16.1117 Kasteel Baarlo te Maasbree ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
16.1117
Kasteel Baarlo te Maasbree
Inleiding
In December 1927 verwierf het Rijksarchief door aankoop van den baron van Erp, die in Frankrijk verblijf houdt, een groot gedeelte van het oud-archief, dat op het kasteel Baarlo, gemeente Maasbree, werd bewaard. Deze aanwinst bestond uit talrijke bescheiden en papieren, welke van de opeenvolgende bezitters en bewoners in hunne verschillende hoedanigheden afkomstig waren. De kasteelheeren waren tevens jurisdictie- en grondheeren geweest. Zij hadden naast hunne uitgestrekte goederen talrijke heerlijke rechten gehad en buitendien openbare ambten en waardigheden bekleed. Als zoodanig hebben zij tal van archiefstukken nagelaten, welke deels een publiek-, deels een privaatrechterlijk karakter dragen. Neemt men in aanmerking, dat door huwelijk, erfenis, aankoop enz. het bezit van goederen en rechten telkens veranderde, dan begrijpt men, dat de daarop betrekking hebbende stukken, welke in de archiefbewaarplaats werden opgeborgen, vaak van zeer uiteenloopende families afkomstig zijn en uit ver verwijderde plaatsen stammen.
De voornaamste families, die in het bezit zijn geweest van het kasteel Baarlo en de daaraan verbonden goederen en heerlijke rechten, waren die Van Montfort (XVe eeuw), Van Eyll (XVIe eeuw), Van Laer (XVIIe eeuw) en Van Bierens (XVIIIe eeuw). Van deze laatste familie ging in 1787 het kasteel over aan de familie Van Erp, welke weldra door de inlijving bij Frankrijk de heerlijke rechten verloor, doch de goederen behield tot op den tegenwoordigen dag.
Toen in 1673 een groot aantal heerlijkheden door den koning van Spanje in het Overkwartier van Gelderland werden verkocht, kon de familie Van Laer slechts de helft van Baarlo aankoopen; de andere helft werd achtereenvolgens verworven door leden der families Van Holloniën, Van Pollart, Van Rhoe d'Obsinnich en Van Olne, totdat in 1750 de familie Van Bierens in het volledig bezit kwam der heerlijkheid, waarvan zij reeds in 1687 de helft van de familie Van Laer, tegelijk met het kasteel, had verkregen.
Toen in 1673 een groot aantal heerlijkheden door den koning van Spanje in het Overkwartier van Gelderland werden verkocht, kon de familie Van Laer slechts de helft van Baarlo aankoopen; de andere helft werd achtereenvolgens verworven door leden der families Van Holloniën, Van Pollart, Van Rhoe d'Obsinnich en Van Olne, totdat in 1750 de familie Van Bierens in het volledig bezit kwam der heerlijkheid, waarvan zij reeds in 1687 de helft van de familie Van Laer, tegelijk met het kasteel, had verkregen.
De meeste archiefstukken zijn afkomstig van de familie Bierens, later Van Bierens geheeten. Het eerste lid van die familie, dat te Baarlo verblijf hield, was Jan Baptist Joseph van Bierens, aan wien het kasteel met de helft der heerlijkheid in 1689 werd geschonken door zijn oom Jan Baptist Bierens, die 6 November 1690 overleed als deken van het Munsterstift te Aken. Hij bracht er o.a. de archieven over van zijn grootvader Jan Bierens, die een rijk koopman of bankier was te Antwerpen en 1641-1647 pandheer van het ambt Montfort, alsmede de archieven van zijn vader Jacob Frans Bierens, die eerst leengriffier was van het Souverein Hof van Gelderland te Roermond en daarna Raad en Rekenmeester van de Rekenkamer aldaar en 9 December 1690 was overleden. Door den vrede van Utrecht in 1713 kwam het grondgebied van Baarlo met een groot gedeelte van het Overkwartier onder de souvereiniteit van den Koning van Pruisen.
W. Goossens
W. Goossens
laatste wijziging 26-04-2024
848 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 26-04-2024
848 beschreven archiefstukken
Regestenlijst
124 1656 januari 9
Groningen
"In Groningen inden jaer onses Heeren sestynhondert sessenvijftich den negenden January"
Johan Conders, burgemeester, indertijd mede hooftman op de Hooge-Gerichtscamer der stad Groningen en Ommelanden, oorkondt, dat jonker Johan Wifringk, Johan Doengha op Alma tot Bedum ende Onderwerum cum annexis, joncker ende hovelinck, raadsheer Siger de Sighers van Sappema, namens de zoons van zijnen broeder, jonker Joachim en Berent de Sighers, alsmede namens Helena Wicheringe, weduwe Canters, Lodowich Horenken, Berent Gruys voor zich en zijne broeders en zusters en Popco de Embda, op den 12 Januari 1655 een scheiding en deeling hebben gemaakt van een perceel land, twintig koeweiden groot, buiten de Bottringe poort te Groningen, en dat hij ieder in het bezit stelt van zijn aangevallen deel.
Groningen
"In Groningen inden jaer onses Heeren sestynhondert sessenvijftich den negenden January"
Johan Conders, burgemeester, indertijd mede hooftman op de Hooge-Gerichtscamer der stad Groningen en Ommelanden, oorkondt, dat jonker Johan Wifringk, Johan Doengha op Alma tot Bedum ende Onderwerum cum annexis, joncker ende hovelinck, raadsheer Siger de Sighers van Sappema, namens de zoons van zijnen broeder, jonker Joachim en Berent de Sighers, alsmede namens Helena Wicheringe, weduwe Canters, Lodowich Horenken, Berent Gruys voor zich en zijne broeders en zusters en Popco de Embda, op den 12 Januari 1655 een scheiding en deeling hebben gemaakt van een perceel land, twintig koeweiden groot, buiten de Bottringe poort te Groningen, en dat hij ieder in het bezit stelt van zijn aangevallen deel.
16.1117 Kasteel Baarlo te Maasbree
Regestenlijst
124
1656 januari 9
Groningen
"In Groningen inden jaer onses Heeren sestynhondert sessenvijftich den negenden January"
Johan Conders, burgemeester, indertijd mede hooftman op de Hooge-Gerichtscamer der stad Groningen en Ommelanden, oorkondt, dat jonker Johan Wifringk, Johan Doengha op Alma tot Bedum ende Onderwerum cum annexis, joncker ende hovelinck, raadsheer Siger de Sighers van Sappema, namens de zoons van zijnen broeder, jonker Joachim en Berent de Sighers, alsmede namens Helena Wicheringe, weduwe Canters, Lodowich Horenken, Berent Gruys voor zich en zijne broeders en zusters en Popco de Embda, op den 12 Januari 1655 een scheiding en deeling hebben gemaakt van een perceel land, twintig koeweiden groot, buiten de Bottringe poort te Groningen, en dat hij ieder in het bezit stelt van zijn aangevallen deel.
Groningen
"In Groningen inden jaer onses Heeren sestynhondert sessenvijftich den negenden January"
Johan Conders, burgemeester, indertijd mede hooftman op de Hooge-Gerichtscamer der stad Groningen en Ommelanden, oorkondt, dat jonker Johan Wifringk, Johan Doengha op Alma tot Bedum ende Onderwerum cum annexis, joncker ende hovelinck, raadsheer Siger de Sighers van Sappema, namens de zoons van zijnen broeder, jonker Joachim en Berent de Sighers, alsmede namens Helena Wicheringe, weduwe Canters, Lodowich Horenken, Berent Gruys voor zich en zijne broeders en zusters en Popco de Embda, op den 12 Januari 1655 een scheiding en deeling hebben gemaakt van een perceel land, twintig koeweiden groot, buiten de Bottringe poort te Groningen, en dat hij ieder in het bezit stelt van zijn aangevallen deel.
Datering:
1656 januari 9
Plaats:
Groningen
Notabene:
Oorspr.; zegel in bruine was.
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 17-03-2015
laatste wijziging 26-04-2024
848 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1369-1798
Auteur:
W. Goessens
Omvang m1:
6 - 272 charters
Inventaris:
Inventaris van de archieven afkomstig van het kasteel Baarlo. Met regestenlijst
Opmerking:
Overdruk uit: Inventaris van Rijks- van andere Archieven I (1928) p. 561-673
Categorie:
laatste wijziging 26-04-2024
848 beschreven archiefstukken