Uw zoekacties: Rijkswaterstaat in Utrecht 1811-1972

248 Rijkswaterstaat in Utrecht 1811-1972 ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormende organen
Geschiedenis van de archieven
248 Rijkswaterstaat in Utrecht 1811-1972
Inleiding
Geschiedenis van de archieven
Organisatie: Het Utrechts Archief
Tot 1822 registreerde de hoofdingenieur te Amsterdam de stukken betreffende Noord-Holland en Utrecht in dezelfde agenda's en borg de stukken in dezelfde series op. Nadat ingenieur J.A. Blanken op 15 juni 1822 de eerste zelfstandig fungerende hoofdingenieur in Utrecht werd, nam hij op 19 juni van dat jaar slechts enkele `lopende' stukken van 1821-1822 over van de hoofdingenieur D. Mentz te Amsterdam. Het betrof voornamelijk bestekken van wegen en rivierwerken en ministeriële brieven. De rest van de ingekomen en minuten van uitgaande stukken van en naar de ingenieurs in de provincie Utrecht over 1811-1822 bleven in het archief van het 1e District Noord-Holland. Van 1822 af werden de stukken betreffende de rijkswaterstaatszorg in Utrecht steeds ingeschreven in aparte agenda's en indicateurs.
Naar aanleiding van de instelling per 1 januari 1875 aan de Algemene Dienst de archiefstukken van Rivierbeheer werden in 1875 aan het Algemene Dienst de archiefstukken van 1870-1874 overgedragen betreffende de Neder-Rijn en de Lek. Zelfs nog in 1903 overhandigde de opzichter te Vreeswijk aan zijn plaatselijke collega van het 2e Rivierarrondissement stukken betreffende de rechteroever van de Lek over de periode 1851-1874.
In 1877 werden door de arrondissementsingenieur archiefstukken betreffende de dienst van de Rijkstelegraaf over 1852-1877 overgedragen aan de lijninspecteur van de Rijkstelegraaf te Utrecht *  .
Met de overdracht van een aantal taken en objecten aan de Provinciale Waterstaatsdienst gingen per 31 december 1881 ook de daarop betrekking hebbende stukken van 1850-1881 over. Het directiearchief bleek in dat jaar `geborgen' te zijn in het Landbouwkabinet in Utrecht *  . Het arrondissementsarchief werd in 1891 bewaard in de ambtswoning van de ingenieur aan de Utrechtsestraat 35 *  .
Van 1892-1894 verkreeg de arrondissementsingenieur R.H. Gockinga de volgende archieven van de Dienst Aanleg Merwedekanaal over 1881-1893: het directie-archief, het archief van de sectie Maarssen-Lek (ook wel het nevenarchief genoemd) en het Utrechtse deel van het archief van de sectie Amsterdam-Maarssen (hoofdarchief), namelijk betreffende het traject Nigtevecht-Maarssen. Aan het Arrondissement Amsterdam werd eind 1893 het archiefgedeelte betreffende het traject Amsterdam-Nigtevecht overgedragen. Begin 1894 nam het Noordelijk Arrondissement in het 10e District (Zuid-Holland) heat archief van de sectie Lek-Merwede over.
Krachtens een koninklijk besluit in 1931 werd in hetzelfde jaar het directie-archief 1811-1849 overgebracht naar de algemene rijksarchief bewaarplaats in Den Haag *  .In 1949 kwam dit archief naar het Rijksarchief in Utrecht *  . In 1980 volgden vanuit de Rijkswaterstaatsgebouwen het directie-archief 1850-1952, het arrondissementsarchief 1875-1954, de kanaalarchieven 1849-1959, de commissiearchieven 1911-1926 en de dienstkring-en scheepsvaart dienstarchieven 1869-1956 *  .
Een bijzonder geval vormen de archieven van het District Amsterdam Boven-Rijn I (Abr I) en de Dienstkring Zeeburg. Het archief en de taken van het AbR I werden na opheffing van deze dienst op 1 mei 1935 door de Directie RWS Utrecht overgenomen. De inschrijving en de nummering van de stukken van het vroegere ABR I liepen door tot 1957. De Dienstkring Zeeburg hield zich bezig met het beheer en het onderhoud van het Merwedekanaal in de provincie Noord-Holland tussen Zeeburg en Nigtevecht. De taken het archief van de Dienstkring Zeeburg werden per 1 januari 1933 overgedragen aan het ABR I. De dienstkring werd per 1 februari 1934 opgeheven *  .
Het directie-archief 1953-1972 werd in de reorganisatieperiode tussen 1973 en 1975 helaas ondeskundig geselecteerd en op een paar meter na vernietigd. Het directiearchief werd, wat ongebruikelijk is, als het ware `weggeschoond' tegen de arrondissements-archieven. Beter ging het in 1983 met de selectie van de archieven van de Arrondissementen Utrecht I en II (1956-1972): hiervan werd nog 30 meter bewaard. Daarbij zij vermeld dat een deel van het archief van het Arrondissement Utrecht I op 18 maart 1977 verloren was gegaan bij een kelderbrand op de Maliebaan 18, waar ook het bureel van de directie was. Opvallend is het bijna geheel ontbreken van de stukken van het archief van het Arrondissement Utrecht over de periode 1825-1874.
De archieven waren voornamelijk chronologisch en voor een klein deel rubrieksgewijs (directie-archief 1859-1890) of naar onderwerp geordend. Per 1 januari 1953 werd de code-Huisman ingevoerd bij de directie, begin 1955 bij het Arrondissement Utrecht en per 1 december 1956 bij de Arrondissementen Utrecht I en II. In de jaren vijftig en zestig volgden de dienstkringen.
De archieven werden voorlopig geïnventariseerd door B.J. Jansen (zie de literatuurlijst).
Verantwoording van de bewerking
Geraadpleegde bronnen en literatuur
Addendum
Inventaris
Bijlagen
1. Utrecht van Departement tot Directie 1811-1972
N.B. In de provincie Utrecht is er tot december 1956 steeds één arrondissement geweest. Daarna waren er tot hun opheffing eind 1972 de arrondissementen Utrecht I en II.
2. Organisatie arrondissementen 1972
3. Overzicht dienstkringen, 1913-1972
N.B. Na november 1956 behoorden de 'natte' dienstkringen Amsterdam-Rijnkanaal Noord en Amsterdam-Rijnkanaal Zuid tot het Arrondissement Utrecht II. De 'droge' dienstkringen Amersfoort (-1967), Breukelen (-1967), Utrecht-West, Utrecht-Oost en Autosnelwegen (1967-) behoorden tot het arrondissement Utrecht I.
4. Staat van ingenieurs
5. Rubrieken 8e District 1859-1881
N.B. Zie inv. nrs. 129-150.
6. Rubrieken 8e District 1882-1890
N.B. Zie inv. nrs. 151-159.
7. Rubrieken District Amsterdam-Boven Rijn II
N.B. Zie inv. nrs. 845-912.
8. Kaart van vaarwegen in midden-Nederland
N.B. Uit Vaarwegen in Nederland (red. J. van der Kley 1967, p. 41)
Erfgoedstuk
9. Kaart van het Amsterdam-Rijnkanaal
N.B. Uit: Grote Winkler Prins (7e druk 1977, dl. 2 p. 33).
Erfgoedstuk
10. Lijst met inventarisnummers waaruit afbeeldingen zijn gedigitaliseerd en zijn opgenomen in de beeldbank van Het Utrechts Archief
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1811-1972
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van Rijkswaterstaat in Utrecht 1811-1972 (1983)
Auteur:
B.J. Jansen, bewerkt door de Centrale Archief Selectiedienst
Datering toegang:
1991, 2008
Datering bewerking:
2012
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
70 m
Archiefvormer(s):