Uw zoekacties: Commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te Utrecht

271-1 Commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De archieven van de centrale en decentrale organen van de crisis-tuchtrechtspraak en de tuchtrechtspraak voor de voedselvoorziening zijn in 1981 geïnventariseerd door J.J. Buskes en J.W. van Doorn en in 1986 geherïnventariseerd door R.H.C. van Maanen namens de Centrale dienst post- en archiefzaken van het Ministerie van Justitie. Deze inventaris is voorzien van een uitvoerige algemene inleiding (zie de bijlagen).
Het archief van de Commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te Utrecht is door het Ministerie van Justitie op 14 april 1986 aan de Rijksarchivaris in Utrecht overgedragen. Na het herverpakken bedraagt de omvang van het archief 0,1 meter.
Bijlagen
Inleiding bij de centrale inventaris
N.B. Deze inleiding, van de hand van J.J. Buskes en J.W. van Doorn, werd in 1981 gepubliceerd in de "Inventarissen van de archieven van de Centrale Commissie voor de tuchtrechtspraak, het Centraal College voor de tuchtrechtspraak en de Tuchtrechter voor de voedselvoorziening".
Overzicht van het ontstaan van de (crisis)-tuchtspraak voor de voedselvoorziening
Overzicht van de voornaamste wettelijke bepalingen ten aanzien van de voedselvoorziening
Verantwoording van de inventarisatie
271-1 Commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te Utrecht
Bijlagen
Verantwoording van de inventarisatie
Organisatie: Het Utrechts Archief
In 1951, na de inwerkingtreding van de Wet op de Economische Delicten, zijn de archieven van de tuchtrechters en het Centraal College (berustend op verschillende parketten) samengebracht in het Centraal Archief van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening te Schiedam.
Uit de, overigens schaarse correspondentie die in de archieven werd aangetroffen, blijkt dat de tuchtrechters al eerder oud-archief naar dit centrale depôt hadden afgestoten.
Aangezien de taak van de berechting van economische delicten door de inwerkingtreding van de Wet op de Economische Delicten van voornoemd Ministerie overging naar het Ministerie van Justitie, diende het archief aan Justitie te worden overgedragen. Deze overdracht vond plaats bij proces-verbaal van 25 maart 1964. Bij incidentele vernietiging werden de mondelinge uitspraken uit het archief verwijderd.
Bij aanvang van de inventarisatie werden 24 kisten “Tuchtrechtspraak” en een groot aantal kaartenbakjes aangetroffen.
De ongeveer 20.000 dossiers die zich in de kisten bevonden waren voor een groot deel tot pakken bijeen gebonden en hier en daar voorzien van een label met opschrift.
Na het doorkijken van de kisten kon de volgende scheiding worden aangebracht:
- dossiers, afkomstig van de tuchtrechters in de verschillende arrondissementen. Het betreft voornamelijk de schriftelijke uitspraken, voor het merendeel afzonderlijk opgeborgen in aparte dossieromslagen;
- dossiers, afkomstig van respectievelijk de Centrale Commissie en het Centraal College voor de tuchtrechtspraak. Dit zijn de uitspraken in hoger beroep.
Al spoedig bleek dat de kaarten uit de aangetroffen kaartenbakjes als ingang hebben gediend voor de dossiers.
Een korte beschouwing over de werkwijze van de tuchtrechtspraak maakt het systeem van archivering duidelijk.
Een gepleegde overtreding werd geconstateerd door een controleur van de binnen het betrokken departement (voor 1942 provincie) zetelende ambtenaar voor de tuchtrechtspraak.
Uit naam van de hoofdambtenaar werd het feit door middel van een schriftelijke klacht ter kennis gebracht bij de tuchtrechter in hetzelfde arrondissement (tenzij een door de hoofdambtenaar voorgestelde schikking – meestal een gering geldbedrag – door de verdachte werd aanvaard, waardoor deze een rechtspraak voor de tuchtrechter kon voorkomen).
De klacht kreeg een bepaald nummer, welk nummer in de loop van de rechtszaak zou gaan dienen als “zaaknummer”. Alle op de zaak betrekking hebbende stukken kregen dit nummer en ook het uiteindelijke dossier (met daarin de uitspraak) werd van dit nummer voorzien.

Enkele voorbeelden:
Bo. 345, een zaak voor de tuchtrechter te Den Bosch,
Ut. 2057, een zaak voor de tuchtrechter te Utrecht etc.
Om het archief (eigenlijk de archieven) weer in zijn oorspronkelijke orde terug te brengen, werden de dossiers naar de verschillende arrondissementen uitgesplitst. Zodoende ontstonden 21 verschillende archieven (Tilburg en Goes zijn weliswaar geen arrondissementsrechtbankplaatsen, maar hadden vóór 1942 ook een zetel van de tuchtrechter).
Voor het bepalen van de onderlinge volgorde van de dossiers hebben twee factoren meegewerkt:
- de dossiers waren reeds voor een groot deel op zaaknummer gebundeld,
- de kaarten, die als ingang tot de dossiers dienen zijn alfabetisch geordend op naam van de verdachte (persoon of firma). Per rechtbank geordend, bevatten de kaartengegevens over alle uitspraken die zijn gedaan ten aanzien van één verdachte. De gegevens omtrent de gepleegde overtredingen en de terzake gedane uitspraken worden op deze kaarten voorafgegaan door de op verschillende zaken betrekking hebbende zaaknummers.
Om aan de hand van het zaaknummer op de kaart het bijbehorende dossier te kunnen vinden, moeten de dossiers dus op zaaknummer zijn geordend. Een uitzondering hierop vinden we bij de tuchtrechter te Goes.
Tot 1941 zijn hier de dossiers namelijk gebundeld per zitting. Op de omslag van elke bundel staat de zittingsdatum vermeld, alsmede de namen van alle verdachten ten aanzien waarvan er op die zitting uitspraak werd gedaan.
De stukken blijven toegankelijk doordat er op de kaarten van de verdachten (welke voor de tuchtrechter te Goes zijn opgenomen in het kaartsysteem Middelburg) tevens aantekening is gedaan van de datum van uitspraak.
Van het vorengenoemde kaartsysteem zijn in totaal 264 laden met kaarten aangetroffen, met gemiddeld ongeveer 800 kaarten per lade.
De kastjes (met ieder twee laden) verkeren gedeeltelijk in minder goede staat. Waar dit nog niet het geval was, zijn de kastjes voorzien van aanduidingen omtrent de inhoud ervan.

’s-Gravenhage, okt. 1981
J.J. Buskes/J.W. van Doorn
Staat van de lettercodes gebruikt op de dossiers

Kenmerken

Datering:
1934-1941
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te Utrecht
Auteur:
R.H.C. van Maanen, bewerkt door G.J. Röhner
Datering toegang:
1986 / 2003 / 2007
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
0,12 m zuurvrije dozen
Rubrieken: