Uw zoekacties: Stichtse Bondsspaarbank te Utrecht en Zeist

1119 Stichtse Bondsspaarbank te Utrecht en Zeist ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van spaarbanken in Nederland
N.B. Voor de inleiding is gebruik gemaakt van: J. Dankers, J van der Linden en J. Vos, Spaarbanken in Nederland. Ideeën en organisatie, 1817-1990 (Amsterdam 2001)
Stichtse Bondsspaarbank 1969-1971
Nutsspaarbank te Utrecht 1819-1968
Nutsspaarbank te Zeist 1866-1968
1119 Stichtse Bondsspaarbank te Utrecht en Zeist
Inleiding
Nutsspaarbank te Zeist 1866-1968
Organisatie: Het Utrechts Archief
Op 28 december 1865 besloot het Departement Zeist van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen tot oprichting van een spaarbank. Een commissie werd benoemd die in de vergadering van 1 maart 1866 de door het Nutsdepartement gekozen leden in hun functie van bestuurslid constitueerde.
Bij notariële akte van 21 december 1903 werd de bank een zelfstandige stichting met eigen vermogen. In 1946 werden de relaties met het Nutsbestuur verbroken door de opheffing van het Departement.
Het bestuur nam aanvankelijk alle taken waar. Na de aansluiting bij de Nederlandse Spaarbankbond in 1928 werd de bank gereorganiseerd. Een directeur en enkele beambten werden benoemd, die de dagelijkse werkzaamheden zouden gaan verrichten.
De zittingen hadden aanvankelijk plaats in het gebouw UNITAS op maandagavond, 's zomers van 8-9 en 's winters van 7-8. De zittingen in UNITAS werden omstreeks 1903 overgebracht naar het gemeentehuis waar de spaarbank verder werd gehouden. Na 1 juli 1912 werd tweemaal per week zitting gehouden, op dinsdag en op zaterdag. Deze zittingen werden bij toerbeurt door twee commissarissen waargenomen.
In 1928 werd het kantoor gevestigd aan de Donkerelaan 32 (het voormalig kantoor van de Rijksontvanger). De bank werd dagelijks opengesteld. In 1934 werd een eigen pand aangekocht aan de Donkerelaan 36. Na verbouwing en inrichting van een moderne kluisinrichting, werd hier aan het einde van 1935 het kantoor van de spaarbank gevestigd. In 1966 werd een nieuw hoofdkantoor aan de Slotlaan 84 in gebruik genomen.
De reorganisatie van 1928 betekende het begin van het schoolsparen in Zeist. In 1941 werd na verschillende besprekingen met de Bondspropagandist voor het Jeugdsparen een Jeugdspaarbank geopend. Het jeugdsparen bleek een groot succes. In 1954 werden jeugdspaarbanken te Doorn en Driebergen geopend, en in 1955 werd bij twee padvindersgroepen te Driebergen wordt clubsparen ingevoerd. Het jaar daarop ook bij een voetbalclub in Zeist.
Vanaf de jaren vijftig werden in rap tempo bijkantoren geopend te Driebergen (1950), Doorn (1954), Zeist (1956), Bilthoven (1957), Zeist (1961), Driebergen en Doorn (1963) en Bunnik (1967). Daarnaast werden zittingen gehouden in Leersum (1959) en Austerlitz (1956).
De toenemende werkzaamheden mede ten gevolg van de concurrentie noopten de bank tot een administratieve reorganisatie en tot samenwerking.
In 1960 werd begonnen met de mechanisering van de inleggersadministratie. Tot 1959 werden alle werkzaamheden met de hand verricht. Bij het nieuwe systeem werden spaarbankboekje, rekeningkaart en journaal in één handeling met een boekhoudautomaat bewerkt. Aan deze machines was een ponsbandapparaat gekoppeld welke met een code, zonder naamsvermelding, de vereiste cijfergegevens vervaardigde voor een service-bureau te Amsterdam. Door het service-bureau werd elke mutatie via een ponskaart verwerkt en de rente berekend, bovendien werden aldaar statistische gegevens verzameld. Van de verschillende vereiste gegevens ontving de spaarbank staten. De hierop gespecificeerde eindtellingen werden vergeleken met de dagelijks door de machines geproduceerde totaalcijfers, waardoor een volledig sluitende controle werd verkregen.
De nieuwe werkwijze leverde een belangrijke arbeidsbesparing op en maakt een snellere behandeling aan de loketten mogelijk. Met de invoering van het nieuwe systeem was de Nutsspaarbank te Zeist een van de eerste spaarbanken in Nederland, welke op deze wijze het grootste deel van de inleggersadministratie had gemechaniseerd en geautomatiseerd.
In 1961 werd ook in het bijkantoor te Zeist een boekhoudautomaat met een daarop aangesloten ponsbandapparaat geïnstalleerd. In 1964 werd een loketmachine op het hoofdkantoor geplaatst, waarop de gehele administratie geboekt kan worden. De mechanisering en automatisering van de inleggersadministratie werd aan het einde van 1965 voltooid met de ingebruikneming van de vereiste apparatuur door de kantoren Bilthoven en het tweede bijkantoor te Zeist.
In 1959 sloot de bank zich aan bij het Coöperatief Beleggingsfonds voor Spaarbanken G.A. In 1964 vond regelmatig overleg plaats tussen de directies van de Bondsspaarbanken te Amersfoort, Hilversum, Utrecht en Zeist over administratieve problemen, uniformering van rentepolitiek en dienstverlening, en gezamenlijke propaganda. Het overleg leidde in 1965 tot enige praktische vormen van samenwerking, met name tot een coördinatie van de propaganda. Zo werd op dit terrein een gemeenschappelijk editie van de "Pluskrant" in het aaneengesloten werkgebied van deze spaarbanken verspreid. Ook op het gebied van dienstverlening werd samengewerkt. De Nutsspaarbank te Amersfoort stelde de bank tijdens de verbouwing van het hoofdkantoor in de gelegenheid te kunnen overgaan tot aan- en verkoop van reisdeviezen door tijdelijk op te treden als "deviezen-centrale". In 1966 werden de rentetarieven gelijk getrokken en het dienstenpakket nagenoeg geheel geüniformeerd.
De samenwerking mondde in 1968 uit tot het besluit tot een fusie met de Nutsspaarbank te Utrecht. Vanaf 1 januari 1969 gingen beide banken gezamenlijk verder onder de naam Stichtse Bondsspaarbank.
Geschiedenis van het archief en de verantwoording van de inventarisatie

Kenmerken

Datering:
1819-1971
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Stichtse bondsspaarbank te Utrecht en Zeist 1819-1971
Auteur:
A.M. Kwakernaak en M. Schaap
Datering toegang:
2001 / 2002
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
3,65 m zuurvrije dozen
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen