Uw zoekacties: Kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren wer...

231 Kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren werken te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
Ontstaansgeschiedenis
231 Kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren werken te Utrecht
Inleiding
Ontstaansgeschiedenis
Organisatie: Het Utrechts Archief
In 1813 werd door koning Willem I een besluit uitgevaardigd houdende bepalingen ter verzekering van het recht van waarborg over gouden en zilveren werken. De totstandkoming van die wet was noodzakelijk, omdat door het wegvoeren, vernietigen of onbruikbaar worden van de stempels voor het recht van garantie over gouden en zilveren werken niet alleen de invordering van dit middel van belasting werd verhinderd, maar ook de verwerking van gouden en zilveren werken belemmerd. Tevens was men van mening dat deze tak van inlandse vlijt moest worden beschermd tegen vreemde invloed en mededinging en dat een scheiding moest worden aangebracht tussen de herkenningstekenen van de Hollandse en Franse administraties.
In artikel 2 van voormelde wet werd het toezicht op de bureaus van de waarborg over gouden en zilveren werken in Nederland opgedragen aan een Inspecteur-Generaal van het Muntwezen. Deze onder het algemeen bestuur van de Commissaris-Generaal tot de Zaken der Financiën ressorterende functionaris verving de Generale Administratie van de Munten te Parijs. De Commissaris-Generaal verving de Directeur-Generaal des Droits Reunis met betrekking tot de uitgaven en het recouvrement (inning) van de belasting bij de bureaus van de waarborg in de Lage Landen.
In 1830 ressorteerden de ambtenaren van het middel van de Waarborg onder de Raden en Generaal-Meesteren van de Munt. Dit in 1819 opgericht college was belast met het toezicht op de handel in gemaakte gouden en zilveren werken en had de zorg voor de invordering van de belasting. Aan haar was eveneens opgedragen het beslissingsrecht in kwesties over het allooi en essai van gouden en zilveren werken, alsmede het examineren en toelaten van essayeurs.
De volgende Waarborgwet werd vastgesteld bij Wet van 18 september 1852 Stb. 178. In artikel 6 werd bepaald dat alle gouden en zilveren werken aan stempeling en belasting onderworpen moesten zijn. Tot de ontvangst van deze belasting, mitsgaders het onderzoek en stempeling van gouden en zilveren werken werden kantoren van de waarborg aangewezen.
Het getal en de plaatsing van deze kantoren, zowel als de samenstelling van het personeel werden naar gelang de behoeften van de dienst geregeld.
De werkkring en verplichtingen van waarborgambtenaren werden nader vastgelegd in een dienstreglement. (Min. van Financiën, 14 december 1852).
Aan de waarborgambtenaren werd ondermeer de navolgende bevoegdheden opgedragen:
a. toezicht op de handel in gouden en zilveren werken.
b. toezicht op openbare verkopingen en beleenbanken.
c. het opsporen en vervolgen van overtredingen.
e. het doen van onderzoekingen, keuringen en proeven.
Deze wet werd in de loop der jaren op ondergeschikte punten gewijzigd. De administratie voor het middel van waarborg en de belasting op gouden en zilveren werken wordt tegenwoordig geregeld door de Waarborgwet 1927, zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij Wet van 29 november 1951 Stb. 526 (Waarborgwet 1950).
De overgebleven zeven kantoren van de Waarborg vielen organisatorisch onder de Directie der Rijksbelastingen van het Ministerie van Financiën. In 1987 werd de waarborg geprivatiseerd en in 1988 geconcentreerd in een enkel kantoor in Gouda.
De archieven

Kenmerken

Datering:
1814-1931
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren werken in utrecht (1812) 1814-1931 (1984)
Auteur:
J.J. Seekles
Datering toegang:
1988
Datering bewerking:
2005
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
2,24 m zuurvrije dozen
Rubrieken: