Uw zoekacties: Familie van Scherpenzeel Heusch, 1386-1896

16.1109 Familie van Scherpenzeel Heusch, 1386-1896 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. De familie De Heusch, later Van Scherpenzeel Heusch
1.2. J.L.Th.A.L. baron van Scherpenzeel Heusch
1.3. Geschiedenis van het archief
16.1109 Familie van Scherpenzeel Heusch, 1386-1896
1. Inleiding
1.3.
Geschiedenis van het archief
Een familiearchief is een overgeleverde combinatie van archieven van verwante of aanverwante personen. De samenstelling van het familiearchief is in de loop der tijd aan wisselingen onderhevig. Door erfenisdelingen worden persoonlijke archieven van voorouders of (aan)verwanten of stukken betreffende bepaalde goederen verworven. Door delingen kunnen dergelijke stukken ook verdwijnen, doordat zij aan verwanten, meestal in samenhang met bepaalde bezittingen, worden toebedeeld. Ten gevolge van een huwelijk stromen stukken uit de familie van de echtgeno(o)t(e) toe. Achteraf bezien is er echter eveneens een groep archiefstukken die niet aan verdeling onderhevig is geweest, maar steeds van vader op zoon is overgegaan. Deze stukken behorend tot de persoonlijke archieven van opeenvolgende generaties, vaak tevens betreffende vererfde bezittingen, vormen de kern van het archief. Deze kern omvat de persoonlijke archieven van die familieleden wier achternaam de titelpagina van de inventaris
draagt. De samenstelling van een familiearchief wordt aldus in sterke mate bepaald door erfopvolging en/of verwerving van bepaalde goederen. In het onderhavige archief van de familie De Heusch, later Van Scherpenzeel Heusch, zijn persoonlijke archieven bewaard gebleven vanaf Arnold de Heusch (+ 1663).
Stukken betreffende het kasteel Zangerij en andere goederen in de omgeving van Eigenbilzen zijn nauwelijks in dit archief voorhanden. Deze goederen vererfden na het overlijden van J.L.C. de Heusch in 1775 en I.F. van Scherpenzeel in 1791 op de oudste zoon Adrianus A.N.R. de Heusch. Aan hem en zijn nakomelingen zijn naar alle waarschijnlijkheid ook de bescheiden betreffende deze goederen toegevallen. Daarentegen vormen de stukken betreffende de heerlijkheid Mierlo en de archie ven van de families Van Scherpenzeel, De Cocq van Opijnen en In gen Nulandt een belangrijk onderdeel van dit familiearchief. De oorzaak is gelegen in de schenking onder levenden door H.J.F. van Scherpenzeel aan het echtpaar De Heusch-Van Scherpenzeel in 1765 en het kinderloos overlijden van de schenker. Vervolgens gingen deze bezittingen plus de naam en het wapen over op een jongere zoon van dit echtpaar, Maria Gerardus Carolus (1759-1810), de vader van de bekende J.L. van Scherpenzeel Heusch, hetgeen de a
anwezigheid van vele stukken betreffende goederen in Gelderland en Noord-Brabant verklaart. Ten gevolge van het huwelijk van J.L.Th.A.L. van Scherpenzeel Heusch met M.I.Th. Clout in 1828, de enige erfgename van de familie Clout, werden in de negentiende eeuw de archiefbescheiden van de familie Clout met de stukken van de kort tevoren uitgestorven families Van Dunghen en Van Dam aan het familiearchief toegevoegd.
Van enige oude orde in het familiearchief getuigen alleen de dorsale bruine en blauwe nummers die op vele stukken betreffende de heerlijkheid Mierlo en de familie Van Grevenbroek zijn aangebracht. Het jongste stuk met een blauw nummer dateert van 1 november 1736. De nummering moet derhalve zijn aangebracht in de jaren 1736-1740, toen Gerard Norbert van Scherpenzeel heer te Mierlo was, of na zijn overlijden in 1740. De bruine nummering werd nog aangetroffen op een stuk van 6 mei 1763, hetgeen duidt op een inventarisatie mogelijk in het kader van de schenking der heerlijkheid in 1765 door H.J.F. van Scherpenzeel aan zijn zuster en zwager. *  In 1753 zouden de bescheiden betreffende de heerlijkheid Mierlo in het kasteel aldaar of te Tiel verblijven. *  Nadien zijn de stukken mogelijk naar het kasteel Zangerij vervoerd. Sedert 1765 woonden de heren van Mierlo immers niet meer ter plaatse, terwijl gedeelten van het kasteel va
n Mierlo in 1795, 1804 en 1809 werden gesloopt. *  De archiefbescheiden berustend in het kasteel Zangerij waren bij het overlijden van J.L.C. de Heusch in 1775 in de grootste wanorde. Zijn weduwe I.F. van Scherpenzeel verzuchtte in 1782: "Après sa morte je me trouvois allors dans la nécessité d'examiner tous les papiers de l'archive de la Zangrije, lesquels étoit dans une disordre a ne pouvoir se retrouver. Avec l'aide de Dieu, de la bonne patience et une activité sans relache je suis venue au bout de ce cahos". * 
De aan M.G.C. van Scherpenzeel Heusch (1759-1810) en J.L.Th.A.L. van Scherpenzeel Heusch (1799-1872) toegevallen bescheiden verhuisden kennelijk telkens met hun eigenaren mee. Het familiearchief bevond zich tot in de jaren dertig van deze eeuw in het kasteeltje te Vlodrop, waar J.L. van Scherpenzeel Heusch in 1872 overleden was. In dit kasteeltje, sedert 1872 niet meer permanent door de familie bewoond, was het archief nog in 1937 in kisten geborgen aanwezig.
Het werd op 18 september van dat jaar naar het Rijksarchief in Limburg overgebracht, waar het sedertdien als "huisarchief Vlodrop" te boek stond. * 
Dit archief dat zo'n zes meter omvatte, werd in de jaren 1986-1988 geordend.
Het bleek zeer weinig stukken betreffende het kasteeltje te Vlodrop te bevatten, zodat de benaming familiearchief meer op haar plaats was. * 
Opvallend was het dat dit archief van de familie De Heusch, later Van Scherpenzeel Heusch, slechts een twintigtal charters en vrijwel geen genealogische aantekeningenn bevatte. Zouden deze reeds vóór 1937 uit het archief zijn verwijderd? In het kader van een onderzoek naar de grenzen van de putgemeenschappen te Roermond vond in 1974 een gesprek plaats met de toen 86-jarige mevrouw Steemers-Schreurs. Zij was de dochter van de rentmeester Schreurs die in de jaren twintig voor de familie d'Alcantara haar goederen te Vlodrop beheerde. Het gesprek kwam op archieven en zij deelde mede dat een zekere Vreuls belangstelling voor het in het kasteel te Vlodrop berusttende archief had getoond, maar dat hem inzage was geweigerd. Nu verkocht E. Vreuls in de jaren 1926-1927 charters aan het Rijksarchief in Limburg, en wel van de families Van Dunghen, Vogels, Clout en stukken afkomstig van A.J. Dorsch. Uit deze combinatie van familienamen kan men afleiden dat Vreuls toch stukken uit het famili
earchief te Vlodrop had weten te verkrijgen. Deze gerede veronderstelling wordt bevestigd door de omstandigheid dat Vreuls in 1927 tevens stukken betreffende de heerlijkheid Mierlo aan het Rijksarchief in Noord-Brabant verkocht. Vreuls wilde toen niets over de herkomst der stukken loslaten, maar de rijksarchivaris te 's-Hertogenbosch liet via een bevriende relatie te Roermond informeren. Het bleek dat Vreuls inderdaad in het familiearchief te Vlodrop stukken had gesorteerd. Hij had zelfs een kwartierstaat van de familie Van Vlodrop te koop aangeboden.
Het Rijksarchief in Noord-Brabant kocht de door Vreuls aangeboden stukken, waaronder twee charters betreffende de hoeve de Neul onder Sint Oedenrode welke hoeve niets met de heerlijkheid Mierlo uitstaande had, maar toebehoorde aan de familie Van Dunghen, verwant aan de familie Clout, waarvan de erfgename met J.L. van Scherpenzeel Heusch huwde. *  Met name dit laatste gegeven bevestigt dat de stukken die Vreuls in 1926-1927 aan de rijksarchieven in Limburg en Noord-Brabant verkocht, uit het kasteel te Vlodrop afkomstig waren. Het Rijksarchief in Noord-Brabant bezat in het begin van de twintigste eeuw reeds stukken betreffende de heerlijkheid Mierlo die door de fiscaal van de Raad van Brabant te ' s-Gravenhage in het verloop van een proces tegen Erasmus van Grevenbroek ( + 1674) geconfisceerd waren. De rijksarchivaris trachtte door aankoop "het archi
ef van de heerlijkheid Mierlo" te completeren. Behalve van Vreuls verwierf hij in 1912, 1920, 1922 en 1926 nog archiefbescheiden van de bekende landmeter, genealoog en verzamelaar van archiefbescheiden, A.F. van Beurden. Deze door aankoop of schenking verkregen stukken dragen dorsale notities die ook op de Mierlose stukken in het familiearchief voorkomen. Van Beurden was bovendien openhartig over de herkomst. Aan de rijksarchivaris in Noord-Brabant liet hij op 10 april 1920 weten:" De rentmeester van Alcantara heeft mij toegezegd dat ik de oude stukken, voorzover mogelijk, te beoordelen of te koop kreeg. Wat er Brabantsch in is, zal dus terecht komen". * 
Het Rijksarchief in Limburg verkreeg van Van Beurden in 1912 charters van de families Van Buren en De Cocq van Opijnen en in 1926 wederom charters van de families Van Buren, De Cocq van Opijnen, Pieck van Wolfswaard, In gen Nulandt, Van Baussele, Van Scherpenzeel en Clout. Ook deze bescheiden moeten, gezien de combinatie van familienamen, uit het archief der familie Van Scherpenzeel Heusch afkomstig zijn. Het Rijksarchief in Gelderland tenslotte verwierf in 1926 van A.F. van Beurden elf charters onder andere betreffende de families Pieck van Wolfswaard, De Cocq van Opijnen en Van Baussele. *  A.F. van Beurden was aldus in ieder geval sinds 1912 in de gelegenheid om de hand te leggen op met name charters uit het familiearchief die hij vervolgens aan belangstellende rijksarchieven verkocht of schonk. Het door het Rijksarchief in Limburg in 1937 verworven archief van de familie De Heusch, later Van Scherpenzeel Heusch, was derhalve van vele charters,
interessant in de ogen van Van Beurden en Vreuls, ontdaan.
1.4. Verantwoording van de inventarisatie
1.5. Fragment-genealogie van de familie de Heusch, later van Scherpenzeel Heusch
Regestenlijst

Kenmerken

Datering:
1386-1896
Auteur:
G.H.A. Venner
Inventaris:
Inventaris van het archief van de familie de Heusch, later van Scherpenzeel Heusch 1386-1896. Inventarissenreeks RAL 44 (Maastricht 1989)