209 Heerlijkheid Montfoort ( Het Utrechts Archief )
209
Heerlijkheid Montfoort
Inleiding
Voorwoord
209 Heerlijkheid Montfoort
Inleiding
Voorwoord
Het archief van de heeren van Montfoort scheen nog voor eenige jaren geheel verloren te zijn. Doch bij de schifting van de groote charterverzameling der provincie in 1893 bleek het mij alras, dat deze ook het charterdepot der burggraven van Montfoort, dat de Staten bij den aankoop der heerlijkheid in 1649 natuurlijk verkregen hadden, nog bevatte. Mr. Fruin, toen ambtenaar aan mijn bureau, heeft het toen in mijne opdracht samengevoegd en geordend. Het archief bleek zelfs vrij volledig en reeds bijna met de oudste tijden van het burggraafschap te beginnen; de weinige registers er van, die het Statenarchief bevatte, zijn er toen natuurlijk bijgevoegd. Van verschillende zijden zijn later voor de charterverzameling nog vermeerderingen verkregen, die van de hoofdgroep afgedwaald waren, zooals hierna in de inleiding uitvoerig verhaald wordt.
De geheele collectie is toen door Mr. Fruin beschreven in een inventaris van 437 nummers, met eene belangrijke historische inleiding en eene stamtafel van het geslacht; samen zijn die verschenen achter mijn jaarverslag van 1893. De gelegenheid, om, volgens onze gewoonte, ook eene regestenlijst tot 1528 op te stellen, vooral door ontleding van de cartularia van burggraaf Johan II, deed zich echter eerst onlangs voor: Mr. De Bussy, mijn tegenwoordige ambtenaar, heeft dit toen in mijne opdracht verricht. De lijst bevat 771 nummers; ook aan de inleiding heeft Mr. De Bussy eenige belangrijke vermeerderingen toegevoegd, bepaaldelijk over de samenstelling der cartularia door burggraaf Johan II.
Ik heb gemeend, aan den druk van de regestenlijst nu ook een herdruk van den vroeger uitgegeven (niet omvangrijken) inventaris met de inleiding, die verscholen stonden in een oud jaarverslag, te moeten verbinden; het archief toch was sedert den druk weder vermeerderd met tal van nieuw voor het archief herwonnen charters, wier weglating in den inventaris, nu zij in de regestenlijst opgenomen moesten worden, verwarring zou veroorzaken. Maar ook om eene andere reden scheen de herdruk van den inventaris te zamen met de regestenlijst gewenscht, om het belang van het archief, dat de aandacht verdient, daar de inhoud mij voorkomt veel rijker te zijn dan gewoonlijk bij een familiearchief het geval is, terwijl dit belang eerst door het verband van beide beschrijvingen goed duidelijk is.
Natuurlijk geeft het archief nu en dan kijkjes op het leven der, familie van Montfoort op hun slot; men ziet, hoe de heeren hunne kinderen daar opvoeden en hunne jongere zonen later onderbrengen in de Utrechtsche kapittelen, waar de jongelui de hoogste waardigheden bekleeden. Ook de betrekkingen met andere familiën in het Sticht, maar vooral in Holland, kan men nu nagaan; later, als het Brusselsche hof, na het opkomen van Bourgondië, zijne attractie begint te oefenen, ook de relaties met Belgische families. Het blijkt daarbij (en dit is belangrijk), hoe de Montfoorts bij hunne verzwageringen wel zeer letten op het partijbelang der Hoekschen; vooral zijn de betrekkingen druk met de Brederodes, die met hen den toon gaven te Utrecht, het bolwerk der Hoeksche partij, van wier streven men in dit archief nu en dan wel iets meent te begrijpen. Ook over de organisatie van de kanselarij der burggraven bemerkt men iets: burggraaf Johan II, vroeger Domproost en dus opgevoed voor den geest
elijken stand, blijkt de hervormer geweest te zijn van het Montfoortsche archief.
elijken stand, blijkt de hervormer geweest te zijn van het Montfoortsche archief.
Veelvuldiger en niet minder belangrijk is ook het materiaal, dat het archief ons biedt om de uitbreiding te begrijpen, die de burggraven aan hunne macht trachtten te geven door hun strijd met de bisschoppen over het verkrijgen van de hooge heerlijkheid,- eene usurpatie, waaraan eerst Karel V voor goed een einde heeft gemaakt. Dan ook op hunne pogingen, om nog op andere wijze hunne machtspositie uit te breiden door het verwerven van andere heerlijkheden, door huwelijken en door aankoop; de heeren van Montfoort waren groote financiers, die de graven van Holland dikwijls dienden in hooge ambten, en daarover verneemt men nu en dan iets. Ook dijkgraven waren zij op den Lekdijk Benedendams: nu en dan is het archief dus ook van belang voor de geschiedenis der waterschappen. Zoo schijnt de bekendmaking van dit heerlijkheids-archief mij wel de moeite waard; nu inventaris en regestenlijst samen, behoorlijk toegelicht, gepubliceerd zijn, is het gemakkelijk, het kleine maar opmerkelijke ar
chief te overzien en te bestudeeren.
S. Muller Fz.
chief te overzien en te bestudeeren.
S. Muller Fz.
laatste wijziging 07-12-2023
1.450 beschreven archiefstukken
18 gedigitaliseerd
totaal 331 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 07-12-2023
1.450 beschreven archiefstukken
18 gedigitaliseerd
totaal 331 bestanden
Bijlage
laatste wijziging 07-12-2023
1.450 beschreven archiefstukken
18 gedigitaliseerd
totaal 331 bestanden
Kenmerken
Datering:
1247-1649
Toegangstitel:
Catalogus van het archief der Heeren van Montfoort
Auteur:
R. Fruin en A. le Cosquino de Bussy
Datering toegang:
1920
Datering bewerking:
2016
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Rechtstitels voor 1962, passen niet direct in de Archiefwet van 1962 of 1995
Omvang:
4,19 m oude verpakking
Rubrieken:
Thema trefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 07-12-2023
1.450 beschreven archiefstukken
18 gedigitaliseerd
totaal 331 bestanden