Uw zoekacties: Kopieën van kadastrale kaarten van de dienst Registratie en ...

07.D10 Kopieën van kadastrale kaarten van de dienst Registratie en Successie, circa 1880 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Algemeen
Kadaster
07.D10 Kopieën van kadastrale kaarten van de dienst Registratie en Successie, circa 1880
1. Inleiding
Kadaster
Om belastingheffing mogelijk te maken was grondboekhouding reeds lang vóór de invoering van het huidige kadaster in 1832 (voor Limburg 1843) een zaak van gewestelijke en stedelijke overheden. Om de belastingkohieren te kunnen aanleggen was het noodzakelijk gegevens over de eigendommen (ligging, aard, grootte, belastbare opbrengst, belastingplichtige) in registers vast te leggen. In de bewaard gebleven overheidsadministraties treft men deze registers onder verschillende namen aan: bunder-, erven-, land-, schat- en veldboeken. De systemen, namen en tijdstippen van vastlegging van de gegevens verschilden van gewest tot gewest en van plaats tot plaats. Algemeen kenmerk is slechts dat deze grondboekhoudingen opgezet werden met een fiscaal doel. Van een systematisch, op meting berustend kadaster kan men in al deze gevallen niet spreken.
Een van de gevolgen van de inlijving van het gebied van het huidige Limburg bij Frankrijk in 1794 was dat de Franse wetgeving hier werd ingevoerd. Hieronder bevond zich de Franse belastingwetgeving, die ook hier successievelijk van kracht werd. Van die belastingwetgeving maakte ook een aantal wetten deel uit, die te zamen het Recueil Méthodique vormden. Deze verzameling diende volgens een keizerlijk decreet van 27 januari 1808 als handleiding voor het in het gehele keizerrijk aan te leggen kadaster ten behoeve van een rechtvaardiger heffing van de grondbelasting. Volgens die richtlijnen is men ook hier te lande begonnen met de werkzaamheden, die moesten leiden tot de invoering van een perceelsgewijs kadaster. In de Franse tijd was dus er reeds een begin gemaakt met de invoering van het kadaster, maar dit goed begonnen werk werd nimmer beëindigd. Het Rijksarchief houdt er heden wèl enige prachtige kaarten aan over.
Na 1815 heeft men het Recueil Méthodique als zoveel andere Franse wetgevende bepalingen gehandhaafd. De snelheid, waarmee de kadastrale metingen werden verricht, was echter van dien aard, dat er in verschillende wetsartikelen, Koninklijke Besluiten en circulaires aangedrongen werd op wat meer voortvarendheid. Toch duurde het nog twintig jaar, voor Limburg zelfs dertig jaar, voordat men met de metingen klaar was. Vanaf 1811 tot 1832 werd in (Noord-)Nederland alle grond opgemeten en de eigendomsgegevens geregistreerd, met als eerste doel een billijke grondbelasting. In 1843, de nodige jaren na het Verdrag van Londen (1839), waarbij de scheiding tussen Nederland en België definitief geregeld werd, kwam ook in de nieuwe Nederlandse provincie Limburg het kadaster tot stand. Tengevolge van de Belgische perikelen was dat ruim tien jaar na Noord-Nederland.
Het kadaster is allereerst samengesteld uit een serie kaarten, de 'minuutplans' (in Limburg van 1840). Dit zijn kaarten waarop alle grond met gebouwen, erven, wegen, wateren en dergelijke zijn ingetekend. Over de ingekleurde percelen werd geen grondbelasting geheven: wegen (gebrande sienna), kerken, kloosters en stadhuizen (kobalt blauw). Overige gebouwen werden karmijn ingekleurd, en waterlopen Pruisisch blauw. Van iedere gemeente werd een overzichtskaart gemaakt, het 'verzamelplan'. De secties zijn in in afzonderlijke bladen van 67 x 100 cm ingetekend op een schaal van 1:1.250 door stedelijke gebieden, en 1:2.500 voor landelijke gebieden.
Verder is het kadaster samengesteld uit de 'Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels' (OAT). Dit zijn leggers waarop de eigendomsgegevens zijn ingeschreven: ligging, eigenaar, oppervlakte, grondgebruik. Alle latere wijzigingen worden aangebracht op een copie ('bijblad') van het minuutplan.
Aan de hand van kadastrale kaarten en registers kan men zeer verschillende onderzoeken instellen: de geschiedenis van een perceel of van een huis nagaan, het grondbezit van een bepaalde persoon reconstrueren, de plattegrond van een dorp in een bepaalde periode tekenen, enzovoort.
Het Rijksarchief in Limburg te Maastricht bezit de minuutplans van het kadaster (1840), en copieën van de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT) van 1840. Let wel: oorspronkelijk waren de kadastrale gemeenten identiek met de burgerlijke gemeenten, maar door gemeentelijke herindelingen en samenvoegingen is dit niet altijd meer het geval.
Voor verder onderzoek in kadastrale archieven moet men naar Roermond: Kadaster en Openbare Registers, Bredeweg 239, 6043 GA Roermond, postadres: postbus 1075, 6040 KB Roermond, tel. 0475-39 11 11, fax 0475-32 88 92.
In dit kader moeten ook vermeld worden de registers van inschrijvingen en overschrijvingen van de hypotheekbewaarder, aanwezig op het Rijksarchief. Deze zijn bewaard van 1799 tot 1842, en van 1879 tot 1948. De oudste periode verschaft een waardevolle bron voor onderzoek vóór de periode van de kadastrale archieven. Onderzoek in deze series is echter omslachtig.
Literatuur over kadastrale bronnen
De collecties kadastrale kaarten
Verantwoording van de ordening
Bij de raadpleging van de catalogus
Literatuur

Kenmerken

Datering:
circa 1880
Auteur:
J. Lemmens, Rob Machiels en Erwin Smolenaars
Inventaris:
Catalogus van de collecties kadastrale kaarten: Kopieën van kadastrale kaarten van de dienst Registratie en Successie (circa 1880)
Omvang m1:
567 kaarten
Aanvraaginstructie:
Aanvragen op doosnummer
Opmerking:
Grotendeels met verzamelkaart per gemeente