Begin 2002 ontving het bureau Doxis Informatiemanagers van de provincie Limburg de opdracht voor de bewerking van een aantal restbestanden en archieven van de provincie. Onderdeel van die opdracht was het inventariseren van het archief van de voormalige dienst Provinciale Waterstaat over de periode 1948-april 1987. Met de werkzaamheden is begonnen in mei 2002. De uitvoering van het werk is begeleid door de heer F. Janssen van de sector Documentaire Informatievoorziening. In verband hiermee diende Provinciale Waterstaat gegevens te verzamelen voor de nauwkeurige kennis van de waterstaatstoestand. Ook het geven van technische voorlichting behoorde tot de werkzaamheden. Na de tweede wereldoorlog kende Provinciale Waterstaat een sterke toename van het aantal medewerkers: van 29 ambtenaren in 1945 groeide de dienst naar 97 ambtenaren in 1959. Hierdoor kreeg de dienst te maken met een huisvestingsprobleem. Het kantoorgebouw aan de Tongersestraat 49 waar men sinds 1929 was gehuisvest bleek niet meer voldoende ruimte te bieden aan alle medewerkers. Men was genoodzaakt de medewerkers te spreiden over drie verspreid liggende panden. Begin jaren zestig bouwde men daarom een nieuw kantoorgebouw aan de Stadhuisstraat. (5) *  De organisatie van de dienst Provinciale Waterstaat weerspiegelde de taken waarvoor de dienst was gesteld. (6) *  Een organigram uit 1955 maakt melding van de volgende afdelingen: - Algemene Zaken met 3 ambtenaren; - Wegen en werken met 15 ambtenaren (later: Wegen en Verkeer); - Administratie met 20 ambtenaren (later: Interne Zaken); - Cultuurtechnische zaken met 12 ambtenaren exclusief de eronder vallende Tekenkamer waar 10 ambtenaren werkzaam waren; - Gemeentezaken c.a. met 1 ambtenaar (tot ca. 1962)

Begin jaren zestig ging de afdeling gemeentezaken op in Algemene Zaken. Administratie was omgedoopt in Interne Zaken, Wegen en Werken in Wegen en Verkeer. De hoeveelheid werk waarvoor de dienst zich zag gesteld,nam voortdurend toe. In de jaren zestig lag het accent van de werkzaamheden van Provinciale Waterstaat wellicht nog bij de afdeling Wegen en Verkeer. De noodzakelijke aanpassingen en uitbreidingen van het wegennet aan de groei van het verkeer lagen hieraan ten grondslag. In diezelfde tijd namen de werkzaamheden die verbonden waren aan de ontgrindingen steeds meer toe. Allereerst verrichtte de provincie vele grondaankopen van particulieren en instanties in het kader van de ontgrindingen. Provinciale Waterstaat moest ook toezicht houden op de uitvoering van de werken door de grindproducenten. Nadat de afgraving eenmaal was voltooid, werd de provincie verantwoordelijk voor de herinrichting van het ontgrinde gebied. De grindproducenten droegen de hun in eigendom toebehorende gronden hiertoe weer over aan de provincie. Dit hield in de praktijk het volgende in. Provinciale Waterstaat, en in het bijzonder de afdeling CTZ, voerde de grondtransacties uit, stelde de vergunningsvoorwaarden op, gaf advies in beroepszaken en begeleidde de totstandkoming van de overeenkomsten met de grindproducenten. Verder ontwikkelde CTZ plannen voor de herinrichting van terreinen en plassen, plannen voor beplantingen en recreatievoorzieningen, en werden daar de bestekken en begrotingen inzake oever- en terreinafwerking gemaakt. Ook was CTZ verantwoordelijk voor het controleren van de uitvoering. Zowel technische als financiële en beleidsmatige problemen vertraagden de uitvoering van de diverse herinrichtingsprojecten. Om de exploitatie van de heringerichte grindgebieden ter hand te nemen werd in 1974 de stichting Maasplassen opgericht. (7) * 

Deze stichting zou op termijn een aantal uitvoerende taken van Provinciale Waterstaat overnemen. In 1968 startte de afgraving van de steenberg Maurits. Provinciale Waterstaat, in casu de afdeling CTZ voerde de directie over dit enorme werk. Het project behelsde het afgraven van de steenberg op het terrein van DSM, het vervoeren van de uitgekomen specie per vrachtauto en per schip naar de diverse grindgaten en het aldaar storten en op hoogte afwerken. De afgraving was in 1980 voltooid