Uw zoekacties: Klooster der Kruisheren te Venlo, 1399-1796

14.D061 Klooster der Kruisheren te Venlo, 1399-1796 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
14.D061   Klooster der Kruisheren te Venlo, 1399-1796
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
laatste wijziging 22-07-2021
700 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 362 bestanden
Regesten
1 1334 juni 28
"Int 't jair ons Heren dusent dryhondert ende vier ind dertigh op den heiliger apostelavent sunte Peter ind sunte Pauwels"

Arnoyt van Buren, voogd van Arcen, ridder, verklaart dat hij zijn aandeel in der Oyen bij Velden en het Scalleruch aan zijn laten heeft overgedragen tegen een grondrente van twee penningen
2 1334 november 25
"Anno Domini millesimo trecentesimo quarto in die beate Katerine virginio"

Rutgerus de Beeck, ridder, en Oytta, verklaren overgedragen te hebben aan Godefridus, genaamd Supeken, burger te Venlo, al hun goederen tgenhouys in de parochie Velden tegen een cijns van 8 groten. De overdracht vond plaats ten overstaan van de rechtert en schepenen te Voerst (Grubbenvorst) en de getrouwen Florentius de voerst en Wolterus, zoon van Robinus
3 1355 september 21
"Int 't jaer ons Heren dusen dryhondert vijff ind vijfftich op sente Matheusdach apostell ind ewangelist"
4 1359 februari 1
"In 't jaerons Heren dusent driehondert negen ende vieftich op sente Valentijnsdage des martelleirs"
5 1364 december 21
" In 't jaer ons Heren 1300 sestich ind vier jaer op sunt Thomasdage vur kirsmisse"

De schepen van Bracht verklaren dat Henken Woifkens, zoon van Woiffs van Mirslo, aan Gijsken, zoon van Johan Goutsteyn en Gudelewn al zijn goederen in Wijnkensbossch heeft overgedragen die hij van het klooster Siegburg in leen heeft
6 1366 juni 15
" In 't jaer ons Heren dusen drihondert sess ind tsestich op sente vijtsdach des mertelers"

Sander Vinck, richter, Adam Mout en Lodewich Degen, schepenen te Venlo, verklaren dat Heynrick Koecke der vleishouwer en Billy, met toestemming van hun kinderen Jacop Koexs en Nese, aan Arnt Vincken en Katherine een grondrente van twee mark hebben overgedragen ten laste van twee huizen op de Vleisstraat
7 1366 juli 4
" In 't jaer ons Heren dusent driehondert sesse ende tsestich op sente Ulrichsdach"

Sander Vyncke, richter, Adaym Mout en Harman Mensener, schepenen te Venlo, verklaren dat Arnt Vynck en Katherine aan Hemric Wayen en Katherine een huis en moestuin aan de Vleysstraete tegen een grondrente van een mark heeft uitgegeven
8 1366 oktober 3
" In 't jaer ons Heren dusent driehondert sesse ende tsestich des saterdaechs na sente Remeisdacg des bysscops"

Sander Vynck, richter, Adaym Mout en Lodewiech Degen, schepenen te Venlo, verklaren dat Arnt van Lomme en Gudel van Wevelkoven aan Dideric van Lomme en Gebelen een perceel akkerland hebben overgedragen groot drie morgen en 21 roeden zonder het gedeelte dat de Kersse wordt genoemd, op het Mulenvelde
9 1367 november 24
"In den jaer ons Heren dusent dryhondert seven ind tsestich op sente Kathelinenavent"

Burgemeesters, schepenen, raad en de gemene stad Venlo verklaren dat zij aan Willem Leutkens en Wyndelen een cijns van zes schillingen, negen penningen en een helling hebben overgedragen ten laste van akkerland achter den groenen walde
10 1370 maart 23
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert ende tseventich des saterdages na sente Gertrudendach derre jonfrouen"
11 1370 september 21
"in 't jaer ons Heren dusent dryhondert ind seventich op sente Mathysdach des apostels"

Gerat in den Raede, richter, Johan van Lomme der jonghe en Jacob van Neer, schepenen te Venlo, verklaren, dat Harman Pelser en Jutte aan Johan van Leut, zoon van Gerat, een grondrernte van een mark hebben overgedragen ten laste van een half huis met moestuin op de Peperstraat
12 1371 mei29
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert een ende seventich des donrensdages na sente Urbaensdach in den maent van meie"

Arnt Vinck, richter, Lodowigh Degen en Harman Mensener, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat Raetsel en Katherijne, met toestemming van hun zoon en schoondochter Wilhem en Metten, aan Peter en Trude Kecken een perceel akkerland hebben overgedragen aan de Vleistrate
13 1374 augustus 10
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert vier ind seventich op sente Laurensdach des mertelers"

Johan Vullinch, richter, Harman Mensener en Jacop van Nere, schepenen te Venlo, verklaren dat Tilman van Wevelchoven aan Jacop Coex en Aleid een perceel akkerland voor 48 groten in erfcijns hebben gegeven
14 1376 april 11
"In 'jaer ons Heren dusent dryhonderd seess ind seventich des vrytzdach nae assengonsdachs in den vasten"

Gherat inden Raide, richter, Johan van Lomme der alde en Johan van Lomme der jonge, schepenen te Venlo, verklaren, dat Harmen Plumen aan Hennen Hopken en Lijsen een huis op de Jaermarcktstraten voor 34 groten in erfcijns hebben gegeven
15
1378 november 10
"In 't jair ons Heren dusent dryhondert acht ind tseventich op sunte Martijnsavent in den wijnter"

Burgemeester, schepenen, raad en gemene stad Venlo, verklaren, dat zij aan de Sinter Claes broederschap toestemming gegeven hebben om buiten de stadsmuren opten Laer een stenen kapelletje voor het beeld van sint Nicolaas te bouwen en er een offerblok te plaatsen
16 1378 december 5
"Int 't jair ons Heren dusent dryhondert acht ind tseventich op senter Claesavent"

Gerat inghen Raede, richter, Johan van Lomme der jonge en Jacop van Neer, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Burdt en Margarete aan Heynen Lemmen soen en Saren een perceel akkerland achter de hoeve van Jacop Vissers in ghenen Venne in erfpacht hebben gegeven tegen een pacht van een malder rogge
17 1380 januari 20
"In 't jaer ons Heren 1300 ende tachtentich op sente Agnetenavondt"

Gerat in gen Rade, richter, Herman Mensener en Johan van Lomme, scvhepenen te Venlo, verklaren, dat Pauwelijne Cranenvelts en haar zonen Johan, Heynrich en Gerat en haar dochter Lute, met haar man Heynrich van Ysenbergh, aan Johan Greverade den Cremer en Katherijne een perceel akkerland aan de Hogen wegen hebben overgedragen
18 1380 januari 25
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert ende tachtentich op sente Pauwelsdach conversionis"

Gerat in gen Rade, richter, Johan van Lomme en Jacob van Neer, schepenen te Venlo, verklaren, dat Pauwelijne Cranenvelts, haar zonen Johan, Heynrich en Gerat en haar dochter Lute, met toestemming van haar man Heynen van Ysendale, aan Wilhem van Wijlren een perceel akkerland aan het Cranenvelt bij de Hogen wege hebben overgedragen
19 1380 februari 5
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert en tachtentich op sente Aghatendach der jonfrouen"

Johan van Lomme en Wilhem Lencken, schepenen te Venlo, verklaren, dat Wilhem van Wijlren aan de sinter Claesbroederschap een perceel akkerland aan de Cranenvelde bij de Hogen wege heeft overgedragen
20 1380 maart 24
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert ind tachtentich op Paeschavent"

Arnt Vinck en Johan van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Burdt en Grete aan de sinter Claesbroederschap een grondrente van een malder rogge ten laster van een perceel akkerland en een beemd inden Venne hebben overgedragen
21 1380 oktober 21
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert ende tachentich op der elfdusentmeghedendach der heiligen martelersen"

Johan van Lomme en Jacop van Neer, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Lummen Wust en Kunne aan de sinter Claesbroederschap een rente van een malder rogge ten laste van hun land opten Laer hebben geschonken
22 1381 maart 24
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert eyn ind tachtentich op ons Vrouwenavent anunciationis"

Gerat inghen Rade, richter, Johan van Lomme en Goessen van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Storm en Guede aan de sinter Claesbroederschap ten behoeve van de sinter Claeskapel opten Laer een grondrente van een malder rogge hebben overgedragen ten laste van een kamp opten Laer.PA bij de kapel en een grondrente van 8 schillingen en een hoen bij de kapel en een grondrente van acht schillingen en een hoen ten laste van een boomgaard aan de Laarpoort
23 1381 april 19
"In 't jaer ons Heren 1300 eyn ende tachtentich des vridages na den heiligen Paesdach"

Burgemeesters, schepenen, raad en gemene stad Venlo, verklaren dat zij aan de sinterClaeskapel opten Laer een perceel akkerland geschonken hebben gelegen voor de kapel dat niet bebouwd mag worden
24 1381 augustus 1
"In 't jaer ons Heren 1300 eyn ende tachtentich op sente Petersdach ad vincula te angaende oegst"

Gerat in gen Rade, richter, Herman Mensener en Johan van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Petert Kecken en Trude aan de sinter Claesbroederschap ten behoeve van de sinter Claeskapel opten Laer een grondrente van twee oude schilden hebben overgedragen ten laste van hun huis in de Vleisstraten
25 1381 september 7
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert eyn ind tachtentich op onser Vrouwenavent dat siij geboeren waert nativitas Marie"

Gerat inghen Rade, richter, Johan van Lomme en Goetsen van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Riemken der goltsmyt en Catharine aan de sinter Claesbroederschap ten behoeve van de sinter Claeskapel opten Loer een grondrente van vier mark, zes schillingen en acht penningen hebben overgedragen ten laste van verschillende percelen op de Kerkstraat, Loerpoort, Molenveld, op ter Beeck, op de Jairmarcktstraeten, op der Schoelbeke en op de Lomstraat
26 1382 januari 6
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert twe ind tachtentich opten heiligen durtiendach"

Arnolt Vinck, richter, Johan van Lomme en Goetsen van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Truda Tympen, met toestemming van haar dochter Truden en haar man Heynken Tegelmans, aan Heynrick van Lomme, zoon van Heynrick, een grondrente van negen schillingen en 8 penningen ten laste van een huis op de Kerkstraat heeft overgedragen
27 1383 oktober 15
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert dri ende tachtentich op sint Gallenavont"

Arnolt Vinck, Richter, goetswijn van Lomme en Arnolt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Berte Moelneers aan de sinter Claesbroeders een grondrente van zes groten en twee hoenderen ten laste van het huis Lomme, Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Berte Moelneers aan de sinter Claesbroeders een grondrente van zes groten en twee hoenderen ten laste van het huis van Johan Heupkins en het huis van Philips aan den gansen erven en een grondrente van drie schillingen, vier penningen en twee hoenderen ten laste van het huis van Pauwen gelegen aan Gher Weiden heeft overgedragen
28 1383 december 20
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert dri ende tachtentich op sint Thomasavondt des heilighen apostels"

Arnolt Vinck, richter, Harman Mensener en Goetswijn van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren, dat Gerard in gheen Raede aan de sinter claesbroederschap een bouwplaats aan de Jaermerckt heeft overgedragen
29 1384 januari 16
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert vier ende tachtentich op sint Anthonysavondt"

Arnolt vinck, richter, Harman Mensener en Jacop van Nere, schepenen te Venlo, verklaren dat Heinryc van Niemeghen en Lisbet aan Harman van Helden en Lysbetken een perceel akkerland inhet Mewen Venne hebben overgedragen
30 1384 maart 11
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert vier ind tachtentich op sent Gregoriusavent"
31 1384 december 20
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert vier ende tachtentich op sint Thomaes avont des apostolen"

Wine van Rijkel, Duderych van derMaesen, Jacop van den Bosche, Wilhem van Cruytsberghe, Henken Beckenzoon en Johan op Hout, schepenen te Beesel, verklaren dat Harman Laemenzoon aen ghenen Loe en Heilewijch aan Heinrich Heiden en Aleiten een grondrente van drie malder rogge hebben overgedragen ten laste van een perceel genaamd Berghenacker, een perceel genaamd der Cranenacker, een perceel genaamd der Vuersenacker gelegen opten Steghen en een perceel gelegen tegen den Loe, allen gelegen binnen de gemeente Tegelen.
Bezegelaar: Johan Peut, ambtman in het land van Montfort
32 1386 september 7
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert sess ind tachentich op onss Vrouwenavent nativitatis"

Arnolt Vinck, richter, Goeswijn van Lomme en Arnolt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat van Lomme aan Johan van Leudt en Bele een grondrente van een alde schild en drie groten ten laste van een erf op de Peperstraat hebben overgedragen
33 1388 juli 21
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert ach ind tachtentich op sente Marien Magdalenenavent"

Arnolt van Bonne, richter, Goeswijn van Lomme en Peter Mensener, schepenen te Venlo, verklaren dat Coene Bonmaerts en Marie aan Martijn Betkenszoon een grondrente van een Gelderse gulden ten laste van een erf op de Nijerstraat naast de sinter Claeskapel hebben overgedragen
34 1389 september 13
" In 't jair ons Heren dusent dryhondert negen ende tachtentich optes heiligen cruytzavent exaltatatio"

Harman Mensener en Arnolt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Tilman van Holthusen ten behoeve van Johan van Leudt en Bele afstand doet van zijn rechten op een halve morgen akkerland inden Mewen Venne
35 1390 mei 1
"In den jaer ons Heren dusent dryhondert ind negentich op sent Walborghendach der heiligen jonfrouen"
36 1390 juni 5
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert ind 90 op sent Bonifaciusdach"

Arnolt Vinck, richter, Harman Mensener en Jacop van Nere, schepenen te Venlo, verklaren dat Jan van Boxmeer en Yda aan Johan Vincken en Margaretha een grondrente van vier schillingen en elf penningen ten laste van een huis aan de Jaermeircktstraten hebben overgedragen
37 1390 juni 29
"In den jaer ons Heren dusent dryhondert ind negentich op sent Peters ind Pouwelsdach"

Arnolt Vinck, richter, Johan van Lomme en Arnolt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Peter Bachuys van Keent en Barbara aan Johan Horre en Katherine een grondrente van achttien groten ten laste van een huis op de Nijerstraat hebben overgedragen
38 1390 juli 25
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert ende neghentich op sint Jacobsdach"

Arnolt Vinck, richter, Johan van Lomme en Arnolt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes Becker en Katharina aan de sinter Claesbroederschap een huis bij sinter Claes en Peter Ketken hebben overgedragen
39 1390 augustus 24
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert ende neghentich op sint Bartholomeusdach des apostelen"

Arnolt Vinck, richter, Harman Mensener en Johan van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes Storm en Guyde aan Johan van der Steyll en Katherine een moestuin hebben gegeven gelegen over de Hellebeke tegen een erfcijns van 32 groten
40 1390 oktober 31
"Ind jaer ons Heren dusent driehondert ind negentich op Alreheiligenavent"

Johan Vinck, richter, Johan van Lomme en Goeswijn van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Gogbel, zoon van Andries Weldig mede namens zijn broer Gerat, aan Johannes Weldig en Metten een grondrente van een mark en een maat uien ten laste van een moestuin in der Gaesweiden heeft overgedragen
41 1391 april 4
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert eyn ind negentich op sent Ambrosiusdach"

Arnolt Vinck, richter, Harman Mensener en Johan van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes Storm en Goyde aan Heyn Cluyssen en Lyse eenvierde deel van een morgen akkerland op ghenen Laer in hun kamp voor een Gelderse gulden in erfcijns hebben gegeven
42 1391 april 4
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert eyn ende neghentich op sint Ambrosiusdach der bischope"

Arnolt Vinck, richter, Johan van Lomme en Jacob van Neer, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes Storm en Goyde aan Met Gobbel, weduwe van Staelkens, een perceel akkerland opten Laer voor twee Gelderse gulden in erfcijns gegeven hebben
43 1392 april 23
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert twe ende neghentich op sint Joerysdach"

Arnolt Vinck, richter, Goeswijn vanLomme en Arnolt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes van Kaule de oude en Marey aan de sinter Claesbroederschap alle renten hebben overgedragen van een bouwplaats gelegen op de Jaermercktstraeten en alle eventuele rechten hebben overgedragen aan Hennen Letken en zijn vrouw Griete waarna laatstgenoemden deze eventuele rechten op de bouwplaats hebben overgedragen aan de sinter Claesbroederschap
44 1392 juni 24
"In 't jaer ons Heren dusent drihondert twe ende neghentich op sint Johansdach baptisten"

Arnolt Vinck, richter, Sander Vinck en Jacob van Poll, schepenen te Venlo, verklaren dat Trude, weduwe van Peter Ketkens, met toestemming van Henne Ketkens haar zwager, aan Coenraet van Tytz en Geertrude een huis heeft overgedragen aan de Vleyschstraten dat aan de achterzijde grenst aan de sinter Claeskapel
45 1395 januari 5
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert vyf ende neghentich opten heiligen durteenavondt"

Johan Vinck, richter, Johan van Lomme en Goetswijn van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Lysken, dochter van Thijs Schers, van Trude, weduwe van Hennen Aesheins, door uitwinning een perceel akkerland heeft verkregen in den Mewen Venne en dat zij dit vervolgens heeft overgedragen aan Dirk Wegghen en Trude
46 1397 juli 12
"In denjaer ons Heren dusent dryhondert seven ind negentich op sente Margretenavont"

Johan Vinck, richter, Peter Mensener en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Gobbell van Pont en Bele aan Johan van Leudt en Bele een grondrente van drie Gelderse gulden ten laste van een huis op de hoek van de Steenstraat hebben overgedragen
47 1399 januari 6
"In 't jair ons Heren dusent dryhondert negen ende negentich opten durtiendach"

Arnolt van Lomme, richter, Peter Menseneer en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Geraert Magerpert en Bele aan Johannes Mulaert en Yrmgarde een perceel akkerland anden Zan tberghen, genaamd de Zantbergh, hebben overgedragen
48 1399 juni 15
"In 't jair ons Heren dryhondert neghen ende negentich op synt Vitusdach"

Arnolt Vinck en Heynrick de Weldige, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacop Wijer aan Johannes Mulart en Yrmgarde twee zandbergen heeft overgedragen
49 1399 juni 26
"Actum anno Domini millesimo nonagesimo noa in die beatorum martirum Johannis et Pauli"

Aangezien broeder Lubertus, prior van het kruisherenklooster sint Agatha bij Cuyck, en andere broeders van de burgemesters, schepenen en raden van de stad Venlo, met toestemming van Wilhelmus, hertog van Gelder, de kapel toegewijd aan de H. Nicolaas tot stichting van een klooster hadden verkregen en aangezien zij geschillen hadden willen voorkomen, treffen de pastoor, broeders, burgemeesters, schepenen en raden een overeenkomst inzake het opdragen van missen en inkomsten voor de pastoor.
Bezegelaars: de pastoor, broeder Lubertus en de stad Venlo
50 1399 juni 26
"Anno a nativitate Domini millesimo tricentesimo nonegesim ypso die beatorum Johannis et Pauli martirum"

Theodoricus, regulier kanunnik van de abdij Averbode, pastoor van de kerk te Venlo, laat aan de bisschop van Luik weten, dat hij mede op verzoek van de hertog van Gelder zijn toestemming verleent tot het bouwen van een Kruisherenklooster bij de kapel van Sint Nicolaas.
Bezegelaar: Theodoricus, pastoor
51 1399 augustus 8
"Anno a nativitatie Domini millesimo tricentesimo nonagesimo nono mentis augustie die octava"

Johannes de Bavaria, elect van het bisdom Luik, verklaart op verzoek van Willem, hertog van Gulik en Gelder en graaf van Zutphen, en van van de burgemeesters, schepenen en raad van de stad Venlo zijn goedkeuring te hechten aan de stichting van een kruisherenklooster aldaar en aan de incorporatie van de sint Nicolaaskapel, waarvan het vergevingsrecht aan de magistraat behoorde. Hij stelt enige regels onder andere over de inkomsten en gelast de deken van het kapittel van de H.Geest te Roermond deze besluiten in Venlo af te kondigen.
Getuigen: Johannes de Optem, officiaal, Johannes de Vinario, zegelbewaarder, Lambertus Gregorie de Rijswijk, Johannes de Monte, Jacobus Schotelaer
52 1399 augustus 29
"In 't jaer ons Heren dusent dryhondert neghen ind neghentich op sente Johannesdach decollationis dat hij onthoufft waert des heiligen propheets ind martelers"

Roloff ter Moelen, richter, Goeswijn van Lomme en Arnolt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Heinken Swertvegher en Marijken, dochter van wijlen Johan Goutsmeets, Johan Swertveger en Goetsken, met toestemming van hun vader Henken Swertvegher, aan Gerat vanden Bosch en Stijne een grondrente van een alde schild hebben overgedragen ten laste van een kamer gelegen aan het huis van Johan Goutsmeets en aan het erf van Sibrecht Staelkens
53 1400 januari 25
"In den jaer ons Heren dusent ind vierhondert op sent Pauwelsdach conversionis"

Roloff van der Moelen, richter, Arnolt van Lomme en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Horre en Katherine aan de sinter Claeskerk een grondrente vanachttien groten ten laste van een huis op de Nyerstraat hebben overgedragen
54 1401 januari 20
"In den jair ons Heren doe men scrieff dusent vierhondert ind eyn op sunte Sebastianusdach dess heiligen mertelers"

de gemene schepenen van Bracht verklaren dat Johan Goltsteyn aan de kruisheren een grondrente van een gulden en een kapoen ten laste van Wolfkinsgoed heeft overgedragen
55 1401 januari 25
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ind eyn op sente Pauwels conversionis"

Willem, hertog van Gelre en Gulik, graaf van Zutphen, verklaart aan de kruisheren een rente van tien malder rogge ten laste van de nieuwe tienden te Venlo overgedragen te hebben ter stichting van een mis
56 1401 maart 17
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende eyn op sint Geerdrutsdach"

Johannes van Brede, richter, Arnolt van Lomme, en Bertelt Martijns zoon, schepenen te Venlo, verklaren dat Ghraert van Bonne en Nese aan de sinter Claeskerk een vierdedeel van een zoutmetersambt hebben geschonken
57 1401 april 4
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn op sent Ambrosiusdach"

Johannes van Brede, richter, Peter Mensener en Heinrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Dyrick Mensener en Alveret aan de sinter Claeskerk een grondrente van zes witpenningen ten laste van een erf op de Nyerstraten hebben overgedragen
58 1401 juni 23
"In 't jaer ons Heren dusent vierhonderd ind eyn op sent Johansavent baptisten"

Johannes van Brede, richter, Goeswijn van Lomme en Heynrich te Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes die Weldige en Nette aan de sinter Claesbroeders een grondrente van een mark en een maat uien ten laste van een moestuin in de Gaesweiden hebben overgedragen
59 1401 juni 29
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn op sent Peter ind Pauwelsdach"

Johannes van Brede, richter, Goeswijn van Lomme en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Dirick dy Gruter van Aldekerk, echtgenoot van Stijnen Voeghts aan de sinter Claeskerk een grondrente van een mark ten laste van een huis aan de Lomstraat op de hoek van het Schrixel heeft overgedragen
60 1401 oktober 8
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn op sunte Dionisiusavent"

Johannes van Brede, richter, Goeswijn van Lomme en Peter Mensener, schepenen te Venlo, verklaren dat Dyrick aenghen Eynde van Herungen en Bele Gytzen aan Johan van Beringen en Berten een grondrente van een malder rogge ten laste van een half huis op de Keircstraten hebben overgedragen
61 1401 oktober 9
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn op sent Dyonisiusdach"

Johannes van Brede, richter, Arnolt van Lomme en Peter Mensener, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Katte van Arcen en Katharina aan de sinter Claeskerk een grondrente van een halve Gelderse gulden ten laste van een huis aan de plaats aan ded Maas hebben overgedragen
62 1402 januari 16
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende twee op sint Anthnonisavondt"
63 1402 januari 16
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende twe op sint Anthysavent des heiligen confessors"

Johan van Brede, richter, Goeswijn van Lomme en Peter Mensener, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Nuser en Mechtelt aan Johan van Boyckholt en Aleyde een grondrente van vier malder rogge ten laste van een perceel akkerland aan den Gruythove hebben overgedragen
64 1402 februari
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe op sint Valentijnsdaech des heiligen confessoers ende marteleers"

Johannes van Brede, richter, Peter Mensener en Heinrick Ratink, schepenen te Venlo, verklaren dat Katherijna van Bonne, met toestemming van haar echtgenoot Gheraert Steynkens, Heynen Vriesen en Katherijne, Wilhem des Verwers en Johanne, aan Ewalt Storm en Griet en Arnolt en Fije, twee percelen akkerland aan de Tiegelrien die zij in pacht had, heeft teruggegeven en dat laatstgenoemden verklaarden dat zij voordien reeds hun rechten hadden verkocht aan Johan van Bocholt en Aleid en dat zij nu de betreffende percelen hebben overgegeven
65 1402 maart 11
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe op sint Gregoriusavondt"
66 1402 juli 24
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind twe op sent Jacopsavent des heiligen apostels"

Johannes van Brede, richter, Gerat van Hellu en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Tilman van Hoyrbeke aan de sinter Claesbroeders tenn behoeve van de sinter Claeskerk een grondrente van vijftien groten ten laste van een huis op de Nyerstraat heeft overgedragen
67 1402 september 11
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe des maendaechs na onser Vrouwendaghe nativitas"

Johan Mensensoen, Johan Vreedsensoen en Everhart van Oeden, schepenen te Kessel en Helden, verklaren dat Arnolt Struver van Kessel aan Dyderik Bouten van Kessel, zoon van wijlen Harman Bouten, een grondrente van een malder rogge ten laste van een kamp aan de Heergrave gelegen in het buurtschap Heergrave in Kessel heeft overgedragen.
Bezegelaars: Ziedgher van Kessel in ghene Loe, schout van Kessel en Helden en Arnolt Struver van Kessel
68 1402 december 20
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind twe op sent Thomasavent"

Johannes van Brede, richter, Goeswijn van Lomme en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan User en Mechteld aan Gerat Beirdt en Marie een grondrente van twee Gelderse guldens ten laste van een huis op de Peperstraat hebben overgedragen
69 1402 december 20
"Inden jaer ons Heren dusent vierhondert ind twe op sent Thomysavent"
70 1403 september 20
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende dry op sint Mathijsavondt"
71 1404 mei 13
"In den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende vier op sent Servaesdaech des heilighen bisscops"

Johannes van Brede, richter, Peter Mensere en Bertolt Mertijnssoen, schepenen te Venlo, verklaren dat Henken die Roede en Lene, Goetswijn Mereyll en Katherine aan Dirck Greveraede en Inghel een perceel akkerland gelegen in het Mewen Ven hebben overgedragen
72 1404 september 7
"Inden jairen onss Heren dusent vierhondert ende vier op onser liever Vrouwenavent nativitas"

Johan van Bueren, heer van Arcen, verklaart dat hij een minnelijke schikking heeft getroffen met de burgemeesters, schepenen en gemene raad van Venlo in aanwezigheid van de arbiters Johan van Broichusen, Heynrick van Wisschel en Arnt van Lomme, inhoudende dat de navolgende goederen van de Venlose burgers in de heerlijkheid Arcen geen schatting of bede behoeven te betalen, behalve wanneer een heer van Arcen tot ridder wordt geslagen of een dochter wordt uitgehuwelijkt.
Bezegelaar: Johan van Bueren, Johan van Broichusen, Heynrick van Wisschel en Arnt van Lomme
73 1404 september 20
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind vier op sent Mathijsavent des heiligen apostels"

Johannes van Brede, richter, Arnolt van Lomme en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Heynrick op ghene Hoeff van B;erick aan de kruisheren een grondrente van een summer rogge ten laste van een perceel akkerland en een beema gelegen aan ghenen Venne heeft overgedragen
74 1404 oktober 1
"In de jaeren ons Heren dusent vierhondert en vier op sente Remeisdach des heiligen bisschops"

Johannes van Brede, richter, Bertolt Martinssoen en Heinrich Ratink, schepenen te Venlo, verklaren dat Willem van Brede aan zijn zoon Willem van Brede verwekt bij Gesen van Berverde, al zijn rechten en bezittingen te Venlo zijn overgedragen
75 1405 januari 4
"Anno Domini millesimo quadringentesimo quarto mensis januarii die quarta"

Matheus Peuyt de Echt, vice proost van het kapittel van de H. Geest te Roermond deelt aan Johannes de Bavaria, elect van Luik mede, dat hij op verzoek van de prior en het convent het bevelschrift waardoor deze akte getransfigeert is, in de parochiekerk van Venlo heeft afgekondigd
76 1405 september 20
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ind vijve op sent Mathijsavent des heiligen apostels"

Johannes van Brede, richter, Gerat van Hellu en Henrick Ratincks, schepenen te Venlo, verklaren dat Lentzgen Syegherssoen de vleishouwer en Stijne en Johan Vaes en Katherine aan de kruisheren twee percelen moestuin gelegen achter het huis van sinter Claes hebben overgedragen
77 1407 april 4
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ende seven op sent Ambrosiusdaech"

Johannes Boen, rentmeester van het kapittel van sint Servaas als leenheer, verklaart dat hij op verzoek van Mathijs van den Oever van Kessel in aanwezigheid van Claes van Rutecoeven, Claes genaamd Coele en Geraert van Rutecoeven, laten van het kapittel van sint Servaas, Dirick Moeren, burger te Venlo en Gebel heeft beleend met een hoeve te Offenbeek die van het kapittel van sint Servaas in erfcijns gehouden wordt.Bezegelaars: Johannes Boen en Mathijs van den Oever van Kessel
78 1407 september 7
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ende seven op onser liever Vrouwenavent die men schriefft tot latine nativitas beate Marie virginis"

Heinrick Vinck, richter, Gerat van Hellu en Heinrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Hille, dochter van wijlen Daem Mondts met toestemming van haar moeder Lutken, weduwe van Daem Mondts, aan de kruisheren drie morgen akkerland en drievierdedeel van een weiland op ten Haemer hebben overgedragen
79 1707 september 20
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ende seven op sent Mathijsavent des heiligen apostels"

Wolter van Paerle, richter, Giesken aan ghenen Loe en Henken Heidenssoen van Bellefelt, schepenen te Beesel, verklaren dat Mathijs van den Oever van Kessel en zijn vrouw Katherine met toestemming van hun zoon Goedaert, aan Dirick Moeren, burger te Venlo en Gebel een hoeve te Offenbeke hebben overgedragen.
bezegelaars: Mathijs van den Oever van Kessel en Goedaert van den Oever
80 1407 oktober 18
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind seven op sent Lucasdach des ewangelists"

Heynrick Vinck, richter, Goetswijn van Lomme en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Harmen van Nere en Mette aan Dyrick Moeren en Gebel een grondrente van een alde schild ten laste van een huis op de alde Merckt bij de stadsmuur hebben overgedragen
81 1407 november 25
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ende seven op Sent Katherinendach der heligher jonfrouwen"

Wolter van Paerleir, richter, Giesken aan ghenen Loe en Henken Heidenssoen van Bellefelt, schepenen te Beesel, verklaren dat Mathijs van den Oever van Kessel en Katherine aan Dirick Moeren, burger te Venlo en Gebel een hoeve te Offenbeke hebben overgedragen uitgezonderd de weiden Waesch bij Offenbeker Beke, tegen een rente van drie groten.
Bezegelaars: Mathijs van den Oever van Kessel en Wolter van Paerleir
82 1408 maart 17
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ende acht op sent Gertrudendach der heligher Jonfrouwen"

Mathijs van den Oever van Kessel en Katherine verklaren dat in aanwezigheid van hun laten Dirick Ludolfssoen van Belfelt en Dirick Beier van Offenbeke, een rente van drie groten ten laste van hun hoeve hebben verkocht en dragen vervolgens deze rente voor Wolter van Paerleir, richter, Giesken aen ghen Loe en Henken Heidenssoen van Belfelt, schepenen te Beesel, over aan Dirick Moeren, burger te Venlo en Gebel.
Bezegelaars: Mathijs van den Oever en Wolter van Paerleir
83 1408 juli 12
"In den jairen ons Heren dusent vierhondert ende acht op sent Margretenavent der heiligen jonfrouwen"

Heinrick Vinck, richter, Bertolt Mertijnssoen en Heinrick die Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Stine, dochter van wijlen Mertijn, aan Gerat van den Kranenvelt een grondrente van een halve Engelse nobel ten laste van een perceel akkerland aan gher Oeden heeft overgedragen
84 1408 oktober 23
"In de jaeren ons Heren dusent vierhondert ind acht op sent Severijnsdach des heiligen bisschops"Heinrick Vinck, richter, Arnt van Lomme en Heinrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Michel van Brede, zoon van Gerat Michels, Gerat, Michel, Peter, Mette en Willem, kinderen van Michel van Brede, afstand doen van alle rechten op de nalatenschap van Willem van Brede, pastoor te Bergh
85 1408 november 10
"In den jairen ons Heren dusent vierhondert ende acht op sent Mertensavent des heiligen bisscops inden wijnter comende"

Reinart van Boerle, ridder, en vrouwe Lisbeth, verklaren dat zij ter nagedachtenis van hun ouders Reyner van Boerle en Johan van der Steghen aan de kruisheren een grondrenter van vier malder rogge en vier malder haver hebben gegeven ten laste van bezittingen van wijlen Reyner Storms in de heerlijkheid Velden welke de kruisheren in lijfgewin houden van jonker van Wevelkoeven. Voorts dragen zij een grondrente over van zeven vat rogge ten laste van een perceel akkerland genaamd den Egelsacker gelegen in Nuetgensgoed te Blerick ter stichting van enige missen.
Bezegelaars: Reinart van Boerle en Lisbeth
86 1408 december 13
"In den jaeren ons Heren duysent vierhondert ende acht op sent Luciendach der heiliger jonfrouen"

Heinrick Vinck, richter, Heinrick Ratinck en Heinrick die Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Symon Cruytzbergh en Aleit aan Derick Greverade en Engelen een perceel akkerland in ghenen Mewen Vennen hebben overgedragen
87 1409 mei 25
"In den jairen ons Heren dusent vierhondert en negen op sent Urbanusdach"

olter van Paarleleir, richter, Henken Heidenssoen van Belfelt, Ghiesken aan ghenen Loe, Gerat aen genen Bosch, Goedert Noete en andere schepenen te Beesel, verklaren dat Mathijs van den Oever van Kessel en Katherine aan Dirick Moeren, burger te Venlo, en zijn echtgenote Gebel de weide Wasch gelegen te Offenbeke aen der Beke hebben overgedragen.
Bezegelaar: Wolter van Paarleir, richter
88 1409 augustus 23
"In den jairen ons Heren dusent vierhondert ende negen op sent Bartholomeusavent des apostels"

Heinrick Vinck, richter, Bertolt Mertenssoen en Heinrick Drab, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes Mulert en Ermgert aan Dirick Greverade en Engel een perceel akkerland bij het Mewen Ven hebben overgedragen
89 1411 oktober 9
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende ijlve op sunte Dyonisiusdach des heylighen martelers"

Johan Beerkensoen en Goetswijn Scroeder, schepenen te Kessel en Helden, verklaren dat Dyrick Bout van Kessel en Margriet toestemming aan Claes van Walberch, burger te Venlo, gegeven hebben om een grondrente van een malder rogge te innen die Arnold Struwer van Kessel voordien aan Dyrick Bout had verkocht.
Bezegelaar: Dyrick van der Heyden, scholtis in het land van Kessel
90 1412 april 4
"In den jairen ons Heren dusent vierhondert ende twelff op sent Ambrosiusdach"

Heinrick Vinck, richter, Goetsen van Lomme en Heinrick de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Katherine Tympen met toestemming van haar zoon Heinen Tympen en Oelenden en Johan Kat van Aerssen en Trude, dochter van Katherine Tympen, aan Goedert Heuft en Gebel vijf morgen akkerland min acht roeden gelegen in der Rijt heeft overgedragen tegen een grondrente van vier malder rogge
91 1412 april 23
"In den jairen ons Heren dusent vierhondert ende twelff op sent Georgiusdach"

Heinrick Vinck, richter, Heinrick de Weldich en Heinrick Drab, schepenen te Venlo, verklaren dat Lambrecht Mercator en Met aan Johan opten Werve en Bele een morgen weiland gelegen in den Mewen Venne hebben overgedragen
92 1412 november 10
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ende twelve op sent Mertensavent des heilighen bisschops in den wenter comende"

Reynart van Boerle, ridder en Lysbet verklaren dat zij enige jaargetijden hebben gesticht in het kruisherenklooster ter nagedachtenis van hun ouders Reyners van Boerle en zijnechtgenote, Johan van der Steghe en zijn echtgenote en hun kinderen waarvoor zij een grondrente overdragen van vier malder rogge en vier malder haver ten laste van het perceel akkerland dat vroeger Reyner Storms te Velden toebehoorde, die hij als lijfgewinsgoed van jonker van Wevelkoeven hield, en een grondrente van zeven vat rogge ten laste van een stuk land den Egelsacker gelegen in Neutgensgoed te Blerick
93 1413 april 23
"In 't jaer ons Heeren dusent vierhondert ind dertteen op des gueden sint Jorysdach des heiligen rydders"

Sybrecht van Kriekenbeck, richter, Henrick Ratinck en Gerit van Hellue, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes van den Wijer en Lysbeth een grondrente van negen gulden hebben geschonken ten laste van een huis waarvan vier gulden voor de kerkmeesters van de hoge kerk, twee gulden voor de kruisheren en een gulden voor de Heilige Geest, alle ter stichting van een jaargetijde. Voorts schonken zij een gulden voor de gasthuismeesters ten behoeve van de armen en een gulden voor de begijnen achter het kruisherenklooster
94 1413 augustus 9
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende durteen op sent Laurentsavent des heiligen mertelers"

Sibrecht van Krekenbec, richter, Art van Lomme en Heinrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Bertolt Mertenssoen en Aleit aan de kruisheren een stenen huis tegenover het hospitaal van Venlo hebben overgedragen
95 1414 april 28
"In den jaer ons heren dusent vierhondert ind vierteyn op sent Vitalisdach des heiligen merteleirs"

Sibrecht van Krekenbeck, richter, Art van Lomme en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat berte en Marie aan de kruisheren een grondrente van een Gelders gulden ten laste van een huis op de Peperstraat hebben overgedragen
96 1414 juni 9
"In 't jair ons heren dusent vyrhondert ind vyrthyn des satherdahes nae des heiligen Sacramentzdaches"

Heyn van den Berghen en Lysbeth verklaren dat zij van jonkvrouw Ysenbele van Holthusen en van Johan van Holthusen, haar zoon, de helft van de hei gelegen in de heerlijkheid Grubbenvorst genaamd dat Wijvelt, tegen twee malder rogge en een halve tijnsgrote in erfcijns nemen.
Bezegelaars: Walraven vander Heyden, priester en Johan van Hegelshem
97 1414 juli 13
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ende viertien op sent Margretendach"

Sybrecht van Krekenbeck, richter, Art van Lomme en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat Vos en Trude aan Derick van Rade een perceel akkerland aan den Mewen Venne in het kamp van Henken des Roede hebben overgedragen
98 1416 maart 11
"In den jaer ons Heere3n duysent vierhondert ende sesteen op sent Gregoriusavent"

Burgemeesters, schepenen en raad van Venlo, verklaren dat de kruisheren van jonker Wolter van Mosmael, aartsdiaken van Henegouwen, jonker Willem van Mosmael, broers, kanunnik te Luik en van DedericMan en Mathijs van Gangell, schepenen te Roermond, allen executeurs-testamentair van Robbrecht van Erkel, heer van Grevenbroek, 150 Gelderse gulden hebben ontvangen tot aankoop van goederen
99 1416 november 10
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende sesteen op sent Mertensavent"


Sibrecht van Krekenbec, richter, Bertolt mertenssoen en Heinrick de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Heinrick Drab en Stine aan Goedert Bock en Nese een perceel akkerland gelegen op Reymans Kampe hebben overgedragen
100 1417 juli 12
"In den jaer onss Heren dusent vyrhondert ind seventeen op sente Margaretenavent"

Symon van Onckemeert en Heynrick van Beringhen, schepenen te Kessel en Helden, verklaren dat Dierick van Achel aan Harman van Helden en Lysbetten, burgers van Venlo, een grondrente van een malder rogge heeft overgedragen ten laste van het derde deel van vijf morgen akkerland genaamd de Tiegelacker, die zij in erfcijns houden van Jan van Achel, en ten laste van het derde deel van twee morgen land gelegen op den luden Rade die zij in erfcijns houden van Jan Coesdonck.
Bezegelaar: Dyrick van der Heiden, scholtis in het land van Kessel
101 1417 september 7
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind sevteyn op onser liever Vrouwenavent to latyn geschreven nativitatis Marie"

Sibrecht van Krekenbeck, richter, Bertolt Mertenssoen en Heynrick de Weldich, schepen te Venlo, verklaren dat Heine ter Moelen, zoon van wijlen Roeloff ter Moelen, aan Meynert mertenssoen en Katherine een grondrente van een alde schild ten laste van een huis op de Steynstraat hebben overgedragen
102 1417 september 20
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind seventeyn op sent Matheusavent des heiligen apostels"

Sibrecht van Krekenbeck, richter, Heynrick Ratinck en Henrick Drab, schepenen te Venlo, verklaren dat Henne Scholmant en Met aan de kruisheren een grondrente van twee kwarten olie ten laste van een huis opter Beke hebben overgedragen
103 1418 april 10
"Yn 't jaer ons Heren dusent vierhondert echtyen op den tyenden dach in den aprylle"

Johan van Tyenhoven, meier, Johannes van Osen, priester, Johannes Boen, Heyne van Baexen, Johan van der Steghen, laten van het kapittel van sint Servaas, verklaren dat Dirick Moer van Venlo en Gebel aan Meynart Mertens, sterfman van de kruisheren, een hoeve hebben overgedragen te Offenbeke in het kerspel Beesel die zij in cijns hielden van het kapittel van sint Servaas.
bezegelaars: Johan van Tyenhoven, Johannes van Osen, Johannes Boen, Heyne van Baexen en Heynrick Vyncke, rentmeester van het land van Horn
104 1418 april 28
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende achteen op sent Vitalisdach"

Sibrecht van Krekenbec, richter, Bertolt Mertenssoen en Heinrick Drab, schepenen te Venlo, verklaren dat Katherine Ywants en haar zoon Tilman Ywants aan Metten Moerskens een kamp opten Loer hebben overgedragen
105 1418 mei 25
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende achteen op sent Urbaensdach"

Sibrecht van Krekenbec, richter, Art van Lomme en Heinrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Aleit Horren aan de kruisheren een grondrente van twee malder rogge ten laste van een kamp genaamd Horrenkamp heeft overgedragen
106 1418 mei 26
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende achteen des anderen daghes na sent Urbanusdach"

Sybrecht van Krekenbec, richter, Art van Lomme en Henrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Claes Walborgen met toestemming van Johan en Willem Wailborgen, zijn broers, aan de kruisheren al zijn bezittingen te Venlo, Suchtelen, Breyl en Kessel die hem uit de nalatenschap van van zijn ouders zijn toegevallen, heeft overgedragen
107 1418 september 20
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind achteyn op sente Mathijsavent"

Sibrecht van Krekenbeck, Richter, Heynrick Ratinck en Heynrick de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Jan Voss en Aleth aan Lysbetten, dochter van Gerat van Stalbergen, een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis op de Vleesstraat hebben overgedragen
108 1418 september 30
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende achteen op sent Remeisavent"

Sybrecht van Krekenbeck, richter, Heinrick de Weldich en Heinrick Drab, schepenen te Venlo, verklaren dat Trude Vos met toestemming van haar kinderen Johan Vos en zijn echtgenote Aleyden, Willem, Gerat en Bertolt, aan Dirrck Greveraide en Engel drie morgen akkerland min zestien roeden achter den Kranenvelt heeft overgedragen
109 1420 juli 24
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich op sent Jacobsavent des heiligen apostels"

Sibrec ht van Krekenbec, richter, Art van Lomme en Bertolt Mertenssoen, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan van Lit en Pauweline aan de kruisheren een grondrente van een malder raapzaad hebben overgedragen ten laste van een huis achter de Heilige Geest ten behoeve van een votieflamp voor het Heilige Kruis
110 1420 september 16
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind 20 op sent Lambrechtsavent"

Sibrecht van Krekenbeck, richter, Heynrick Ratinck en Heynrick te Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Dries Heuftman der becker en Sewit aan de kruisheren een grondrente van vijf kwarten olie en zeven en een halve oude Vlaamsen ten lastee van een huis op de Vleisstraat hebben overgedragen
111 1420 december 20
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ind twintich op sent Thoemasavent apostels"

Sibrecht van Krekenbeck, richter, Goetsen van Lomme en Henrick de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Grete van Roggel en haar dochter Lysbet aan Lambrecht van Kessel een kamer tegenover het hospitaal hebben overgedragen
112 1420 december 20
Sibrecht van Krekenbec, richter, Bertolt Mertenssoen en Heinrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Henrick Duytzman door gerechtelijk beslag het huis van Johan van Swamen heeft gekregen en het vervolgens aan zijn zoon verkoopt
113 1421 februari 14
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn ind twintich op sent Valentijnsdach"

Sibert van Krekenbeck, richter, Arnt van Lomme, en Heynrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Soere Voss en haar dochter Aleit aan de kruisheren een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een beemd buiten de Tegelpoort hebben overgedragen
114 1421 april 28
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende eyn ende twintich op sent Vitalisdach"

Sibrecht van Krekenbec, richter, Heinrick Ratinck en Heinrick de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan van Lit en Pauweline aan Gerat opten Loer en Aleid een huis op de Nuwerstrate hebben overgedragen tegen een grondrente van een gulden
115 1422 april 22
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende twe ende twintich op sent Georgiusavent"

Henrick Drab, richter, Heinrick Ratinck en Heinrick de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Lisbet Piddels met toestemming van haar kinderen Heine Piddels en zijn echtgenote Merrie, Lenert Wrede en zijn echtgenote Mette, Johannes Vinck en zijn echtgenote Lisbette en Peter Kremer, aan de kruisheren een perceel akkerland in het Mewe Venne heeft overgedragen
116 1422 juni 23
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe ende twintich op sent Johansavent baptist"

Wolter van Paerle, richter, Johan Heydenssoen van Belfelt, Gerat Heutman, Geerman Heynen, Tijs van Lewen, Hen Rutten der smyt, Hen Tilmanssoen en Rueb van den Cruytsberch, schepenen te Beesel, verklaren dat Dirick Moer, burger te Venlo en zijn echtgenote Gebel aan de kruisheren een hoeve met toebehoren gelegen te Offenbeck die zij in erfcijns hielden van het kapittel van sint Servaas en een perceel groot negen morgen, die in erfcijns hielden van die van Ertzolbach en nu van heer Peter van Besel, hebben overgedragen.
Bezegelaar: Wolter van Paerle, richter
117 1422 augustus 23
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind twe ind twintich op sent Bartholomeusavent des heiligen apostells"

Heynrick Drab, richter, Heynrick Ratynck en Henrick te Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Marselis van Beringen en Fije en zijn broer Derick van Beringen aan de kruisheren een grondrente van 1 Gelders gulden ten laste van een huis opter Beke hebben overgedragen
118 1423 maart 15
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind drye ind twintich des neesten manendachs na sent Gregoriusdach"

Heynrick Drab, richter, Bertolt Mertenssoen en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Harman Nijewaert de oude en de jonge Harman Nijewaert, zijn zoon, aan de kruisheren een kamer op het Schrixel hebben overgedragen
119 1423 april 20
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind drie ind twintich op sent Philips ind sent Jacobsavent"

Heynrick Drab, richter, Bertolt Mertenssoen en Heinrick de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat Segers en Katherine aan Johan Daemen en Fije, Gerat den Vresen en Bele Bongaerts, Meus den Smeyde en Heilwich, Gobbel Lijnsen en Nese, Art Haller en Katherine, Johan van Doeren en Moelen, 124 roeden akkerland opten Laer tegen een grondrente van twee drie achste Arnhemse gulden en drie Gelders groten hebben overgedragen
120 1423 september 2
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind drie ind twintich des anderen daigs nae sent Egidiusdach des heilige abats"

Heynrick Drab, richter, Art van Lomme en Johan Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat broeder Goetsen van Boicholt aan de kruisheren al zijn bezittingen gelegen binnen het gericht Venlo heeft overgedragen
121 1423 september 20
"In 't jair ons Heren dusent dierhondert ende drie ende twintich op sent Mathijsavent"

Heinrick Drab, richter, Art van Lomme en Heinrick Ratinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Lambrecht van Kessel aan de kruisheren een kamer tegenover het hospitaal heeft overgedragen
122 1424 maart 11
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende vier ende twinrich op sent Gregoriusavent des heiligen paewes"

Heinrick Drab, richter, Heinrick de Weldich en Willem Woest, schepenen te Venlo, verklaren dat Heine Horre en Met aan Derick van Holt een kamer op de Vleische straeten hebben overgedragen
123 1424 juli 1
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind vier ind twintich op onser Vrouwenavent to latijne gescreven visitatio Marie"

Heynrick Drab, richter, Heynrick Ratinck en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat broeder Johan van Erkelentz, vrouwenbroeder van het convent van Gelderen met toestemming van de prior en overige broeders, aan Willem Bruynen en Marie een grondrente van een halve mark ten laste van een huis op de Jaarmarktstraat heeft overgedragen
124 1424 juli 24
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert indf vier ind twintich op sent Jacopsavent"

Heynrick Drab, richter, Bertolt Mewrtensoen en Willem Woest, schepenen te Venlo, verklaren dat de prior van het kruisherenklooster, Johan Vinck der kremer en Gerat Mensener, kerkmeesters van Venlo, Meynart Mertenssoen en Johannes Piddel, gasthuismeesters, Dyrick Sele en Symon Smeyt, H. Geestmeesters, met toestemming van burgemeesters, schepenen en raad, aan Willem Kremer en Bele een perceel akkerland opder Hegen tegen een grondrente van vier summer rogge hebben overgedragen
125 1424 augustus 3
"In 't jair ons Heren dusent vyerhondert vyer ende twinrich op sent Stephensdach in latijn geschrven inventio sancti Stephani"

Wolter van Pardeler, richter, Raboll van den Kruytsberghe en Johan der Smyet, schepenen te Beesel, verklaren dat Gadaert van den Oever, met toestemming van zijn moeder Katherine van den Oever, ten behoeve van Derick Moren en Gebel afstand doen van alle aanspraken op lijfgewinsgoed te Offenbeck.
Bezegelaar: Wolter van Pardeler, richter
126 1425 januari 26
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende twintich des anderen daigs na sent Pauwelsdach to latine gescreven conversio sancti Pauli"

Art van Lomme en Willem Woest, schepenen te Venlo, verklaren dat Heine Horre en Mett erin toestemmen dat de grondrente van houtkoren en hoenders enkel rusten op hun huis in de Vleische straeten en niet op de aangrenzende kamer van Dirick in gen Holt. Dirick zal voortaan echter een grondrente van drie Hollandse plakken betalen
127 1425 september 20
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende twintich op sent Mathijsavent Apostoli"

Heinrick Drab, richter, Art van Lomme en Johan Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan van Raide der Trippenmeker en Hadewich aan de kruisheren een grondrente van zes Keulse witpenningen ten laste van een huis op de Jairmercktstraete hebben overgedragen
128 1425 november 5
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende twintich op sent Lenartsavent"

Heinrick Drab, richter, Art van Lomme en Bertolt mertenssoen, schepenen te Venlo, verklaren dat Lute Moersen, Heine Sartensenwever en Katherine, Heile Moersen en Ymmel Moersen, zusters en dochters van Lute Moersen aan de kruisheren hun aandeel van de toegangsweg en schuren op de Jairmercktstrate hebben overgedragen
129 1425 december 20
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende twintich op sent Thomaesavent apostoli"

Heinrick Drab, richter, Bertolt Mertenssoen en Johan Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan van Lomme, natuurlijke zoon van Heinrick van Lomme, en Ermgert aan Johannes, zoon van Ot Ruysschen, en Aleiden een perceel akkerland aan Gruythoeve hebben overgedragen
130 1426 maart 22
"In den jair ons Heren doe men schrieff dusent vierhondert ende seess ende twinrich des vrijdaeghs voir palmen"

Heinrick die Veer, priester en Herman van Neer, koster te Venlo, verklaren dat Mechtelt Colen, dochter van Dinteren, de tienden die zij ontving in het kerspel Velden aan de kruisheren heeft gegeven in aanwezigheid van de getuigen: Steven der Susteren, kapelaan inder Weyden en Harman van Neer de jonde, zoon van Reyner van Neer
131 1426 maart 24
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind sess ind twintich op onser lieven Vrouwenavent to latijn gescreven annuntiatio Marie"

Heynrick Drab, richter, Johan Vinck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Peter op ghenen Vogelsanck en Griete aan de kruisheren een grondrente van vier oude Vlaamsen ten laste van een huis op de Jaermercktstraten hebben overgedragen
132 1426 april 28
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende twentich des acht ende twentychsten daghes inden aprille"

Heynric Wouters, zoon van Dycculoe, Goeden Strijck, Wellen vander Asteldonck, Heyn Jans Cuypers soen, Jan vander Heyden, Goden Luybrechtssoen en Ghibe Gherit des ridderssoen, schepenen te Uden, verklaren dat Heyn Heynen des smeedssoen en Bele, weduwe van Gherit Vossen, zijn zuster aan Diric Kolenssoens soen goederen die hen waren toegevallen uit de nalatenschap van Mechteld Kolen, dochter van Dynter, gelegen te Velden en Venlo hebben overgedragen
133 1426 mei 28
"Datum vicessima octava die mensis maii anno Domini millesimo quaddringentesimo vicesimo sexto"

Theodoricus, natuurlijke zoon van wijlen Theodoricus genaamd Coelen de Dynther, doet ten behoeve van Ziijbertus genaamd van Kriekenbeke en Johannes genaamd Vinck, schepenen te Venlo, afstand van de tienden te Velden in het gewest Gelder en van alle goederen die Mechtildis, dochter van Nicholaus Coel de Dynther, aan de kruisheren vermaakt heeft, in aanwezigheid van de getuigen: Johannes Dickbier de Mierlo en Johannis de Beerse, schepenen te 's-Hertogenbosch
134 1427 maart 12
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende seven ende twintich op sent Gregoriusdach"

Heinrick Drab, richter, Johan Vinck en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Nese Bocks, weduwe van Goedert Bocks en haar zoon Johan Bock en Aleit aan Jacop Medsen en Seweden een perceel akkerland gelegen op Reymans kampe hebben overgedragen
135 1427 april 23
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind seven ind twintich op sent Jorisdach des heiligen marteleirs"

Heynrick Drab, richter, Willem Woest en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat Segers en Katherine aan Johan Vincken den kreemer en Metten een moestuin opten Loer hebben overgedragen tegen een grondrente van vier en een halve alde braspenninck
136 1427 mei 21
"Anno Domini 1400 vicesimoseptimo feria quart post dominicum cantate"

Theodoricus Biesman, onderrechter, aangesteld door Rudolphus van der Haetart, burggraaf van Nijmegen, Wijlhelmus de Heze en Sanderus de Redinchaven, schepenen, verklaren dat Theodoricus de Monster en Stina een grondrente van twee oude klippen ten last van een huis bij de Kannenmarckt en een grondrente van twee oude klippen ten laste van een huis tussen de Steenstraat en de Vleyshouwerstraet aan Johannes de Boningen ten behoeve van de kruisheren overgedragen hebben. Johannes de Colonia en Bartholomeus de Well gaven mede hun toestemming
137 1427 mei 21
"Anno Domini 1400 vicesimoseptimo feria quarta post dominicum cantate"

Wilhelmus de Heze en Sanderus de Redinchaven, schepenen te Nijmegen, verklaren dat Wilhelmus Wijnninck de jonge, ontvanger van de stad Nijmegen zijn goedkeuring geeft aan de koop door Johannes de Bonijngten ten behoeve van de kruisheren van een grondrente van twee oude klippen van Theodoricus de Monster en Stina, zoals vermeld in de getransfigeerde akte
138 1427 juli 12
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind seven ind twintich op sent Margaretenavent"

Heynrick Drab, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Willem Woest, schepenen te Venlo, verklaren dat Johanna, weduwe van Johan van den Velde, met toestemming van Johannes Ketelboeters en Lijsbette, dochter van Johan van den Velde, aan Willem Bruynen en Marie een grondrente van een Arnhemse gulden ten laste van een huis op de Nyerstraat hebben overgedragen
139 1427 augustus 10
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende seven ende twintich op Tibursiusavent martelers"

Heinrick Drab, richter, Bertolt Mertenssoen en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes Piddell en Merrie aan Gerat Mertoff en Stinen een grondrente van drie malder rogge ten laste van een vierdedeel van een molen buiten de Helleporte hebben overgedragen
140 1427 augustus 11
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende seven ende twintich des anderen daigs na sent Tibursius dach des heiligen marteleirs"

Bertolt Mertenssoen en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat Mertoff en Stine toegestaan hebben dat Johannes Pidell en Merrie een rente van drie malder rogge ten laste van een vierdedeel van een molen buiten de Helleporte, na acht jaar mogen inlossen
141 1428 mei 12
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind acht in twintich op sent Servaessavent des heiligen busschoups"

Heynrick Drab, richter, Johan Vinck en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Nese van Baerle, dochter van wijlen Goedert van Baerle, aan Ermgarden van Wachtendonck, dochter van wijlen Reyner van Wachtendonck, een kamer op de Nyerstraat tegen een cijns van een Arnhemse gulden heeft overgedragen
142 1428 september 7
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende acht ende twintich op onser liever vrouwen avent toe latin gescreven nativitas Marie"

Johan Vinck en Heinrick Drab, schepenen te Venlo, verklaren dat provisoirse en moeder van het convent genaamd in gher Oeden verklaard hebben dat de sloot gelegen in het Mewen Venne tussen land van Grieten Ratincks en het land van het convent tot het land van Grieten behoort
143 1428 september 22
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende acht ende twintich des anderen daigs na sent Matheusdach des heilige apostels ende ewangeliste"

Heinrick Drab, richter, Art van Lomme en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan opten Werve en Bele aan de kruisheren een grondrente van zestien Keulse witpenningen ten laste van een huis op de Jairmercktstrate hebben overgedragen
144 1429 april 4
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende negen end twintich op sent Ambrosiusdach"

Heinrick Drab, richter, Art van Lomme en Johan Vinck, schepenen te Venlo verklaren dat Johan opten Werve en Bele aan de kruisheren twee morgen akkerland in den Mewen Venne hebben overgedragen
145 1429 mei 12
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende negen ende twintich op sent Servaessavent episcopi"

Heinrick Drab, richter, Bertolt Mertenssoen en Johan Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Bele Janness aan de kruisheren een grondrente van twee malder rogge ten laste van een vierdedeel van de Hellemolen tegen de Helleporte heeft overgedragen
146 1429 mei 24
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind neghen ind twintich op sent Urbanusavent"

Heynrick Drab, richter, Art van Lomme en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Heynrick van Hushaven en Cele en Jacop die Weldich en Alet aan de kruisheren een grondrente van 34 groten ten laste van een huis op de Jaermarcktstraat hebben overgedragen
147 1429 juni 16
"Anno Domini 1400 vicesimonona in crastino beati Vit"

Johannes Wijlhelmi Venboet, onderrechter aangesteld door Theodoricus van den Wall, burggraaf van Nijmegen, Wijlhelmus Wijnninck en Johannes Cuysman, schepenen, verklaren dat Wijlhelmus Honberch aan Johannes de Boningten ten behoeve van de kruisheren een rente van twee oude gouden klippen uit een grondrente van negen gulden ten laste van een huis in de Hezelstraat heeft overgedragen
148 1429 juli 13
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ind negen ind twyntich op sente Margaretendach virginis"

Henrick Drab, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerart Vrese en Bele en Katherijn Bongartz, zuster van Bele, aan Goedert Robben en Lysbetken een erf op de Begijnenstraat achter senter Claes tegen een grondrente van achttien witpenningen hebben overgedragen
149 1429 september 16
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende negen ende twintich op sent Lambrechtsavent episcopi"

Heinrick Drab, richter, Johan Vinck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Willem Koppen en Aleit aan Thijs Kremer van Henxbeck en Johanna, zuster van Aleit een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een huis opter Beeck hebben overgedragen
150 1429 oktober 10
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende negen ende twintich op sent Gereonis en Sent Victoirssdach"

Heinrick Drab, richter, Art van Lomme en Johan Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Nese van Baerle, aan de kruisheren een grondrente van anderhalve Rijnse gulden ten laste van een huis op de Nyerstraten heeft overgedragen


151 1429 oktober 23
"In den jairen onss Heren dusent vierhondert ende negen ende twintich op sent Severijnsdach des heiligen bisscops"

De gemene schepenen van Suchteln verklaren dat Grete, dochter van wijlen Hennes in gher Huerne aan de kruisheren bij de Wijer Straten heeft overgedragen
152 1429 december 13
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende twintich op sent Luciendach der jonfrouwen"

Heinrick Drab, richter, Johan Vinck en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Mette Moersen aan de kruisheren een perceel akkerland op de Loer heeft overgedragen
153 1430 januari 15
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich des anderen daigs na sent Pontianusdach"

Heinrick Drab, richter, Bertolt Mertenssoen en Johan Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Derick van gher Heze aan de kruisheren een kamer opten Vleische straten heeft overgedragen
154 1430 april 4
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich op sent Ambrosiusdach"

Heinrick Drab, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Art Trillart en Grete aan de kruisheren een grondrente van een Arnoldus Arnhemse gulden ten laste van een huis op de Joedenstraten hebben overgedragen
155 1430 april 4
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende dertich op sent Ambrosiusdach"

Heinric Drab, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Art trillart en Grete aan Katherine van Kanne, dochter van jacop van Kanne, een grondrente van een Arnoldus Arnhemse gulden ten laste van een huis op de straat naast de Heiligen Gheistz capellen hebben overgedragen
156 1430 april 30
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende dertich op sent Philips ende sent Jacopsavent der heiliger apostolen"

Heinrick Drab, richter, Johan Vinck en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat heer Johan Storm en heer Goetsen Storm, broers en priesters, aan de kruisheren een grondrente van 27 halve groten hebben overgedragen ten laste van een perceel akkerland in den Mewen Venne
157 1430 mei 12
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind dertich op sente Servaesavent des heiligen busschoups"

Heynrick Drab, richter, Art van Lomme en Bertolt Mertenssoen, schepenen te Venlo, verklaren dat Peter Piddel en Jutte aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge ten laste van een achterhuis op de Komerstraat hebben overgedragen
158 1430 mei 25
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich op sent Urbanusdach"

Heynrick Drab, richter, Willem Woest en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat heer Johan Storm en heer Goetsen Storm, broers en priesters, aan Aleiden Wijnsels de helft van de Hellemolen buiten de stad tegen de Helleporte hebben overgedragen
159 1430 september 22
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende dertich des anderen daigs na sent Mathijsdach des heiligen apostels"

Heinrick Drab, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat heer Johan Storm en heer Goetsen Storm, broers en priesters, aan de kruisheren een grondrente van 34 halve Vlaamsen hebben overgedragen ten laste van zeven morgen weiland in ghene Mewen Venne
160 1430 oktober 31
"In den jair ons heren dusent vyerhondert ind dertich op Alreheilighenavent"

Gemene schepenen van Suchteln verklaren dat Griete, dochter van wijlen Hennen ingen Huernen aan de kruisheren een perceel akkerland heeft overgedragen, te weten zes morgen aan de Wijerstraten en twee en een halve morgen in den Haigenbroikervelden aan de Wijnres Kulen alsmede een grondrente van achttien witpenningen ten last van anderhalve morgen akkerland in den Laeck Velde en ten laste van drievierde deel van een morgen beamd in den Nijenbenden in Vijerbroeck
161 1431 januari 24
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende eyn ende dertich op sent Pauwelsavent toe latine gescreven conversio Pauli"

Johan Hillen, Peter Diebell, Johan van ghen Ende, Hube Goetzensoen en gemene schepenen van Velden, verklaren dat Guede Storms van Stralen, weduwe van Johan Storms door middel van haar zoon Johan, voor de schepenbank Velden de kruisheren in rechte had betrokken wegens een perceel akkerland behorende tot de hoeve gelegen te Hoefhusen in het kerspel Velden. Johan van Merade, prior van het kruisherenklooster verklaard dat Reynar Storms, broer van wijlen Johan Storms voor Johan van Gruysdonc, richter van Grubbenvorst, en Hube van Velden als richter van de heer van Arcen en als schepen met een medeschepen van Velden genaamd Heyn van gher Vervart aan de kruisheren de hoeve te Hoefhusen met al zijn toebehoren heeft overgedragen. Omdat richter en schepenen te Velden geen vonnis konden wijzen betreffende deze zaak, zijn zij tweemal te hoofde gegaan naar Venlo maar de schepenbank Venlo kon geen vonnis wijzen. Daarom wilde deze schepenbank te hoofde gaan naar Roermond. Guede Storms weigerde echter haar kosten te betalen en verloor het proces.
bezegelaars: Arnt van Lomme, Johan Vincke en Heinrick Drabbe, schepenen te Venlo
162 1431 februari 22
"Anno incarnatione Dominice millesimo quadringentesimo tricesimo prino 8 kalendad martie pontificatus nostri anno primo"

Paus Eugenius gelast de deken van het kapittel van Sint Servaas te Maastricht in zijn naam de stichting van het kruisherenklooster goed te keuren, wanneer de omstandigheden verhaald in het verzoek van prior en convent, met de waarheid overeenkomen
163 1431 april 4
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn ind dertich op sent Ambrosiusdach des heiligen busschops"

Lambrecht Mercator, richter, Heynrick DRab en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Katherijne Staelen aan Heynrick van Vloeten den perkementmeker en Griete een moestuin opten Laer heeft overgedragen
164 1431 juli 31
"In 't jair onss Heren dusent vierhondert ende eyn ende dertich op sent Petersavent to latine gescreven vincula sancti Petri"

Johan van Bueren, heer te Arcen, en Bertolt Mertensoen verklaren dat zij aan de kruisheren een perceel akkerland aan Gher Oeden in het gericht van Velden hebben overgedragen
165 1431 augustus 9
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ind eyn ind dertich op sent Laurensavent des heiligen matelerss"

Peter Symons en Heyn van Huys, schepenen van Kessel en Helden, verklaren dat Arnt Yngelen en zijn zuster Nese Yngelen aan de kruisheren een grondrente van viermalder rogge ten laste van een perceel akkerland hebben overgedragen.
Bezegelaar: Johannes van Schelbergen, scholtis in het land van Kessel
166 1431 september 17
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende eyn ende dertich op sent Lambrechtszdach episcopi"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes, zoon van Otten Ruysschen en zijn zoon Otte Ruyssche aan de kruisheren een perceel akkerland aan de Gruythoeve hebben overgedragen in plaats van een grondrente van drie en een halve summer rogge die zij aan de kruisheren moesten betalen
167 1432 mei 14
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind twe ind dertich des anderen daigs nae sent Servaesdach des heiligen busscops"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Storm, priester, mede namens zijn broer Goetsen Storm, aan de kruisheren een grondrente van 32 groten heeft overgedragen ten laste van een moestuin aan die Hellebeke en een grondrente van een Gelderse gulden ten laste van eenvierde deel van een moestuin op ghen Laer waardoor een grondrente die zij aan het klooster moeten betalen teniet wordt gedaan die op een kamp op ghen Laer bij de sinter Claeskapel rustte
168 1432 mei 25
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind twe ind dertich op sent Urbanusdach"

Lambrecht Mercator, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Katherine Bongartz aan de kruisheren een grondrente van achttien witpenningen ten lasten van een huis op de Begijnenstraat heeft overgedragen
169 1432 juli 7
"Die lune septima mense julii anno a nativitat Domini millesimo quadringentesimo tricessimo secundo"

Johannes de Novolapide, deken van het kapittel van sint Servaas te Maastricht, verklaart dat Lambertus Witloeck, pastoor van de sint Mathijsparochie te Maastricht, hem namens de kruisheren de machtiging van paud Eugenius toonde om de omstandigheden van de stichting te onderzoeken en deze eventueel goed te keuren. Lambertus legde ook de akten betreffende de stichting van 1399 en 1405 ter bestudering over in aanwezigheid van de getuigen Johannes Preyns, kanunnik, Rutgerus de Merst, kapelaan, en Johannes Braxatoris de Heynsbergh, koraal. De deken vidimeert de betreffende akten en verklaart krachtens pauselijke volmacht de stichting van het klooster te bekrachtigen. Getuigen: Petrus Bogarts, Nycholaus Cabouts, kapelanen, en Johannes Braxatoris de Heynsbergh, koraal
170 1432 augustus 23
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende twe ende dertich op sent Bartholomeusavent des heiligen apostels"

Lambrecht Mercator, richter, Bertolt Mertenssoen en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Johannes piddell en Marie aan de kruisheren een vierde deel van de Hellmolen buiten de Helleporten hebben overgedragen
171 1433 juli 24
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende dertich op sent Jacopsdavent"

Johannes van der Herstrate, Gerat Ketelbueter, Arnt Thoerman, Johan van Rijkensvoert, Wolter Smyet, Maes van Hove en Zill Heynen, schepenen te Maasbree, verklaren dat Derick van de Wijer en Jonkvrouw Hadewich voor hen en voor Severijn, zoon van Gerit Severkens, landheer en zijn laten Johannes van de Wijer, Hener den Alde en Lisbet Lamers, aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge ten laste van het goed in ghen Sande te Overbroeck hebben overgedragen.
Bezegelaars: Heinrich van Merwick, scholtis in het land van Kessel en Derick van de Wijer, zwager van Severijn Severkens
172 1434 maart 12
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind vier ind dertich op sent Gregoriusdach"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Ymmel Schuyten en haar dochter Trude Schuyten aan de kruisheren een grondrente van vijf Vlaamse plakken ten laste van een huis opter Beke hebben overgedragen
173 1434 augustus 14
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende vier ende dertich op onser liever Vrouwenavent toe latine gescreven assumptio Marie"

Lambrecht Mercator, richterr, Johan Vinck en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Heyne van Polle aan Johan van den Brouck van Arcen en Katherine de helft van een van een zoutmetersambt, waarvan de andere helft toebehoorde aan Johan Udelken, en een grondrente van halve mark en vier schillingen ten laste van het huis met moestuin op de Jairmercktstraten hebben overgedragen
174 1434 september 20
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende vier ende dertich op sent Mathijsavent des heiligen apostels"

Goetsen Scroeder en Goedert Windelen, schepenen te Kessel en Helden, verklaren dat Willem, zoon van Goedert Arnts, en Katherine aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge betalen ten laste van een perceel akkerland op de Steinlinck.
Bezegelaar: Heinrick van Merwick, scholtis in het land van Kessel
175 1435 maart 1425
"In 't jairons Heren dusent vierhondert ende vijff ende dertich op onser liever Vrouwenavent anunciationis"

Dirck Goetsenssoen en Katherine van de Oever, verklaren dat zij voor de leenheer Alart van Bueren en zijn laten Gheerken de Wever, Willem inghen Dail en Maesken Rusensoen aan de kruisheren 30 morgen lijfgewinsgoed te Offenbeeck in het kerspel Beesel hebben overgedragen, te weten: twaalf morgen genaamd dat Boesdaell, vier morgen genaamd der Heitkamp, gelegen bij de Heide, drie morgen gelegen aan de Maas en nog een morgen gelegen aan de Maas, zes morgen genaamd Kijnres erf, twee morgen genaamd aen ghen Holtappelboem en twee morgen genaamd aan Sijbergh.
Bezegelaar: Reyner van Obbendorp, scholtis van Beesel
176
1435 maart 26
"In den jare onss Heren dusent vierhondert vijff ende dertich des neesten saterdaiges nae onser liever Vrouwendach annunciationis"

Alart van Bueren, leenheer en Fije, verklaren dat zij voor de laten Gheerken de Wever, Willem Yngendaill en Maess, zoon van Hen Ruyssen aan broeder Dirick van Greeffrade en broeder Dirich Moren ten behoeve van de kruisheren tien bunder lijfgewinsgoed hebben overgegeven tegen een grondrente van een oude Vlaamse.
Bezegelaars: Alart van Bueren, leenheer, zijn echtgenote Fije en Gerit van Kessel genaamd Roffart
177 1435 mei 12
"In den jaer onss Heren dusent vijerhondert ind vijff ind dertich op sent Servaessavent des heilighen bisscops"

Goetsen Scroeder en Symon LOenen, schepenen te Kessel en Helden, verklaren dat Heyn Pyddel der Meelre en Aleit, burgers van Venlo, aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge ten laste van een perceel akkerland genaamd de Tiegelacker en een perceel opden luden Raide hebben overgedragen.
Bezegelaar: Hrinrick van Merwijck, scholtis in het land van Kessel
178 1435 november 29
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende dertich op sent Andriesavent des apostels"

Ghijsbrecht neutel en Segher van Hoeghsteden en gemene schepenen te Beesel verklaren dat Mecchtelt van der Heze aan Willem Woest en Merrie een grondrente van zes malder en twee summer rogge heeft overgedragen ten laste van een perceel akkerland en een weiland aan de Maas en ten laste van hout en hooigewas op de Hoelrestraten, alle gelegen te Overtegelen op dde Beke in het gericht Beesel.
Bezegelaar: Reyner van Obbendorp, scholtis en ambtman van Montfoort
179 1437 juni 23
"In den jair onss Heren dudent vierhondert ende seven ende dertich op sent Johansavent Baptist sijnre gebuerte"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Merten van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat meester Willem van Brede, meester in het geestelijke en wereldlijk rechty, aan de kruisheren een huis met achterliggend gebouw, toegangsweg en binnenplaats heeft overgedragen gelegen op de hoek van de Beghijnenstraatken tegenover die put die achter de hospitaalspoort staat bij de Kercke straten voor een dagelijks mis die moet worden opgedragen in de parochiekerk
180 1437 augustus 2
"Die jaeren onss Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich des andere dachs na sent Petersdach toe latine gescreven vincula Petri"

Lambrecht Mercator, richter, Jacop de Weldich en Gerat van Menss, schepeen te Venlo, gegeven vidimus van een akte van 23 oktober 1408
181 1437 september 13
"Die jaeren onss Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op des heiligen Cruytzavent exaltationis"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Sibrecht van Kuikenbeck, schepenen te Venlo, geven vidimus van een akte van 1 oktober 1404
182 1437 september 20
"Die jaren onss Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op sent Matheusavent des heiligen apostels en evangelistz"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Gerat van Menss, schepenen te Venlo, geven vidimus van een akte van 23 juni 1437
183 1437 september 30
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind sevenind dertich op sent remeissavent episcopi"

Lambrecht Mercator, richter, Jacop de Weldich en Gerat van Mens, schepenen te Venlo, verklaren dat Willem van Brede, meester in het geestelijke en wereldlijk recht, aan zijn knecht Sander van Randenraide en Dyenre een kamp met moestuin tegenover de sinter Claes kapel opten Laer heeft overgedragen
184 1437 oktober 10
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind seven ind dertich op sent Gereonis ind Victoirsdach"

Jacop van Kanne en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Sander van Randenraide aan de kruisheren een som van 200 Rijnse gulden schuldig is ten laste van een kamp moet moestuin opten Laer tegenover de sinter Claeskapel
185 1437 oktober 16
" In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind seven in dertich op sent Gallendach"

Lambrecht Mercator, richtger, Jacop van Kanne en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Sander van Randenraide aan de kruisheren een kamp met moestuin heeft overgedragen opten Laer tegenover de sinter Claeskapel
186 1437 december 7
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op onser liever Vrouwenavent conceptionis"

Johan van Udem en Gerat van der Westerbeeck, richters te Velden van de heren van Arcen en Grubbenvorst, Peter Diebell, Peter Muese en gemene schepenen te Velden, verklaren dat heer Johan Storm en heer Goetsen Storm, broers en priester, bevestigen dat wijlen Reynar Storm, hun oom, aan de kruisheren een hof te Haves in het gericht Velden heeft overgedragen en dat zij ook afstand doen van hun eventuele rechten.
Bezegelaars: Johan van Udem en Gerat van der Westerbeeck
187 "In den jair ons Heren doe men schrieff dusent vierhondert ind acht en dertich op sent Urbanusdach paes"
Gemene schepenen van Viersen verklaren dat Katherijn in den Venne, burgeres van Venlo, met toestemming van haar zonen Johans in den Venne, priester en Gerat in den Venne en Aleide, aan de kruisheren een grondrente van drie malder rogge heeft overgedragen ten laste van een perceel akkerland te Sassenvelt in het kerspel Lobberich waarvan twee en een halve morgen gelegen zijn bij Wevelcoiven en tien morgen genaamd zijn die Hoechde
188 1438 juni 23
" Yn 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende acht ende dertich op sent Johansavent baptist"

Johan van Driept verklaart dat voor hem en zijn laten en schepenen Groet Ley en Hube Gaetsen soen, Lambrecht mercator en Meth aan de kruisheren een perceel akkerland op het veld van der Oeden in het gericht van Velden tegen een grondrente van drie Vlaamsen hebben overgedragen.
Bezegelaar: Johan van Driempt
189 1438 juni 28
"In 't jair ons Heren 1400 ende 38 op sunte Peter ende sunte Paewelsavont der heiligher apostelen"

Gadert Windelen, Dries vanden Velde en Henne Schoemeker, laten van de onze lieve Vrouwekerk te Kessel, verklaren dat Deric van den Wijer en jonkvrouw Hadewich aan de kruisheren een grondrente van vier malder rogge min een vat hebben overgegeven ten laste van enige percelen aan de Herstraten in het kerspel Maasbree die meester Jan die Schroeder en Henkens op dye Heyde in erfcijns houden van de onze lieve Vrouwekerk te Kessel.
bezegelaar: laatgerecht van de onze lieveVrouwekerk te Kessel
190 1438 juli 1
"In 't jair ons s Heren dusent vierhondert ende acht ende dertich op onser liever Vrouwenavent visitationis"

Lambrecht Mercator, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat van Kessel genaamd Roffart en Katherine aan de kruisheren ten behoeve van het onze lieve Vrouwealtaar een grondrente van een mark ten laste van een huis op de Vleissche strate hebben overgedragen
191 1438 augustus 23
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende acht ende dertich op sent Bartholomeusavent des heiligen apostels"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Jacop de Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan, zoon van wijlen Johan van Stralen des schroeders, aan de kruisheren zijn achterste huisje achter zijn hoeve tegenover het hospitaal heeft overgedragen
192 1439 januari 5
"In 'tjaer ons Heren dusent vierhondert ende negen ende dertich op den heiligen Derteenavent"

Mathijs van de Oever verklaart dat hij afstand doet van zijn rechten op tien bunder lijfgewinsgoed te Offenbeck in het gericht van Beesel, die door Dirick Goetsen en Katherine, respectievelijk zwager en zuster, aan de kruisheren zijn overgedragen
193 1439 juni 15
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind negen ind dertich op sent Vytzdach"

Johan Vinck en Jacop van Kanne, schepenen te Venlo, verklaren dat Mechtelt van der Heze aan de kruisheren 400 Arnhemse gulden schuldig is. Als onderpand stelt zij haar huis aan ghenen Tiegelpoort
194 1439 juli 12
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende negen ende dertich op sent Margretenavent virginis"

Lambrecht Mercator, richter, Sibrecht van Krekenbeck en Reyner van Holthusen, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Voss Leonartssoen en Lysbette aaqn Johan Keerle en Katherine een perceel opten Duvenberch hebben overgedragen
195 1439 juli 25
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende negen en dertich op sunt Jacobsdach des heyligen apostels"

Reyner van Oppendorp, scholtis, Gerat Heutman, Thijs van ghenen Bos, Segher van Hoechstaden, Ghijs Neuten, Peter Windelen, Gyel Femken en Ditken Berben, schepenen te Beesel, verklaren dat Mechteld van der Hese van Venlo aan de kruisheren een grondrente van vijf malder rogge heeft overgedragen ten laste van negen percelen in den Loerrenvelde in het kerrspel Tegelen waaronder een perceel genaamd der Mijnnenacker en een perceel gelegen in den camp.
Bezegelaar: Reyner van Oppendorp, scholtis te Beesel
196 1439 augustus 5
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert negen ind durttich Dominica confessoris"

De gemene schepenen van Bracht en Kaldenkirchen verklaren dat Katherine, dochter van Katherine Claes, aan Dirick Greveraid ten behoeve van de kruisheren twee percelen akkerland in het kerspel Kaldekircken heeft overgedragen
197 1439 september 7
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ind negen ind dertich op onser liever Vrouwenavent nativitates Marie"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Sibrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat conraet Heutman en Jutte aan de kruisheren een grondrente van een halve Arnhemse gulden ten laste van een huis opter Komerstraat hebben overgedragen
198 1439 oktober 2
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind negen ind dertich des anderen dages nae sente Remeys des heiliggen biscops"

Lambert Mercator richter, Johan Vinck en Sibert van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Gebel Moeren aan de kruisheren, ten behoeve van een votieflamp, een grondrente van een oude schild ten laste van een huis op de alde Merckt heeft overgedragen
199 1440 april 4
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ind viertich op sente Ambrosikusdach des heiligen buscops"

Lambert Mercator, richter, Johan Vinck en Merten van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Reynart van Krekenbeck en Marie aan Johan Vincken Sanderssoen en Sewede een grondrente van vijf Rijnse gulden ten laste van een huis opten Lommestraten hebben overgedragen
200 1440 mei 13
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind veirtich op sente Servaesdach des heiligen biscops"

De gemene schepen van Breyell en Boisheim verklaren dat Dyrick Boutensoen en Met Bouten, zijn zuster, aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge ten laste van de helft van hun hoeve te Beggendorp hebben overgedragen.
Bezegelaar: schepenbank Mulbracht en Kaldenkirchen
201 1440 augustus 28
" In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind viertich op sent Johannisavent decollationis"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Wilhem Woest, schepenen te Venlo, verklaren dat Peter Piddell en Jutte aan de kruisheren een grondrente van twaalf ponde was ten behoeve van het onze lieve Vrouwealtaar hebben overgedragen ten laste van een huis op de Steenstraat
202 1440 september 23
" In den jair ons Heren dusent vierhonderd ende veirtich des anderen daighs na sente Mauriciusdach"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Gerat van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Katherijne Meynartz, weduwe van Arnt van Inckevoirt, en haar zoon Meynart aan de kruisheren roerende en onroerende goederen uit de nalatenschap van Katherijne Meynartz, moeder van Katherijne, hebbben overgedragen
203 1440 oktober 26
" In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind viertich des sess ind twintichsten dach mensis octobris"
Baldewijn Baex en Jan Monnyc, schepenen te Grave, verklaren dat Deryc van den Cluten en Gertruyt aan Aleyten, weduwe van wilhelmus Catten, een grondrente van zeven malder rogge ten laste van een huis aan die Merckt hebben overgedragen.
Bezegelaar: de schepenbank Grave
204 1440 december 21
" In 't jair onss Heren dusent vyrhondert ende veirtich op sent Thomaesdage apostels"

Reyner Smeets en Mechtelt verklaren dat zij van Johan van Houthussen en jonkvrouw Lijsbed van Kessel de helft van de heide genaamd dat Wijtvelt in de heerlijkheid Grubbenvorst naast de gemene gronden van Horst, Grubbenvorst en Lottum gepacht hebben tegen een grondrente van twee malder rogge en een halve grote.
Bezegelaars: heer Alaert van Gruysdonck, pastoor te Lottum en heer Alaert Ludinck priester
205 1441 maart 12
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende eyn ende veirtich op sent Gregoriusdach pape"

Rouwe Heyn, Leey van Scharle en Huyb Gaetschensoen, schepenen te Velden, verklaren dat Jacop Gaetschensoen enige percelen in erfpacht heeft gewonneen van de kruisheren welke onder andere gelegen zijn overghien Moelenbeke in de Neder Velde, aan de Laerbergh en aan het Kerckenbosche tegen een grondrente van tien malder rogge.
Bezegelaar: Johan van Udem, scholtis van Arcen
206 1441maart 24
" In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn ind vertich op onser liever Vrouwenavent annunciatio Marie"

Jacop die Weldich en Gerat van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan pergamentmekersoen van Henrick pergamentmeker, aan de kruisheren een som van 200 Rijnse guldens schuldig is ten laste van een moestuin buiten de Laerporte
207 1441 september 16
" In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn ind veirtich op sent Lambrechavent"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Gerat van Kessell genaamd Roffart, schepenen te Venlo, verklaren dat Dyrick van Beeckt en Arnt aan de erfgenamen van Johannes van Brede de grondrente van een halve oude schild zullen betalen ten laste van een huis aan de Tiegelpoort
208 1441 september 22
" In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn ind veirtich op sent Mauriciusdach des heiligen mertelers"

Lambert mercator, richter, Willem Woest en Reyner van Holthuysen, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan van Onckel Johanssoen aan Lynske Segerssoen en Gertruydt een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een huis opter Beke heeft overgedragen
209 1443 januari 2
" In den jair ons Heren geboirt doe men schreif dusent vierhondert ende drie ende veirtich des anderen daigs na den heiligen jairsdach als men te latijne schrijfft circumsicio Domini"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Gerat van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Dirick van Greveraide, prior van het kruisherenklooster een kamp opten Laere heeft uitgewonnen en deze vervolgens heeft overgedragen aan Mathijs van Greverade ten behoeve van de kruisheren
210 1445 mei 12
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert vijff ende veirtich op sent Servaesavent episcopi"

Gerat van Menss en Merten van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Walborgh beloofd heeft op verzoek van de kruisheren zijn stal, die hij in de kloostermuur heeft verankerd, te zullen afbreken
211 1446 augustus 9
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert sess ind viertich op sent Laurentssavent"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Gerat van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat de kruisheren aan Claes van Poll en Katherine een kamer heeft overgedragen op de Scrixell tegen een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van voornoemde kamer en een huis ook op het Scrixell gelegen
212 1446 oktober 11
" In den jair inss Heren dusent vyerhondert inde seess ind vyertich des dynxdages nae sente Dyonisiusdach des heilgen mertelers"

Johan die Molner en Johan die Hoghe genaamd Broichuysen, schepenen te Sevenum, verklaren dat Gerat Cornuyt en Neze aan Margariten van Stralen, dochter van Johan, een grondrente van een malder rogge hebben verkocht en dat zij nu een huis als onderpand stellen.
Bezegelaar: Henrick van Merwick, scholtis in het land van Kessel
213 1446 november 3
" Datum anno a nativita Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo sexto ipso die Huperti episcopi"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Heen Cornuitz aan de kruisheren drie morgen akkerland geschonken heeft
214 1447 september 21
" In 't jair ons Heren doe men schreiff dusent vierhondert seven ende veirtich op sent Matheusdach apostoli"

Johan van Udem en Merten van Ruremunde, richters, Heyn die Rouwe, Johan vander Langendonck, Huprecht Goettsen zoen, Johan van Eyck, Jacop Koenen, Lenart Ledenzoen en Johan inden Sande, schepenen te Velden, verklaren dat Johan van Dript de oude en zijn zoon Johan van Dript de jonge aan de kruisheren een grondrente van acht malder rogge en acht hoenders hebben overgedragen ten laste van een perceel gelegen tussen de Donck en de Broick.
Bezegelaars: Johan van Udem, Merten van Ruremunde, richters te Venlden, Johan van Dript de oude, Johan van Dript de jonge, Johan van Eyle Berntzsoen en zijn echtgenote Agnes van Dript en Elizabeth van Dript genaamd van der Donck
215 1447 september 22
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert seven ende veirtich des anderen daigs na sent Matheusdach des heiligen apostels"

Johan van Dript de oude en zijn zoon Johan van Dript de jonge verklaren dat zij samen met Johan van Eyll Berntzzoen en Agneze van Dript en Elizabeth van Dript genaamd van der Donck, dochter van Johan van Dript de oude, borg blijven voor de betalingen wegens de rente die zij aan de kruisheren hebben overgedragen.
Bezegelaars: Johan van Dript de oude, Johan van Dript de jonge, Johan van Eyll en Agneze van Dript en Elizabeth van Dript
216 [1447]
Theodricus Greefrade, prior en de overige broeders van het kruisherenklooster, verklaren dat zij in 1447 van de zuster Mechtildis, kluizenares, en Elysabeth haar dienstmeid wonend op het kerkhof, zestien Rijnse gulden ontvangen hebben ten behoeve van een eeuwig brandende lamp bij het altaar van Maria dolorose in de kruisherenkerk bij de lamp van de hertog van Gelder. Het geld werd besteed ter aankoop van een grondrente van acht malder rogge te Velden van Johannes de Dript, ridder
217 1448 augustus 9
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert acht ende veirtich op sent Laurentiusavent des heiligen mertelers"

Lambrecht Mercator, richter, Willem Woest en Jacob die Weldich, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Vynck en Margreta aan het onze lieve Vrouwealtaar in de senter Claeskerk een grondrente van een malder rogge ten laste van een perceel akkerland buiten de Lairporte hebben overgedragen
218 1448 augustus 23
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert acht ende veirtich op sent Bartholomeusavent apostoli"

Lambrecht Mercator, richter, Jacop die Weldich en Merten van Rueremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Bruyn, zoon van Cornelis, en Segher aan Billien Bruyns, dochter van Cornelis, een achtste deel van een molen hebben overgedragenbuiten de Helleporte, boven de Hellemolen achter de hoiger kercke
219 1448 augustus 29
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert acht ind veirtich op sent Johansdach decollationis"

Johan die Hoighe genaamd Broichusen en Derick van der Steghen, schepenen te Sevenum, verklaren dat Gerart, zoon van Ghijs de Wever, en Griet aan Hyllen Roesen een grondrente van een malder rogge ten laste van een huis hebben overgedragen.
Bezegelaar: Henrick van Merwick, scholtis in het land van Kessel
220 1448 september 20
" In 't jair ons Heren dusent vierhondert acht ende veirtich op sent Mathijsavent apostoli"

Lambrecht Mercator, richter, jacop die Weldich en Merten van Ruremunde schepenen te Venlo, verklaren dat Goetze Keumans en Baetze aan Derick van Beringen en Jutte een perceel in den Mewen Venne hebben overgedragen
221 1448 december 4
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert acht ende veirtich op sente Barbarendach virginis"

Lambrecht Mercator, richter, Johan Vinck en Sybrecht van Krekenbeck, schepenen te Venlo, verklaren dat Sybe Tzaeren en Katherijn aan Derick Roffarts, natuurlijke zoon van wijlen Gerat Roffart, een opten Vleisstraten hebben overgedragen
222 1449 september 7
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert negen ende veirtich op onser liever Vrouwenavent als men te latijn schrijfft nativitas Marie virginis"

Johan van Holthusen en Elizabeth verklaren dat zij aan Willem van Holthusen een grondrente van vier malder rogge hebben overgedragen ten laste van een grondrente van zes malder rogge die zij ontvingen uit de helft van de heide geheten dat Wijtvelt gelegen in de heerlijkheid Grubbenvorst.
Bezegelaars: Johan van Holthusen en Elizabeth
223 1449 september 22
"In den jaren ons Heren dusent vierhondert ende negen ende vierich op sunt Mauriciusdach des heiligen mertelers"

Heynrick van Byringhen, Heynrick Wambeck, Heynrick Waghenman, Jacop Lepper, Johan van Verbaelen, Johan Groenen en Johan Krompvoet, schepenen te Haelen, verklaren dat jonker Johan, heer te Ghoer, aan Reyner Pijls als vertegenwoordiger van het karthuizerklooster en het kruisherenklooster te Roermond en aan het kruisherenklooster te Venlo zes bunder akkerland heeft overgedragen gelegen in het kerspel Buggenum genaamd der kromme grave.
Bezegelaar: de schepenbank Haelen
224 1450 februari 3
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op sunte Blasiusdach des heiligen mertelers"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Lijnsken Bouten en Aecht de helft van een perceel akkerland in het kerspel Kaldekirchen hebben uitgegeven tegen een erfpacht van een half malder.
Bezegelaar: het kruisherenklooater
225 1450 februari 3
"In den joeren ons heren dusent 400 ende vijftich op sunt Blasiusdach des heiligen mertelers"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Leynart Loen en Katherine een moestuin met een beamd en bos in het kerspel Velden hebben uitgegeven tegen een erfpacht van vijf summer rogge en vier hoenders.
Bezegelaar: het kruisherenklooster
226 1450 maart 6
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijfftich des neisten vridagen nae den sonnendage Reminiscere in den vasten"

Henrick Hon en Gerit van Aken, schepenen te Gelder, verklaren dat Gaert Moelner en zijn oom Elbert ingen Huls een minnelijke schikking hebben getroffen met betrekking tot het gebruik van een hoeve te Leuth en negen morgen akkerland genaamd 't groevelandt behorende bij de hoeve die Jacob en Elbert ingen Huls geerft hebben van wijlen hun oom gerit Gruyters
227
"In 't jair ons Heren dusent vyerhondert end vijfftich op sent Gertruidendach virginis"

Johan van Holthuysen en Elyzabeth verklaren dat zij aan Willem van Holthuysen, hun neef, een grondrente van tien malder rogge ten laste van de molen te Weersbeke in de heerlijkheid Lottum hebben overgedragen.
Bezegelaar: Johan van Holthuysen en Elyzabeth
228 1450 april 12
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijfftich opten twelffden dach inden aprille"

Johan van Rijnckensfoirt, Maes van Hoeve, Dries van den Velde, Jacop Thoirman, Arnt Moeleman, Johan Veenkens en Willem van den Brouk, schepenen te Maasbree, verklaren dat Dries van de Velde en Stijna aan de kruisheren een grondrente van drie malder rogge ten laste van de bezittingen van Claes Knyevels te Overbroek in het kerspel Maasbree hebben overgedragen.
Bezegelaar: Heynrick van Merwick, scholtis in het land van Kessel.
229 1450 december 3
"In 't joer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op sunte barbarenavont virginis"

Derick van Grefroey, Peter Winter, prior en procurator, en overige broeders van het kruisherenklooster, verklaren dat zij een schikking hebben getroffen met Johan van Bueren, heer van Arcen wegen betaling van schatting ter gelegenheid van het huwelijk van zijn dochter Aleide met Derick Schenken van Nijedeggen, heer van Afferden en Walbeck, en voor deze ene keer acht oude schilden betaald te hebben.
Getuigen: Geret van Meens en Johan Vinck Sanderssoen.
Bezegelaars: Geret van Meens en Johan Vinck Sanderssoen
230 1451 april 2
"Anno a nativitate eiusdem Domini milleimo quadringentesimo quinquagesimo primo die veroveneris secunda mentis aprilis"

Ten overstaan van notaris Everhardus Ludohi de Venlo en de getuigen Henricus der Borch, priesters en Nicolaus van Bergen schenken Theodericus Greveraed en Katherine van der Borch, ter stichting van een jaargetijde enige percelen akkerland aan de kruisheren, te weten de oude kamp gelegen in het Mewenvenne, een perceel genaamd die nije kamp gelegen op ter Hegten, een perceel bij de hof Kranenvelt, en een perceel op der Hegen
231 1451 april 11
"In den jaeren ons Heren vyerhondert eyn end vijfftich des sondaechs na halffasste als men sijgzt Judica etc"

De gemene schepenen van Grefrath verklaren dat Symon to Sliweick en Koen aan Jacob Koekenbecker en Oelant een grondrente van twee malder rogge ten laste van een perceel akkerland genaam op genen Buickhoff hebben verkocht.
Bezegelaar: Johan van Bijsel genaamd van Reide, scholtis te Grefrath
232 1451 juli 13
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert eyn ind vijftich op sente Margaretendach virginis"

Jacop die Weldich en Gerat van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Billye Bruyns, dochter van Cornelys, verklaard heeft dat Johan, zoon van Cornelys Bruyns en Seger, een achtste deel van de molen gelegen buiten de Hellepoort boven de Hellemolen achter de hoge kerk, dat Johan en Segher voorheen aan Billye verkocht hebben, ten alle tijde mogen inlossen tegen een rente van 120 gulden
233 1451 augustus 9
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert eyn ende vijfftich op sent Laurensavent"

Lambrecht Mercator de jonge, richter, Jacop die WEeldich en Merten van Ruermunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Heynrick van Greverade en Aleit aan Billeken Bruyns, dochter van Cornelis, een grondrente van vijf Rijnse gulden ten laste van een perceel akkerland op ghen Cranenvelt hebben overgedragen
234 1452 januari 17
Ïn den jair onss Heren dusent vierhondert endetwe ende vijftich gescreven op sent Anthoniusdach dess heiligen abts ende confessoirs"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Beill Karnuyts, dochter van Johan Karnuyts, aan de kruisheren al haar goederen in het kerspel Bracht heeft overgedragen
235 1452 maart 12
"In den joer ons Heren dusent vierhondert ende 52 op sunte Gregoriusdach des heiligen paes"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Merten Spillemeker en Metten een huis naast de kloosterhof hebben verhuurd
236 1452 maart 20
"In den jair ons Heren doe men schreeff dusent vierhondert ende twe en vijftich des neesten maenendachs nae sunt Gertrudendach virginis"

Johan van Bueren, heer van Arcen verklaart dat Derick van Greffrade, prior en zijn medebroeders van het kruisherenkloostert voortaan ten laste van hun bezittingen gelegen te Velden niet meer dan vierde alde schilden in de pantschattingen zullen bijdragen
237 1452 april 1
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende twe ende vijfftich des eirsten daigs in den aprille"

Lambrecht Mercator de jonge, richter, Sybrecht van Krekenbeck en Reyner van Holthuysen, schepenen te Venlo, verklaren dat Alart van Bueren en Fije, Reyner van Holthusen en Gebel, Willem van Holthusen en jonkvrouw Geirtruyt, Sibrecht van Krekenbeck en Veerne, Bertolt ter Moelen en Lysbeth, Meynart, Heynrick Drabben, Aleyt van Waembeck, Lysbeth ter Moelen, weduwe van Johan Sheren, en Meynart van Ynckevoirt, met toestemming van zijn moeder Katherijne Meynartz, aan Merten van Rueremonde en Elizabeth rechten op een perceel akkerland aan ghen Eykenenboeme hebben overgedragen
238 1452 april 26
"In den jair ons Heren doe men schreef dusent veirhondert ind twe in vijfftich des anderen daeghes nae sunte Marcusdach des heilighen evangelisten"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster beloeven ieder jaar in hun kerk onder de hoogmis op het altaar genaamd die drueff Marie kaarsen te zullen branden voor het zieleheil van wijlen Peper Piddel en zijn vrouw Jutte
239 1452 september 21
"In den joer ons Heren 1400 en 52 op sunte Mathijsdach des heiligen apostels"

Prior en gemene broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Jennesken Duven en Katherine een perceel akkerland te Offenbec hebben uitgegeven tegen een erfpacht van twee summer rogge
240 1452 oktober 1
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert twe ende vijftich op sent Remeisdach episcopi"

Lambrecht Mercator de jonge, richter, Willem Woest en Gereat van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat Vlugghe en Trijn aan Dionyss van der Haigh en Lysbeth van Holt een grondrente van anderhalve Arnhemse gulden ten laste van de bezittingen van Wijne ter Weyden en Trude te Venlo hebben overgedragen
241 1453 december 11
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert drie ende vijftich des neesten dinsdaigs na onser Vrouwendach conceptionis"

De gemene schepenen van Grefrath verklaren dat Jacop Koickenbecker en Ulant aan de kruisheren een grondrente van twee malder rogge hebben overgedragen.
Bezegelaars: Johan van Besel genaamd van Reyde, scholtis en ambtman van Kriekenbeck en Heynrick van Wachtendonck
242 1454 mei 6
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vier ende vijftich op sent Johansdach ante portam latinam"

Lambrecht Mercator de jonge, richter, Jacop die Weldich en Merten van Rueremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Katherijne van Kuyck en Neze Lentgens, zuster aan Johan Boigel en Jutte van Kuyck een grondrente van twee malder rogge ten laste van eenvierde deel van de Hellemoelen buiten Venlo tegen de Helleporte hebben overgedragen
243 1454 december 31
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijf ende vijftich op sunte Silvesterdach des heiligen confessoers"

Prior en de overige broeders van het kruisherenklooster beloven dat zij de verplichting tot onderhoud van de votieflamp voor het altaar van die blije Marie gesticht voor wijlen Johan Vyncken en Marghariete zullen nakomen
244 1454 december 31
"Datum anno Domini 1455 ipso die sanctie Silvestri episcopi"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Henrick Hoyts een rente van tien gulden schuldig zijn. Wanneer Henrick in het convent komt wonen in een kamer met schoorsteen, zal deze rente niet betaald hoeven te worden
245 1455 mei 1
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vijff ende vijfftich op sent Philips ende sent Jacopsavont der heiliger apostolen"

Elbrecht van Kessel genaamd Roffart en Mechtelt en Goert van Kessel genaamd Roffart, broers, verklaren dat zij aan de kruisheren een grondrente van drie mark en acht schillingen geschonken hebben ten laste van het bezit van Johan Overdijck en Arnt van Ulft aan ghenen Venne ten behoeve van een votieflamp voor het onser blijder liever Vrouwealtaar.
Bezegelaars: Elbrecht van Kessel, Goert van Kessel, Willem Vinck en Arnt Vinck
246 1455 mei 25
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert vijff ijd vijfftich op sent Urbanusdach"

De gemene schepenen van Tegelen verklaren dat Henrich Bruwer en Druytken aan de kruisheren wegens een grondrente van twee malder rogge een perceel akkerland genaamd Morencamp te Overtiegelen en tiendrechtgen op het kamp gelegen naast de Herstraiten als onderpand hebben gesteld. Omdat zij een malder rogge hebben afgelost, verklaren zij voortaan een grondrente van een malder rogge te betalen ten laste van dezelfde onderpanden.
bezegelaar:schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen
247 1455 september 20
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vijff ende vijfftich op sent Mathijsavent apostoli"

Willem van Kessel en jonkvrouw Gerat van Broichusen verklaren dat zij afstand doen van hun rechten op een perceel in tghenen langen Venne bijn tghen Eycken in het kerspel Blerick die de kruisheren van hen in lijfgewinsgoed had, tegen een grondrente van drie alde groten.
bezegelaars: Willem van Kessel, jonkvrouw Gerat van Broichusen en Willem Brant die Roever van Brede
248 1455 november 10
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vijff ende vijfftich op sente Mertensavent yn den wynter"

Lambrecht Mercator de jonge, Merten van Rueremunde en Reyner van Holthusen, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Houfft en Koenegont een huis op de Steenstrate tegenover het Gasthuis aan de kruisheren hebben overgedragen in ruil voor een huis op de Vleischstraten
249 1456 maart 17
"In 't jair ons Heren dusent vijerhondert end sees ind vijfftich op sunte gertruydendach der heiligher joncfrouwen"

Arnolt die Wijlde van Mersen, richter, Johan Coesdonck, Willem van Everlo, Wilhem Heynmaen en Maes van Dekensshorst, schepenen te Kessel en Helden, verklaren dat Tyll van Loen en Leen aan de kruisheren een grondrente van twee en een halve malder rogge ten laste van het goed genaamd anghen Egelbaent hebben overgedragen.
Bezegelaar: Arnolt die Wilde, scholtis in het ambt Kessel
250 1456 maart 17
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende sess ende vijfftich op sunte Gheertruydendach der heylighen joncfrouwen"

Arnolt die Wijlde van Mersen, richter, Johan Coesdonck, Wijlhem van Everlo, Willem Heyenman en Maes van Dekensshorst, schepenen te Kessel en Helden, verklaren dat Derick van Loen en Lysbet aan de kruisheren een grondrente van twee en een halve malder rogge hebben overgedragen ten laste van een perceel akkerland waarvan drie morgen gelegen zijn voor het goed genaamd den hoeff ten Loen.
Bezegelaar: Arnolt die Wijlde, richter en scholtis van het land van Kessel
251 1456 april 5
"Anno Domini 1456 altera die Ambrosii episcopi et confessoris"

Wilhelmus, prior en de kruisheren te Venlo, verklaren aan Wilhelmus de Brede, proost van het kapittel van de H. Kunibert te Keulen een lijfrente van twee en een halve Rijnse gulden schuldig te zijn
252 1456 juni 23
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert sess ind vijftich op sent Johansavont baptist to mydsomer"

Lambrecht Mercator, richter, Jacop die Weldich en Johan van Stalbergen, schepenen te Venlo, verklaren dat Goetsen van Boickweick, procurator van de kruisheren, het huis van Mechtelden vander Heze aan de Tiegelpoort na uitwinning aan Johan Lummen den mesmecker heeft overgedragen
253 1456 augustus 9
"Datum anno et die uit supra"namelijk: "In 't jair ons Heren 1456 op sunte Laurentsavonts"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Katherijnen Jorys en haar nicht Katherine, begijnen, een lijfrente van twee malder rogge schuldig zijn
254 1456 augustus 9
" Daum anno et die ut supra" namelijk: "In 't jair ons Heren 1456 op sunte Laurensavonts"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Margarieten Rongen een lijfrente van een malder rogge schuldig zijn
255 1456 augustus 9
"In 't jair ons Heren 1456 op sunte Laurensavonts"

Prior en overige broeders van het kruisherenklooster verklaren dat zij aan Geertruden Jongers en haar nicht Breedsen, begijnen, een lijfrente van twee malder rogge schuldig zijn
256 1456 augustus 29
"In 't jaer ons Heren dusent vyerhondert ind sess ind vijfftich op sunte Johannes baptistendach decollatio"

Severijn Geratzsoen, landheer, verklaard dat voor hem en voor zijn laten Sybrecht vander Herstraten en Dries Tymmerman, Dries van den Velde en Stijna hun goed genaamd het goed te Oeverbroick gelegen in het kerspel Maasbree aan de kruisheren hebben overgedragen
257 1457 maart 22
"In 't jaer ons Heren dusent vyerhondert ind seeven ind vijfftich des anderen daeghs nae sente Benedictusdach des heilighen confessoirs"

Arnt die Wijlde van Mersen, ambtman en richter in het land van Kessel, Dries vanden Velde, Maes ten Hoeve, Wijllem vanden Broick, Jacob Thoerman, Hen vanden Weesterijnghe, Arnt Moeleman en Wyllem Dries, schepenen te Maasbree, verklaren dat Dries vanden Velde en Stijn aan de kruisheren een perceel akkerland langs de straat die naar de kerk gaat, tegenover het goed genaamd Overbroick hebben overgedragen.
Bezegelaar: Arnt die Wilde van Mersen, ambtman en richter in het land van Kessel
258 1457 november 12
" In 't jaer ons Heren duysent vierhondert ende seven en vijfftich des anderen daghs nae sunte Merten des heyligen confessors ende biscops"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat de kruisheren aan Peter Yden en Bele een perceel akkerland in het kerspel Bracht te Heithuysen in erfpacht heeft gegeven tegen een pacht van drie malder rogge
259 1458 maart 17
"In 't jair ons heren dusent vierhondert ind acht ind vijfftich op sente Gertrudendach joncfrouwen"

Derick van der Steeghen en Ghijs Schramans, schepenen te Sevenum, verklaren dat Gerart, zoon van Ghijs de wever, en Griet aan Hyllen Roesen een grondrente van een malder rogge ten laste van een perceel akkerland in de Heessevelde hebben overgedragen.
Bezegelaar: Goirt van Kessel genaamd Roffart, scholtis in het land van Kessel
260 1458 maart 24
"In 't jair ons Heren duysent vyerhondert achtt ind vijfftich op onsser liever Vrouwenavent annunciationis"

Lambrecht Mercator, richter, Merten van Ruremunde en Johan van Stalbergen, schepenen te Venlo, verklaren dat Dyrick Knytgen en Alet aan Thijs van den Velde en Trijn een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een huis op de Kommerstraat hebben overgedragen
261 1458 mei 29
" Anno Domini 1400 quinquagesimo octavo feria secunda post diem beati Urbani pape"

Wolterus de Huet en Nycolaus Vighe, zoon van Nicolaus, schepenen te Nijmegen, verklaren dat Theodiricus de Monster verklaarde schuldig te zijn aan Wilhelmus de Horst, prior van het kruisherenklooster te Venlo, 50 Rijnse gulden ten laste van zijn huis in de Vleyshouwerstrate, achtert uitgaande op de Steenstraat. Johannes de Redinckhaven, onderechter won vervolgens dit huis voor 50 Rijnse gulden uit ten behoeve van het klooster. Wolterus de Huet en Johannes Rait, rentmeester van de stad, gaven als overste cipiermeesters hun toestemming
262 1459 februari 1
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert negen ende vijfftich op onser liever Vrouwen lichtmisseavent"

Burgemeesters, schepenen en raad van Venlo, verklaren dat zij aan Maessen den Molener van Brede en Trijne Brugmans drie morgen dtadsgrond in den Kyewitzvenne bij de Schaepsdijck hebben verkocht
263 1459 februari 1
"In den jair ons Heren dusent vierhondert negen ind vijftich op onser liever Vrouwenavende to lichtmysse"

Burgemeesters, gemene schepenen en gezworen raad van Wachtendonk verklaren dat zij aan de kruisheren een rente van vijf malder hebben verkocht
264 1459 mei
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind negen ind vijftich des anderen dages in den mey myt namen des heiligen cruytzavent inventionis"

Broeder Gerart, prior, en de overige broeders van het kruisherenklooster te Hogenbusch in het land van Wassenbergh, verklaren dat zij aan Jan Lenssen, zoon van Peter, en Hille, burgers te Venlo, een grondrente van zes malder rogge ten laste van hun bezittingen hebben verkocht.
Bezegelaar: Dirick van Hall, prior te Hoei en generaal prior der kruisherenorde
265 1460 januari 25
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende sestich op sint Pouwelsdach deir men heit conversio Pauli"

Hein die Rouwe, Hubrecht goetsensoen, Leenart Leedesoen, Johan van Eyck, Peter vanden Briel en Johan inden Sande, schepenen te Venlo en Johan van Eyck en Jacop Goetsensoen, laten van Johan van Dript, verklaren dat Johan van Dript aan de kruisheren twee percelen akkerland, erfcijnsgoed, heeft overgedragen, behorend tot zijn leengoed dat hij hield van de heer van Gheemen, gelegen in het kerspel Velden, waarvan een perceel gelegen is tegen de nieuwe veerplaats aan die Stockbeck tegen een grondrente van zes Vlaamsen en zes haaster koren. Voorts heeft Johan van Dript verklaard dat het perceel land in het kerspel Velden gelegen opter Laerbeck, tegenover Grubbenvorst, aan ghen Nederligge en tussen het veld van der Oeden en de Maad, in het bezit blijft van de kruisheren tegen een grondrente van negen Vlaamsen en negen haaster koren.
Bezegelaars: Johan Scob, richter en rentmeester van de heer van Gheemen, de schepenbank Velden en Johan van Dript
266 1460 augustus 19
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ende seestich op sunte Bernardusavont des heiligen confessoers ende abts"

Gerat en Willem Roesen, broers, verklaren dat zij ten overstaan van hun laten Derick Heryncks, Reen Frets en meester Johan Schroeder hun rechten die zij hebben op lijfgewinsgoed van 50 morgen akkerland gelegen aan de Lomstraeten in het kerspel Leuth aan de kruisheren verkocht hebben.
Bezegelaars: gerat en Willem Roesen en Johan van Rey, scholtis in het ambt van Kriekenbeck
267 1460 september 15
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende tsestich jair des anderen daighs nae des werdigen heilgen Cruitzdach als men te latijn schrijfft exaltatio sancte Crucis"

Jacop die Weldich en Gerat van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Jennesken Koekenbecker en Mette hun rechten op de goederen in en rond Venlo uit de nalatenschap van hun (schoon)broer Jacop Koekenbecker aan de kruisheren hebben verkocht
268 1460 oktober 18
"In 't jair dusent vyerhondert ind tsestich op sunte Lucasdach des werdigen heiligen ewangelyst"

Jacop die Weldich en Gerart van Meens, schepenen te Venlo, verklaren dat Merten Koekenbecker een geldsom heeft ontvangen van de kruisheren en dat hun geschil tussen hen in der minne is geschikt
269 1461 november 23
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende eyn ende tsestich jair op sent Clementzdach pape"

Johan van Osen, richter, Jacop die Weldich en Lambrecht Mercator, schepenen te Venlo, verklaren dat Heynrick Ratinck en Beningua aan Lysbeth van Wanshem, dochter van Johan, een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een kamp in het Mewen Venne heeft overgedragen
270 1463 maart 18
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich des anderen dages na sunte Gheertruydt inden maent martius"

Jan van Rull, richter, Aelbert Janssoen en Rurger Willemssoen,laten te Gassel, verklaren dat Cornelis van Merwick aan Gerit Koenen, pastoor te Escharen ten behoeve van de kruisheren een grondrente van drie Rijnse gulden ten laste van de helft van het goed genaamd de Tongelair heeft overgedragen
271 1463 augustus 14
"In 't jaer ons Heren duysent vyerhondert ende drie ind tsestich jair op onss lieven Vrouwenavent assumptionis"

Harman Wegge, richter, Johan van Lomme en Johan van Stalbergen, schepenen te Venlo, verklaren dat Dyrick Knytgen en Alet aan Thys van den Velde den molener en Trijne een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een huis op de kommerstraat hebben overgedragen
272 1463 oktober 24
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ende dair toe drye ende tsestich jair des anderen daigs nae sent Severijnsdach episcopi"

Harman Wegh, richter, Gerat van Menss en Johan van Stalbergen, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan van Lomme, zoon van Goetsen, en Maegriet aan Heyen van den Campe van Helden en Bele een kamp en een beamd in het Mewen Venne bij het erf van het klooster in gher Oyde hebben overgedragen
273 1464 maart 11
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vier ende tsestich op sent Gregoriusavent pape"

harman Wegge, richter, Johan van Stalbergen en Johan Houfft, schepenen te Venlo, verklaren dat Claes van Polle met toestemming van Gerat Voss en Katherijne van Poll en Claessen van Polle, aan Johan Lijnssen Peterssoen en Hilleken een kamer tegenover het gasthuis heeft overgedragen
274 1464 juli 24
"In 't jair onss Heren dusent vierhondert ind vyer ende tsestich op sent Jacopsavent apostolli"

Maes van Hoeve, Jacop Thoirman, Henne vanden Westeringh, gerat vanden Westeryngh, Wyllem Molener en Wyllem vanden Broick, schepenen te Maasbree, verklaren dat Wyllem Katten, prior van het kruisherenklooster, met toestemming van subprior en procurator, respectievelijk Kerstken van Swolgen en Goessen van Boickholt, aan Arnt Moleman en Gertruyde een hoeve te Overbroyck heeft uitgegeven tegen een erfpacht van zeven malder rogge.
Bezegelaars: Mathijs van Kessel Janssoen, scholtis in het land van Kessel, en Severijn Geratssoen, burger te Venlo
275 1465 januari 24
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende fijff ende tsestich jair op sent Pauwelsavent conversionis"

Harman Wegge, richter, Willem Vijnck en Conraet Houfftman, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat die Here en gertruit aan de kruisheren een perceel akkerland naast de boomgaard van het klooster hebben overgedragen
276 1465 maart 13
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende tsestich jair des anderen daigs nae sent Gregoriusdach pape"

Harman Wegh, richter, Willem Vijnck en Coenraet Houfftman, schepenen te Venlo, verklaren dat Willem Katte, prior, Kerstken van Schelbergen, subprior, en Goetsen van Boickweyt, procurator van het kruisherenklooster, met Heynrick Kyespenninck en Baetsse, een kamer gelegen op de Vleischstraten geruild hebben tegen een klein perceel akkerland achter de woning van laatstgenoemden op de Vleischstraten, naast de boomgaard van het klooster
277 1465 april 22
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ind tsestich feria secunda post octavas Passche"

Heynrick van Steenhuys en Jan van Daernen, schepenen te Grave, verklaren dat Wolter van Wamell en Mechtelt aan Wilhem Kat, prior van het kruisherenklooster, een grondrente van drie Rijnse gulden ten laste van een kamp inder Marssen hebben overgedragen.
Bezegelaar: der schepenbank Grave
278 1465 september 20
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende tsestich op sent Matheusavent apostoli etcetera"

Herman Wegge, richter, Heynrick die Heren en Johan van den Campe, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat van Wanssem en Bela aan Mathijs van Broickrade en Elizabeth een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van hun huis opten Schrixel hebben overgedragen
279 1466 juni 14
"In den jaeren ons Heren dusent vierhondert ses indt sestich op sunte Vytusavont"

De gemene schepenen van Tegelen verklaren dat Derick van Tiegelen en Margriet aan Goirt Boigel een rente van twee Rijnse gulden schuldig zijn ten laste van een perceel genaamd die Stert gelegen langs den langen kamp en ten laste van een perceel gelegen in den Drymselre broick.
Bezegelaar: de schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen
280 1467 februari 15
"In 't jair onss Heren doe men schreiff dusent vierhondert ende seven ende tsestich jair des anderen daighs na sent Valentijnsdach episcopi"

Harman Wegge, richter, Conraet Houfftman en Gerat Voss, schepenen te Venlo verklaren dat Peter van Polle en Geertruit aan Derick van Beringen en Jutte een perceel akkerland aan ghenen Mewen Venne hebben overgedragenn
281 1468 augustus 14
"In den jaer onss Heren duysent vyer hondert acht ind tsestich jair op onsser liever Vrouwenavent als men te latyne schrijfft assumptio"

Harman Wegghe, richter, Conraet Houfftman en Henrick die Here, schepenen te Venlo, verklaren dat Thijs van den Velde en Trijn aan Margarieten van Lytt een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis op de Koemerstraat hebben overgedragen
282 1468 oktober 1
"In den jair ons heren dusent vierhondert acht ende tsestich op sent Remeisdach episcopi"

Johan van Dript en Agneze van Zandwick verklaren dat zij afstand doen van hun rechten op vijftien morgen akkerland die het klooster van hun en van Johan van Dript in erfcijnsgoed hield.
bezegelaars: Johan van Dript, Agneze van Zandwick, Heynrick Collart en Johan Houfft
283 [1468 na oktober 1]
Christianus van Schelberghen, prior, Dirick Poll, subprior, Jacob van Neer,, procurator en de overige broeders van het kruisherenklooster, verklaren dat zij aan Johan van Dript de twaalfde penning zullen betalen indien zij de vijftien morgen akkerland onder andere gelegen aan de Stockbeeck, die het klooster van hem in erfcijns hield, zullen vervreemden
284 1469 mei 12
"In 't jair onss Heren dusent vierhondert negen ende tsestich op sent Servaesavent des heiligen bisschops"

Anna van Wevelkoeven, vrouwe van Ghemen en Grubbenvorst, verklaart toestemming aan de kruisheren gegeven te hebben om de aanwas grenzend aan hun perceel tegenover het huis Grubben te bepoten
285 1469 december 5
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert negen ind tsestich op senter Claesavent"

Harmen Wegghe, richtert, Heynrick die Heren en Tylman then Offerhuys van Suchtelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Bone van der Nijerkeicken en Mette aan Goert, zoon van wijlen Jenken den moleners, en Ymmelen opten Grave een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een huis op de Joedenstraten hebben overgedragen
286 1469 december 24
"In den jair onss Heren dusent vierhondert ende negen ende tsestich jair op ten werdigen heiligen hoightijt van Kersavent"

Harman Wegh, richter, Conraet Houfftman en Tilman then Offerhuyss van Zuchtelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat van Ruweele en Lysbeth aan Derick Smyetz en Katherijne een perceel akkerland opten Moelen Velde hebben overgedragen
287 1470 januari 17
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind tseventich op sente Anthoniusdach des heiligen abtz"

De gemene schepenen van Lobberich verklaren dat Heynrick van Sassevelt en Neesken en Maes inden Eickhoff en Griet aan de kruisheren een grondrente van vijf malder rogge hebben overgedragen. Als onderpand stellen Heynrick en Neesken acht morgen akkerland waarvan vier morgen gelegen opten Henxbeckerweghe. Maes en Griet stellen als onderpand twee morgen akkerland ter vervanging van een ander onderpand genaamd de Haseneyt.
Bezegelaar: Johan van Rude, scholtis van Lobberich
288 1470 juli 30
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ind tseventich op manendach nae sunte Panthalioensdach"

Harman Wegghe, richter, Johan van Stalbergen en Lambert Mercator, schepenen te Venlo, verklaren dat Walraven van der Lynden en Beirtt aan de kruisheren een grondrente van zes Rijnse gulden schuldig zijn ten laste van een huis op de alden Merckt naast de geemene steeg van der Masenpasterne
289 1470 september 17
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind tseventich op sent Lambrechtzdach"

Harman Wegge, richter, Coenraet Houfftman en Tilman then Offerhuys van Zuchtelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Heynrick Tectoris, priester, aan Heynrick Bruynen, burger van Neuss, en Ytghen een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis aan de hoge kerk naast de school heeft overgedragen
290 1470 september 17
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind tseventich op sent Lambrechtsdach"

Harman Wegge, richtert, Conraet Houfftman en Tilman then Offerhuys van Zuchtelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Johan Brouwer die huedemecker en Aleth aan Heynrick Bruynen, burger van Neuss, en Ytghen een grondrente can vijf Rijnse gulden ten laste van een huis op de Steenstraat hebben overgedragen
291 1470 november 30
"In 't jair ons Heren 1400 ende 70 op sent Andriesdach"

de gemene schepenen van Lobberich verklaren dat Heynrick van Sassevelt en Neesken en Maes inden Eyckhoff en Griet aan de kruisheren een grondrente van vijf malder rogge hebben overgedragen. Heynrick en Neesken stellen acht morgen akkerland als onderpand waarvan vier morgen gelegen zijn op de Hoichden en vier morgen gelegen op de Hynsbeckerweg zijn. Maes en Griet stellen twee morgen akkerland als onderpand.
Bezegelaar: Jan van Reyde, scholtis
292 1470 december 4
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ind seventich op sent Barbarendach virginis"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldekircken verklaren dat Jenken Beeren en Beel aan de kruisheren een rente van zes malder rogge ten laste van een perceel akkerland te Kaldekircken hebben verkocht
293 1471 maart 6
"In den jair ons Heren dusent vyerhondert ind eyn ind seventich sess daghe in meert"

Jacob, graaf van Horn, heer van Altena, Cranendonk en Corterschem, verklaart voor zijn leenman dat Johannes van Vynkenrayde de oude, de hoeve Vinckenrayde in de parochie Weert verworven heeft en dat hij dit leengoed zal mogen belasten met 300 gulden. Als getuigen waren aanwezig: Art van Goir, drost en Johan Foegels, scholtis
294 1471 mei 6
Ïn 't jair ons Heren dusent vierhondert eyn ind seventich up maendach na des heiligen cruytzdach inventionis"

De gemene schepene te Mulbracht en Kaldenkrichen verklaren dat Thijs Paeten en Kathrijne aan de kruisheren een rente van vijf Rijnse gulden ten laste van een perceel akkerland gelegen in den Wijtvelde naast de Breidelre weg hebben verkocht
295 1471 augustus 14
"In den jaer ons Heren dusent vier hondert eyn ind tsevebtich op onser liever Vrouwenavent assumptionis"

Harman Wegge, richter, Coenraet Houfftman en Tilman then Offerhuys van Zuchtelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Claes Siben die schroeder en Katherine aan Heynrick Bruynen, burger van Neuss en Ytghen een grondrente van drie Rijnse gulden ten laste van een huis op de Lomstraat tegenover het Vleeshuis hebben overgedragen
296 1471 augustus 14
"In den jaeren onss Heren doe men schreiff dusent vierhondert ende eyn ende tseventich op onser liever Vrouwenavent als men te latijne schrijfft assumptio beate Marie virginis"

Harman Wegge, richter, Coenraet Houfftman en Tilman then Offerhuys van Zuchtelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Willem Bruynen en Marie, dochter van Claes Sijben, aan Heynrick Bruynen, burger van Neuss en Ytghen een rente van zeventien Bourgondische stuivers ten laste van hun huis opter Kerckstraten hebben overgedragen
297 1471 augustus 25
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert eyn ind tseventich des anderen daigs nae sent Bartholomeusdach apostoli"

Harman Wegge, richter, Coenraet Houfftman en Tilman ten Offerhuyss van Zuchtelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Willem Bruynen en Marie, dochter van Claes Siben, aan Heynrick Bruynen en Ytgen, burgers van Neuss, een grondrente van twaalf Rijnse gulden ten laste van een stenen huis op de Steynstraat hebben overgedragen
298 1472 juni 22
"In den jaeren onss Heren doe men schreiff dusent vierhondert ende twe tseventich opter werdiger heiliger teendusent mertelerendach"

Harman Wegg, richter, Coenraet Houfftman en Heynrick Weyer, schepenen te Venlo, verklaren dat Stijne Sijben aan Jacvop van Bleric, die op de hoeve van de kruisheren woont, en Trijnen een kampje aan ghenen Mewenvenne heeft overgedragen
299 1472 juni 30
"In den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende twe ende tseventich jair des anderen daighs nae sent Peters ende sent Pauwelsdach der tweyer heiliger apostelen"

Harman Wegge, richter, Conraet Houfftman en Heynrick Weyer, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacob van Blerick, die op de hoeve van de kruisheren woont en Trijne aan Stijnen Sijben een grondrente van twee Philips Bourgondische schilden hebben overgedragen ten laste van een kampje dat zij van Stijnen hebben verkregen, gelegen aan ghenen Mewenvenne bij de hoeve
300 1474 maart 3
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert vier ind tzeventich des doirden daigen mensis martii"

Heynrick van Nederbroick en Jan van Wamell, schepenen van Grave, verklaren dat Johan van Beringen verklaard heeft zich te zullen houden aan de verdelingsakte opgemaakt tussen Wilhem Catten, prior van het kruisherenkloostedr, en Johan van Beryngen en Stijne.
Bezegelaar: de schepenbank Grave
301 1474 oktober 3
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert vier ind tseventich op manendach nae sent Remysdach"

Harman WEgghe, richter, Arnt Vinck Sanderssoen en Gerat die Groit, schepenen te Venlo, verklaren dat Symon Merkolf en Deme aan de kruisheren negen Rijnse gulden schuldig zijn ten laste van een huis op de Jaermercktstraten dat zij voorheen van de kruisheren gekocht hebben
302 1475 mei 20
"In den jair ons Heren dusent vyerhondert vijff ind zeventich des twijntichsten daghes in den meye"

Johan van Loeken, Rutgher Gherynx, Johannes van Vynkenroyd, Johan Straetmans, Johan Dumen, Henrick Nouden en Symon Truden, schepenen van de vrijheid Weert in het graafschap Horn, verklaren dat Johannes van Vynkenroyd de jonge ten laste van zijn hoeve in de banck van Weert aan Jacob van Neer, procurator van het kruisherenklooster, een grondrente van veertien Rijnse gulden heeft verkocht welke hoeve hij in leen houdt van de jonker van Horne. Vervolgens geven zij vidimus van een akte van 6 maart 1471
303 1475 juli 24
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vijff inde tseventich up sinte Jacopsavent apostoli"

Herman Wegge, richter, Henrick van Greveray en Gerit van Giffen, schepenen te Venlo,verklaren dat Gaert Zeverinssoen en Lysbeth van Wanshem aan Derick van Beringen en Jutte een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een kamp gelegen in het Mewen Venne hebben overgedragen
304 1475 oktober 5
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vijff inde tseventich des vijfften daigen des maentz octobris"

Harman Wegge, richter, Henrick van Greveray en Lambrecht Mercator, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacop van Neer, procurator van het kruisherenklooster, een moestuin aan die Hellebeeck heeft uitgewonnen en deze vervolgens heeft overgedragen aan Jacop Rouwen
305 1476 juli 3
"In 't jaer ons Heren duysent vierhondert ende sess en seventich des anderen dachs nae onser liever Vrouwendach die men heyt visitatio"

Reyner van Holthuysen, drost van het ambt Kriekenbeck, Heynken Noeten, Goessen Coemen en de gemene schepenen van Leuth, verklaren dat Willem Roesen, man van wapenen, en Agnes van Ghenhout aan de kruisheren verschillende percelen akkerland hebben overgedragen te Leuth aan de Lumstraeten behorende tot de Gruythuysenhoff, te weten: zeven morgen gelegen aan den Leuterbergh, veertien morgen grenzend aan het Rosenheicken en zeven morgen gelegen naast Berynghenhof. Johans van Nijnem en Gertruydt geven toestemming voor deze overdracht.
bezegelaars: Willem Roesen, Heilwich van Baerle en Reyner van Holthuysen, drossaard en richter
306 1477 december 3
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert seven en tseventich op sunte Barbarenavent der heiliger joncfrouwen"

Kerstgen van Zwolge, prior, en de overige broeders van het kruisherenklooster, verklaren dat zij met Nies van der Holst, mater en overige zusters van het convent van sint Franciscus gelegen inder Oeden, een grondrente van twee malder rogge waarvan een malder ten laste van het convent van sint Franciscus en een malder ten laste van de molen geruild hebben tegen een rente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis aan de alde Merckt.
Bezegelaars: het kruisherenklooster en het convent van sint Franciscus
307 1478 augustus 9
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert acht ind tseventich op sente Laurentiusavent martirio"

Harman Wegge, richter, Gerat die Groit en Lambert Mercator, schepenen te Venlo, verklaren dat Gebel van Holthuysen, met toestemming van Lysbett van Lomme, haar zuster, en Arnt, Jan en Baetz van Lomme, neef en nicht, aan de kruisheren een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis op de Vleisstraat heeft overgedragen
308 1478 november 14
"In 't jair onss Heren dusent vierhondert acht ende tseventich op satersdach na sunte Mertensdach episcopi"

Harman Wegge, richter, Peter Woest en Henrick van Greveray, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat van Moldijck en Billy aan Gerat die Groit en Katherijne een perceel akkerland then Gruythoff naast de hoeve van het klooster hebben overgedragen
309 1479 mei 19
"In 't jair ons Heren doe men screift dusent vierhondert negen end tseventich op onse Heren hemelsvartzaventz"

Heyneken Noeten, Goessen Koenen en gemene schepenen van Leuth, verklaren dat Wilhem Rose en Agnes van ghen Holt aan de kruisheren een perceel genaamd Rosenheicke in Leuter velde hebben overgedragen.
Bezegelaars: Wilhem Rose en Helwich van Baerle
310 1479 augustus 25
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert negen end tseventich des anderen daigen na sunte Bartholomeusdach"

Harman Wegge, richter, Peter Woest en Henrick van Greveray, schepenen te Venlo, verklaren dat Billeken, dochter van wijlen Cornelis Bruynss, aan de kruisheren een grondrente van vijf Rijnse gulden ten laste van een perceel in het Cranenvfelt heeft overgedragen
311 1479 augustus 25
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert negen ind tseventich des anderen dach nae sente Bartholomeusdach"

Peter Woest en Art Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Billeken, dochter van wijlen Cornelis Bruyns, verklaard heeft dat zij 120 Rijnse gulden schuldig is aan de kruisheren. Als onderpand heeft zij een achtste deel van de watermolen genaamd de Broedermolen gestyeld, gelegen buiten de Hellepoort tegenover de hoge kerk
312 1479 november 23
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ind tseventich op sunte Clemensdach"

harman Wegge, richter, Arnt Vinck Sanderssoen en Arnt Vinck Janssoen, schepenen te Venlo, verklaren dat Jan Beeckman en Bele aan de kruisheren een grondrente van acht en een halve Rijnse gulden ten laste van een huis, toegangsweg en moestuin op de Jaermercktstraten, die zij voorheen van de kruisheren hadden gekocht, hebben overgedragen
313 1479 november 23
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert negen ind tseventich up Sunte Clemensdach"

Arnt Vinck Sandersoen en Arnt Vinck Janssoen, schepenen te Venlo, verklaren dat Kerstken van Schelberg, prior van het kruisherenklooster, heeft toegestaan dat Jan Beeckman en Bele een rente van vijf Rijnse gulden ten laste van een huis op de Jairmercktstrate mogen aflossen
314 1479 december 20
"In 't jair onss Heren dusent vierhondert negen ende tseventich op sinte Thomasavont apostoli"

Gherart die Groet en Katherine verklaren dat zij aan de kruisheren een perceel akkerland gelegen bij de Gruythoff naast het erf van de kruisheren hebben geschonken.
bezegelaar: Gherart die Groet en Lambert Mercator
315 1480 mei 2
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert end tachtentich up des heyligen Crusavont inventionis"

Lambert Mercator en Harman Wegge, schepenen te Venlo, verklaren dat Clais Lueffs en Jan Mertenssoen aan Rutger Kerstkens en Hillen 50 Rijnse gulden schuldig zijn.
Als onderpand stellen zij hun weiland aen ghenen Shaepsdijck
316 1481 maart 1
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ind tachtentich opten irsten dach in den mertt"

Peter Wegge, richter, Jan van Vogelsanck en Gerat van Ruwel, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacop Reynen en Stijn aan Arnt Vincken den schopman en Marijen een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis op de Hoegerstraten hebben overgedragen
317 1481 mei 12
"In den jair ons Heren dusent vijrhondert eyn en tactentich op sent Servaisavent dess heiligen bysschops"

de gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Dyrick opten Hoevell en Jutte een grondrente van 22 stuivers aan de kruisheren hebben overgedragen. Als onderpand stellen zij twee percelen akkerland aan de Leutherstraeten en aan der Sittard
318 1481 september 17
"In 't jair ons Heren dusent vyerhondert ind eyn en tachtentich op sente Lambertdach"

Symon Haghen, dagelijks richter, Jacop Borwater en Gijsbart van der Ertbruuhen, schepenen te Sevenum, verklaren dat zuster griet van Straelen met haar voogd Peter Moller aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge heeft overgedragen.
Bezegelaar: Jacop Borwater
319 1481 november 8
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind eyn ind tachtentich des achten daigen van november"

Harman Wegge, richter, Johan van Stalbergen en Arnt Vinck, schepenen te Venlo, verklaren dat Heynrick Bruynen en Ytghen burgers van Neuss, aan de kruisheren verschillende grondrenten hebben overgedragen te weten: twaalf Rijnse gulden ten laste van een huis op de Steenstraat, zeventien Bourgondische stuivers ten laste van een huis op de Kerkstraat, drie Rijnse gulden ten laste van een huis op de Lomstraat tegenover het vleeshuis, twee Rijnse gulden ten laste van een huis aan de hoge kerk naast de schoo, vijf Rijnse gulden ten laste van een huis op de Steenstraat, een Arnhemse gulden ten laste van een huis op de Nijerstraat en een halve mark ten laste van huis op de Jaarmarktstraat, ter stichting van twee jaargetijdenl
320 1482 september 9
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert twe en tachtentich des manendaechs nae onser liever Vrouwendaech nativitatis"

Conrart Pijl van Herckenboschs, richter, Wolfart Genene, Heyn van der Masen, Peter van den Cruisberch en gemene schepenen van Beesel, verklaren dat Jacob van Neer, procurator van het kruisherenklooster, negen percelen akkerland op de Lorrevelden in het kerspel Tegelen heeft uitgewonnen waaronder een perceel genaamd der Mijmmenacker en een perceel gelegen in den camp.
bezegelaar: Conrart Pijl van Herckenboschs
321 1483 april 4
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert drie ende tachtentich des vierden daigen inden aprill"

Peter Wegge, richter, Thijs van Ruremunde en Peter van Berongen, schepenen te Venlo, verklaren dat Gaert en Mett, dochters van wijlen Lambert Mercator, aan de kruisheren een grondrente van een Arnoldusgulden ten laste van een huis opten straetken naast de H. Geestkapel hebben overgedragen
322 1483 augustus 9
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert drie end tachtentich up sunte Laurensavent martiris"

Willem Roese en Agneze van Holt verklaren dat zij afstand doen van alle rechten die zij bezitten op een hof genaamd Gruythuysen in het kerspel van Leuth, die zij al aan Kerstken van Schelberch, prior van het kruisherenklooster, verkocht hebben.
Bezegelaar: Willem Roese
323 1483 november 29
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert dry ind tachtentich op sente Andriesavent des heiligen apostel"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Jenken Keren en Bele aan Arnt Vinck, zoon van Arnt, en Marije een grondrente van negen Rijnse gulden hebben verkocht ten laste van een huis en een boomgaard tussen het broick op die schaipheide en ten laste van een perceel akkerland genaamd Porters lant
324 1484 januari 5
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert vier ind tachtentich opten heiligen durrteenavont"

Peter Wegge, richter, Arnt Vinck, Sanderssoen en Jan van Stalbergen, schepenen te Venlo, verklaren dat Margriet van Giffen, weduwe, Jan en Heynrick van Giffen, broers, Gerat die Here de jonge en Met en Pauwel van Lomme en Griet, kinderen van Margriet Giffen, aan de kruisheren een grondrente van vijf Rijnse gulden ten laste van een kamer op de Steynstraat hebben overgedragen
325 1484 januari 16
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vier ind tachtentich op sunte Anthonisavont der heiligen abtz end confessors"

Peter Tzaerijen, pater, Agneze van den Bercken, materse, en Hadewich, procuratess van het klooster in der Oeden bij Venlo, verklaren dat zij voor hun laatheer Jans van Zeller, pastoor te Leuth, en zijn laten Adam Franckensoen en Lamber Lijnssensoen van Barle en voor de schepenen te Leuth met name: Heyntken Noetten, Goessen aengen Eynde, Thijs te Vusth, Gerat die Schroeder en Derick Henick aan broeder Henrick Leyendecker en broeder Jan Verwers ten behoeve van de kruisheren een hoeve genaamd die hoff in den brande gelegen te Leuth hebben overgedragen.
bezegelaars: klooster in der Oede, Jans van Zeller, landheer en pastoor, en Willem van Barle
326 1484 februari 16
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert vier ind tachtentich op manendach nae sent Valentijnsdach"

Peter Wegge, richter, Art Vinck Sanderssoen en Peter van Berongen, schepenen te Venlo, verklaren dat Gobbel van Belfelt en Stijn aan de kruisheren een grondrente van vijf Rijnse gulden ten laste van een huis op de Steynstraat hebben overgedragen
327 1484 mei 10
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert vier in dachtentich op manendach nae den sonnendaghe jubilate"

Peter Wegge, richter, Arnt Vinck Sanderssoen en Arnt Dalen, schepenen te Venlo, verklaren dat Thomas Moell en Mett, Jan Beeckman en Hylle en Jan van Cleve, broer van Mett en Hylle, aan de kruisheren een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een huis opter Beeck hebben overgedragen
328 1484 juni 28
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vier ind tachtentich op sent Peters ind Pouwelsavent apostolorum"

Burgemeesters, schepenen, gemene burgers en ingezetenen van Venlo, verklaren dat zij aan de kruisheren een rente van tien Rijnse gulden hebben verkocht
329 1484 november 9
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert vier ind tachtentich des neghenden dages van november"

Burgemeesters, schepenen en raad van Venlo verklaren dat zij aan Jan van Beringen, zoon van Marselys, en Marien een cijns van 24 witpenningen ten laste van vier morgen nieuw land in ghenen Venne hebben overgedragen
330 1485 januari 6
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert vijff inde tachtentich des sessten daigen januarii"

Jan van Vogelsanck en Gerat van Ruwele, schepenen te Venlo, verklaren dat de kruisheren een grondrente van drie oude Vlaamsen ten laste van de hoeve gelegen ingen Brande die hij verschuldigd was aan Merzelis van Berongen, heeft afgelost
331 1485 januari 27
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert vijff ind tachtentich up donresdaige post conversionem Pauli"

Jan Spede verklaart dat de kruisheren hem een cijns van een moerken schuldig zijn ten laste van een perceel akkerland in het Boeckholterveld in het kerspel en gericht Blerick.
Bezegelaars: Jan Spede, Kaerl van Spede, zijn broer, en Jan van Stalbergen
332 1485 april 13
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert vijff ind tachtentich up guesdach neyst na den sonnendach Quasimodo geniti"

Peter Wegge, richter, Peter Woest en Arnt Dalen, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacop van Neer, procurator van het kruisherenklooster, van Billeken, dochter van wijlen Cornelis Bruynss, een achtste deel van de molen genaamd der Broedermolen buiten de Helleporten tegen de hoigen kercken heeft uitgewonnen en vervolgens heeft overgedragen aan Jenneske Lynssen den witmecker
333 1485 mei 4
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert vijff ind tachtentich up guesdach na des heyligen cruyss inventionis"

Peter Wegge, richter, Peter Woest en Arnt Dalen, schepenen te Venlo, verklaren dat Jennesken Lynssen der witmecker en Hilleken aan de kruisheren een achtste deel van de molen genaamd der Broedermolen tegen een hoige kercken buiten de Helleporte hebben overgedragen nadat Jacob van Neer, procurator van het kruisherenklooster dit deel van de molen uitgewonnen had van Billeken, dochter van wijlen Cornelis Bruynss en overgedragen had aan Jennesken Lynssen
334 1485 november 4
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ind tachtentich des vierden daigen van november"

Peter Wegge, richter, Jan van Vogelsanck en Art Daelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Claes Lueffz en Baetz en Jan Mertenssoen en Aleidt aan de kruisheren een grondrente ten laste van een beamd aan de Schaapsdijk hebben overgedragen
335 1486 maart 12
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert sess ind tachtentich op sente Gregoriusdach heilighen pauwes ind confessoirs"

Gadert Vynck, scholtis, en gemene schepenen van Hinsbeck, verklaren dat Henrick opter Heiden en Beil aan de kruisheren een grondrente van vijf Rijnse gulden ten laste van de helft van een perceel akkerland in het kerspel Leuth hebben overgedragen.
Bezegelaar: Goedert Vynck
336 1486 april 25
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert sess ind tachtentich op dinxdach neist nae den sonnendach Cantate"

Jan van Stalbergen en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Kerstken van Schelberch, rior van het kruisherenklooster, en Henrick Kiespennynck en Baetz tot een minnelijke schikking zijn gekomen betreffende de gemeenschappelijke muur tussen hun beider erven
14.D061 Klooster der Kruisheren te Venlo, 1399-1796
Regesten
336
1486 april 25
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert sess ind tachtentich op dinxdach neist nae den sonnendach Cantate"

Jan van Stalbergen en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Kerstken van Schelberch, rior van het kruisherenklooster, en Henrick Kiespennynck en Baetz tot een minnelijke schikking zijn gekomen betreffende de gemeenschappelijke muur tussen hun beider erven
Datering:
1486 april 25
Notabene:
Origineel op perkament, inv.nr. 236. de zegels van de oorkonders zijn verdwenen; afschrift op papier in inv.nr. 214, f. 57v
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 07-08-2015
337 1486 september 30
"In 't jair uns Heren dusent vierhonderd sess ind tachtentich op sunte Remeysavont"

Peter Wegge, richter, Jan van Vogelsanck en Gerat van Ruwele, schepenen te Venlo, verklaren dat Kerstken van Schelberg, prior en Jacob van Neer, procurator van het kruisherenklooster, met Jan van Stalbergen de oude met toestemming van zijn kinderen heer Lambrecht van Stalbergen, priester, Jan van Stalbergen en Grieten, Henrick, Thijs en Lenert van Stalbergen, twee percelen akkerland opten wilden velden hebben geruild tegen een perceel tegenover den heiligen boeme bij Genooi
338 1487 januari 4
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert 87 des vierden dach januario"

Peter Wegge, richter, Peter Woest en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerat van Moldick en Billy aan Elizabeth Lueff, weduwe van Jenneke Lueffz, een grondrente van vijf Rijnse gulden ten laste van goederen gelegen in het gericht van Venlo hebben overgedragen
339 1487 november 10
"In 't jair uns heren dusent vierhondert seven ind tachtentich op sinte Mertensavont episcopi"

Peter Wegge, richter, peter Woest en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Jan Coenijnck der mure en Baetz aan Gaert Janssoen den mullenaar en Ymmelen een grondrente van drie Rijnse gulden ten laste van goederen binnen Venlo hebben overgedragen
340 1487 december 5
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert seven ind thachtentich op sunte Nycholaesavent"

Arnt Spede, gemene schepenen, gezworenen, kerkmeesters en kerspellieden van Kaldenkirchen verklaren dat zij aan de kruisheren een rente van dertien Rijnse gulden hebben verkocht.
Bezegelaar: de schepenbank Mulbracht en Kaldenkirchen
341 1488 maart 29
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert acht ind tachtentich up satersdach neist na den sonnendach Judica"

Burgemeesters, schepenen en raad van Venlo verklaren dat zij aan Jan van Berongen Merzeliussoen en Marijen enige cijnsen ten laste van enige percelen hebben overgedragen waarvan een gelegen is ingen Venne en een in den Oyen Venne
342 1488 juli 22
"In deen jaer ons Heren dusent vierhondert acht ind tachtentich op sente Marien Magdalenendach der werder heiligen jonfferen"

Peter Wegge, richter, Jan van Stalberghen en Art Daelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Art en Johan van Lom, broers, en Willem Vinck en Baetz aan de kruisheren een grondrente van een Rijnse gulden ten laste van een huis op de Steynstraat hebben overgedragen
343 1488 november 7
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert acht ind tachtentich up sinte Wilbrordusdach"

Jan van Vogelsanck en Arnt Dalen, schepenen te Venlo, verklaren dat Cornelis en Lysbeth, kinderen van Lysbeth Cornelis, verklaren dat Billeken Cornelis, hun tante, 120 Rijnse gulden schuldig was aan de kruisheren ten laste van een achtste deel van de watermolen gelegen voor de Hellepoort tegen den hoigen kercken. Tengevolge van wanbetaling heeft het klooster de molen uitgewonnen maar hen tgoch twintig gulden gegeven
344 1490 april 14
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ind negentich op sent Tyburciusdach"

Burgemeesters, schepenen, overige burgers en ingezetenen van Venlo verklaren dat zij aan de kruisheren een rente van acht Rijnse gulden hebben verkocht
345 1490 mei 3
"In 't jair uns Heren dusent vierhondert ind negentich op des heiligen Cruytzdach inventionis"

Peter Wegge richter, Jan van Stalbergen en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Derick Schers van Helden en Baetz aan Jan die Weldich en Griete een grondrente van twee en een halve Rijnse gulden ten laste van hun huis opten Vleischstraten hebben overgedragen
346 1490 juli 31
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind negentich op sent Petersavent ad vincula"

Peter Wegge, richter, Thijs van Ruremunde en Art Daelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Jutt, dochter van Theus Goltsmetz, met toestemming van haar tante, weduwe Tuelken Nedzen ter stichting van een wekelijkse mis aan de kruisheren een grondrente van vier Rijnse gulden ten laste van een half huis op de Steenstraat heeft overgedragen
347 1490 september 4
"In 't jaer uns heren dusent vierhondert ind negentich des vierden daigen van september"

peter Wegge, richter, Jan van Stalbergen en Arnt Dalen, schepenen te Venlo, verklaren dat Lenert van Berongen en Merij aan de kruisheren een grondrente van zes malder rogge ten laste van een kamp in het Meuwen Venne tegenover het erf van de kruisheren hebben overgedragen
348 1491 januari 20
"In den jaert ons Heren doe men scrieff dusent vierhondert eyn end tnegentich op sunt Sebastianusdach des heilighen mertelers"

Wilhem Roesen en Agnes van Holt verklaren dat de kruisheren geen grondrente van drie hoenders hoeven te betalen ten laste van een perceel akkerland gelegen aan den brand opten Tiegelenweg. Deze drie hoenders worden voortaan betaald ten laste van een perceel gelegen inden Vergel die de kruisheren aan Ot van Holtmulen hebben verkocht.
Bezegelaars: Wilhem Roesen en zijn zoon Gerat Roesen
349 1491 februari 21
"In den jair ons Heren dusent vyerhondert eyn ind negentich op sente Petersavent ad cathedram"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Johan Daerss en Katherijne een grondrente van drie Rijnse gulden aan Arnt Vyncken, zoon van Arnt, en Mary hebben verkocht ten laste van een perceel akkerland aan den Burrich
350 1492 mei 25
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert twe ind tnegentich op sent Urbanusdach episcopi"

de gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Dayme opten Hoevel en Margriet aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge ten laste van een perceel akkerland hebben verkocht
351 1492 mei 26
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert ind twe ind tnegentich des anderen daigen neist nae sente urbaensdach"

Peter Wegghe, richter, Peter Woest en Thijs van Rueremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacp van Neer, prfocurator van het kruisherenklooster, van Henrick Bruynss en Katherine akkerland en moestuin buiten de Laarpoort uitgewonnen heeft en deze vervolgens heeft overgedragen aan Jennesken Lynssen den witmecker
352 1492 augustus 23
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert twe end neghentich op sunte Bartholomeusavent des heiligen apostels"

De gemene schepenen van Tegelen verklaren dat Coene Houfftz aan de kruisheren ter stichting van een jaargetijde, een grondrente van drie malder rogge ten laste van een hoeve te Overtegelen heeft overgedragen.
Bezegelaar: de schepenbank van Mulbracht en Kaldenkirchen
353 1492 november 30
"In 't jaer onss Heren dusent vierhondert twe ind tnegentich op sunte Andriesdach de heiligen apostels"

De gemene schepenen, kerkmeesters en inwoners van het kerspel Velden verklaren dat zij van Johan van Doerren, prior van het kruisherenklooster te Keulen, 60 Rijnse gulden hebben ontvangen waarvoor zij een grondrente van drie Rijnse gulden hebben gekocht ten laste van drie percelen beamd bij het Aernssbroeck in het kerspel Velden waarvoor een wekelijkse mis gehouden zal worden in de parochiekerk. Indien de mis niet in Velden gehouden kan worden, wordt de mis voortaan in het kruisherenklooster te Venlo gelezen
354 1492 december 20
"In 't jair unss Heren dusent vierhondert ind twee ind negentich op sint Thomaesavont"

Peter Wegge, richter, Peter Woest en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Jennesken Lynssen die witmecker en Hilleken aan Andries Leyendecker, prior van het kruisherenklooster, een perceel voor de Lairporte hebben overgedragen dat voorheen na uitwinning door Jacob van Neer, procurator van het kruisherenklooster, aan Jennesken Lynssen overgedragen was
355 1493 mei 29
"In den jairen ons Heren dusent vyerhondert ind dry ende neegentich op donresdach nae sunte Urbaenssdach episcopi pape et martiris"

Peter angen Inde en Griet stellen ten behoeve van Stijneken Smytz als onderpand den Eyckkamp gelegen achter Rijtkamp angen Boeckweyt onder Straelen die zij als lijfgewinsgoed houden van de kerk van Straelen, zulks met toestemming van Peter opther Locht, kerkmeester, voor een rente van drie Rijnse gulden. Getuigen: Petert opther Locht, kerkmeester, Heynrick ten Velze en Wymmer..., schepenen te Straelen en Peter Katten, priester en secretaris
356 1493 mei 20
"In den jairen onss Heren dusent vyrhondert ind dry end negentich op donressdach nae sunte Urbaenssdach pape et martiris"

Gadert te Wijenhoven en Kathrijn stellen ten behoeve van Stijneken Smetz van Venlo als onderpand den pass en houtgewas te Wijenhove angen Damme die zij als lijfgewinsgoed houden van de kerk van Straelen, zulks met toestemming van Pether opten Loch, kerkmeester, voor een grondrente van drie Rijnse gulden. Getuigen: Heinrick ten Eelssen en Wymmer Vebus, schepenen te Straelen en Peter Katt, priester en secretaris
357 1494 juni 1
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert ind vier ind negentich opten irsten dach junii"

Burgemeesters, schepenen, raad, gemene burgers en ingezetenen van Venlo verklaren dat zij aan Jan die Groit en Katherijnen een rente van 27 Rijnse gulden schuldig zijn onder andere wegens de bouw van twee stenen steigers aan de werf
358 1494
"In 't jair unss Heren dusent vierhondert ind vierindnegentich"

Peter Wegge, richter, Peter Woest en Arnt Dalen, schepenen te Venlo, verklaren dat Gertrudt Knytkens, weduwe van Thijs van Belfelt, aan Gerat Knyff en Metten een grondrente van vier Rijnse gulden ten laste van een derde gedeelte van een huis upten Holstraat en een stal achter het huis op de Heilige Geeststraat heeft overgedragen
359 1495 mei 1
"In den jaer ons Heren doe men screiff dusent vierhondert ind vijff ind tnegentich opten heilighen meydach"

Gerat Schroer, Laem van Baerle en de gemene schepenen van Leuth verklaren dat Trijn opter Lucht en haar natuurlijke kinderen Jan en Sybrecht ten behoeve van de kruisheren afstand hebben gedaan van alle rechten die zij hebben op de nalatenschap van wijlen Jacb Kokenbecker.
Bezegelaar: Reyner van Holthusen
360 1495 juni 17
"In den jair ons heren duysent vyrhondert vyff end tnegentich op des hilligen Sacramantzavent"

Peter Wegge, richter, Jan van Stalbergen en Dirick van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Lambert Vynck, wegens een aan de kruisheren verkochte beamd te Velden aan de kruisheren toestemming verleent om de Gruythuyshoff uit te winnen, wanneer derden aanspraken op deze beamd kunnen doorzetten
361 1495 december 20
"In den jaer ons Heren dusent vyrhondert vijff indt negentich op sent Thomasavent des heilighen apostes"

de gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Heyn Knoirssz en Trijn aan Gele opter Have en bele een grondrente van drie Rijnse gulden hebben verkoch ten laste van een kamp en een perceel akkerland tussen de Gruytweghen en de Breyer weghe
362 1496 mei 3
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert sess ind tnegentich op dinssdaichs nae den sondach Cantate"

Peter Wegge, richter, Jan van Stalbergen en Arnt Daelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Katrijn de Groit, weduwe van Jan de Groit, en Medtken, haar dochter, aan de kruisheren een rente van 27 Rijnse gulden ten laste van de stad Venlo hebben overgedragen
363 1496 mei 3
"Inden jaer ons Heren dusent vierhondert sess ind tnegentich op dinssdaichs nae den sondach Cantate"

Jan van Stalbergen en Art Daelen, schepenen te Venlo,verklaren dat Kathrien de Groit, weduwe van Jan die Groit, en haar dochter Medtken verklaren dat de minderjarige Jan de Groit bij het bereiken van de meerderjarige leeftijd afstand zal doen van zijn rechten
364 1496 juni 28
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert ind sess ind tnegentich op sente Peters ind Pauwelsavent"

Peter Wegge, richter, Johan van Stalbergen en Dyrick van Menss, schepenen te Venlo, verklaren dat Heyne Boschman en Barbara van Aicken aan de kruisheren een cijns van een Rijnse gulden schuldig zijn ten laste van een huis op de Vleisstraten
365 1496 september 17
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert ses end tnegentich up sente Lamberhtzdach"

Peter Wegge, richter, Thijs van Ruremunde en Arnt Daelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Peter Greesken en Gertruydt aan Leener uitgen Raye en Griete een grondrente van twee Bourgondische Philippis schilden ten laste van een beamd in het Mewen Venne hebben overgedragen
366 1497 september 17
"In den jair ons Heren dusent vierhondert ind seventnegentich in festo Lamberti martiris"

Johan Goltsteyn, prior en overige broeders van het kruisherenklooster van de H. Cornelius te Roermond verklaren dat zij aan de kruisheren te Venlo een grondrente van vijf Keurvorster gulden ten laste van hun inkomsten hebben verkocht
367 1497 december 10
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert seven ind tnegentich op sondach na sente Barbaren"

Peter Wegge4, richter, Peter Woest en Arnt van Lomme, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacop van Neer, priester en procurator van het kruisherenklooster het huis van Walraven van der Lynden en Bertken op den alden Merct na uitwinning heeft overgedragen aan Joist die Late en Alheit
368 1498 februari 14
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert acht ind tnegentich op sente Valentinsdach"

Peter Wegge, richter, Arnt Daelen en Willem Bynck, schepenen te Venlo, verklaren dat Jan Lyntzen peterssoin en Hilleken aan Henrich van Schulenborch, prior van het kruisherenklooster 150 Rijnse gulden schuldig zijn ten laste van hun kamer bij het klooster
369 1498 maart 24
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert acht ind negentich op saetersdach nae dem sondach Oculi inden vasten"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Gele opten Have en Bele aan Henrick van Schulenborch, prior van het kruisherenklooster een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een kamp en een perceel akkerland tussen de Gruytweg en de Breyerweghe hebben overgedragen
370 1498 maart 24
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert acht ind tnegentich op saterdach na den sondach Oculi inder vasten"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Arnt Vinck, zoon van Arnt, burger te Venlo, aan de kruisheren een grondrente van negen rijnse gulden ten laste van een huis, boomgaard en akkerland heeft overgedragen
371 1498 maart 31
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert acht ind tnegentich op saetersdach nae den sondage Letare Jheruzalem"

De gemene schepenen van Mulbracht en Kaldenkirchen verklaren dat Gele opten Haeve en Bele aan Henrick van Shulenberch, prior en Jacop van Ner, procurator van het kruisherenklooster, een grondrente van drie Rijnse gulden ten laste van een kamp en een perceel akkerland, beide gelegen aan de Breyerwege hebben overgedragen
372 1498 juni 10
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert acht ind tmegentich op sondach nae sente Bonifaciusdach"

Peter Wegge, richter, Arnt Daelen en Willem Vynck, schepenen te Venlo, verklaren dat Jacop van Nerf, procurator van het kruisherenklooster, van Jan Lyntzen Peterssoin en Hilleken een kamer langs het klooster heeft uitgewonnen en vervolgens heeft overgedragen aan Erken den Schoelepper
373 1498 juni 20
"In 't jair ons Heren dusent vierhondert acht ind negentich op godesdach nae des heiligen Sacramentsdach"

Peter Wegge, richter, Peter Woist en Arnt Daelen, schepenen te Venlo, verklaren dat Dries en Merten Michiels, broers, aan Merten Spairs en Lysbet een grondrente van anderhalve gulden en een ort uit een grondrente van twee malder rogge ten laste van Sockmansgoed te Baarlo hebben overgedragen.
Als onderpand stellen zij een huis op de Lomstraat
374 1498 juni 28
"In den jair onss Hern dusent vyrhondert acht ind tnegentich op sente Peter end Powelsaevent apostolorum"

Peter Wegge, richter, Arnt Daelen en Wilhem Vynck, schepenen te Venlo, verklaren dat Erken den schoenlepper aan Jacob van Ner, procurator van het kruisherenklooster, een kamer heeft overgedragen langs de toegangspoort van het klooster die voorheen de kruisheren uitgewonnen hadden van Jan Lyntzen en vervolgens hadden overgedragen aan Erken den schoenlepper
375 1498 september 30
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert acht ind tnegentich op sondach nae sente Michelisdach"

Peter Wegge, richter, Jan van Stalbergen en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerit die Groit van Metten, weduwe van Gerit die Hers, een kamer tegenover het sint Joeris gasthuis heeft uitgewonnen en deze vervolgens heeft overgedragen aan Henrich van Schulenberch, prior van het kruisherenklooster
376 1498 september 30
"In den jair onss Heren dusent vyrhondert acht ind tnegentich op sente Remeysaevent des hielgen busschops"

Peter Wegge, richter, Thijs van Rueremunde en Arnt Dalen, schepenen te Venlo, verklaren dat Henrick Keespennynck en Baitz aan Jacob van Ner, procurator van het kruisherenklooster, een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een kamp inden Mewen Venne naast het erf van het klooster Genooi heeft overgedragen
377 1498 oktober 30
"In 't jair onss Heren dusent vyrhondert acht ind tnegentich op allre liever hilligen aevent"

Peter Wegge, richter, Jan van Stalbergen en Thijs van Rueremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Henrich Lerman de jonge en Kathrijne aan Henrich van Schulenborch, prior van het kruisherenklooster, een huis tegenover het sint Joerisgasthuis hebben overgedragen
378 1498 december 14
"In 't jair ons Heren dusent vyrhondert acht ind tnegentich des anderen dachs nae sente Luciendach der hilligen jonfferen"

Peter Wegge, richter, Jan van Stalbergen en Thijs van Rueremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Mette, weduwe van Gherit die Heze, en haar kinderen Gerit en Metten, afstand doen van alle rechten die zij hadden op een kamer die Gerat die Groit, de zwager van Mette, van hun had uitgewonnen en vervolgens overgedragen had aan de kruisheren. Gerit en Metten leggen deze verklaring ook af voor jun minderjarige broer en zuster Katherine
379 1499 maart 12
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ind tnegentich op sente gregoriusdach des heiligen leeres ind confessoers"

Zietz van Herkenboss, richter, Heyn ter Maessen, Henrick vanden Brueck en de gemene schepenen van Beesel, verklaren dat Luyoff Ruyssen en Jen aan de kruisheren een grondrente van een malder rogge hebben overgedragen ten laste van twee percelen waarvan er een gelegen is te Offenbeke in het kerspel Beesel.
bezegelaar: Zietz van Herkenboss, richter
380 1499 maart 19
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert negen ind tnegentich op dynsdach nae den sondaich als men in der heiliger keircken syngt Judica"

Jan van Stalbergen en Thijs van Ruremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Gerit die Groit ten behoeve van de kruisheren borg zal staan voor de betaling van een grondrente van een oude schild ten laste van een kamer aan de Steenstraat
381 1499 juli 25
"In den jair ons Heren dusent vierhondert neghen ind tnegentich op sente Jacopsdach des heiligen apostels"

Jacob Nyssen en Jan Heynsken, schepenen te Sevenum, verklaren dat Arnt vanden Brueck en Sylli aan de kruisheren een grondrente van vier malder rogge ten laste van een perceel akkerland hebben overgedragen.
Bezegelaar: Goert van Kessel, scholtis in het land van Kessel
382 1499 juli 31
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert negen ind tnegentich op sente Petersavent ad vincula"

Johan van Lom, richter, Jan van Stalbergen en Thijs van Rueremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Arnt Vinck, schipman aan Henrick van Schulenborch, priester en prior van het kruisherenklooster, een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis op de Hoicherstraat heeft overgedragen
383 1499 augustus 1
"In 't jaer ons Heren dusent vierhondert negen ind tnegentich op sente Petersdach ad vincula"

Jan van Lom, richter, Jan van Stalbergen en Thijs van Rueremunde, schepenen te Venlo, verklaren dat Goert Roffart en Katherine, Jan Leyendecker en Deme, Lenart Sibben en Katherina en Heynrick van Schulenborch, priester en prior van het kruisherenklooster, een grondrente van 23 witpenningen ten laste van twee huizen inder Weiden hebben overgedragen
384 1499 september 7
"Datum anno Domini dusent vierhondert negen ind tnegentich in profesto nativitatis virginis gloriose"

Prior en convent der regulier kanunniken van het sint Hieronimusklooster te Roermond verklaren dat zij aan de kruisheren een grondrente van vijf Rijnse gulden hebben verkocht
laatste wijziging 22-07-2021
700 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 362 bestanden

Kenmerken

Datering:
1399-1796
Auteur:
M.H.W.M. Hoorn
Inventaris:
Inventaris van het archief van het Kruisherenklooster te Venlo (1334) 1399-1796. Inventarissenreeks RAL 42 (Maastricht 1989)
Omvang m1:
0,9 meter - 282 charters
Categorie:
laatste wijziging 22-07-2021
700 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 362 bestanden