Op 25 mei 1934 werd door de Bond van Nederlandse predikanten *  een vergadering van questoren *  van weduwenbeurzen *  georganiseerd om een reglement voor een zo genaamde "suppletiebeurs" (aanvullende uitkering) te ontwerpen. Een door questoren ingestelde ad hoc commissie voltooide dit reglement in 1936. Het reglement trad op 1 januari 1937 in werking. In verband met de veranderende wet- en regelgeving op dit gebied werd de noodzaak tot verdere samenwerking ingezien. Op voorstel van de ad hoc commissie kreeg de vergadering van questoren dan ook vanaf 19 november 1936 een permanent karakter. *  Het secretariaat en het financieel beheer van de vergadering werd de eerste jaren gevoerd door de Bond van Nederlandse predikanten. *  Vanaf 1937 werd dit in eigen beheer uitgevoerd. De eerste secretaris van de vergadering was E. van Meer, predikant te Utrecht. Gedurende de oorlog werd gewerkt aan een eigen (huishoudelijk) reglement. Dit kwam in 1946 tot stand. Het reglement gaf als grondslag voor de vergadering van weduwenbeurs-questoren aan artikel 139 van het Reglement op de pensioenen; *  de questorenvergadering werd organisatorisch direct onder de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk geplaatst.

De bestuurlijke organisatie was als volgt geregeld: jaarlijks vindt een zogenaamde vergadering van weduwenbeurs-questoren plaats, waarin de weduwenbeurzen, bedoeld in art. 26 lid 2 van de generale regeling voor de predikantspensioenen, zijn vertegenwoordigd. Deze vergadering (te vergelijken met een soort algemene ledenvergadering) vindt plaats ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de weduwenbeurzen en tot bevordering van een goede weduwen- en wezenverzorging. *  In deze vergaderingen vaardigt iedere weduwenbeurs in principe hun questor af. Tevens is bij de vergaderingen aanwezig de secretaris van de pensioenraad. Uit deze vergaderingen wordt een (algemeen) bestuur gekozen, bestaande uit 8 leden van weduwenbeurs-questoren. Dit bestuur wordt questorencommissie genoemd. Dit bestuur stelt een jaarverslag en jaarrekening op dat door de vergadering wordt vastgesteld. De voorzitter van de questorencommissie vormt met de door de vergadering van weduwenbeurs-questoren aangewezen secretaris-penningmeester het dagelijks bestuur. Het bestuur bereidt vergaderingen van de weduwenbeurs-questoren voor, voert hun besluiten uit en verricht verder werkzaamheden als uitvloeisel van de generale regeling voor de predikantspensioenen. (zie reglement 1957, inv. nr.16).

Begin jaren '70 gingen de weduwenbeurzen op in een landelijke kas voor predikants-pensioenen in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hiermee kwam ook een einde aan het bestaan van de vergadering van questoren. Deze werd dan ook in 1973 opgeheven.
De questorencommissie hield vanaf 1938 toezicht op de financiële administratie van provinciale, classicale, plaatselijke weduwenbeurzen en weduwenbeurzen in "ringen" alsmede (pensioen)fondsen en adviseerde over reglementen, financiële transacties, beleggingen e.d. *  Tevens beheerde de commissie het zo genaamde Reservefonds. Dit fonds werd in 1940 opgericht *  en trad per 1 januari 1941 in werking. In dit fonds participeerde een aantal classicale beurzen (onder andere Amsterdam). Het doel van de beurs was de weduwen die geen aanspraak konden maken op aanvullende fondsen of de Algemene Weduwen- en wezenbeurs, te ondersteunen bij daling van hun inkomsten. * 
In 1946 vond een reglementswijziging van dit fonds plaats waarbij onder bepaalde omstandigheden ook andere weduwen een uitkering konden ontvangen.
Op 14 januari 1954 besloot de questorencommissie tot liquidatie van dit fonds per 1 januari in verband met het gegeven dat aanvullende uitkeringen door de generale regeling werden gedekt. In 1954 werd vervolgens door het bestuur van de questorencommissie de "Stichting Belegging en Beheer" ten behoeve van weduwenbeurzen in de Nederlandse Hervormde Kerk opgericht. Deze stichting functioneerde tot 1971. *  Juridisch gezien een organisatie naast de commissie, hoewel de secretaris van de commissie de zaken van deze stichting behartigde.

De inkomsten van de vergadering van questoren bestond uit contributies van weduwenbeurzen. In de jaarlijkse (leden) vergaderingen waren, naast de jaarstukken, ook de contributie(bepaling) vaste agendapunten. Een bestuurslid van de questorenvergadering was onder meer vertegenwoordigd in de in januari 1950 door de Algemene Synodale Commissie ingestelde Centrale commissie voor de financiële adviezen.