigste eeuw, dikwijls onder handhaving van de bestaande beschrijvingen. Essentieel was de nieuwe, zelfs thans nog veel geciteerde doorlopende nummering. Een afzonderlijke handleiding met een gedetailleerd uitgewerkt indelingsschema werd toegevoegd alsmede een concordantie op de handschrifteninventaris uit 1906. *  Het werk aan deze inventaris werd afgerond in de jaren 1938-1940, maar tot een publicatie van de talrijke beschrijvingen op fiche is het nooit gekomen. Tot op heden is het echter de enige bruikbare toegang op de verzameling Handschriften van het Rijksarchief in Utrecht; een nieuwe inventaris is momenteel in voorbereiding. * 
Vermeldenswaard is dat Van Hinsbergen omstreeks 1930 naspeuringen heeft gedaan naar de samenstelling van de oorspronkelijke verzameling Van Buchel-Booth. Zo blijkt uit een door hem vervaardigde lijst van Merkteekenen op de deelen uit de Collectie-Booth, die een overzicht geeft van alle vindplaatsen in het Rijksarchief in Utrecht en daarbuiten, waar deze banden zich omstreeks 1930 bevonden. * 
Eind jaren 1980 hebben C. Dekker en S.A.L. de Graaff alle Buchel-Booth-stukken weer uit de Handschriftenverzameling gelicht en als afzonderlijke verzameling ingericht. In hun inventaris hebben zij deze verzameling in drie afdelingen beschreven. De twee eerste afdelingen bevatten alle banden en omslagen met afschriften van oorkonden, vervaardigd door Van Buchel en de gebroeders Booth, en met historische en genealogische aantekeningen overwegend van de hand van de gebroeders Booth. De (originele) particuliere charters, merendeels betrekking hebbend op de familie Booth en andere families of particuliere personen, zijn ondergebracht in de derde afdeling. De aan deze inventaris toegevoegde concordantie heeft betrekking op de voornoemde handschrifteninventaris door B. de Jonge van Ellemeet en Ph. van Hinsbergen van ca. 1938-1940.
In 2002 zijn de beschrijvingen uit deze inventaris, waar nodig, aangevuld en gespecificeerd door C.A. van Kalveen. Bij die gelegenheid is ook deze inleiding van zijn hand over het ontstaan en de bewerking van de verzameling aan de inventaris toegevoegd.
Volledigheidshalve zij nog vermeld dat het archief van de familie Booth afzonderlijk is beschreven (HUA toegang 759). Deze bevat een bijlage met een overzicht van de door Cornelis Booth in zijn genealogische handschriften gebruikte afkortingen van de hand van W.A. Wijburg. Voorts zij gewezen op de collecties Van Buchel bij de handschriftenafdeling van de Universiteitsbibliotheek van Utrecht en de Hoge Raad van Adel in Den Haag.
Addendum
Bijlage
1. Concordantie
Erfgoedstuk
2. Regesten

Kenmerken

Datering:
1295-1695
Toegangstitel:
Inventaris van de verzameling Van Buchel-Booth 1295-1695
Auteur:
C. Dekker en S.A.L. de Graaff, met een inleiding door C.A. van Kalveen
Datering toegang:
1989
Datering bewerking:
2002
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
2 bladen kaarten; 8,69 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Categorie: