De omvang van het bestand was circa 8 strekkende meter, bestaande uit 47 archiefdozen, voor de helft gevuld met dossiermappen en voor de helft met stukken in plastic hoesjes, en circa 2,5 strekkende meters aan wegenleggers. De stukken in plastic hoesjes zijn veelal afkomstig van uit elkaar gehaalde dossiers. Op de omslagen of op de stukken zelf was soms met potlood de archiefcode genoteerd. Deze onderbrenging van bescheiden in een archiefstructuur is achteraf gebeurd, waarschijnlijk tijdens een inventarisatie van deze stukken. Het archief van de Griffie van de Provincie Limburg over de periode 1814-1913 is beschreven in een klassieke inventaris, ingedeeld in een archiefschema met een rubriekenstructuur. Het archief van de Griffie over de periode 1914-1943 is beschreven in een plaatsingslijst zonder rubriekenstructuur. De structuur van de hierboven genoemde archiefcode komt vrijwel geheel overeen met de structuur van het archiefschema van de inventaris 1814-1943. Daarom zijn de dossieromschrijvingen ondergebracht in dit archiefschema. De omschrijving van de redactionele vorm is conform de inventarissen over de periode 1814-1943. Het archief bestond uit bescheiden die een doorsnede door de gehele archiefstructuur van een provinciaal archief bevatte. Voor de bewerking werd de "Archiefordening en documentatie voor de overheidsadministratie" van de VNG 6e druk 1952 en de "Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van de Commissaris van de Koningin, van provinciale Staten en van Gedeputeerde Staten" besluit van december 1981 gehanteerd en archiefcodes aan de inventaris evenals vernietigingscategorieën aan de vernietigingslijst toegevoegd. Het archiefgedeelte van de Provinciale Planologische Dienst in Limburg 1941-1956 werd in de vorm van een zelfstandige inventaris op verzoek onder aan de inventaris van de Griffie toegevoegd