Uw zoekacties: Schepenbank Kessel, (1457) 1573-1794

01.038 Schepenbank Kessel, (1457) 1573-1794 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Het raamwerk waarin de schepenbank en gemeente Kessel in het overkwartier fungeren
Schepenbank en Gemeente
01.038 Schepenbank Kessel, (1457) 1573-1794
Inleiding
Schepenbank en Gemeente
De schepenbank heeft op de eerste plaats een rechterlijke taak ten aanzien van alle personen en goederen die onder haar rechtsgebied ressorteren. Voor de schepenbank vinden de processen plaats. De schepenbank is competent voor het berechten van misdrijven en om een uitspraak te doen in civiele geschillen. Daarnaast vindt voor de schepenbank de overdracht van onroerend goed plaats en verstrekt zij akten van attestatie. Deze werkzaamheden weerspiegelen zich in twee series, de gerechtsprotocollen en de overdrachtsregisters.
De schepenbank Kessel wordt voor het eerst genoemd in 1363. (27) *  In latere teksten is sprake van de schepenbank Kessel en Helden. Over beiden plaatsen strekt de competentie zich uit. De schepenen, in totaal zeven, worden uit beide plaatsen gerecruteerd, en komen in Kessel bij elkaar.
In 1617 komen er wijzigingen in deze situatie. Het Hof van Gelre te Roermond verklaart dan op verzoek van die van Helden, dat voortaan in beide plaatsen voor de aldaar woonachtige schepenen de zaken ter plaatse geïnstrueerd kunnen worden. Maar voor het geven van het vonnis moeten de schepenen als vanouds in Kessel bij elkaar komen. Uitdrukkelijk wordt bepaald dat er geen nieuwe schepenbank Helden wordt opgericht. Wel mag men in Helden een gerechtsbode aanstellen. Op 13 maart 1618 wordt de eerste gerechtsdag in Helden gehouden. Spoedig echter klagen de schepenen van Kessel bij het Hof, dat de schepenen van Helden zich in het geheel niet houden aan de voorschriften van het Hof en weigeren samen met de schepenen van Kessel vonnissen uit te spreken, waardoor partijen in hun belangen worden geschaad. *  Men gedraagt zich in Helden volledig als zelfstandige schepenbank. * 
Blijkens een vonnis in 1623 is de afscheiding dan in zoverre teruggedraaid, dat de schepenen van Kessel en Helden dan weer bij elkaar komen om vonnis te wijzen. *  Echter de op 13 maart 1618 begonnen gerechtsdagen in Helden en daarmee de afzonderlijke archiefvorming aldaar, zijn definitief. We worden dus nu geconfronteerd met één schepenbank Kessel en Helden met twee archieven, zowel in Kessel als in Helden, waarbij de schepenen alleen voor het vonnis nog bij elkaar komen en wel in Kessel. * 
In 1673-1674 verkeert de Spaanse koning in grote geldnood; daarom gaat hij er dan toe over een groot aantal dorpen met hoge, middelbare en lage jurisdictie te verkopen aan particulieren. Willem Caspar van Merwijck wordt nu heer van Kessel en ook Helden wordt afzonderlijk verkocht als heerlijkheid. Uit punt zeven van de voorwaarden voor de verkoop blijkt, dat waar vanouds geen rechtbanken zijn geweest, nieuwe rechtbanken opgericht mogen worden. Derhalve richt men nu de schepenbank Helden op. Vanaf dit moment is er alleen nog sprake van de schepenbank Kessel en strekt de competentie ervan zich alleen nog uit over het ressort Kessel. * 
De schepenbank heeft in Kessel nog een tweede belangrijke taak, namelijk het fungeren als hoofdgerecht in het Ambt Kessel. Een hoofdgerecht is een gerecht waar men ter hoofdvaart gaat. In het Ambt Kessel fungeert een aantal schepenbanken. In de plaats Kessel is voor deze banken het hoofdgerecht gevestigd, waar de schepenen van die banken ter belering gaan wanneer zij in een bepaalde zaak "nyet wijs en sijn". In het geval van zo'n hoofdvaart brachten de schepenen van de bank de gedingstukken over naar het hoofdgerecht, die het vonnis dan vaststelde, dat vervolgens niet door het hoofdgerecht maar door de bank zelf werd uitgesproken. *  De schepenbanken Sevenum, Baarlo, Maasbree, Wanssum en Blerick gaan ter hoofde in Kessel, zoals blijkt uit het archief, *  en bovendien nog Lottum en Swolgen. *  Het blijkt, dat alle plaatsen die rond 1350 tot het Land van Kessel behoren, hoofdvaart op Kessel hebben. Het ligt voor de hand te concluderen dat de landsheer op zijn minst grote invloed heeft gehad op de organisatie van de hoofdvaart en dat ze in het midden van de 14e eeuw reeds in ontwikkeling was.
Vanuit Kessel zelf ging men overigens weer ter hoofdvaart bij het hoofdgerecht te Roermond.
De schepenbank Kessel als hoofdgerecht gaat geleidelijk haar functie verliezen, wanneer in 1613 de mogelijkheid voor de ingezetenen van het Overkwartier wordt geschapen om rechtstreeks in appel te gaan bij het Hof van Gelre te Roermond. Het Hof van Gelre fungeert als hoogste beroepsinstantie, aangezien het "ius de non evocando" verder beroep uitsluit. Er is geen regel of hij kent wel een uitzondering: de gemeente Kessel blijkt rond 1692 een proces te voeren tegen de heer van de heerlijkheid voor de Grote Raad te Mechelen. *  Het appel verdringt de hoofdvaart maar langzaam. In 1695 bijvoorbeeld gaan de schepenen van Wanssum nog ter hoofde in Kessel. * 
De schepenbank heeft op de derde plaats nog een belangrijke bestuurlijke taak. Sinds de 14e eeuw worden wij geconfronteerd met het verschijnsel "de gemeente". De gemeente wordt gevormd door de grondbezitters (de geërfden) van een plaats, die zich ter behartiging van gemeenschappelijke belangen, om redenen van verschillende aard, verenigd hebben. De gemeente heeft een genootschappelijk karakter, met andere woorden de gemeente is niet zoals nu een instituut naast haar inwoners. Vóór de Franse tijd waren de gezamenlijke eigenaren de gemeente zelf. Dit blijkt bijvoorbeeld uit termen die synoniem zijn aan gemeente, zoals "die van...", "de gemene buren van...". De gemeente houdt zich niet alleen bezig met het beheer van de gemene gronden, maar vervult ook publieke taken. Zo wordt aan de gemeente de betaling van de landsheerlijke bede, ook subsidie genaamd, overgelaten, alsmede de betaling van de onraadspenningen aan de Staten en de contributie aan bezettingsmachten. De benodigde gelden hiervoor worden verkregen via diverse belastingen, waarvan de grondbelasting (de landschat) de belangrijkste is. De gemeente stelt o.a. onderwijzer en vroedvrouw aan, zorgt voor de begaanbaarheid van wegen en waterlopen, en heeft tevens bemoeienis met de veiligheid. Kosten hieruit voortvloeiend worden ook uit de belastingen betaald. * 
De vraag rijst nu, wie in de praktijk deze taken in concreto uitoefende. In ons geval moet daarbij in aanmerking worden genomen dat het ressort van de schepenbank Kessel (tot 1673-1674) in de uitoefening van de rechterlijke taak meerdere gemeenten omvat, namelijk Kessel en Helden, en dat de schepenbank in Kessel resideert. Men ziet in dit geval dat de bovenstaande bestuurlijke taken uitgevoerd worden door de leden van het bestaande instituut met de rechterlijke taken, de schepenbank. De functionarissen hiervan zijn immers tevens grondbezitters en aldus gerechtigd om namens de gemeente op te treden. Eventueel worden zij met enige andere geërfden: gezworenen, aangevuld.
Functionarissen van schepenbank en gemeente * 
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de ordening en inventarisatie
Archief van het armbestuur

Kenmerken

Datering:
(1457) 1573-1794
Auteur:
J.H.M.M. van Hall
Omvang m1:
3,7 meter - 18 charters
Inventaris:
Inventaris van het archief van de schepenbank Kessel. Inventarissenreeks RAL 20 (Maastricht 1980)