Uw zoekacties: Heerlijkheid Blitterswijk en Wanssum, 1360-1846

01.031A Heerlijkheid Blitterswijk en Wanssum, 1360-1846 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
01.031A   Heerlijkheid Blitterswijk en Wanssum, 1360-1846
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Lijst van Heren en Vrouwen van Blitterswijk genoemd in het hierachter beschreven archief, met vermelding der jaren waarin ze voor het eerst voorkomen.
laatste wijziging 22-08-2020
702 beschreven archiefstukken
469 gedigitaliseerd
totaal 6.810 bestanden
Regesten
1 1360 April 14
"Gegheven int jaer ons Heeren dusent driehondert ende tsestich, op den vee(r)tyensten dach in Aprill"

Schepenen van Blitterswiic oorkonden, dat Jan van Berlaer en zijn vrouw jonkvr. Margriet hun hof te Blitterswiic aan heer Jan Zegherszoon van Broechusen hebben opgedragen en dat de genoemde heer Jan erkend heeft een jaarlijkse tyns van 6 1/2 oude schilden uit die hof schuldig te zijn aan Willem Roverszoon van Graft.
2 1379 Februari 17
"Gegheven int jaer ons Heeren MCCCLXXIX des Donresdages voer Sunte Petersdach ad cathedram"

Heer Salentiin van Arendael, ridder, belooft, dat hij op generlei wijze de bezitters van het derde deel van Wel, dat eertijds aan die van Myrlar behoort heeft en thans aan die van Blitterswiic, in hun bezit zal storen, en dat hij ook de bezittingen der gemeente van Wel eerbiedigen zal, behoudens zijn rechten op het hun toekomende deel van Wel, dat hij voorts geen schattingen en beden zal heffen dan in overleg met Heynric van Blitters(wiic) of wie bezitter zal zijn van het derde deel van Wel.
3 1404 Januari 31
"Gegeven in den jaeren onss Heren dusent vierhondert ende viere dess neesten Donredages nae Sint Pouwels dach conversionis"

Reinalt, hertog van Gelre enz. bevestigt en vermeerdert de rechten en vrijheden gegeven door wijlen zijn oom hertog Eedowart van Gelre aan de inwoners van het land van de Niersen, opwaarts aan beide zijden van de Maas, uitgezonderd het land van Montfort en Erlantzs.
4 1413 Juni (2, 9, 16, 23 of 30)
"Gegeven int jaer ons Heren dusent vyerhondert ende XIII des Vrydach in Junio"

Twee schepenen te Blitterswick oorkonden, dat jonkvr. Gryet van Blitterswick aan Arnt, heer van Blitterswick, haren broeder, de hof te Blitterswick, haar na de dood haars vaders toebedeeld, heeft overgedragen.
5 1425 April 14
"Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert viiff ende twintich, op Sunte Tyburciusdach des heiligen mertelers "

Johan heer tot Wycrade en Derick van Wycrade, gebroeders, oorkonden, dat zij het goed te Zevenem zullen vrijwaren ingevolge de schepenbrief, waarbij zij dit goed hebben verkocht aan Arndt heer tot Blitterswick en zijn vrouw Liisbeth van der Donck.
6 1430
"Datum anno Domini MCCCC tricesimo"

Goitschalck van Ossenbroick en zijn vrouw Hadwich schenken aan de kloosterzusters in het dorp te St. Geirt Bochem een gedeelte hunner boomgaarden aldaar, achter de kloostermuren gelegen, waarvoor de zusters gebeden zullen doen voor hunne zielen en die van Gerhart van Ossenbroick en zijne vrouw en van hunne andere verwanten.
7 1435 Mei 3
"In den jaer onss Heren dusent CCCCXXXV, op des heiligen cruysdach invencio"

Schepenen van Blitterswick oorkonden, dat Maes van Bruchusen zijn recht op zekere drie morgen lands in die heerlijkheid heeft opgedragen aan de Kerk aldaar, zijnde dit land met recht van wederinlossing door hem verkocht aan Henke Lottum
8 1444
"Gegeven in den jaere ons Heeren duysent vii...iertich...Frydach...heyligen Pincxdach"

(Jurrien.... ) en Sophia, echtelieden, verklaren verkocht te hebben aan Leniert, natuurlijken zoon van jr. Dierick van Blitterswiick, enige erfpachten en een "hoffken"
9 1444 Augustus 24
"Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert vier ende viertich, op sunte Bartholomeusdach des heligen apostels"

Heynryck van Meerlair, geheten van der Hatart en zijn huisvrouw jonkvr. Nese van der Hatart erkennen, dat zij aan Arnt heer tot Blitterswiick en zijn vrouw jonkvr. Liisbet van der Donck verkocht hebben de helft der keurmedige lieden, die zij geërfd hadden van Johan van Broichusen heer Johanszoon en zijn vrouw jonkvr. Yoede van Eyll
10 1449 Februari 1
"In den jaer onss Heren dusent virhondert negenvirtich, up onser lyever Vrouwen avont Lichtmisthe"

Schepenen te Blitterswiick oorkonden, dat Jan Sweirs zoon van Bruchusen verkocht heeft aan Wyncken Janszoon van der Mase, een erfpacht van 2 1/2 malder rogge, hun door Reyner van Oeverbecke uit zijn goed in de heerlijkheid Blitterswiick verschuldigd
11 1449 Februari 13
"Int jaer onss Heren dusent vierhondert neghen ende vertich, up sunt Valentiinavent episcopi"

Schepenen te Blitterwiic oorkonden, dat Wyncken Janszoon up ter Mase aan Johan heer tot Blitterwiick de erfpacht heeft verkocht, die hij gekocht had van Jan Sweirszoon van Bruchusen uit het goed van Reyner van Oeverbeck in de heerlijkheid Blitterswiic( zie nr.10)
12 1452 Juni 1
"In den jaeren onss Heren dusent viirhondert twee ind viiftich, des Dinxdaiges nae Sente Urbanus dach"

Johan heer tot Broichusen, Weerdenborch en Amerzoyen, erfhofmeester van Gelre, beleent Derick van Blitterswick met de keurmedige lieden, die Arnt van Blitterswick, zijn vader, van hem te leen had gehouden, ten overstaan van de leenmannen heer Johan van Arendail, ridder heer tot Well, en heer Johan van Vyanen, ridder
13 1457 November 29
"Gegheven int jaer ons Heren dusent vyerhondert seven ende viiftich, op sente Andries avont apostels"

Johan van Blitterswick Henrickszoon erkent verkocht te hebben aan zijn neef Derick van Blitterswiick zijn aandeel in den Berenbroick en aan de keurmedige lieden, die aan wijlen hun oudoom Johan van Broichusen van der Gunnen hebben toebehoord
14 1459 Januari 27
"Datum anno Domini MCCCC quinquagesimo nono, sabbato proximo post festum conversionis beati Pauli apostoli"

Twee schepenen te Bocholte oorkonden, dat Elzeken Gronebom, weduwe van Johan Gronebom, en hare kinderen Gerhardus, Johan en Lumme zeker stuk land buiten de Nyerpoort aldaar verkocht hebben aan Tilman Hyddynck, behoudens de daaruit jaarlijks aan de vrouwe en jonkvrouwen der St. Clarenkerk aldaar verschuldigde rente, alsmede een rente, die Johan Raesfelt er uit heeft
15 1461 Februari 26
"Sub anno nativitate Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo primo, mensis Februarii die vicesima sexta"

Lodevicus de Bourbon, gekozen bisschop van Luik, vergunt aan Johannes de Blyterswyck, knaap, heer van de genoemde plaats, zekere onlangs door de broederschap van St. Katherina op het altaar in de parochiekerk aldaar gestichte vicarie, met toestemming van die broederschap en op bepaalde voorwaarden, over te brengen naar de kapel in zijn kasteel en aldaar de missen te doen bedienen door een door hen aangewezen priester
16 14363 Juni 15
"Int jaer onss Heeren dusent vyerhondert drie ende tsestich, up sunte Vytsdagh martyris"

Schepenen te Blitterswiick oorkonden, dat Johan, heer tot Blitterswiick ten behoeve zijner natuurlijke dochter Elisabet aan de richter aldaar, Seger Huynbarts, heeft opgedragen het huis "upter Engassen", alsmede een rente van 2 1/2 mudden rogge, verschuldigd door Reyner van Overbeeck, en zekere waard, afkomstig van Heynke Lotthem
17 1465 Juni 23
"Int jaer ons Heren dusent vierhondert vyve ende tsestich, op sunte Johans avont nativitatis"

Johan heer van Blitterswiick, Derick en Arnt van Blitterswiick, gebroeders, bezegelen de verklaring betreffende de stichting en dotatie der vicarie op het altaar van St. Katherina in de kerk te Blitterswiick
18 1466 November 29
"Int jair onss Heren duysent vierhondert ende sesentsestich up Synte Andries avont apostoli"

Johan, heer tot Blitterswick, verklaart aan zijn natuurlijke dochter Katherine, te hebben opgedragen de jaarrenten en erftalen gaande uit Steynkensgoet of Goertzgoet, gelegen in de heerlijkheid van Blitterswick en maakt bepalingen omtrent de bestemming der goederen bij haar overlijden
19 1468 December 3
"Gegeven in den jaer ons Heeren vyerthien hondert acht ende tsestich, op sinte Barbaren avent der heiliger jouffrouwen"

Richter en schepenen van Meerlair oorkonden, dat Florens van Meerlair aan Elisabeth van Blitterswiick, natuurlijke dochter van wijlen Johan van Blitterswiick, heeft opgedragen een jaarlijkse rente van 7 malder rogge, verzekerd op de hof te Overbeck aldaar
20 1468 December 3
"Gegeven int jaer ons Heeren duysent vierhondert acht ende tsestich, op sinte Barbaren avont der heiliger jouffrouwen"

Richter en schepenen te Merloe oorkonden, dat Florys van Merloe aan Elisabeth, natuurlijke dochter van Johan heer tot Blitterswiick, heeft opgedragen een jaarlijkse rente van 14 malder rogge, verzekerd op de hof te Overbeeck aldaar
21 1463 October
"Gegeven in het jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich in den maent October"

Willem van Haeften in de Neesche, van wege zijn oudsten zoon Claes van Haeften, enerzijds, en vrouwe Aleyt Pyecks, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, van wege jonkvr. Willem, dochter van Arnt Pyeck van Asperen (haren broeder), anderzijds, komen zekere huwelijksvoorwaarden overeen, waarbij de eerstgenoemde op bepaalde voorwaarden aan zijn zoon afstaat het goed den Neesch in het kerspel Tuyl, terwijl vrouwe Aleyt Pyecks aan haar nicht medegeeft het derde deel der tienden te Renoy en na haar dood vermaakt het hoge stenen huis, zonder huisraad, waar zij op woont, binnen zijn singel gelegen te Nyewail, alsmede het vierde deel van zeker goed in het kerspel Aelst
22 1474 Mei 3
"Gegeven in den jare onss Heren dusent vierhondert vier ende tseventich, des neesten Dinxdages na den hilgen Sondaghe jubilate"

Richter, burgemeester en schepenen te Anholt oorkonden, dat mr. Jacob Griis, organist te Arnhem, mede namens zijn broeder en zijn zuster verkocht heeft aan Tylman Koninck en Gerit van Lynen de hem van wijlen Henrick Griiss aangeërfde rechten op het Griisbosch
23 1474 Mei 9
"Gegeven in den jaer unss Heren dusent vierhondert vier ende tseventych dess Maendaighes nae den Sonnendaige cantate etc"

Johan Speede, vrouwe tot Meerle, dochter van wijlen Karl Speede, verklaart ontvangen te hebben van Margriet van Blitterswiick, weduwe van Derick van Blitterswiick, en haar dochter, gehuwd met Ingelbrecht van Breempt, het heergewaad van de helft van de halve heerlijkheid van der Horst in het land van Keessell
24 1487 November 27
"Inn den jair ons Heren dusent vierhondert soevenendetachtentich dynxdaechs na S. Cathrinenn dach der hiliger joufrouwen"

Schepenen der dingbank van Wanssum oorkonden, dat Arndt heer tot Blitterswiick en Jkvr. Elizabet, zijne vrouw aan hun dochters jkvr. Elizabet en jkvr. Cathriin ieder een jaarlijkse rente van 5 malder rogge tot lijftocht hebben gegeven, gaande uit de hof op de Berch onder Wanssum, die nu aan heer Johann van Alpenn toebehoort en waaruit aan Arndt heer tot Blitterswiick voornoemd 20 malder 's jaars is verschuldigd
25 1488 Januari 17
"Datum anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo octavo, ipso die beati Anthonii abbatis"

Jacob van der Capellen van der Woeningen, met zijn broeders Johan en Stheven van der Capellen en Johan Opten Diick, burgemeester te Wesell, als huwelijksvrienden, en Arnt Heer tot Blitterswiick, van wege zijne dochter jkvr. Margriet met heer Henrick van Bylant, ridder tot Wehl, Johan van Broichusen en Clais van den Egeren, als huwelijksvrienden, bezegelen de huwelijksvoorwaarden tussen de eerstgenoemde en jkvr. Margriet, in deze brief vermeld
26 1489 October 9
"Gegefen int jair onss Heren veertenhondertt negen ende tachtentich, op synt Dionisinus (sic) dach der helgen"

Derick heer tot Blitterswiick oorkondt, dat hij de keurmede van Liisken Jan Maessdochter te Oostrum heeft kwijt gescholden
27 1493 Maart 24
"Gegeven int jaer ons Heren dusent vyerhondert dryindnegentich, op onser Liever Vrouwen avont annuntiationis"

Arnolt heer tot Blitterswick en zijn vrouw Elisabeth oorkonden, dat zij aan Peter van Hegellum vergund hebben, zekere 7 1/2 morgen lands te Hegellum binnen der Horst, die hij tot dusverre naar lijfgewinsrecht van hen heeft gehouden, voortaan naar erftinsrecht te houden
28 1502 Januari 4
"Gegeven int jair ons Heren dusent viiffhondert ind twe des Dynxdaeges nae der heyligen Jaersdach"

Jasper van Lyenden, heer tot Hemmen, (Steven van Leynden en Kaernelis van) Leynden erkennen schuldig te zijn aan Jherenimus Leen, hondert gouden Wilhelmusschilden, op bepaalde voorwaarden terzake van rentebetaling en aflossing
28+ 1502 Februari 1
"Gegeven in den jair ons Heren duisent viff hondert ind twee op onser Liever Vrouwen aevont Purificationis"

Kaerle, hertog van Gelre enz., beleent Derick heer tot Blittershwick, met de heerlijkheid van Blitterswick, met de tienden, kerkgiften, leenmannen en verdere toebehoren; voorts met de hof te Tongerloo in het kerspel van Sevenheim en de hof der Voirt in het kerspel van Bairle, met de laatschappen aldaar
29 1502 Februari 1
"Gegeven in den jaar ons Heren dusent vyfhondert ind twe op onser Liever Vrouwe avont purificacionis"

Kairle, hertog van Gelre, enz. verleent kwijtschelding aan Derick heer van Blitterswyck, van hetgeen zijn vader Arnt voor en hij na, tegen hem misdreven hebben en belooft hem behulpzaam te zullen zijn om de door zijn oom Johan verbrachte delen van het Leengoed Blytterswick met name Lyskenshoff, daarmede weder te verenigen en bepaalt, dat het geschil over de omvang der jurisdictie door scheidslieden zal worden uitgemaakt
30 1502 Maart 31
"Sub anno, etc. (anno a nativitate Domini nostri Jhesu Christi millesimo quingentesimo secundo, indictione quarta, mensis Martii die veneris ultima, hora undecima ante meridiem vel circiter, pontificatus etc.)

De notaris Rodolphus Schuyll instrumenteert, dat de oudsten, vroedsten en de gemene naburen en ingezetenen der heerlijkheid Blitterswiick, als ook heer Gerit Didden, pastoor aldaar, zekere met bewijzen gestaafde verklaringen hebben afgelegd betreffende de grens tussen die heerlijkheid en de heerlijkheid Wansschem
31 1502 April 16
"Gegeven in den jare ons Heren duysent viiffhondert ind twe, des Saterdaechs nae Dominica Misericordia Domini"

Derick heer toto Blitterswiick, beleent Guyt van Guylick, na opdracht door Roeloff Getaegens, met zeker huis in de buurschap Elsteren in de Heerlijkheid Well, alsmede zekere daartoe behorende landerijen, ter gezamenlijke grootte van 17 morgen, zijnde leengoederen van het huis Blitterswick
32 1502 December 20
"Gegeven in den jaer onss Heren dusent viiffhondert ende twe, op sunte Thomysavent apostels"

Derick heer tot Blitterswick en jonkvr.Juyt van Apelteren, heer en vrouwe van Blytterswick, erkennen verkocht te hebben aan Geret Wynckenszoon en zijn vrouw Barbara zeker goed, dat zij als lijfgewinsgoed van hen hielden, welk goed zij voortaan op zekere voorwaarden als erftinsgoed zullen bezitten
33 1512
"Anno XV ende twelff"

Deryck to Blytterswiick verpacht aen Jan van (Ton)gherloe voor 12 jaar "to sessen up te seggen binnen die Kersse heilge dagen", de hof Tongerloe te Zevenum, op bepaalde in deze akte omschreven voorwaarden
34 1515 September 1
"Gegeven int jair ons Heren dusent viifhondert ende viifthien, up sunte Gelis dach abbatis"

Henrick van Apelteren, heer tot Persingen en Gerit heer tot Oy, oorkonden als leenmannen van de hertog van Gelre, dat jkvr. Wolborch van Blitterswiick, geheten van Sulen, haar zoon Jasper van Lienden, heer tot Hemmen, heeft gemachtigd om voor haar ter leen te ontvangen het huis en de heerlijkheid van Blitterswiick, met toebehoren en dat deze beloofd heeft dat leen voor zijn moeder te zullen aannemen
35 1516 Januari 17
Jaspar van Lynen, heer tot Hemmen, verklaart, dat hij zich aan zekere bepalingen houden zal, waaronder hij de heerlijkheid Blitterswiick zal aanvaarden en gebruiken, o.m. betreffende 1000 gulden, verschuldigd aan zijn tante, jkvr. (Jutte) van Apelteren, weduwe van Derick van Blitterswiick en stelt tot zijn borgen Gerit van Mekeren, Peter Adelien en Bartolt van Gent, welke voorwaarden door zijn moeder en stiefvader worden aanvaard
36 1516 Januari 19
"Geschiet in den jair ons Heeren duysent VC ende sestyen, op Saterdach na sunt Anthonis dach abbatis"

Wolter van Sulen en zijn huisvrouw verklaren te zijn overeengekomen met Jaspar van Lynen, heer tot Hemmen, haar zoon, over de heerlijkheid en het huis te Blytterswijck, die jkvr. Wolborch van Blytterswyck geërfd heeft van haar broeder Derick van Blyterswiick, met die verstande, dat Jaspar de bedoelde lenen zal ontvangen en gebruiken
37 1516 Januari 22
"Int jair onss Heren dusent vijffhondert ende sesthien dess neesten Dynxtdages nae Sunte Agneten dach virginis"

Gerit heer tot Oy en Peter Andelyen, leenmannen van heer Kairl, hertog van Ghelre enz., oorkonden dat Wolburg van Blitterswiick met haar man Wolter van Zulen van Nathewys verklaren, dat hun zoon en stiefzoon Jasper van Lienden, heer tot Hemmen, voortaan het leengoed, huis en de heerlijkheid Blitterswiick c.a. van de hertog van Ghelre in leen zal ontvangen
38 1516 Februari 25
"Gegeven in den jair onss Heeren duysent viifhondert ind sesteen, op Dinxdach na den Sonnendach Oculi"

Kaerle, Hertog van Gelre beleent Jaspar van Lyenden, heer tot Hymmen, als zoon van jvr. Walburg van Blitterswick, thans vrouw van Wolter van Zuylen van Nathenwysch, met de volgende lenen, die weleer door Jaspar's overgrootvader Arnt van Blitterswick te leen gemaakt zijn: de heerlijkheid van Blitterswick, met tienden, kerkgiften, leenmannen en verdere toebehoren, de hof te Tongerlo in het kerspel van Zevenhem en de hof de Voirdt in het kerspel van Bairle, met de laatschappen to Voirst
39 1516 April 4
"Geschreven te Merlo up Vrydach nae quasimodogeniti, anno etc. XVI"

Symon van Velbruggen, heer tot Merlo, schrijft aan schepenen en gemeente der heerlijkheid Blitterswick, dat Jaspar van Lynen, heer tot Hymmen, wel bij hen is gekomen met een brief van de hertog, waarbij hun geboden wordt, hem als hun landheer te huldigen, doch dat een brief in eens vorsten kanselarij snel verworven kan worden en dat zijn huisvrouw en haar broeder ook recht menen te hebben op dat leen, dat zijn zwager van Hymmen van de hertog heeft ontvangen, terwijl zijn huisvrouw van de zwaardzijde van oudere geboorte is, evenals zijn tante Van der Capellen, welke zaak hij bij de hertog zal aanbrengen, zodat hij hun raadt inmiddels niet een ander te huldigen
40 1517 Maart 21
"Actum tot Arnhem op Saterstach post Oculi anno etc. XVII to (sic)"

Jacob van Apelteren domdeken te Utrecht, Henrick Heer van Gent, erfhofmeester, Wynant van Arnhem, doctor, en Johan van der Weyden, licentiaat en kanunnik van St. Walburg te Arnhem, doen als verkozene scheidslieden uitspraak in de geschillen tussen Jaspar van Lienden, heer van Hymmen etc. en Jutte van Apelteren, weduwe van Derick van Blitterswiyck"
01.031A Heerlijkheid Blitterswijk en Wanssum, 1360-1846
Regesten
40
1517 Maart 21
"Actum tot Arnhem op Saterstach post Oculi anno etc. XVII to (sic)"

Jacob van Apelteren domdeken te Utrecht, Henrick Heer van Gent, erfhofmeester, Wynant van Arnhem, doctor, en Johan van der Weyden, licentiaat en kanunnik van St. Walburg te Arnhem, doen als verkozene scheidslieden uitspraak in de geschillen tussen Jaspar van Lienden, heer van Hymmen etc. en Jutte van Apelteren, weduwe van Derick van Blitterswiyck"
Datering:
1517 Maart 21
Materiaal:
papier
Plaats:
Arnhem
Notabene:
a. Op papier. Met de handtekeningen van de scheidslieden. b. Afschrift (Inv. nr. 31) op papier (gelijktijdig
Opmerking:
Vergelijk: Register op de leenaktenboeken van Gelre en Zutphen - Overkwartier, blz. 126
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 14-02-2017
41 1517 Mei 7
"Gegeven int jair ons Heren vyffthyenhondert ende soeventhyen op Donresdach post Jubilate"

Geryt heer van Ooy en Peter Andelien, leenmannen van Kairle, hertog van Gelre enz., oorkonden, dat Jaspar van Lienden, heer van Hymmen en Blitterswyck, aan Jutte van Apelteren weduwe van Derick van Blytterswyck, verschillende aanbiedingen heeft gedaan overeenkomstig het compromis d.d. 21 Maart (zie inv.nr. 40), en delen mede, wat Jutte daarop heeft geantwoord
42 1517 October 5
"Gegeven int jaer onss Heren vyffthienhondert ende soeventhyen, des Manendaiges nae sunte Franciscusdach"

Oliphier Hackfort en Henrick van Poelwyck, schepenen van Arnhem, oorkonden, dat Jasper van Lynden, heer van Hemmen en Blitterswijck, voor hen op 7 Mei l.l. door hem aan Jutte van Apelteren, weduwe van Dirick heer van Blitterswyck gedane aanbiedingen (zie nr. 41) herhaald en zich bereid heeft verklaard de resterende geschilpunten aan de uitspraak van het gericht van Blitterswyck te onderwerpen, onder verklaring, dat hij bij Jutte's weigering om hieraan te voldoen hij zich "geqwiit ende ontschuldicht" acht
43 1518 Augustus 5
"Sub anno Domini, etc. quibus supra (anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo decimo octavo indictione sexta die vero iovis quinta mensis Augusti hora nonna vel quasi ante meridiem, pontificatus, etc.)"

De notaris Petrus Mackem de Stralen verklaart, dat Jasparus de Lynden, ridder, heer in Hemmen en Blitterswick, als patroon der parochiekerk te Wanssum aan heer Segerus van der Hattert, pastoor aldaar, op zekeren voorwaarden heeft toegestaan, zijn pastoraat met dat van een ander te ruilen
44 1518 Augustus 18
"Gescreven op Guesdach post Assumptionis Marie anno etc. XVIII"

Wynant van Arnhem, doctor enz., bericht aan Jaspar van Lienden, heer van Hymmen en Blytterswyck, in antwoord op een aan hem gerichte brief, dat hij in de zaak tussen Van Lienden en diens "moye", de weduwe van Blytterswyck, niets kan doen vóór de komst van de domdeken (Jacob van Apelteren)
45 1518 December 7
"Datum in profesto Conceptionis Marie Virginis, anno duysent vyffhondert ind achthien"

Wolter van Meer, scholtis, Wyntken van Aldrom en Gairt Brouwer, schepenen van Boxmeer, oorkonden, dat Jutte van Apelteren, weduwe van Derick van Blytterswyck, het keurmedigenboek van Blytterswyck in het gericht van Boxmeer gebracht, haar proces verloren heeft en haar borgen niet voldaan; voorts dat Jasper van Lynden, heer van Hymmen en Blitterswyck de gerichtskosten heeft moeten betalen aan de winnende partij om het keurmedige boek terug te kunnen krijgen
46 1519 Maart 16
"Gegeven binnen onser stat vursr. (Arnhem) XVI Marcii....anno etc. XVIIII "

Kairle, hertog van Gelre, beveelt aan Jaspar van Lienden, heer tot Hymmen en Blitterswick, op 25 Maart e.k. twee gewapende ruiters naar zijn leger te Arnhem te zenden, waar hij persoonlijk met andere leden zijner ridderschap zal zijn
47 1519 Juni 17
"Gegeven in onser stat Arnhem opten XVIIen dach Junii... anno etc. XIX"

Kairle, hertog van Gelre, beveelt Jasper van Lienden, heer tot Hymmen en Blitterswiick, hem binnen acht dagen een goed uitgeruste ruiter te zenden naar Arnhem
48 1519 November 24
"In den jaeren ons Heren dusent viiffhondert ind negenthien, up sinte Katherinen aevondt"

Jaspar van Lynden, heer tot Hymmen en Blitterswick en Aernt van Blitterswick, natuurlijke zoon van wijlen Derick (van Blitterswick), sluiten een overeenkomst tot beëindiging van een twist over een erfpacht van 10 malder rogge en enige erftynsen, die Derick van Blitterswick voor zijn zoon verzekerd had op de hof te Zevenhem, geheten Tongerlo, die echter als zijnde een leengoed niet tot onderpand daarvoor kon strekken; de laatstgenoemde ontvangt een erfpacht van 6 malder met ander onderpand, terwijl de erftynsen na zijn dood weder aan de heerlijkheid van Blitterswick zullen vervallen
49 1520 September 7
"Gescreven op onsser Lyever Vrouwen avent Nativitatis anno etc. XX"

Jutte van Apelteren, weduwe van Derick van Blitterswyck, verklaart, dat zij van Jasper van Lynden, heer van Hymmen en Blitterswyck, wegens lijftoch 100 enkele guldens ontvangen heeft en de overige geschilpunten welke zij met Jasper heeft, aan de beslissing der scheidslieden overlaat
50 1520 December 29
"Gegeven in den jaer ons Heren dusent viffhundert ende twintich op sunt Thomas'dach der heilighen apostel"

Schepenen van Blitterswick oorkonden, dat Heyn de wever onder ede heeft verklaard, dat, toen Derick heer van Blitterswick omtrent 26 juli was overleden, zijn weduwe joffer Jut van Apelteren hem in daghuur omstreeks 11 November twee eikenbomen op de wal heeft laten hakken en tot planken laten zagen, welke planken zij ten eigen behoeve te gelde heeft gemaakt, dat voorts Peter Kemerlinck, de natuurlijke zoon van wijlen Derick van Blitterswic k, en andere daarover gelijkluidende verklaringen hebben afgelegd, dat de genoemde Jut van Apelteren toen Jaspar van Lynden, heer tot Hymmen, reeds beëdigd en gehuldigd was als heer van Blitterswick een inwoner van die heerlijkheid, Johan Hendriksz., in strijd met het landrecht heeft doen gevangen nemen en beslag op zijn have heeft doen leggen, zodat zij op allerlei wijzen de rechten van de heer van Blitterswick en zijn onderzaten heeft verkort
51 1521 Februari 3
"Op Sondach, sente Blasius dach, anno etc. XV C ind een ind twyntich"

Willem Stalknecht, richter, Peter van der Heyden en Henrick Claes, schepenen van Raey, oorkonden, dat Thys Wynen bekend heeft van Jutte van Apelteren te hebben gekocht 200 voet planken, "een jair lanck nae doet... joncker Derick heer tot Blitterswyck" Met vermelding der bezegeling door Gaert Belen, pastoor te Leut
52 1521 Juni 1
"Gegeven in onser stat Arnhem op Satersdach post Sacramenti nostro sub secreto. Anno etc XXI"

Kairll hertog van Gelre enz. beveelt Jasper van Lynden heer van Hymmen en Blytterswyck om Dinsdag a.s. voor 's hertogen Raad te Vueght te verschijnen om gehoord te worden in zijn geschil met Jutte van Apelteren weduwe van Blitterswyck
53 1521 September 17
"Datum to Zwolle, ylende, Lamberti. Anno etc. XXI"

Hendrick Salsborch bericht aan Jasper van Linden, heer tot Blitterswick, dat hij bij de hertog zijn onschuld bepleit heeft en dat deze er nu tevreden mee is, dat hij zich over 14 dagen of 3 weken toerust; voorts, dat zijn knecht goed onderhouden wordt
54 1521 November 3
"Gegeven int jaer ons Heren vyffthienhondert ende een ende twyntich, des Sonnendaiges na Alre Heyligen dach"

Evert van den Stade en Henrick van Poelwyck, schepenen van Arnhem, oorkonden, dat Arnt, natuurlijke zoon van wijlen Derick van Blitterswyck, op het punt door diens weduwe joffer Jutte van Apelteren in geschrift overgelegd, verklaard heeft, dat hem van het geven van geld voor schatting aan de bouwman van Soevenhem niets bekend is, maar wel, dat hij na heer Dericks dood veel geld uit een kist van de overledene aan diens weduwe heeft ter hand gesteld
55 1521 December 23
"Des dachs vur den heyligen Kersavont anno etc. XXI"

Wyllem van Scheffick voor zich en als momber zijner vrouw joffer Jutte van Apelteren, verklaart, dat zij van Jaspar van Lyenden, heer van Blytterswyck ontvangen hebben 100 Hoornsche gulden, ingevolge de laatste uitspraak der scheidslieden
56 1522 Juni 7
"Geschreven op den Soevenden dach in Junio, anno etc. XXII"

Joffer Jutte van Apelteren, huisvrouw van Wilhem van Schevick, verklaart, dat zij, krachtens de laatste uitspraak der scheidslieden, van Jasper van Lynden, heer van Blitterswick en Hymmen 100 Hoornsche gulden ontvangen heeft en hem daarvoor kwijtschelding verleent
57 1522 September 17
Harmen Clair, Harman van Wyenhaven, Peter Smeyts, Mathys van Schaer en andere schepenen van Blitterswyck en Willem Kock en Gerit die Hoge, schepenen van Wanssom, wien door de heer van Blitterswijck "die erde gegoest is", oorkonden, dat Heyn die wever, Arnt van Vorst en Peter Kemerlynge onder ede verklaard hebben, dat de eiken bomen, op de wal van het huis, die zij op last van hunne "joffer"omgehouwen hebben, volkomen gezond waren. Met vermelding der bezegeling door Zyger van Brochuysen, heer te Oyen
58 1522 October 15
"Gegeven in onser stad Arnhem, op Guesdach post Victoris, anno etc. XXII"

Kairle hertog van Gelre beveelt aan Jasper van Lyenden, heer tot Hymmen en Blitterswyck, hem uiterlijk op de eerstkomende Dinsdag twee gewapende lieden te zenden om een maand dienst te doen
59 1523 Augustus 20
"Gegeven in onser stat Arnhem opten XXen dach Augusti .... anno etc. XXIII"

Kairll hertog van Gelre verzoekt Jasper van Lienden, heer tot Hymmen en Blitterswyck, die de kerk en pastorie van Swolgen aan heer Hubrecht van den Velde ten behoeve van mr. Henrick's natuurlijke zoon heeft gegeven, er voor zorg te dragen, dat de schuld van Mr. Henrick, die buitenslands gereisd is, aan des hertogen trouwe dienaar Wilhem van Wiert, aan deze worden voldaan
60 1523 December 14
"Op Maendach nae sinte Lucyeen dach, anno XXIII"

Heer Symon Sybertz. van Herkenbosch neemt aan, voor heer Hubert de kerk van Zwolgen te bedienen, een jaar lang, ingaande 23 juni 1524, met inachtneming van zekere uitvoering in deze akte omschreven verplichtingen
61 1526 Juni 30
"Gescreven tot Nymegen altera die Petri et Pauli apostolorum, anno etc. XXVI"

Bartholomeus die Claer Jacobszoon schrijft aan Jaspar van Lynden, heer tot Blitterswick, dat hij niet geweten heeft wat deze hem heeft geschreven, n.l. dat zijn huisvrouw een keurmedige van Jaspar zou zijn geweest en vraagt hem, wanneer hij te Nijmegen komt, met hem een overeenkomst te maken
62
"Geschyet ind gegeven in den jaer ons Heren dusent wiifhondert ind sevenentwynt(ich), up synte Johannis avent nativitatis"

Heer Thomas van Mierlo erkent, dat Jaspar van Lynden, heer tot Hymmen en Blitterswiick, hem voor tien jaar met het pastoraat te Wanssem heeft begiftigd en belooft, na verloop van die termijn en ook ingeval hij zijn plichten als pastoor niet mocht nakomen, de kerk weder in handen van de patroon te zullen stellen, terwijl hij aan Arnt van Blytterszwiick, die zijn borg zal zijn bij de heer van Blitterszwiick, schadevergoeding toezegt
63 1527 Augustus 5
"Datum anno a nativitate Domini millesimo XV vicesimo septimo, mensis Augusti die quinta"

De aartsdiaken van Kemperland keurt zekere ruilovereenkomst goed, die heer Zegerus van der Hattert, pastoor te Wansem, met toestemming van de patroon der kerk aldaar, heer Jasperus van Lynden, ridder, heer in Hymmen en in Bliterzwick, heeft gesloten met heer Thomas de Meerloe, vicaris der St. Lucasvicarie in de kerk van de Heilien Geest te Ruremunda, krachtens welke overeenkomst hij heer Thomas voornoemd bevestigt in het bezit van het pastoraat te Wansem
64 1527 Augustus 24
"Anno etc. MVc ende XXVII up Sinte Bartolomeus dach"

Heer Thomas (van Mierlo) verzoekt aan Arnt (van Blitterzwyck) voor hem borg te willen zijn ten behoeve van Jaspar van Lynden, heer tot Hymmen en Blitterzwyck voor de nakoming van zijn belofte om te allen tijde de pastorie te Wanssum, waarmede hij is begiftigd op verlangen van de collator, wederom ter beschikking te zullen stellen
65 1527 September 20
"Op Frydach post Lamberty anno etc. XXVII"

Jaspar van Lyenden, heer tot Blitterswyck, schrijft aan Ludolff van Eygeren, drost te Gelre, zijnen neef, dat te Vyerden in zijn ambt een hem keurmedig man gestorven is, Peter de Brencq geheten, en verzoekt hem, Peter's weduwe aan te zeggen, dat zij de keurmede heeft te voldoen
66 1527 September 20
"Gegeven in den jair onss Heeren viefftheynhondert ende seven ende twyntich, op sunte Cosmas ende Damianus dach der heiliger martelars"

Schepenen te Blitterswiick oorkonden, dat Harman van Wyenhaven en Elizabeth, echtelieden, en Peter van der Maesen erkennen, jaarlijks elf gulden schuldig te zijn aan jkvr. Katherine van Blitterswiick, kloosterjuffer tot des Greven Daill, genaamd Nyencloster, welke som zij haar jaarlijks op het hoogaltaar in het klooster zullen betalen
67 1527 September 27
"Gegeven int jaer onss Heeren viiftheynhondert ende seven ende twyntich op sunte Cosmas ende Damianus dach der heiliger martelairs"

Schepenen van Blitterswiick oorkonden, dat Jasper van Lienden en juffer Anna van Bronckhorst, heer en vrouwe tot Hemmen en Blitterswiick, aan Harman van Wienhaeven c.s., die een lijfrente hebben toegezegd aan jkvr. Katheryne van Blitterswiick (zie de brief van dezelfde datum, no. 66), voor de betaling daarvan in pand hebben gegeven een rentebrief van tien molder rogge jaarlijks (met dien verstande, dat deze brief in hun bezit zal terugkeren na het overlijden van jkvr. Katheryne), alsook de hun door Peter verschuldigde tyns
68 1528 Januari 19
"Actum und gegeven in den jaer onss Heren duysent viiffhondert und achtentwyntich, jair, up sunte Sebastianusavont martyris"

Pouwels yngen Herynghen belooft aan jkr. Jaspar van Lyenden, heer tot Blitterswiick, dat hij zich voortaan als een goed priester en pastoor zal gedragen en dat hij geen oneerbare vrouwen meer zal herbergen in de pastorie of ergens in de heerlijkheid van Blitterzwiick, op een boete van 10 gulden aan de jonker, terwijl de kerk en pastorie weder aan de jonker vervallen ingeval van wanbetaling van die boete
69 1528 September 30
"Gegeven in den jair ons Heren duysent viiffhondert ende achtentwyntich, op synte Remeys avent"

Heer Thomas Jan Reyners, zoon, pastoor te Wanssum, en Jan Jan Reyners zoon, gebroeders, verklaren, verkocht te hebben aan Arnt, natuurlijke zoon van Derick heer tot Blitterswiick, zeker stuk land op de Beten, behoudens de daaruit jaarlijks aan de heer van Blitterswiick als landheer verschuldigde pacht, alsmede 1 malder rogge jaarlijks uit Peter Meyes goed
70 Circa 1530
Wynant van Arnhem, Evert van den Stade, Ott van Scherpenzeell, richter van Arnhem en Veluwezoom, Wilhem Bor, heer van Doernyck en Herman van Wy Derickss., oorkonden, op verzoek van Herman van Wye Hermanss. en zijn vrouw juffer Aleyde van Bemell en hunne kinderen Gysbert van Wyhe, Derick van Wye, Heynrick van Wye en Goessen van Wye, een magescheid te hebben gemaakt ten behoeve van de genoemde kinderen, van de goederen welke hun na de dood van hun vader en hun moeder zullen aankomen zoals in de akte is vermeld
71 1530 Mei 29
"Getekeykent opten XXIXen dach in Mey, anno XXX"

Giisbert van Baien, ambtman ten Graeff en 's lands van Cuyck, verleent aan Jaspar van Lyenden, heer tot Hymmen en Blitterswick, als stadhouder der Cuycksche lenen van de hertog van Gelre, uitstel tot 13 Juni om voor hem als leenman hulde te doen
72 1530 Juni 18
"Gescreven..... dess Saederdaeges post Sacramenti, anno XXX"

Heer Jan Smets bericht aan jr. Jaspar van Lynden, heer tot Blytterswiick en Lynden (sic), dat hij te Arnem geweest is en van daar een brief met het secreetzegel en de handtekening van de hertog heeft medegebracht, inhoudende, dat deze niet wenst, dat men de lenen te Graeve zal ontvangen, daar er in het land van Kuick vele Gelrese en Zutphense lenen zijn, die ten onrechte te Graeve ontvangen worden, gelijk heer Florys, des hertogen neef, aan deze heeft geschreven
73 1530 September 30
"Ges(creven) op Vridach nae sente Michielsdach, anno etc. dartich"

Gherit die Joede, mede namens zijn vrouw Johanna Millinx, verpandt aan Jaspar van Lynden, heer tot Hemmen en Blitterswiick, de Gesperdtse tiend in het kerspel Hiin, ambt Nederbetuwe, met recht van wederinlossing, op bepaalde voorwaarden
74 1530 December 15
"Int jaer onss Heeren duysent vijfffhondert ende derttich, op Donresdach post Lucie virginis et martiris"

Jaspar van Lyenden, heer tot Hemmen en Blytterswiick sluit een overeenkomst met Mr. Peter van Hegelsum, waarbij de eerstgenoemde tegen zekere betalingen in het bezit zal worden gesteld van 1/4 van de halve hof inghen Legher in het kerspel Zwolgen, die de tweede contractant geërfd heeft van Zegher van Schaelberghen
75 1531 Februari 6
"Gescreven den VIen dach Februarii, anno etc. XXXI"

Johan Virssen dankt Jaspar van Lienden, heer tot Hymmen en Blytterswiick voor de ontvangen konijnen en veldhoenders en antwoordt hem op zijn mededeling, dat hij ontboden is om zijn leen te Grave te vragen (te weten het huis en de heerlijkheid Blytterswiick) dat de hertog wenst, dat hij daarmede zal wachten totdat daarover met de keizer een verdrag zal zijn gesloten, terwijl hij (Johan Virssen) inmiddels zijn voorspraak bij de hertog zal zijn
76 1533 Maart 21
"Gegeven in onser stad Arnhem, den XXI Martii anno etc. XXXIII"

K(airle) hertog van Gelre bericht aan heer Johan Spiis, proost te Sent Jorien binnen Coelne, dat heer Peter van der Hattert met behulp van pauselijke bullen aan heer Thomas Agerloe de kerk van Wanssum afhandig tracht te maken, waarmede deze begiftigd is door Jaspar van Lynden, heer tot Hymmen en Blytterswyck, en verzoekt hem, aan heer Peter mede te delen, dat hij (de hertog) hem zijn pensie zal ontnemen indien hij daarmede voortgaat
77 1533 Mei 18
"Tot Huesden opten XVIII dach in Maii, anno etc. XXXIII"

Wilhelm van Huemen schrijft aan Jaspar van Lyenden, heer tot Hemmen en Blytterswick, dat heer Steven van Lyenden, priester, toonder van deze brief, een jongen heeft, die te Deventer ter schole gaat en van de aalmoesen der goede lieden leven moet, en verzoekt hem, daar toch deze jongen van zijn natuurlijke bloed is, hem te begiftigen met de inkomsten der door zijn voorouders te Yngen gefundeerde stichting, die ten doel heeft, een arme klerk school te laten gaan
78 1533 Juli 24
"Gegeven in onser stadt Arnhem, den XXIIIIen Julii, anno etc, XXXIII"

Kairle hertog van Gelre verzoekt Jasper van Lynden, heer tot Hymmen en Blitterswyck, Mr. Werner van Boedbergen, doctor, dien hij met de kerk van Myrloe heeft begiftigd, daarmede insgelijks te begiftigen, aangezien ook hij recht op die kerk pretendeert, en belooft hem, ingeval hij reeds een ander heeft gepresenteerd, die ander te zullen begiftigen, zodra er iets in het Aeverquartyer zal vaceren
79 1533 October 16
"Geschreven tot Arnhem dem XVI dach Octobris, anno etc. XXXIII"

Wernher van Boedberch, kanunnik, schrijft aan Jaspar van Lynden, heer tot Blitterswyck en Hemmen, dat hij zijn met de priester van Merley gezonden brief heeft ontvangen en deze behulpzaam geweest is, dat voorts zijn (Jaspar's) zoon door voorspraak van de hertog aan hertog Ot Henrich van Beyeren is gezonden, waar hij het goed zal hebben, gelijk zijn (Jaspar's) neef, de stalmeester hem heeft verteld, en vervolgens, dat hij zijn kapellaan van Wetten heeft bevolen, de kerk van Merloe te bedienen totdat hij een ander zal zenden, over wie de naburen aldaar tevreden zullen zijn, omdat hij goed van leven is en goed preekt
80 1534 Augustus 23
"Gesc(reven) ylende op zente Bartolomeus avont, anno etc. XXXIIII"

Jaspar van Lyenden heer tot Hymmen en Blitterswyck, schrijft aan broeder Geryt van Honsseler, dat hij hem de keurmede betalen moet uit de nalatenschap zijner overleden zuster, evenals ook uit die van wijlen Henrick van Honsseler
81 1534 October 21
" Gescreven op den elffdusent Joufferen dach, anno etc. XXXIIII"

Evert van Brewmpt, ambtman te Stralen, verzoekt Jaispar van (Lynden), heer tot Blitterswick en Hemen, zijn neef, dat hij Peter Kleyninck van Stralen, inwoner van zijn ambt, die de volgende dag ten gerichte te Blitterswick moet komen, doch buitenslands is, ditmaal te verschonen
82 1535 Maart 5
"Geschreven up Frydach nae den Sondach Oculi, anno etc. XXXV"

Diderick van der Lippe genant Hoen, heer tot Grubbenforst en Aefferden, verzoekt zijn zwager Jaspar van Lynden, heer tot Hymmen en Blitterswick, de man der natuurlijke zuster zijner vrouw en diens broeder behulpzaam te zijn om van Jan van Ruremunde betaling te verkrijgen
83 1535 April 2
"Geschreven de andere dach Aprilis anno XXXV"

Gert van Boycholt verzoekt Jasper van Lynden, heer tot Hymmen en Blittterswyck, zijn huisman, die hem keurmede verschuldigd is, genadig te behandelen, gelijk hun nader gezegd zal worden door de brenger van deze brief
84 1536 September 16
"Gescreven opten XVIden dach Septembris anno etc. XXXVI"

Johan van Wytenhorst, heer ther Horst, drost des lands van Kessel, schrijft aan Jaspar van Lienden, heer tot Heymmen Blitterswick, dat hij volgens de wens van de hertog de lieden van het land van Cuick heeft toegestaan, hun koren terug te halen, dat naar Blitterswick is gevoerd, en verzoekt hem, daartoe mede te werken
85 1536 November 8
"Geschyet op Gonsdach nae sunte Lenartsdach abts, in den jaer ses ende dertitych"

Jaspar van Lynden, heer tot Blitterswick en Elisabet van de Flynsenberch verrekenen op de in deze akte omschreven wijze de kooppenningen van de door de eerstgenoemde gekochte halve hof der Legeren, gelegen in het Kerspel van Zwolgen
86 1538 December 30
"Gegeven tho Grave onder onnsen secreitsegell penultera Decembris anno XXXVIII"

Florys van Egmont, graaf tot Bueren en Leerdam, heer tot Iselstein, Cranendonck en Scerpenisse, kapitein-generaal des keizers in de Nederlanden, gouverneur der stad Graven en des lans van Kuyck, ontbiedt Jaspar van der Linde (sic), heer tot Hymmen en Blytterswyck, namens de keizer, om het slot en de heerlijkheid Blitterswick c.a. als leden van Kuyck te ontvangen
87 1539 Januari 22
"Geschreven op Guedesdach nae Annetis, anno etc. XXXIX"

Dederick van der Lippe genant Hoen, heer tot Grubbenforst en Aefferden, schrijft zijn zwager Jasper van Lynden, heer tot Hymmen en Blitterswick, dat de hertog morgen of overmorgen over acht dagen te Venloe zal komen en dat hij dan de vordering van heer Florens graaf van Bueren tot de ontvangst van het leen met hem zal bespreken
88 1539 April 23
"Geschyet yn den jair ons Heren duysent vijffhondert ende nyegen ende darttich up Sunte Joryen dach des Heylighen Martelars"

Peter Kemerlynckz, richter, Peter Meys en Derick Syeben, schepenen van Blitterswick, oorkonden, dat Marii Myllynckz, weduwe van Symon van Velbruggen, vrouwe tot Merloe, verkocht heeft aan haar neef Jaspar van Lynden, heer tot Blytterswick en tot Hymmen en diens vrouw Anna van Bronckhorst het losrecht van drie malder rogge en een last, uit de nalatenschap van juffer Katryn van Blytterswick, non in het Nyencloester
89 1539 April 28
Juffer Mary Myllynckz. erkent ontvangen te hebben van haar neef Jaspar van Lyenden, heer tot Blytterswyck, 12 philips gld. tot lossing der roggerente van haar moei juffer Katrina van Blytterswyck van Nyencloster
90 1540 Februari 1
"Gegeven in den jaer onss Heren dusent viifhondert ende tvierttich, op Onser Liever Vrouwen Lychtmyss aevent"

Kathriin 's Hoegen erkent, van Jaspar van Lynden, heer tot Blytterswijck en Hemmen, ontvangen te hebben de laatste 100 Hornsgld., die hij haar nog van de Legeren schuldig was, terwijl zij erkent, dat deze tot betaling zijner schuld haar ook zekere 2 morgen lands te Myrloe heeft gelaten, om op zekere voorwaarden een mis in de kerk aldaar te stichten
91 1540 Augustus 12
"Ges(creven) op Donredach post Laurencii anno XL"

De Raden van de hertog van Gelre gelasten Jasper van Lieden, heer van Hemmen en Blitterswick om zich op de volgende dag naar Mierlaer te begeven in verband met de grensgeschillen tussen Swolgen en Blitterswick
92 1543 Juli 26
"Geschyet ynt jair ons Heren duysent vyffhondert ende dreye ende vyertich up sunte Annen dach der heyliger moder Marie"

Heer Florys belooft, zo hij door joufer Anna van Bronckhorst, vrouwe tot Blytterswyck enz. en met kennis van haar oudsten zoon jr. Arnt begiftigd wordt met de St. Anna kapel (te Blytterswyck), dat hij zich tegenover de naburen en ieder goed zal gedragen, zich niet aan de drank zal overgeven of zich met oneerbare vrouwen ophouden, zich niet bemoeien met "Lutherryen", doch zich zal gedragen zo als een goed priester betaamt; terwijl bij gebreke daarvan jouf. Anna, of haar nakomelingen, hem zal mogen afzetten en een ander priester met de kapel begiftigen
93 1544 Maart 7
"Gegeven to Arnhem den VIIen dach Martii XV XLIIII"

Philips van Lalaing, graaf van Hoichstraeten, stadhouder van Gelre en Zutphen, roept Arnt van Lynden, heer van Blitterswyck op ten landdage tegen 18 Maart te Arnhem, alwaar de ratificatie van het in Januari l.l. tussen de keizer en de hertog van Kleef, gesloten nieuwe verbond zal worden behandeld
94 1544 Juni 26
"Gegeven tho Arnhem den XXVIen dach Junii XV XLIIII"

Philips van Lalaing, graaf van Hoichstraeten, stadhouder van Gelre en Zutphen, roept Arnt van Lynden, heer van Blitterswyck op tot een bijeenkomst op 4 Juli a.s. te Roermond in verband met een besluit van de laatste landdag te Arnhem gehouden
95 1545 Augustus 29
"Geschiet in den jair ons Heeren viifhondert viiffindvertich, op Decollationis Johannis Baptiste"

Scholtis en schepenen te Broickhuesen oorkonden, dat Heyn van Geffen, wonende te Lotthum, te hunnen overstaan voor de gerichtslieden van Blitterswiick getuigenverklaringen heeft afgelegd omtrent de twisten, die hij voor 60 jaar, toen hij te Blitterswiick de varkens hoedde, had bijgewoond tussen die van Blitterswiick en die van Swolgen over het steken van turf en het heffen van lammertiend
96 1545 September 21
"Gegeven in den jaer uns Heren duysent viffhondert viff und vertich, up sunt Mattheus dach des heiligen apostels"

Richter en schepenen te Well oorkonden, dat Peper Klomp, geboren in de heerlijkheid Blitterswick, en daar lang gewoond hebbende, zekere verklaringen onder ede heeft afgelegd betreffende het recht, aan die van Blitterswick met uitsluiting van de inwoners van andere dorpen toekomende om turf te steken in het broek, en omtrent het recht van de heer van Blitterswick om aldaar de lammertiend te heffen, waartoe er eertijds een schaapskooi heeft gestaan
96+ 1545 December 4
"In den jaer ons Heeren duysent vyffhondert vyffen Vertich den vierden dach Decembri"

Jacop van Aemstel van Mynden, ambtman te Graeff in het land van Cuyck beleent, uit naam van Maximiliaan van Egmont, graaf van Bueren enz., stadhouder-generaal van Vrieslandt enz. en gouverneur van de stad Graeff en het land van Cuyck, Arnt van Lynden met het slot en de heerlijkheid te Blitterswyck, met de tienden, leenmannen, kerkgiften en verdere toebehoren
97 1546 November 20
"Gescreven op Saterdach nae sunt Martyn episcopi anno XLVI"

Mechtelt van Eyll schrijft aan haar neef Arnt van Leenden, heer van Blytterswycck, dat zij de scholtis Stoffel Genyn tot hem zal zenden om zijn mening te verstaan, welke zij uit zijn brief niet duidelijk heeft kunnen opmaken
98 1547 Januari 5
"Int jaer ons Heren duysent vyfhondert ende seven ende wertych up den heylligen dry Koenynck aevent"

Anna van Bronckhorst weduwe van Jaspar van Lynden, heer van Blytterswyck en haar oudste zoon Arnt van Lynden, heer van Blytterzwyck, verhuren onder zekere voorwaarden, aan Heusken, bouwman te Tongerlo in het kerspel Zevenem, de hof Tongerlo opnieuw voor de tijd van 12 jaar
99 1547 Januari 13
"Geschreven up Donresdach nae der heiliger drie Koeningen dach, anno etc. XLVII"

Derick van Gelre, heer tot Arssen, verzoekt aan zijn neef Arndt van Lynden, heer van Blitterswick antwoord op zijn brief in 1544 aan hem geschreven over overlast enige van zijn onderzaten aangedaan
100 1547 Februari 9
"Geschiet ind verhandelt upten IXen Februarii anno etc. seven ind viertich"

Derick van der Lipp, gen. Hoin, heer van Grubbenfoerst enz., Ailerth van Ghoer tot Kaldenbrueck, Thyes van Eill en Johan van Dorth doen uitspraak tussen Arndt van Lynden, heer van Blitterswick en diens broeders Johan en Derick ten eenre en Derick van Haeren ter andere zijde, over het recht op zekere wilgen
101 1548 Maart 16
Geschreven tot Graeff den XVIen dach van Meerte anno XVc XLVIII"

Jacob van Aemstel van Mynden (ambtman des lands van Cuyck) antwoordt Aernt Verlinden, heer van Blitterswick op zijn brief in een kwestie over de jurisdictie
102 1549 Februari 24
"Gegeven int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende negen en veertich op S. Matthijsdach des H. Apostels"

Anna van Bronckhorst, vrouw van Blytterswyck en Hemmen, geeft met toestemming en op last van haar (overleden) man, Jaspar van Linden, en haar zoons Arnt, Derick, Balthasar en Johan, aan de kerk te Blitterswyck, tot spinding van de armen, een erfrente van twee malder rogge 's jaars uit een stuk land bij de Ruylijts berg
103 1549 April 20
"Datum den XXsten Aprilis anno etc. XLIX"

Marten van Rossem, heer van Puderoyen, enz., beveelt zijn neef Arndt van Lieden, heer van Blitterschwick, namens de keizer, om de 7de Mei te Roermond, met paard en harnas ter monstering te komen
104 1549 April 27
"Gegeven tot Arnhem, den XXVIIsten dach Aprilis XVc XLIX"

Philips van Lalaing, graaf van Hoichstrate, stadhouder en kapitein-generaal van Gelre en Zutphen, roept Arndt van Lynden, heer van Blitterswyck op tot bijwoning van de landdag te Arnhem tegen 13 Mei
105 1550 Juni 13
"Datum XIII Junii anno etc. L"

Johan van Wytenhorst, heer van Horst, drost des lands van Kessel, verzoekt Arndth van Lynden, heer van Bliterswick, om het geschil tussen die van Blitterswick en van Meerlo, over het turfsteken onder Swolgen, te laten rusten tot de komst der Commissarissen uit het Hof
106 1551 Februari 21
"Gescrieven op ten Saterdach nae den Sonnendach Invocavit, anno etc. LI"

Johan van Wytenhorst, heer van Horst, Alardt van Ghoer tot Kaldenbroeck, Thys van Eyl tot Geysteren en Wilhelmus Hoit van Gruysdonck doen als scheidslieden uitspraak in een geschil tussen Derick van Lynden en de kinderen van wijlen Peter van Hegelsum over tynsen, "gewin en gewerff", die wijlen Derick, heer van Blitterswijck en zijn vrouw Jutte van Apelteren "thegen aert und natuer und buyten leenheer", aan Peter van Hegelsum verkocht hadden
107 1553 Augustus 16
"In dem jair nach der Gebuirt unsers Heren Jhesu Christi Duisent Funffhondert Drie und Funfftich off Gudestach des Sestzeinden Tagh des Monats Augusti"

De notaris Johannes van Swolgen oorkondt, dat Willem Nabbe van Venraidt, priester, door Juffrouw Anne van Bronckhorst weduwe van Lynden, vrouw van Blitterswick en Hymmen, namens Arnt van Lynden, heer van Blitterswick, als pastoor van de parochiekerk van Meerlo gepresenteerd, onder ede beloofd heeft, zich in alles als een goed pastoor te zullen gedragen, zoals de akte vermeldt. Met vermelding als getuigen van Rheinhart Wyer, vicaris te Merlo, Johan Schaerman, scholtis en Diederich ther Hardt van Gelre, dienaar te Blitterswick.
Inm Krautgarden vur dem sloss Blitterswick gelegen
108 1554 Maart 2
II Marcy, anno etc. LIIII tich"

Johan van Wittenhorst, heer tot Horst verzoekt aan Arnd van Leenden, heer van Blitterswick, een dag te bepalen ter beslechting van de geschillen tussen de heren van van Well en Blitterswyk
109 1555 Maart 12
"Anno LV dem anderden Dynstach in der Vasten"

Mechtelt van Eyll bericht aan haar neef Arnt van Lynden, heer van Blytterswyck, dat Arnt van Boicholt verhinderd is om volgens afspraak bij hem te komen tot verdere behandeling van de zaak betreffende de kinderen van wijlen haar broer en schrijft verder over deze zaak
110 1557 Maart 30
"Geschiet in den jaer duysent vijfhondert ind soeven ind vijftigh, den dertichsten Martii"

Simon Werckens en Wilhelm Evertsz., schepenen van Blitterswyck, oorkonden, dat Peter Jaesken, pastoor te Blitterswyck, Arnt van Lynden, heer van Blitterswyck en Derick van Lynden, heer van Hummen, onder ede verklaard hebben, dat Arnt van Blitterswyck, bastaard, op zijn sterfbed herroepen heeft de schenking van een erfmalder rogge, gelegen in Meysgoet, en verzocht de daarop betrekking hebbende brief, myt den vier mergen landtz, gelegen "opten Betuwen", ter hand te stellen aan de pastoor te Wanssum, daar hij, Arnt, daarvan slechts het vruchtgebruik heeft bezeten
111 1558 October 6
"Gegeven tho Arnhem den VIen Octobris XVc LVIII"

Cantzler en Raden des Konings in Gelderland roepen Arndt van Lynden, heer van Blytterswyck, op om op 15 October te Ruremunde te komen en mede te helpen tot het maken van een omslag van de contributiën voor het Overkwartier
112 1560 Februari 14
"Geschyet anno, dach, datum alz boufen geschryffen (n.l. Anno als men schrijff dusent vijfhondert ende tzestich dem vertynden Februarii)"

Heer Peter van der Masen, door jr. Arndt van Lynden, heer van Blitterswick begiftigd met de pastorie te Wanssum, verklaart voor schepenen en notaris en getuigen, deze te hebben aangenomen op de voorwaarden in de akte genoemd
113 1561 Maart 3
"Gegeven in den jaren unses Heeren viftinhundert ein ende tsestich, dem drieden dach Marcii"

Johan van Wittenhorst, heer tot Horst, drost des lands van Kessel, oorkondt, dat hij aan Diderich van Linden, heer tot Hymmen, het recht geeft om op bepaalde voorwaarden een jaarlijkse rente van 20 Brab. gulden in te lossen, die hij verschuldigd is uit een erfpacht van 20 molder rogge, gevestigd op het goed Kalckershof in het kerspel Wanssum
114 1563 Januari 28
"Onderteikent upten acht ende twintichsten Januarii, anno etc. drie ende tsestich"

Johan van Wittenhorst, heer ter Horst, Johan Verloicht, pastoor te Mirll en Leonart Slaterneicker, pastoor te Horst, doen uitspraak over verschillende geschilpunten tussen Arnholt van Linden, heer van Blitterswick en Peter Vermasen, pastoor te Wanssum
115 1565 April 7
"Datum als boeven (n.l.) Op huide denn Sevenden Aprilis anno etc. viffundsestich)"

Arnt van Lynden, heer van Blitterswick, en Thonys Koepers komen overeen omtrent de voorwaarden van verpachting van dat Sadelgoit of de Sadelhoff
116 1565 November 30
"Actum int jaer onss Heren duysent viifhondert ende viiff und sestich, uup Sint Andries dach des heyligers apostels"

Gerichtsbode en schepenen der dingbank Blitterswiick oorkonden, dat Henrick Klompemekers en zijn vrouw Heilken en de twee zusters van Heilken, beiden Gertken genaamd, aan jonker Arnt van Lynden, heer tot Blitterswiick, en jkvr. Gertrudt van Dypenbrock, hun huis met toebehoren aan de Maas, geheten Papersgoed, hebben verkocht, waarvoor de verkopers o.m. een erfpacht is kwijtgescholden en zeker goed van Henrick van Lijfsgewin tot erftynsgoed is gemaakt
117 1565 Februari 14
"Datum Flasraten den 14 Februarii, anno '66"

Engelbrecht van Brempt verzoekt aan zijn neef Arnt van Lynden, heer van Blitterswick, terugbetaling van voorgeschoten gelden en af te spreken met de priester en de kerkmeesters van Wanssum om hun zaak, betreffende aanspraken van de kerk op een jaarrente van 4 molder rogge uit de molen aldaar, te laten rusten tot zijn komst te Wanssum
118 1566 Maart 20
"Geschiit ynt jaer unseress Heren XVc LXVI, dem XX Martii"

Arnt van Lynden, heer tot Blytterswyck, geeft in tegenwoordigheid van schepenen en leenmannen aldaar vidimus van de brief betreffende de stichting ener vicarie, d.d. 1465 Juni 23 ( zie nr. 17), waardoor deze brief is gestoken
119 1566 April 16
"Den XII Aprilis anno LXVI"

Leynss Nueyckens Johann Nueyckenss van Well bekent ontvangen te hebben van jr. Arnt van Lyndenn en jouffer Gertruidt van Diepenbroick, heer en vrouwe van Blitterswick de som van 35 daalders, met kwijtschelding van een verschuldigd jaargeld. Met vermelding als getuigen van Leynss'vader Johan Nueyckens en van Johan van Wyck, scholtis van Blitterswick
120 1567 Juni 15
"Datum Ruremonde am XVen dach Junii, anno etc. LXVII"

Johan van Wittenhorst, heer tot Horst, drost des lands van Kessel, verzoekt, uit naam van de graaf van Hoirn, aan zijn zwager Arnt van Linden, heer van Blitterswick, om de pastoor van Wanssum een tijd lang dienst te laten doen te Weerdt om de ingezetenen, die van de oude katholieke Godsdienst afdwalen, wederom in het goede spoor te brengen, en de kerk te Wanssum tijdelijk door een ander pastoor te laten bedienen
121 1569 Augustus 5
"Datum et actum dem V tach Augusti, anno MVc ende 69"

Egbert van Hergraeven, Peter Wyllemss, Wyllem Hermans en Weerken Symonss, schepenen en gerichtslieden van Blytterswick oorkonden, dat op verzoek van Aernt van Lynden, heer van Blitterzwick, de schepenen van Wanssum verklaringen aflegden omtrent gedragingen van Peter van Maesen, pastoor te Wanssum
122 1569 December 22
"Datum Venlo Donrestags vur Christmis, anno LXIX"

Johan van Stalbergen, drost van Krieckenbeek en Ercklentz, schrijft aan zijn zwager Arndt van Linden, heer van Blitterswick, naar aanleiding van een gesprek met de heer van der Horst en verzoekt hem in de a.s. Christelijke dagen te Horst te komen om de zaak betreffende de pastorie van Wanssum te behandelen
123 1570 Februari 16
"Anno a Nativitate domini millesimo quingentesimo septuagesimo indictionis decima tercia mensis Februarii die decima sexta"

Peter Vermaesen, pastoor te Wansem, doet ten overstaan van notaris en getuigen afstand van de pastorie aldaar en van alle daaraan verbonden rechten ten behoeve van de collator
124 1570 Februari 17
"Geschiet anno, daich, datum als boven geschreven is (n.l.) Anno als men schrijft dusent vyffhundert ende seventich den seventhienden Februarii"

Heer Henrick van Daill door jonker Arndt van Lynden, heer van Blitterswick begiftigd met de pastorie te Wanssum, belooft voor schepenen en notaris deze te hebben aangenomen op de voorwaarden, in de akte genoemd
125 1570 September 28
" Gescreven in de jaer ons Heren duisent vifhondert und suventich up sint Michaelis tach"

Arnt van Lynden, heer van Blitterzwich, en Jacop Mols komen overeen omtrent de voorwaarden van verpachting van de Sadelhoff
126 1571 Maart 18
" Actus anno XVc seventich ind ein den 18 Martiii"

Schepenen van Broickhuisen verklaren te hebben bijgewoond, dat Jann Reyners het schepensignaat van Blitterzwick raadpleegde, om te zien wat verhandeld was tussen wijlen Jan Reiners van Mirloe, zijn neef, en Egbert van Hergraeff, en dat verder geen stukken te dezer zake gevonden zijn
127 1572 februari 4
" Datum Emerich ten IIII Februarii, anno etc. 72"

Adolff van Ghoer schrijft aan zijn zuster N. van Diepenbruick gen. Lyndenn, vrouw van Blitterswick over een niet nader genoemde zaak betreffende Swolgen en een geschil tussen haar en de heer van Well
128 1572 Juni 7
" Actum den 7 Junii anno 72"

Richter en schepenen van Blitterzwick oorkonden, dat jr. Aerndt van Lynden, heer van Blitterswick, jr. Derick van Lynden, heer van Hymmen en meer andere, voor hen de in de akte genoemde verklaringen aflegden met betrekking tot een testament van wijlen Aernt van Bliiterswicj
129 1574 September 7
" Actum uund gescheet denn VIIten Septembris, anno 74"

Arnt van Lynden en Gertruidt van Diepenbroick, heer en vrouwe van Blitterswick, dragen onder zekere voorwaarden, aan Bernt Vryen het beheer op over hun keurmedige goederen in het kerspel en het gericht van Venray
130 1574 November 30
"Actum up dagh Andreus, anno vier und seventich"

Richter en schepenen van Blitterswick oorkonden, dat Johan van Wittenhorst en junffer Margareta van Brederadt, echtelieden, heer en vrouwe van Horst enz. voor hen bekenden schuldig te zijn aan Arnt van Linden en junffer Gertruidt van Diepenbroick, heer en vrouwe van Blitterswick een bedrag van 1000 gld. en daarvoor enige goederen in Blitterswick hebben verbonden
131 1575 November 30
"Gescheit anno XVc viffundtzeventich up daich Andrei apostoli"

Schepenen van Blitterswick oorkonden, dat jr. Arnt van Lynden en Gertruidt van Diepenbroick, heer en vrouwe van Blitterswick, voor hen verklaarden schuldig te zijn aan Ecgbert van Hergraiff en diens vrouw Anna van Blitterswick een bedrag van 1000 gld. en daarvoor enige goederen verbonden
132 1576 Juli 11
"Datum den XI Julii, anno 1576"

Burgemeesteren, schepenen en raad van Ruremunde roepen Arnoldt van Linden, heer van Blitterswyck, op tot een kwartiersdag
133 1576 Augustus 5
"Datum den 5 Augusti, anno 1576"

Burgemeesteren, schepenen en raad van Ruremunde roepen Arnoldt van Linden, heer van Blitterswick op tot een nieuwe kwartiersdag, wegens mislukking van die in Juli uitgeschreven (zie nr. 132)
134 1578 April 30
"Datum et actum acht yndt seventich up Mey avont"

Derick van Lynden, heer van Hemmen en Judtt van Wylich, echtelieden, verpachten onder de genoemde voorwaarden voor de tijd van 8 jaar aan Hansken Thongerlo en diens zoon Gerit, de hof Tong(er)lo
135 1578 Mei 30
"Actum Nymegen den 30 May, anno 1578"

Johan van Wytenhorst, heer toe der Horst, verklaart uit vriendschap voor heer Dederick van Lynden, heer van Hemmen, dat diens hof Tongerloe onder Zevenhem, in weerwil van de nieuwe grens tussen Zevenhem en Horst, dezelfde rechten zal blijven genieten als van ouds
136 1578 September 1
"Gegeven op synt Jelis dach, anno etc. LXXVIII"

Wilhem Schoenrade en Johann van Wyenhoerst brengen een schikking tot stand tussen Arnt en Herman van Breympt ter eenre en Henrich Vayght ter andere zijde, over de afbetaling van een schuld van 1000 gulden
136+ 1580 September 3
"Datum Blitterswick den 3 Septembris anno 80 etc"

Alfer Knippinck schrijft aan zijn "zwister" Gertruit Diepenbroick, vrouw van Blitterswick over verschillende zaken betreffende het beheer van bezittingen
137 1582 October 8
Uet Harderwyck den 8 Octoeber, anno etc. 82"

Joeseph van Arnhem biedt aan zijn "zwegherlyen"Judit van Wyelijck, anders van Lyenden, vrouwe van Hemmen etc., hulp aan met lijf, goed en bloed, en schrijft troostwoorden in verband met "dit elendyeghe crues", dat zij heeft te dragen
138 1582 October 16
"Ilyck den 16 October anno etc. 82"

Joeseph van Arnhem, biedt aan zijn "zvegherlyen" Judyt van Wyelyck anders van Lynden, vrouwe van Hemmen etc. geldelijke hulp aan voor de verlossing van hare dochter uit gevangenschap
139 1582 October 21
"Datum ilich Mydler ahm 21en October anno 82"

Heinrich van Wyttenhorst schrijft aan zijn nicht Judit van Wylich geh. van Lynden, vrouwe van Hemmen enz. over de loslating van zijn nicht uit de gevangenschap te Blienbeeck en verzoekt vóór Dinsdag bescheid, daar de soldaten ongeduldig worden terwijl voor het geval zij het losgeld niet zo gauw kan opbrengen, de drost van Middelaar bereid is borg te zijn
140 158(2) (2 October)
"Op dato boven verhaelt (n.l. Op huyden..... anno 158(2)"

Henryck van Wytenhorst ter eenre en de drost van Middelaer en de soldaten van Blienbeck ter andere zijde, komen overeen omtrent de voorwaarden, waarop de dochter des heren van Hemmen in vrijheid zal worden gesteld
141 (1582) October 25
"Oirconde mijn hand opten XXV Octobris hieronder gestelt"

Johan Foss van Zwartzenberch, drost van Middelaar, verleent paspoort aan Johanna van Lynden, dochter van Hemmen
142 1582 November 8
"Ilych, den 8 November, anno etc 82"

J. van Arnhem bericht aan zijn "zvegherlyen" Judit van Wyelych anders van Lyenden, dat er 1000 gulden te hare beschikking liggen, maar die om de onveiligheid der wegen niet durft te zenden, en verzoekt haar om een bewijs van het haar door hem geleende geld
143 1582 November 8
"Ilend denn 8 November, anno 1582"

Alice van Arnhem betuigt aan haar nicht Judyt van Weylich gen. Van Lynden, vrouwe van Hemmen, haar blijdschap over de terugkeer van haar dochter, die door de vijand was gevangen gehouden
144 1583 Januari 1
"Datum Middeler am 1sten Januarii anno 1583"

Johan Foss van Swartzenberg schrijft aan de vrouw van Hymmen over de betaling van de tweede termijn (van het losgeld wegens de bevrijding van de jonkvrouw van Hemmen) en verzoekt opgave van de haar ontnomen sieraden
145 1583 Mei 31
"Datum ilich auff dem furstlichen Clevisschen sloit Huessen ahm leisten Mey anno 83"

Heinrick van Wyttenhorst verzoekt dringend aan de vrouw van Heymen hem te ontheffen van een "obligatie", zulks ter vermijding van gevaar en schade voor zijn persoon en goederen
146 1583 Augustus 9
"Gegeven den 9den dach Augusti anno 1583"

Burgemeesters en schepenen van Goch oorkonden, dat Goessen.....kens onder ede voor hen verklaard heeft op welke wijze de betaling van het losgeld voor Johanna van Lynden heeft plaats gehad
147 1583 Augustus 10
"Ilentz Raey denn 10en Augusti, anno etc. 83"

Henrick van Daill, pastoor, bericht aan Dederich van der Linden, heer van Hemmen en Blitterswick, dat hij, hoewel begiftigd met de pastorie van Wanssum, zich niet verzet tegen de wens van de bisschop van Roermond om heer Reyneer Schenck met de pastorie te begiftigen, doch bij weigering van de collatie door de heer van Blitterswijk, hij zelf wenst te worden gehandhaafd
148 1583 Augustus 18
"Tot Ruremonde den XVIIIsten Augusti, anno 1583"

Wilhelm van der Lindt bericht aan jonker Derryck, heer van Hemmen en Blytterswiick, dat heer Lambrecht Ronnen, die door hem voor de kerk te Wanssum was "gepresenteert", na examinatie, ongeschikt was bevonden en verzoekt in diens plaats heer Rener Schenck te presenteren
149 1583 October 31
"Datum Wansum den lesten Ocktoberis anno 83"

Schepenen en gemene naburen van Wanssum bevelen bij jonker Derick, heer van Hyemen en Blitterswick, voor een benoeming tot pastoor van Wanssum aan: Derick Verrosmolen, zijnde "een naberen kyndt".
laatste wijziging 22-08-2020
702 beschreven archiefstukken
469 gedigitaliseerd
totaal 6.810 bestanden

Kenmerken

Datering:
1360-1846
Auteur:
A. Oltmans
Omvang m1:
1,5 meter - 64 charters
Inventaris:
Inventaris van het Archief der heerlijkheden Blitterswijk en Wanssum
Categorie:
laatste wijziging 22-08-2020
702 beschreven archiefstukken
469 gedigitaliseerd
totaal 6.810 bestanden