Uw zoekacties: Deputaten Oecumene van de Gereformeerde Kerken in Nederland

1490 Deputaten Oecumene van de Gereformeerde Kerken in Nederland ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Deputaatschap Oecumene
1490 Deputaten Oecumene van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Inleiding
Deputaatschap Oecumene
Organisatie: Het Utrechts Archief
Direct vanaf het begin in 1892 hebben de Gereformeerde Kerken in Nederland oecumenische contacten onderhouden met kerken in het buiten- en binnenland. De eerste Generale Synode, die van Amsterdam 1892, stelde het Deputaatschap voor Correspondentie met Buitenlandse Kerken in. Dit deputaatschap rapporteerde al aan de eerstvolgende synode over zijn contacten met buitenlandse gereformeerde kerken (zie acta van de Generale Synode van Dordrecht 1893, artikelen 11 en 12). Uit het rapport, dat in artikel 11 is opgenomen, blijkt dat er vanuit de voorgangers (de Gereformeerde Kerken in Nederland zijn ontstaan door vereniging van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitse Gereformeerde Kerken, dolerend) ook al contacten waren, die zijn meegenomen naar het verenigde kerkverband.
Aanvankelijk richtten de synoden zich vooral op contacten met 'gereformeerde' kerkverbanden in het buitenland. In de jaren negentig van de negentiende eeuw deden de synoden nog wel enkele pogingen contacten te leggen met kerkverbanden in het binnenland, maar deze contacten beperkten zich tot correspondentie met "nog niet aangesloten kerkformatiën, die verklaren dezelfde Belijdenis en Kerkenorde te volgen als wij" (zie acta van de Geneerale Synode van Dordrecht 1893, artikel 16). Hiermee bedoelde de synode onder meer de Christelijke Gereformeerde Kerk (het gedeelte dat niet met de vereniging van 1892 is meegegaan) en de Gereformeerde Gemeenten, zoals de Ledeboerianen en Kruisgezinden. Het doel was om deze kerkformaties te bewegen tot vereniging met de pas ontstane Gereformeerde Kerken in Nederland, of zoals de acta van de generale synode van Middelburg het verwoordden: "tot terugkeer te brengen" (zie acta van de Generale Synode van Middelburg 1896, artikelen 12-14). In 1968 werd het Deputaatschap voor Correspondentie met Buitenlandse Kerken gewijzigd in het Deputaatschap Oecumenische Aangelegenheden, met de secties I en II, en vervolgens in 1973 in het Deputaatschap Oecumene Buitenland, met een moderamen en de secties I (correspondentie met buitenlandse kerken) en II (contact met oecumenische organisaties).
De contacten met kerken in het binnenland beperkten zich voor de Tweede Wereldoorlog tot contacten met kerkverbanden, die de gereformeerde belijdenis onderschreven. Na de oorlog, vooral na de aansluiting van de Gereformeerde Kerken tot de (Oecumenische) Raad van Kerken in Nederland in 1968 (zie acta van de Generale Synode van Amsterdam 1967-1968, artikelen 320 en 360), werden ook contacten en gesprekken met andere kerkverbanden aangegaan. Deze synode onderschreef het belang van voortgaande oecumenisch vormgeving in Nederland. De daaropvolgende synode, die van Sneek (1969-1970), vroeg het lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken aan (zie acta van voornoemde Synode, artikel 185).
Tot die tijd werd het oecumenische werk in het binnenland behartigd door een viertal deputaatschappen, te weten:
- deputaten voor eenheid onder gereformeerde belijders;
- deputaten Reformatie-Rome;
- deputaten voor het geven van adviezen aan kerkenraden en classes inzake eenheid
- deputaten 'Samen op Weg' (met de Nederlandse Hervormde Kerk).
De synode van Dordrecht (1971-1972) stelde het deputaatschap Oecumene Binnenland in, waarin het werk van de eerste drie bovenvermelde deputaatschappen werd samengevoegd als taakgroepen. Het nieuwe deputaatschap startte zijn werkzaamheden op 1 januari 1973 en verdeelde het werk over de sectie van oecumenisch overleg en de sectie voor oecumenische samenwerking.
De generale synode van Emmen (1989-1990) besloot de deputaatschappen Oecumene Buitenland en Oecumene Binnenland per 1 juli 1990 samen te voegen tot het deputaatschap Oecumene en stelde voor zijn werkzaamheden een uitgebreide taakinstructie vast (zie acta artikel 150). De synode was van mening dat het oecumenische werk van de Gereformeerde Kerken in Nederland toevertrouwd moest worden aan één deputaatschap en dat de taken het beste konden worden verdeeld over drie secties, te weten:
- de sectie multilateraal;
- de sectie bilateraal en
- de sectie Reformatie-Rome.
Het beleid van het samengevoegde deputaatschap Oecumene richtte zich op:
- versterking van de samenwerking met (inter)nationale oecumenische organisaties, zoals de Wereldraad van Kerken (World Council of Churches), de World Alliance of Reformed Churches (WARC), de Conference of European Churches (CEC) en de Gereformeerde Oecumenische Raad (GOR), later Gereformeerde Oecumenische Synode (GOS) en
- bevordering van de oecumenische bezinning en samenwerking op plaatselijk vlak, zoveel mogelijk in samenwerking met de Sint Willibrordvereniging en met de Sectie Oecumenische Actie van de Raad van kerken.
Op het terrein van de oecumene zijn vrij veel deputaatschappen werkzaam geweest. Vaak ging het werk van het ene deputaatschap over naar het andere. Hetzelfde werk werd dan overgeheveld naar een deputaatschap met een andere naam en een bredere taakopdracht. In verband met deze gang van zaken is al het oecumenische werk van de Gereformeerde Kerken in deze inventaris geclusterd in drie onderdelen, te weten:
- archieven oecumene buitenland (1892-1990);
- archieven oecumene binnenland (1934-1990);
- archieven oecumene buiten- en binnenland (1990-2002).
Vier archieven van deputaatschappen, die op een deelterrein van de oecumene werkzaam waren, zijn als gedeponeerde archieven aan deze inventaris toegevoegd:
- deputaten voor Pluriformiteit en Oecumeniciteit, 1949-1969;
- deputaten voor onderzoek naar de relatie van alternatieve gemeenten met de kerken, 1979-1984;
- deputaten voor advies inzake het houden van gemeenschappelijke diensten en intercommunie, 1965-1967;
- deputaten betreffende het Programme to Combat Racism (PCR), 1973-1993.
Over oecumenische contacten van het kerkverband met andere kerken in binnen- en buitenland is meer te vinden dan in dit archief. De acta van de achtereenvolgende synoden geven interessante informatie over contacten en correspondentie vanuit de synode zelf. Zo hebben de synoden na de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld een en andermaal gesproken over de verhouding tot de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt), een nieuw kerkverband dat in 1944 na een conflict over leerstellige kwesties vanuit de Gereformeerde Kerken in Nederland is ontstaan.
Archief en inventarisatie
Addendum
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1892-2002
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het Deputaatschap Oecumene van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1887) 1892-2002
Auteur:
B.W. Jagt en C.J. de Kruijter
Datering toegang:
2012
Datering bewerking:
2013
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
9,25 m
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen