Uw zoekacties: Hof van Gelder te Venlo

01.013 Hof van Gelder te Venlo ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Volledige inventaris in PDF
Hier kunt u de volledige inventaris in PDF raadplegen en gratis downloaden.
Erfgoedstuk
Inleiding
Het grote zegel van het Hof van Gelder te Venlo. In het wapenschild is het wapen van de Republiek weergegeven. Voor de leeuw bevindt zich een hartschild met het wapen van het hertogdom Gelder. Omschrift: 'SIGILLUM: SUPREMAE: CURIAE: SUPERIORIS : GELDRIAE : VENLONAE '. Diameter: 105 mm. Foto: R. Delahaye Maastricht.
Erfgoedstuk
De oprichting van het Hof van Gelder te Venlo
De samenstelling van het Hof
Het personeel van het Hof van Gelder
De taken en bevoegdheden van het Hof
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventarisatie
01.013 Hof van Gelder te Venlo
Inleiding
Verantwoording van de inventarisatie
Sedert 1901 berust het archief van het Hof van Gelder te Venlo in het Rijksarchief in Limburg. Het heeft een omvang van 55 strekkende meter. Voor de ordening waren alleen de registers toegankelijk. De losse stukken bevonden zich in portefeuilles die voor het merendeel alleen de jaartallen 1717-1794 op de rug droegen. De plakkaten van de Staten-Generaal en de rekeningen van de kerspelbesturen sedert 1753 bevonden zich nog als groep bijeen, maar deze eerste vorm van ordening was aan de buitenzijde nauwelijks herkenbaar. Met het archief van het Hof waren bescheiden van de landrentmeester-generaal van het Staatse Overkwartier vermengd geraakt, welke stukken het Rijksarchief in Limburg al sedert zijn oprichting bezat *  .
Na het beschrijven van de registers en protocollen werden alle losse stukken uitgepakt en verdeeld in processtukken en niet-processtukken, welke laatste veelal andere taken dan de rechtspraak betroffen. Zo mogelijk werden deze prima vista verder onderverdeeld. Allereerst werden de series hersteld, die de registers en protocollen begeleiden: minuut-vonnissen, minuut-brieven. Daarentegen werden de ingekomen rekesten niet in series bewaard. Vervolgens werden de dossiers en stukken beschreven naar de onderscheiden taken die het Hof op 'bestuurlijk' gebied bleek te bezitten. Het grootste, vele jaren omvattende, gedeelte van het ordeningswerk was het herstellen en systematisch beschrijven van de procesdossiers. In tegenstelling tot hetgeen bij andere hoven in de Nederlanden gebruikelijk was, bleef het procesdossier dat in enkelvoud was ingediend, in het archief van het Hof van Gelder bewaard, zoals nog in het reglement van 8 januari 1674 was vastgelegd.
Het herstel van de procesdossiers werd vergemakkelijkt door de omstandigheid dat vele stukken nog met de achttiende-eeuwse touwtjes bijeen gebonden waren en dat het archief vrijwel volledig bewaard is gebleven. Het onderscheid tussen procesdossiers enerzijds en dossiers over geschillen op het gebied van bestuur anderzijds was meestal goed aan te geven dankzij de registers van rolzittingen en van vonnissen. Bij de indeling van de inventaris werd uitgegaan van de taken en vervolgens van de eventuele series die contemporain waren aangelegd. Rondom de series werden de dossiers en losse stukken gegroepeerd. De rechtspraak was de belangrijkste taak van het Hof en staat in deze inventaris voorop. Daarna volgen enkele taken als het verlenen van octrooien en het fungeren als leengerecht, die de voorgangers van het Hof van Gelder te Venlo ook uitoefenden, maar die toch niet goed onder het begrip 'bestuur' zijn onder te brengen. Om die reden werd ook afgezien van de voor de hand liggende indeling in 'justitie' en 'politic'. Min of meer in volgorde van ancienniteit zijn de afzonderlijke taken op het gebied van bestuur gerangschikt.
Gedeponeerde archieven
Nadere toegangen tot de procesdossiers
Tips voor onderzoekers
Regestenlijst
14 1481 oktober 3
"Anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo primo..die vero mercurii tertia mensis octobris"

In aanwezigheid van de notarissen Herman Gruter, deken van het concilie van Wassenberg, en Arnoldus de Bruxken en de getuigen Henricus de Buedel, priester, Johannes van den Horrick, knaap van wapen, Coenradus van den Horrick, Michael, bode van de hertog van Oostenrijk, Reynerus Vogeler, koster van de parochiekerk te Roermond, en Ancelmus Utenbos, gevolmachtigde van het Luikse hof, verschenen voor Henricus ex Palude, doctor der decreten, kanunnik van het kathedraal kapittel van Luik, deken van het concilie van Susteren, Leonardus de Prumeren, licentiaat in de decreten, pastoor te Randenrath, Godefridus in ghen Hulss van Millen, Johannes Cleyen van Sittard, Cristianus de Campo, plaatsvervangend pastoor te Roermond, Johannes de Waltnyell alias then Doeren van Herten, Godefridus Lupprecht van Susterseel, Ludovicus Croenen van Hillensberg en andere dienstdoende geestelijken van het concilie van Susteren, Egidius Smeyts en Gerardus Reuytten namens de gemeenschap der parochianen van Stevensweert aan de ene zijde en Arnoldus Michaelis van Helmond, kanunnik van Maaseik, namens de Munsterabdij te Roermond, als bezitster van goederen en tienden te Echt en Stevensweert aan de andere zijde, bijgestaan door Zybertus de Wachtendonck en Antonius Primen, deken van het concilie van Woensel, kanunniken van het kapittel van Sint Servaas te Maastricht, en Mathias de Maesswijck, ontvanger van genoemd kapittel.
Namens de buren van Stevensweert werd betoogd dat de Munsterabdij verplicht was tot het onderhoud van het dak en de vensters van het koor, tot onderhoud van het schip, de klok en de ornamenten en tot het houden van een stier en beer. Van de zijde van de Munsterabdij werd betoogd dat deze alleen tot het onderhoud van het dak van het schip gehouden was.

Kenmerken

Datering:
1717-1795
Auteur:
G.H.A. Venner
Omvang m1:
67,5 - 16 charters
Inventaris:
Inventaris van het Hof van Gelder te Venlo 1717-1795 ( Maastricht 1997)