Uw zoekacties: Nederlandse hervormde classis (Rhenen)-wijk

24-3 Nederlandse hervormde classis (Rhenen)-wijk ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De kerkelijke organisatie van de gereformeerde kerken van Utrecht vóór de oprichting van de classes
De werking van de classes
De archieven van de classes
24-3 Nederlandse hervormde classis (Rhenen)-wijk
Inleiding
De archieven van de classes
Organisatie: Het Utrechts Archief
Over de vorming en verzorging van de classikale archieven is voor wat betreft de classis Amersfoort slechts weinig in de stukken zelf vastgelegd. Over de wijze waarop de classis Utrecht zijn archiefstukken beheerde is meer in het eigen archief terug te vinden. Behalve oudere archiefinventarissen bevinden zich daarin ook registers met verklaringen van de nieuwe deputaten over het door hen van hun voorgangers overgenomen archief *  . Kennelijk was een van dezen met de bewaring ervan belast, wat wel bij hem aan huis zal zijn gebeurd. Bovendien werden registers van uitlening van archiefstukken aan derden bijgehouden, zodat gesproken mag worden van een zorgvuldig archiefbeheer, in ieder geval tot 1816 *  .
In de classis (Rhenen)-Wijk is reeds direkt vanaf de oprichting de nodige aandacht besteed aan de vorming en de bewaring van het archief. De eerste bepaling die in de richting van archiefzorg wijst is te vinden in de acta van de classikale vergadering van 19 en 20 november 1622: Bij gelegentheyt van een seecker geschrift van D. Reynero Oosterzee gelicht om af te copieren, daerop wort geresolveert, dat men voortaen niet en sal copieren, dan met believen ende consent, met dese conditie dat de geschriften niet onderhouden en worden, maar gerestitueert aen degene, uut welcker handen sij gelicht sijn *  .
Op de vergadering van 18 en 19 maart 1628 wordt een besluit genomen, dat van nog groter belang is: Sullen bij den directoren huius classis alle de stucken tot den classen behorende op nieus worden geinventariseerd om te weten wat stucken daer deficieren ende so D. Helmichius de classi dienen kan om de defecten te suppleeren, wordt sijn waerde gebeden dat te willen doen ende sijn eenige broeders genomineert die deselfde voor den classe sullen copieren, die daerover nae gelegenheyt sullen worden beloont ende sijn dese D. Christianus ab Oij, D. Egbertus Ottonis, D. Petrus Bosschius, D. Joannes Mijndenus, D. Daniel Costerus ende D. Guilhalmus Soestius *  . De predikanten vingen hun werkzaamheden aan en op de classisvergadering in augustus kon worden medegedeeld: 't Supplement van de stucken tot archiva classis behorende is van D. Helmichio gediligenteert ende sijn alrede eenige copijen tot dienste van de classis afgeschreven *  .
Het archief werd aanvankelijk ten huize van een der predikanten van Wijk bij Duurstede bewaard, waar de stukken al te gemakkelijk toegankelijk waren, zodat er veel werd ontvreemd. Op de classikale vergadering van 21 en 22 november 1643 kwam dit euvel ter sprake: Ende dewijle vernomen wert dat verscheiden pampieren des classis onder het een of ander praetext uut de archiven werden gelicht ende vervreemt, is goet gevonden dat alle acta in archivis noch sijnde sullen werden gevisiteert, geregistreert ende in een nieuwe casse met twee à drie verscheyden sloten tot kosten des classis te maeken bewaert, waertoe gecommittert sijn D. Diemerbroeck, D. Bargejus ende D. Heurnius *  .
In 1646 was men nog niet met de registratie begonnen. Op de vergadering van 17 maart werd bepaald: Die classicale schriften sullen stante classe gelicht worden uut het huys Leonini nae de cas in die constistoriecamer om daervan ook te maecken behoorlijcke lijste, twelck is aengevanghen *  . Voortaan werd het archief bewaard in de konstistoriekamer te Wijk en op gezette tijden gevisiteerd. Overigens bleef het euvel van vervreemding van archivalia en de noodzaak tot registratie gedurende de gehele 17e eeuw een punt van bespreking op de vergaderingen, voor wat het laatste betreft waarschijnlijk met weinig resultaat.
De verandering in 1816, die van de classis Rhenen-Wijk de classis Wijk maakte, had voor het archief geen gevolgen. Het bleef in de Wijkse konstistoriekamer. Officieel werd het door de predikanten Van Geelkerken en Hajenius uit naam van het classikaal bestuur van de nieuwe classis overgenomen van de deputati van de oude classis. Veel belangrijker voor het archief was de verandering van de classis Wijk in de classis Doorn in 1951 tengevolge van de nieuwe kerkorde. De naamsverandering, die het reeds enkele tientallen jaren als plaats van de vergaderingen gebruikte Doorn tot hoofdplaats van de classis maakte, geschiedde zeer tegen de zin van de kerkeraad van Wijk bij Duurstede.
De kerkeraad wenste niet langer gastvrijheid te verlenen aan het archief van de classis, terwijl er in Doorn niet direkt een geschikte bergruimte kon worden gevonden. Er trad een hoogst onhoudbare toestand in. Eenmaal uit de konstistorie verwijderd lagen de archivalia een tijdlang in de kerk te Wijk bij Duurstede en vervolgens in de kerk te Doorn voor een ieder voor het grijpen. Op initiatief van ds. A. Vroegindeweij en ds. C.A. van Wijngaarden te Veenendaal, resp. praeses en scriba van het breed moderamen van de nieuwe classis, werd het archief in 1953 bij het rijksarchief in bewaring gegeven.
Enige jaren tevoren, in 1947, was door de oud-rijksarchivaris B.M. de Jonge van Ellemeet een globale inventaris van het archief samengesteld, omvattende 25 nummers. Niet alle stukken, die daarin waren beschreven, konden in 1953 in het rijksarchief worden overgebracht omdat een aantal ervan in 1951 was verdwenen. Het merendeel van deze stukken kon later echter worden opgespoord en werd in 1964 met het nog niet overgebrachte gedeelte tot 1951 als supplement aan het bestaande archief toegevoegd.
De archieven van de classes Amersfoort en Utrecht, die door de Moderamina van de beide classes aan het rijksarchief in bewaring werden gegeven resp. in 1972 en 1978, waren eveneens reeds eerder globaal beschreven. In deze inventaris gaat de inventarisatie tot 1951, het jaar van de nieuwe kerkorde, wat de classis Amersfoort betreft met enkele uitlopers tot 1971 van sommige reeksen of series. In 1966 verscheen als uitgave van het rijksarchief de inventaris van het archief van de classis (Rhenen)-Wijk door C. Dekker. Om wille van de uniformiteit en wegens verandering van inzicht in de indeling heeft de auteur deze inventaris gewijzigd en wordt hij hier in aangepaste vorm opgenomen. De inventaris uit 1966 komt daarmee te vervallen.
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
Classicale indeling in 1770
N.B. I Utrecht, II Amersfoort, III Rhenen-Wijk.
Erfgoedstuk
Classicale indeling in 1950
N.B. I Utrecht, II Amersfoort, III Wijk.
Erfgoedstuk
Concordantie op Inventaris van het archief van de classis (Rhenen-)Wijk der Nederlandse Hervormde Kerk 1619-1951 door C. Dekker (Utrecht, 1966)
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1619-1951
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Nederlandse Hervormde classis (Rhenen-)Wijk (1617) 1619-1951 (1978)
Auteur:
H.L.Ph. Leeuwenberg, J.H.M. Putman, C. Dekker
Datering toegang:
1979
Datering bewerking:
2010
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
9,71 m