1529 Generale Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Doven van de Gereformeerde Kerken in Nederland ( Het Utrechts Archief )
1529
Generale Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Doven van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Inleiding
Generale Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Doven
1529 Generale Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Doven van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Inleiding
Generale Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Doven
In 1946 werd door de Generale Synode van Utrecht het Deputaatschap voor de Kerkelijke Bearbeiding van Doofstommen ingesteld. Na een eerste rapportage werd het deputaatschap door de Generale Synode van Zwolle van 1946 (voortgezet in 1947) herbenoemd middels art. 273 der Acta.
De opdracht aan deputaten luidde nu onder meer om 'zich met plaatselijke kerken, waar doofstomme belijdende- of doopleden woonachtig zijn, in verbinding te stellen en eventueel in overleg met den kerkeraad alles te doen, wat voor de geestelijke verzorging dier leden noodzakelijk is'.
De Generale Synode van Den Haag van 1949-1950 besloot met art. 348, lid 2 der Acta 'de overeenkomst van deputaten met de kerk te Bergambacht, om ds. Firet 2 dagen per week onder de doofstommen te doen arbeiden, goed te keuren en de voor ds. Firet opgestelde Instructie vast te stellen'. Daarmee werd de basis gelegd voor bestendige geestelijke zorg speciaal voor dove leden van de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Tot oktober 1965 is er sprake van de generale Deputaten voor de Kerkelijke Bearbeiding van Doofstommen, vervolgens tot 1976 van generale Deputaten voor de Kerkelijke Bearbeiding van Doven en ten slotte vanaf 1976 van Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Doven.
Op 8 oktober 1971 werd door de deputaten een samenwerking aangegaan met de Commissie voor de Geestelijke Verzorging van Doven der Nederlandse Hervormde Kerk (Hervormde Commissie) en de Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van lichamelijk en geestelijk gehandicapten van de Christelijke gereformeerde Kerken in Nederland. Hierbij werd de geografische omvang van het werkveld in drie rayons verdeeld, elk met één dovenpastor. Op enig moment, niet betuigd in dit archief, werd er een stuurgroep opgericht voor dit gezamenlijke bestuur.
Ds. J. Firet sr. bearbeidde zijn werkveld van 1949 tot 1965. In 1960 was het veld dusdanig uitgebreid dat hij geheel vrijgesteld werd voor dit werk. In de vacature die hij vijf jaar later achterliet, werd in 1966 voorzien in de persoon van ds. P.L. Schuddebeurs te Denderleeuw. Laatstgenoemde werd voor het werk verbonden aan de Kerk van Wezep. Hij liet het werkveld in 1975 vacant en werd opgevolgd door ds. J.J. Lamme.
Het is onduidelijk op welk moment het deputaatschap werd opgeheven. Het jongste stuk dat in onderhavige inventaris beschreven is dateert uit 1980. Het betreft het werkverslag over het vierde kwartaal van dat jaar van ds. F.A.L. Franken, dovenpastor voor de Nederlandse Hervormde Kerk. Uit dit stuk, noch uit de notulen, blijkt dat een opheffing aanstaande zou zijn geweest. Er leek juist sprake van de aanstelling van drie nieuwe dovenpastores
Utrecht, 2014
A. Breukelaar
A. Breukelaar
laatste wijziging 28-10-2018
35 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 28-10-2018
35 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1947-1980
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Generale Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Doven van de Gereformeerde Kerken in Nederland 1947-1980
Auteur:
A.H.B. Breukelaar, bewerkt door T.L.H. van de Sande
Datering toegang:
2014
Datering bewerking:
2017
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
0,25 m
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 28-10-2018
35 beschreven archiefstukken