Uw zoekacties: Gemeente Eijsden, 1828-1933 (1938), 1828-1933 (1938)

30.020 Gemeente Eijsden, 1828-1933 (1938), 1828-1933 (1938) ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Korte geschiedenis van het Plaatselijk Bestuur
30.020 Gemeente Eijsden, 1828-1933 (1938), 1828-1933 (1938)
Inleiding
Korte geschiedenis van het Plaatselijk Bestuur
Bij koninklijk besluit van 6 maart 1828 werden de toenmalige gemeenten Eijsden, Breust en Oost omgevormd tot twee nieuwe gemeenten: Eijsden en St. Geertruid. Artikel 1 van genoemd koninkrijk besluit luidt letterlijk: ''De Gehuchten St. Geertruide, Ekkelrade, Bruijsterbosch, Herkenrade, Libeek en Moerslag worden bij deze verenigd tot eene Gemeente waarvan de naam en de hoofdplaats St. Geertruide zal wezen, zullende mitsdien het gehucht Ekkelrade Grondsveld aan de Gemeente Gronsveld verblijven.'' Artikel 2 luidt: '' De Gemeenten Eijsden, Breust en Oost mitsgaders de Gehuchten Maarland, Hoog en Laag Castert worden bij dezen verenigd tot eene gemeente, welke tot naam en hoofdplaats zullen hebben Eijsden.'' In artikel 3 wordt de grens tussen de gemeenten Eijsden en St. Geertruid vastgelegd. (1) *  17 oktober 1828 was de laatste administratieve dag van de gemeenten Breust en Oost. (2) *  De nieuwe gemeente Eijsden telde 1868 inwoners volgens de 21 maart 1829 opgemaakte gemeentebegroting voor dat jaar. (3) *  Toen de nieuwe gemeente Eijsden werd gevormd was het reglement op het bestuur ten platten lande in de provincie Limburg, vastgesteld bij koninklijk besluit van 23 juli 1825, nr. 132, (4) *  van kracht. Dit bepaalde dat het plaatselijk bestond uit een burgemeester, twee assessoren en een gemeenteraad
De burgemeester werd door de koning benoemd, de assessoren vanwege de koning door de staatsraad gouverneur der provincie, uit de leden van de gemeenteraad en de gemeenteraad door gedeputeerde staten, na het plaatselijk bestuur te hebben gehoord. De termijn van benoeming voor al deze functionarissen bleef zes jaar, herbenoeming was steeds mogelijk. Om de twee jaar trad een derde of ongeveer een derde gedeelte der gemeenteraad af; de assessoren maakten deel uit van het eerste of het tweede aftredend derde gedeelte, de burgemeester behoorde tot het laatste. De gemeenteraad, inclusief burgemeester en assessoren, bestond uit 7 of 9 personen, naar gelang de provinciale staten bepaalden. De gemeentesecretaris werd door de koning op voordacht van de gemeenteraad benoemd, de gemeente-ontvanger door gedeputeerde staten, eveneens op voordracht van de gemeenteraad. Bij koninklijk besluit van 25 september 1828 werd graaf C.C.F.M.G. de Geloes tot burgemeester van de nieuwe gemeente Eijsden benoemd (5) *  ;hij bekleedde deze functie ook al in het oude Eijsden. (6) *  De commissaris van het district Maastricht deelde bij brief van 15 januari 1829 mee dat gedeputeerde staten J.E. Piters, W.H. Nolens, J. Piters, H. Houbiers, P. Beijers, A. Peusens, J.N. Lambert en J.R. Debeij tot raadsleden hadden benoemd. (7) *  J.E. Piters en J.N. Lambert werden bij resolutie van de staatsraad gouverneur van 22 januari 1829 tot assessoren aangesteld. (8) *  De raadsleden en assessoren werden in de raadsvergadering van 5 februari 1829 geïnstalleerd. (9) *  F.H. van Haeren werd bij koninklijk beluit van 23 februari 1829 tot gemeentesecretaris benoemd terwijl gedeputeerde staten hem bij hun besluit van 12 mei d.a.v. eveneens tot gemeente-ontvanger aanstelden. (10) * 
In de raadsvergadering van 19 december 1829 werd het volgend rooster van aftreding vastgesteld: 2 jan. 1830: J.E. Piters, assessor, W.H. Nolens en J. Piters, raadsleden; 2 jan. 1832: J.N. Lambert, assessor, P. Beijers en J.R. Debeij, raadsleden;2 jan. 1834: graaf C.C.F.M.G. de Geloes, burgemeester, H. Houbiers en A. Peusens, raadsleden (11) *  J.E. Piters en W.H. Nolens werden bij besluit van gedeputeerde staten van 28 december 1829 herbenoemd als raadsleden, terwijl Chr. Pinckaers werd benoemd tot opvolger van raadslid J. Piters; J.E. Piters werd bij resolutie van de staatsraad gouverneur van 31 december 1829 eveneens herbenoemd als assessor. (12) *  Bij de Belgische opstand in 1830 stond bijna geheel Limburg aan de zijde van onze zuiderburen. Ook Eijsden heeft negen jaar lang, 1830-1839, deel uitgemaakt van het nieuwe Belgische koninkrijk. Als gevolg van de afscheiding ontstond er een nieuwe bestuursregeling voor de plattelandsgemeenten. Ingevolge het besluit van het gouvernement provisoire van 8 october 1830 (13) *  moesten de notabelen (zij die een bepaalde som in de belasting betaalden en zij die een vrij beroep uitoefenden) een burgemeester, assessoren en raadsleden kiezen. Over een termijn van benoeming werd in dit besluit niet gesproken. Het besluit van het gouvernement provisoire van 28 october 1840 (14) *  bepaalde, dat de gemeentesecretaris zou worden benoemd door de gemeenteraadsleden en de gemeente-ontvanger door de gouverneur der provincie uit een voordracht van 3 kandidaten door de gemeenteraad. De verkiezing van burgemeester, assessoren en raadsleden vond te Eijsden plaats op 25 october 1830 en leverde het volgende op: Graaf C. de Geloes, burgemeester, 46 stemmen; J.E. Piters, assessor, 44 stemmen; J.N. Lambert, assessor, 44 stemmen;
H. Houbiers, raadslid, 44 stemmen; W.H. Nolens, raadslid, 44 stemmen; A. Peusens, raadslid, 44 stemmen; P. Beijers, raadslid, 44 stemmen; Chr. Pinckaers, raadslid, 43 stemmen. J.R. Debeij, raadslid, 43 stemmen. (15) *  W.H. Nolens aanvaardde zijn functie als raadslid niet. (16) *  De eerste daad van het nieuwe gemeentebestuur was een adhesiebetuiging aan het gouvernement provisoire van België, dd. 3 november 1830. (17) *  F.H.van Haeren werd bij raadsbesluit van 15 november 1830 weer tot gemeentesecretaris aangesteld (18) *  en bleef ook gemeente-ontvanger, daartoe benoemd bij besluit van de gouverneur der provincie van 19 januari 1831. (19) *  Toen graaf C. de Geloes begin 1831 ontslag nam als burgemeester werd B. Troquaij 7 mei van dat jaar als zijn opvolger gekozen. (20) *  Assessor en raadslid J.E. Piters nam zeer waarschijnlijk in of na mei 1831 als zodanig ontslag, hij was althans voor het laatst aanwezig in de raadsvergadering van 7 mei 1831. (21) *  Chr. Pinckaers diende 11 april 1832 zijn ontslag in als raadslid. (22) *  Bij de verkiezingen van 28 juni 1833 werd raadslid J.R. Debeij tot assessor gekozen en werden B. Rutten, A. Bovij en J. Piters tot raadsleden gekozen; de laatstgenoemde legde op 30 augustus d.a.v. niet de voorgeschreven eed af, doch werd niet meer vervangen. (23) *  In de raadsvergadering van 18 september 1834 werden een tweetal brieven van de burgemeester aan gemeentesecretaris en -ontvanger F.H. van Haeren behandeld. In deze brieven uitte de burgemeester zijn misnoegen over Van Haeren's langdurige afwezigheid en werd hem verzocht zijn functies in eigen persoon te komen waarnemen of zijn ontslag te nemen
Daar aan deze brieven geen gehoor was gegeven besloot de raad van Haeren mee te delen dat hij voor 15 october op zijn post terug moest zijn daar hij anders als ontslagen zou worden beschouwd. Hierop koos hij eieren voor zijn geld, in de daarop volgende raadsvergadering van 29 october 1834 was hij weer present. (24) *  Met de Belgische gemeentewet van 30 maart 1836 (25) *  traden nieuwe bepalingen in werking en vervielen ipso facto de zo juist genoemde gouvernementsbesluiten. In deze werd de gemeenteraad, niet meer de burgemeester, op de voorgrond geplaatst. De raadsleden werden door de kiesgerechtigde inwoners (census kiesrecht) gekozen en wel rechtstreeks; de burgemeester en schepenen werden door de koning uit de leden van de raad benoemd. De zittingstermijn der raadsleden, evenals die van burgemeester en schepenen, was zes jaar, maar in de wijze van aftreding kwam enige verandering; deze zou om de drie jaar plaats hebben, de helft der raadsleden trad dan telkens af; de schepenen zouden voor de helft bij de eerste reeks behoren, voor de helft bij de tweede en de burgemeester bij de tweede. Het aantal raadsleden, inclusief burgemeester en schepenen, bedroeg 7 in gemeenten beneden 1.000 inwoners, 9 in die van 1.000-3.000, 11 in die van 3.000-10.000 etc. ... en tenslotte 31 in die van 70.000 en meer inwoners. De gemeentesecretaris werd volgens de gemeentewet van 30 maart 1836 door de gemeenteraad benoemd, welke benoeming moest worden goedgekeurd door de députation permanente du conceil provincial. De eerste benoeming van de secretaris geschiedde bij koninklijk besluit. De gemeente-ontvanger werd eveneens door de gemeenteraad benoemd onder goedkeuring van de députation permanente de conceil provincial
De gemeente Eijsden telde 2009 inwoners volgens de in november 1836 opgemaakte gemeentebegroting van 1837 (26) *  Bij koninklijk besluit van 14 october 1836 werden J.N. Lambert tot burgemeester en A. Peusens en J.L. Loomans tot schepenen benoemd. De schepenen en raadsleden legden, met uitzondering van Chr. Pinckaers, op 15 november 1836 de voorgeschreven eed af. (28) *  Chr. Pinckaers nam ontslag als raadslid (29) *  en werd opgevolgd door J.J. Schous, gekozen op 28 januari 1837. (30) *  F.H.van Haeren, die gemeente-ontvanger bleef (31), *  , werd bij koninklijk besluit van 10 maart 1837 ook weer tot gemeentesecretaris benoemd en 20 juni d.a.v. als zodanig beëdigd. (32) *  Bij proces-verbaal van loting van 27 november 1838 werd het volgende rooster van aftreding vastgesteld: eerste reeks: schepen J.L. Loomans en de raadsleden B. Rutten, J.E. Piters en J.J. Schous. tweede reeks: schepenen A. Peusens en de raadsleden H. Houbiers, J. Janssen en P. Pleumaekers. (33) * 
Na de ingevolge het Londens traktaat van 19 april 1839 weder inbezitneming van Limburg door de Nederlandse koning Willen I, d.d. 22 juni 1839, en de opname van Limburg als hertogdom in de Duitse bond, d.d. 5 september 1839, werd de Nerderlandse grondwet bij k.b. van 24 september 1840 voor Limburg van kracht verklaard. (34) *  Voordien echter waren er al voorlopige bestuur's maatregelen getroffen o.a. dat alle bestaande en werkzame ambtenaren, zonder onderscheid of uitzondering, in de weder in het bezit genomen landstreken van Limburg, aanvankelijk en tot zolang daaromtrent nader zou zijn beschikt, hun bedieningen bleven uitoefenen. Ook na de van kracht verklaring van de grondwet kwamen er nog verschillende wetten omtrent het plaatselijk bestuur in de provincie tot stand. We vatten deze besluiten en wetten voor wat betreft de benoeming van burgemeester, schepenen, raadsleden, secretaris en ontvanger gemakshalve als volgt kort samen: De burgemeester bleef benoem worden door de koning. De schepenen werden benoemd door de commissarissen, belast met het voorlopig bestuur, later door de staatsraad gouverneur van het hertogdom. De raadsleden werden benoemd door de commissarissen, belast met het voorlopig bestuur, en vanaf 28 september 1841 door de gedeputeerde staten. De secretaris werd benoemd door de koning. De ontvanger werd benoemd door de commissarissen, belast met het voorlopig bestuur, en later door de staatsraad gouverneur van het hertogdom. Bij besluit van de staatsraden commissarissen, belast met het voorlopig bestuur der weder in bezit genomen landstreken in Limburg, van 27 december 1839 werd J.M.G. Ghijsen benoemd tot raadslid (ter vervanging van J.J. Schous) en werden J.E. Piters en B. Rutten herbenoemd als raadsleden en J.L. Loomans als schepen. (35) * 
Zij werden, met uitzondering van B. Rutten, 18 januari 1840 geïnstalleerd. (36) *  Ter vervanging van B. Rutten en P. Pleukemakers (37) *  werden M. Pieters en P. Beijers bij resolutie van de staatsraden commissarissen des koning's van 27 april 1840 tot raadsleden benoemd; M. Pieters werd 12 mei d.a.v. beëdigd, P. Beijers echter niet daar hij het raadslid maatschap niet aanvaardde. (38) *  Eijsden telde inmiddels 2069 inwoners volgens de 14 februari 1840 voor dat jaar opgemaakte gemeentebegroting. (39) *  In december 1842 kreeg de gemeente een nieuwe burgemeester in de persoon van J. Debeij. (40) *  Raadslid J.M.G. Ghijsen overleed 25 december 1842. (41) *  Hij en het demissionaire raadslid M. Pieters werden bij besluit van gedeputeerde staten van 17 januari 1843 vervangen door Chr. Pinckaers en H. Janssen; bij hetzelfde besluit werden J. Janssen en A. Peusens herbenoemd en P. Pinckaers benoemd tot raadslid. De laatste werd bij resolutie van de staatsraad gouverneur van 25 januari 1843 tevens benoemd tot opvolger van A. Peusens als schepen. (42) *  In 1843 vond een kleine grens wijziging plaats aan de zuid westrand van de gemeente, Eijsden droeg de ruïnes van fort Navage langs de Maas over aan het Belgische Moelingen en kreeg hiervoor in ruil 'n vergelijkbare hoeveelheid land (ongeveer 20 hectaren) verder naar het oosten. Zodoende grensde Eijsden voortaan niet meer aan Visé. (43) *  A. Bovij werd bij besluit van gedeputeerde staten van 27 februari 1844 benoemd tot raadslid (44) *  ; Hij volgde H. Houbiers op
Schepen J.L. Loomans overleed 3 maart 1845 (45) *  ; A. Peusens werd bij besluit van de staatsraad gouverneur van 31 juli 1845 tot zijn opvolger benoemd, nadat J.E. Piters had geweigerd deze functie te aanvaarden (46) *  Bij koninklijk besluit van 18 october 1845 werd aan J. Debeij eervol ontslag verleend als burgemeester van Eijsden en werd graaf Th.C.D.M.C. de Geloes tot zijn opvolger benoemd. (47) *  . A.Peusens werd bij resolutie van de staatsraad gouverneur van 7 januari 1846 herbenoemd als schepen en 17 februari d.a.v. als zodanig geïnstalleerd. In de raadsvergadering van 13 februari daaraan voorafgaand waren E. Haenen en J.W.F. Nolens reeds als raadsleden geïnstalleerd, na 23 januari 1846 door gedeputeerde staten te zijn benoemd tot opvolgers van de overleden J.L. Loomans en de demissionaire J.E. Piters. (48) *  E.Haenen mocht niet lang van het raadslid maatschap genieten, hij overleed reeds 13 juni 1846. (49) *  H. Piters werd zijn opvolger, daartoe benoemd bij besluit van gedeputeerde staten van 30 october 1846. (50) *  Graaf Th.C.D.M.C. de Geloes trad per 1 januari 1849 af als burgemeester van de gemeente (51) *  en werd als zodanig opgevolgd door schepen P. Pinckaers. (52) *  Pinckaers werd als schepen opgevolgd door A. Bovij, 9 mei benoemd door de gouverneur en 1 juni d.a.v. geïnstalleerd. Dezelfde 1e juni vond de installatie plaats van de bij resolutie van gedeputeerde staten van 21 maart 1849 benoemd raadsleden H. Houbiers, P. Kuipers en N. Peusens, die graaf Th.C.D.M.C. de Geloes, C. Pinckaers en J.W.F. Nolens opvolgden. (53) * 
De grondwet van 1848 en de daardoor geëiste gemeentewet van 29 juni 1951, Stbl. no. 85, stellen de raad aan het hoofd van de gemeente. Het bestuur van elke gemeente bestaat uit een gemeenteraad, een college van burgemeester en wethouders en een burgemeester. De leden van de raad worden gekozen door de inwoners der gemeente volgens census kiesrecht. De raadsleden hebben zitting gedurende 6 jaar; een derde van hen treedt om de twee jaar af en zijn weer herkiesbaar. De wethouders worden door de raad uit zijn midden benoemd; ze worden gekozen voor 6 jaar, de helft treedt om de drie jaar af en zijn weer herkiesbaar. De burgemeester wordt door de koning benoemd voor de tijd van 6 jaar; hij kan na verloop van die tijd herbenoemd worden. Het aantal raadsleden bedraagt, onverschillig of de burgemeester al dan niet lid van de raad is, 7 in gemeenten beneden de 3.000, 11 in gemeenten van 3.000-6.000, 13 in gemeenten van 6.001-10.000 inwoners etc. ... en tenslotte 45 in gemeenten boven de 200.000 inwoners. De gemeentesecretaris wordt door de raad, op voordracht van burgemeester en wethouders, benoemd, geschorst of ontslagen. De burgemeester, tot secretaris benoemd, wordt als zodanig niet dan met goedkeuring van de Kroon geschorst of ontslagen. De gemeente-ontvanger wordt eveneens door de raad, op voordracht van burgemeester en wethouders, benoemd, geschorst of ontslagen. De grondwet van 1848 en de gemeentewet van 1851 zijn, met inbegrip van hun vele wijzigingen, nog steeds de grondslag voor de huidige samenstelling van het plaatselijk bestuur. De voornaamste wijzigingen in verband met het hierboven behandelde zijn: het algemeen kiesrecht, de zittingsperiode van 4 jaar voor zowel de gemeenteraad als de wethouders en de afschaffing van de periodieke aftreding. Eijsden telde 1986 inwoners, 994 mannen en 992 vrouwen op 31 december 1851 en 81 kiezers voor de gemeenteraad. (54) * 
Er waren drie verkiezingen nodig, op 9, 23 en 30 september 1851, alvorens de 7 Eijsdense raadsleden, te weten burgemeester P. Pinckaers, A. Peusens, J.Debeij, J.J. Schous, J. Janssen, J. Jockin en J. Theunissen, waren gekozen. (55) *  Zij werden 31 october d.a.v. geïnstalleerd en kozen diezelfde dag J. Jockin en J.J. Schous tot wethouders en 13 november F.H. van Haeren tot gemeentesecretaris en J. Theunissen tot gemeente-ontvanger. (56) *  Bij koninklijk besluit van 15 december 1858 werd J. Janssen tot burgemeester benoemd. (57) *  Deze benoeming zou enkele jaren later het ontslag van gemeente-ontvanger J. Theunissen-Janssen tot gevolg hebben; hij werd bij raadsbesluit van 5 februari 1861 eervol ontslagen van wegen ''de bestaande zwagerschap in den 2 de graet, tusschen den Burgemeester en den Gemeenten ontvanger, hetgeen in strijd is met de wet van den 29 Junij 1851''. Dezelfde 5e februari 1861 werd W. Theunissen met algemene stemmen tot gemeente-ontvanger aangesteld. (58) *  Ruim twee en half jaar later kreeg Eijsden ook een nieuwe gemeentesecretaris, F.H. van Haeren vroeg 13 october 1863 als zodanig ontslag (59) *  en werd opgevolgd door Th.M. Lemaire, benoemd bij raadsbesluit van 29 october d.a.v. (60) *  Per 1 januari 1875 telde de gemeente 2198 inwoners, 1102 mannen en 1096 vrouwen. (61) *  De gemeenteraad was toen als volgt samengesteld: J. Janssen, burgemeester tevens raadslid, J.J.B. Dubois en A. Peusens, wethouders, P.H. Pinckaers, F. Nolens, W.J. Peusens en J. Theunissen, raadsleden. 62) *  Aan burgemeester J. Janssen werd bij koninklijk besluit van 17 november 1882 op eigen verzoek m.i.v. 1 december d.a.v. eervol ontslag verleend. (63) * 
J.J.B. Dubois werd bij koninklijk besluit van 7 maart 1883 tot zijn opvolger benoemd (64) *  Bij koninklijk besluit van 5 februari 1890 werd het volgende wapen aan de gemeente verleend: ''een schild van zilver beladen met een getakt Bourgondisch kruis van keel, vergezeld boven van het ten halven lijve uit komend beeld van de H. Christina van goud, met gelaat en handen van natuurlijke kleur en nimbus van goud, houdende in de opgeheven rechterhand eene slang van sinopel en in de opgeheven linkerhand een bundel van drie pijlen van sabel, links en beneden van eene zes bladige roos van keel, rechts een goud gekroonde leeuw van keel, houdende in den rechter klauw een opgeheven zwaard van goud, en in den linker een bundel pijlen van hetzelfde, het geheel omgeven door het randschrift: Gemeentebestuur van Eijsden''. (65) *  Burgemeester J.J.B. Dubois overleed op 11 april 1893. (66) *  Graaf R.J.M.M.A. de Geloes werd bij koninklijk besluit van 2 juni 1893 de nieuwe burgemeester van Eijsden. (67) *  Toen gemeentesecretaris Th.M. Lemaire op 31 januari 1894 overleed werd J.M. Wolfs bij raadsbesluit van 13 februari d.a.v. tot zijn opvolger aangesteld. (68) *  Een kleine 4 jaar later, op 16 december 1897 overleed gemeente-ontvanger W. Theunissen, die werd opgevolgd door H.P. Theunissen, benoemd bij raadsbesluit van 28 december 1897. (69) *  De gemeente Eijsden telde 2353 inwoners op 1 januari 1900, 1104 mannen en 1249 vrouwen. De gemeenteraad was als volgt samengesteld: graaf R.J.M.M.A. de Geloes, burgemeester tevens raadslid, A. Spauwen en L.M.L.H. Duijsens, wethouders, G.H. Spauwen, T. Richelle, Chr. Jacobs en P.H. Pinckaers, raadsleden
(70) *  Bij raadsbesluit van 28 maart 1903 werd burgemeester de Geloes ook tot gemeentesecretaris benoemd, (72) *  een benoeming die werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 mei 1903. Hij vervulde deze post nog geen 4 jaar want bij koninklijk besluit van 12 februari 1907 werd hem op eigen verzoek eervol ontslag verleend als secretaris. (73) *  Bij raadsbesluit van 23 februari 1907 werd E.J.H. Wolfs tot gemeentesecretaris benoemd. (74) *  ; hij bleef deze functie vervullen tot 20 juli 1917, (75) *  toen hij werd opgevolgd door C.H.A. Smeets, benoemd bij raadsbesluit van 18 juli 1917. (76) *  C.H.A. Smeets zou 15 october 1942 door de Duitse bezetters worden gearresteerd wegens spionage en begunstiging van de vijand, waarvoor hij ter dood werd veroordeeld. (77) *  In 1916 begroette Eijsden zijn 3000e inwoner. (78) *  Op 1 januari 1925 bedroeg het inwonertal 3490 en was de raad als volgt samengesteld: graaf R.J.M.M.A. de Geloes burgemeester, J.N. Wolfs en P.H. Gilissen, wethouders, Th.A. van de Berg, N.J. Bormans, G.N.H. Cerfontaine, H.E.H. Duijsens, P.J.J. Janssen, F.H.M. Jeukens en P.H. Wolfs, raadsleden. (79) *  Gemeente-ontvanger H.P. Theunissen werd m.i.v. 1 januari 1928 op eigen verzoek eervol ontslagen. (80)10
Gemeente-ontvanger H.P. Theunissen werd m.i.v. 1 januari 1928 op eigen verzoek eervol ontslagen. (80) *  P.J.M. Wolfs werd bij raadsbesluit van 13 december 1937 tot zijn opvolger aangesteld; hij zou op 19 september 1935 overlijden. (81) *  Graaf R.J.M.M.A de Geloes werd op eigen verzoek m.i.v. 15 september 1929 eervol ontslagen als burgemeester. (82) *  Baron C.E.G.A.H.M.G.de Loë werd bij koninklijk besluit van 24 october 1929 tot burgemeester van Eijsden benoemd en zou dit blijven tot zijn vroege en onverwachte dood op 3 maart 1937 in het Zwitserse Bern. (83) * 
Verantwoording van de ordening en inventarisatie
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1828-1933 (1938)
Auteur:
W. van Mulken
Omvang m1:
19 meter
Inventaris:
Inventaris van de archieven der gemeente Eijsden, 1828-1933 (1938), Maastricht 1988