Uw zoekacties: Familie van Scherpenzeel Heusch, 1386-1896

16.1109 Familie van Scherpenzeel Heusch, 1386-1896 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. De familie De Heusch, later Van Scherpenzeel Heusch
1.2. J.L.Th.A.L. baron van Scherpenzeel Heusch
16.1109 Familie van Scherpenzeel Heusch, 1386-1896
1. Inleiding
1.2.
J.L.Th.A.L. baron van Scherpenzeel Heusch
Joannes Ludovicus Theodorus Anthonius Libiunus van Scherpenzeel Heusch, gedoopt op 13 november 1799 te Oosterhout, is wegens zijn politieke activiteiten het meest bekende lid van deze familie. *  Door zijn loopbaan als luitenant bij diverse onderdelen van het Nederlandse leger kwam hij al spoedig in het zuiden van het Koninkrijk der Nederlanden terecht. In 1823 werd hij te Mechelen gedetacheerd, in 1825 te Maastricht. In oktober 1826 blijkt hij r
eeds als eerste luitenant van het vijfde regiment dragonders te Roermond te verblijven. *  Hier leerde hij zijn echtgenote Marie Isabelle Theodore Clout kennen, de enige nog levende dochter van de oud-burgemeester Henricus Clout en Maria Josepha Simon de Vlodrop. Het niet onbemiddelde echtpaar Clout-Simon de Vlodrop had in het voorbije decennium zijn vermogen nog zien toenemen als gevolg van het uitsterven van de aanverwante families Van Dam en Van Dunghen.
Louis van Scherpenzeel Heusch verkreeg bij K.B. van 21 juni 1828 eervol ontslag uit 's-konings dienst en trad op 7 september 1828 te Roermond in het huwelijk. Gedurende de jaren 1830-1839, toen de gehele provincie Limburg, afgezien van Maastricht, tot het nieuwe koninkrijk België behoorde, was hij een warm voorstander van de Belgische zaak. Ten tijde van de tiendaagse veldtocht in 1831 was hij commandant van de gemobiliseerde burgerwacht van het arrondissement Roermond, daarna vervulde hij de functie van kolonel-commandant van de burgerwacht van het kanton Roermond. * 
De pro-belgische gezindheid van baron van Scherpenzeel Heusch is voorts uit naamgeving van zijn kinderen af te leiden. Zijn tweede zoon, geboren op 21 juli 1831, de dag waarop Leopold I de troon besteeg, kreeg onder andere de voornamen van de koning en de regent: Leopold Erasme Victor Marie. De tweede in 1836 geboren dochter droeg de voornamen Leopoldine Louise Marie Charlotte. In 1839 kwamen het noordelijke en het ten oosten van de Maas gelegen gedeelte van Limburg weer onder Nederlandse souvereiniteit. Als compensatie van het aan België afgestane gedeelte van Luxemburg werd de Nederlandse provincie Limburg nu een hertogdom en lid van de Duitse Bond. Baron van Scherpenzeel Heusch die op 15 november 1835 een verzoek tot naturalisatie tot Belg had ingediend, *  week niet uit naar België. Zijn bezittingen lagen immers in Ge
lderland en Noord-Brabant, waarvan de heerlijkheid Mierlo het belangrijkste bestanddeel was. De bezittingen van zijn echtgenote lagen in en om Roermond. Van Willem d'Olne c.s., die eveneens de functie van kolonel-commandant van de burgerwacht vervulde, kocht baron van Scherpenzeel Heusch op 15 oktober 1838 onder andere het "superbe kasteel" de Berckt te Baarlo aan. De verhuizing van Roermond naar Baarlo vond overigens pas tussen 5 november en 9 december 1841 plaats. * 
Na 1839 behoorde baron van Scherpenzeel Heusch tot de zogenaamde separatisten die de afscheiding van de Nederlandse provincie Limburg van het Koninkrijk der Nederlanden nastreefden. Het revolutiejaar 1848 maakte hem tot de voornaamste figuur van deze beweging. Gezien de politieke constellatie zocht hij voor een afgescheiden Limburg aansluiting bij een Duitsland dat zich naar de verwachtingen van destijds tot een liberale bondsstaat zou ontwikkelen. Hij werd in een getrapte, voor die tijd zeer democratische, verkiezing gekozen tot afgevaardigde van het hertogdom Limburg in de Nationale Vergadering te Frankfort. Aldaar trad hij slechts een enkele keer in het openbaar op, hij werkte meer op de achtergrond. Hij schreef memories, nam deel aan de bijeenkomsten van de "Würtemberger Hof" die de linkerzijde van het centrum vormde, en hij trachtte afgevaardigden van alle politieke richtingen te interesseren voor de Limburgse afscheiding. Het gevolg was dat besluiten over de Limburgse kwe
stie bijna altijd met algemene stemmen werden genomen. Hij hield contact met de pers te Frankfort en Aken en met zijn achterban in Limburg. De afscheiding van Limburg van Nederland bepleitte hij voornamelijk om financiële en economische redenen, de hoge belastingen en de staatsschuld. In het Duitsland van 1848 zouden naar zijn mening voorts eerder liberale denkbeelden verwezenlijkt worden dan in Nederland. Pro-Duitse nationalistische gevoelens waren hem vreemd. * 
Op 19 juli 1848 nam de Nationale Vergadering de resolutie aan "dass sie die bisherige Vereinigung des zum deutschen Bunde gehörigen Herzogthums Limburg mit dem Königreich der Niederlande unter einer Verfassung und Verwaltung als unvereinbar mit der deutschen Bundesverfassung betrachte". In een stemming van euforie meenden de separatisten dat de afscheiding nog slechts een kwestie van dagen was. De Nationale Vergadering bleek echter niet bij machte te zijn daadwerkelijk de afscheiding te bewerkstelligen. Baron van Scherpenzeel Heusch verliet op 14 mei 1849, ruim een maand voor haar uiteenvallen, de Nationale Vergadering en wel op opzienbare wijze. In zijn persoonlijke aanwezigheid liet hij een verklaring voorlezen, waarin hij zijn mandaat neerlegde en protesteerde tegen "die fernere Vereinigung des Herzogthums Limburg mit Deutschland", niet alleen omdat de gewenste afscheiding niet had plaatsgevonden, maar ook omdat "Deutschland einerseits von einem Rückfall zum Absolutismus und
anderseits von der Anarchie bedroht wird, dass die Limburger eine liberale Konstitution haben (grondwetsherziening 1848) und sich folglich dem Verluste ihrer Freiheit nicht aussetzen können, dass die republikanische Regierungsform den Limburgern nicht genehm sein kann". "Dans la plus grande consternation" verliet hij daarop de vergadering. *  Aan de politieke loopbaan van J.L. van Scherpenzeel Heusch kwam daarmede een einde. Tijdens de verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 1 december 1848 was hij weliswaar in de districten Sittard en Heerlen gekozen, maar hij legde zijn lidmaatschap in mei 1849 neer.
Zijn politieke opvattingen zette hij nog uiteen in enige brochures. In een in 1853 verschenen geschriftje toonde hij zich een voorstander van het in België en Nederland vigerende staatsbestel. *  Op 72-jarige leeftijd liet hij "L'avenir de la Belgique" verschijnen, waarin hij zijn ideeën over de gebreken van en remedies voor het Belgische politieke bestel uiteenzette. Het werkje werd in katholieke kringen als anti-clericaal beschouwd. * 
Over de periode na 1849 kon voor het overige niet veel meer achterhaald worden dan dat hij zich bezighield met de rationalisatie van de landbouwproductie. In 1858 blijkt hij een hakselmachine te bezitten en tot het aanschaffen van een karninstallatie te willen overgaan. *  Drie van zijn vijf kinderen stierven op jeugdige leeftijd. Zijn oudste dochter overleed in 1860, zo'n twee jaar na haar huwelijk met F.M.C.O.H.A.P. Weichs de Wenne. Het enige overlevende kind, Leopoldina Louisa Maria Charlotta, huwde op 5 augustus 1863 met de uit Gent afkomstige Stephan d'Alcantara. Het jonge echtpaar ging eveneens op de Berckt te Baarlo wonen. Bijna een jaar later, op 12 juli 1864, verlieten J.L. van Scherpenzeel Heusch en zijn echtgenote M.I.Th. Clout Baarlo en vestigden zich op het kasteeltje "het steenen huis" te Vlodrop dat aan laatstgenoemde uit de nalatenschap van Jozef Simon de Vlodrop (+ 1849) was toegevallen. M.I.Th. Clout overleed op 16 september 1867 alda
ar, J.L. van Scherpenzeel Heusch werd op 14 februari 1872 tijdens een landbouwvergadering in het schoollokaal van Vlodrop door een beroerte of slagaderbreuk getroffen en stierf enige uren later. *  Zijn dochter volgde op in de goederen die aan hem en zijn echtgenote hadden toebehoord. Deze vererfden vervolgens in de familie d'Alcantara. In zijn holografisch testament van 1 januari 1872 verzocht baron van Scherpenzeel Heusch zijn dochter om bij kinderloos overlijden testamentair te willen beschikken dat de blote eigendom van de heerlijkheid Mierlo op een van de zonen van Adrien de Heusch (1822-1910) zou overgaan, opdat "de voormelde heerlijkheid van Mierlo die bij de vierhondert jaren familie-eigendom is, zoolang mogelijk in de familie verblijve". * 
1.3. Geschiedenis van het archief
1.4. Verantwoording van de inventarisatie
1.5. Fragment-genealogie van de familie de Heusch, later van Scherpenzeel Heusch
Regestenlijst

Kenmerken

Datering:
1386-1896
Auteur:
G.H.A. Venner
Inventaris:
Inventaris van het archief van de familie de Heusch, later van Scherpenzeel Heusch 1386-1896. Inventarissenreeks RAL 44 (Maastricht 1989)