1129 Stichting koninklijk Nederlands gasthuis voor ooglijders te Utrecht, aanvulling ( Het Utrechts Archief )
1129
Stichting koninklijk Nederlands gasthuis voor ooglijders te Utrecht, aanvulling
Inleiding
Organisatie
1129 Stichting koninklijk Nederlands gasthuis voor ooglijders te Utrecht, aanvulling
Inleiding
Organisatie
De vereniging 'Het Nederlandsch Gasthuis voor behoeftige en minvermogende ooglijders te Utrecht' had zich ten doel gesteld behoeftige en minvermogende ooglijders poliklinisch en klinisch geneeskundig te behandelen en zowel theoretisch als praktisch onderwijs in de oogheelkunde te geven. De vereniging kende bestuurders, die ?250,- of meer hadden bijgedragen tot de stichting, instandhouding of uitbreiding van het Ooglijdersgasthuis. Zij waren leden van de vereniging. Daarnaast waren er stichters, die een bedrag tussen de ?50,- en ?250,- voor het Ooglijdersgasthuis hadden bijgedragen.
Bedroeg het aantal bestuurders minder dan 25, dan werden door de regenten stichters voorgedragen die door de bestuurders werden benoemd om het aantal bestuurders tot minimaal 30 te brengen. Het beheer van het gasthuis werd door de bestuurders opgedragen aan het college van regenten en een geneesheer-directeur. De regenten werden gekozen door de bestuurders. Evenals de geneesheer-directeur ontvingen zij geen salaris. De geneesheer-directeur, die door de regenten werd voorgedragen en door de bestuurders werd benoemd, was, voor wat betreft de uitgaven van het ooglijdersgasthuis, verantwoording verschuldigd aan het college van regenten. Hij trad op als eerste geneesheer of als consulterend geneesheer. De rentmeester-secretaris werd eveneens door de regenten voorgedragen en door de bestuurders benoemd.
Volgens de stichtingsbrief (de statuten van 1928) van de stichting 'Het Nederlandsch gasthuis voor behoeftige en minvermogende ooglijders' waren het bestuur en het beheer van de stichting opgedragen aan een college van regenten (ten minste 5 en ten hoogste 9 leden). Het college van regenten benoemde een rentmeester-secretaris en een geneesheer-directeur. Bij voorkeur moest de laatstgenoemde hoogleraar in de oogheelkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht zijn. Ook het overige personeel van het gasthuis werd door het college van regenten benoemd. Het geld waarover de stichting beschikte, bestond uit inkomsten uit vermogen, subsidies van openbare lichamen, bijdragen van belangstellenden en inkomsten door verpleging van patiënten en het onderwijs in oogheelkunde. De afhankelijkheid van vrijwillige bijdragen was verdwenen.
laatste wijziging 05-01-2013
175 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 05-01-2013
175 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1968-1989
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de stichting koninklijk Nederlands gasthuis voor ooglijders 1968-1989
Auteur:
E. Boersema
Datering toegang:
2002
Openbaarheid:
Beperking van openbaarheid van 20 jaar voor de inv. nrs. 1-61. Raadpleging van niet-openbare archiefbescheiden slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de Dr. F.P. Fischerstichting
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
3 m zuurvrije dozen
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 05-01-2013
175 beschreven archiefstukken