Uw zoekacties: Stichting Admiraal de Ruyterfonds

1552 Stichting Admiraal de Ruyterfonds ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Stichting Admiraal de Ruyterfonds (ARF)
1552 Stichting Admiraal de Ruyterfonds
Inleiding
Stichting Admiraal de Ruyterfonds (ARF)
Organisatie: Het Utrechts Archief
Onder het regiem van de katholieke Habsburgers stonden in zeventiende eeuws Hongarije waren protestantse predikanten aan vervolging onderhevig. In 1674 werden in dat kader bijna achthonderd protestantse Hongaarse predikanten naar het keizerlijk gerechtshof in Pozsony geboden. De 336 van hen die aan deze oproep gehoor gaven werden wegens rebellie ter dood veroordeeld. Keizer Leopold I stelde hen echter uit clementie voor de keuze om katholiek te worden of te emigreren. De 42 die kozen voor emigratie werden lopend naar Napels gebracht. Drie van hen stierven onderweg en 26 werden galeislaaf in dienst van de Spaanse onderkoning van Napels. Diverse regeringen, waaronder de Staten-Generaal, protesteerden hiertegen. Toen dit geen effect had werd luitenant-admiraal Michiel de Ruyter geïnformeerd over de situatie waarin de predikanten verkeerden. Hij kreeg de opdracht in overleg te treden met de Spanjaarden om de Hongaren vrij te krijgen. Dit leidde er op 11 februari 1676 toe dat de predikanten vrijgelaten werden. Uiteindelijk werden de predikanten overgebracht naar Venetië. De daad van De Ruyter is sindsdien een symbool geworden van de Nederlands-Hongaarse betrekkingen in het algemeen en van de christelijke hulpverlening aan in nood verkerende Hongaren in het bijzonder.
Naar aanleiding van de noodlijdende situatie waarin vele Hongaren in het begin van de jaren vijftig van de twintigste eeuw verkeerden, achter het IJzeren Gordijn of als vluchteling in het buitenland, werd op 10 oktober 1955 de Stichting Admiraal de Ruyterfonds opgericht. De oprichting gescheidde door de Algemene Diaconale Raad van de Nederlandse Hervormde Kerk, het Algemeen Diaconaal Bureau van de Gereformeerde Kerken in Nederland, het Comité Centrale Diaconale Conferentie van de Diaconieën van de Christelijk Gereformeerde Kerken en het Comité Centrale Diaconale Conferentie van de Diaconieën van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Doel van de stichting was hulpverlening aan de in nood verkerende Hongaren in Europa. Voorzitter van de nieuwe stichting werd E. Gerritsen, als adviseur werd ds. I.L. Tüski, predikant van de Hongaarse Gereformeerde Kerk, aangesteld.
De werkzaamheden van de stichting startten in 1956 en kwamen met de Hongaarse opstand in november van dat jaar in een stroomversnelling. In samenwerking met ds. Tüski werden te München twee kindertransporten georganiseerd. Het grootse deel van de taakvoering betrof de hulp aan de sedert december 1956 in Nederland verblijvende Hongaren. In mei 1958 werd de zorg voor de achthonderd protestantse Hongaarse vluchtelingen geheel in handen gelegd van het Admiraal de Ruyterfonds en werd de organisatie een component van de Nederlandse Federatie voor Vluchtelingenhulp.
Deze schaalvergroting en het gebrek aan financiën gaf de aanzet tot een reorganisatie, die belangrijke taken teruggaf aan de plaatselijke diaconieën. In 1959 waren aan de stichting ook onder meer een directeur, een secretaresse en een maatschappelijk werkster verbonden. Daarnaast was de heer Szentgyörgyi werkzaam als vrijwilliger op de administratie van de medicijnen en zorgde voor de verzendingen van deze geneesmiddelen.
Eind 1959 behelsden de werkzaamheden enkel nog de verzorging van een groep minderjarigen die via voormalig Joegoslavië naar Nederland waren gekomen, enkele studenten en de maatschappelijke begeleiding van mensen.
Het bureau van de stichting was in eerste instantie gevestigd aan de Koningslaan 7 te Utrecht. In 1958 werd het bureau gehuisvest in een kamer bij de Stichting Oecumenische Hulp op het adres Achter St. Pieter 14. Door de uitbreiding van werkzaamheden werd de huur per oktober 1958 opgezegd en werd vervolgens een pand aan de Weerdsingel OZ 60bis gevonden, waar ook al het Hongaars Kerkelijk Bureau gevestigd was. Eind 1959 werd ook hier de huur opgezegd en bleef alleen directeur H. van Eck, sinds 1 mei 1958 in dienst, nog op het bureau achter voor de werkzaamheden. Van Eck kon wederom terecht in een kamer bij de Stichting Oecumenische Hulp, op dat moment gevestigd aan de Cornelis Houtmanstraat 19 te Utrecht.
Archief en inventyarisatie
Addendum
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1955-1970
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Stichting Admiraal de Ruyterfonds te Utrecht 1955-1970
Auteur:
G.W. Hemstede
Datering toegang:
2015
Datering bewerking:
2016
Openbaarheid:
Op inv.nrs. 49-51 is een openbaarheidsbeperking van 75 jaar van toepassing. Eerdere inzage in niet-openbare stukken is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de archivaris van de Protestantse Kerk in Nederland.
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
1,75 m