Uw zoekacties: Studiedeputaatschappen

1453 Studiedeputaatschappen ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Studiedeputaatschappen van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Archief en inventarisatie
Addendum
Inventaris
1. Archief van deputaten voor onderzoek inzake tucht over doopleden
1453 Studiedeputaatschappen
Inventaris
1.
Archief van deputaten voor onderzoek inzake tucht over doopleden
Datering:
1938-1940
Organisatie: Het Utrechts Archief
N.B. Volgens art. 260 van de Acta van Amsterdam (1936) besluit de Generale Synode: 'aan den uitgesproken wensch van de classis Amsterdam te voldoen en de overweging van de definitieve regeling van de tucht over 'doopleden' ter hand te nemen; daartoe een commissie van drie leden te benoemen, met de opdracht omtrent de leidende beginselen en een eventueele regeling de volgende synode van advies te dienen; haar te verzoeken haar rapport vóór 1 januari 1938 aan alle kerkeraden en classes toe te zenden'. Door de generale synode van Amsterdam 1936 worden deputaten voor onderzoek inzake tucht op 'doopleden' benoemd. Deputaten bestuderen eerst nauwkeurig de geschiedenis van de tucht over 'doopleden'. Vervolgens houden zij in 1938-1939 een enquête onder alle 56 classes om na te gaan wat de praktijk is betreffende de tucht over 'doopleden' in de gereformeerde kerken. Aan de hand hiervan stippelen zij 'leidende beginselen' uit, waarvan de kerken bij tucht over 'doopleden' uit zouden moeten gaan. Tenslotte formuleren ze een proeve inzake een definitieve regeling van de tucht over 'doopleden'. Het bovenstaande wordt verwoord in een rapport, en bij schrijven van mei 1939 aangeboden aan de Generale Synode. Op de voortgezette Generale Synode van Sneek 1939, gehouden te Sneek van 15 tot 25 april 1940, wordt overeenkomstig het advies van de commissie besloten richtlijnen vast te stellen voor de tucht over doopleden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen tucht over kinderen, tucht over afkerigen en tucht over nalatigen (zie de Acta van de voortgezette Generale Synode van Sneek 1939, artikel 336).
Het archief heeft een omvang van 0,10 m. In het archief bevinden zich het eindrapport van deputaten aan de Generale Synode van Sneek (1939), en de reacties van alle 56 classes op de enquête die in 1938-1939 gehouden is. Overige stukken, zoals notulen van vergaderingen van deputaten, ontbreken.

Kenmerken

Datering:
1938-1988
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de studiedeputaatschappen 1938-1988
Auteur:
F.K. Duursema, bewerkt door T.L.H. van de Sande
Datering toegang:
2007 / 2008
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
0,57 m zuurvrije dozen