3163 Scholtengoed Hijink ( Gelders Archief )
3163
Scholtengoed Hijink
Inleiding
2. Archiefvormer en archief
3163 Scholtengoed Hijink
Inleiding
2.
Archiefvormer en archief
De archiefstukken die op Hijink worden bewaard, zijn slechts een fragment van wat eens het archief van het scholtengoed Hijink moet zijn geweest. Door vererving zijn ongetwijfeld vele stukken elders terechtgekomen, terwijl mogelijk ook veel is verloren gegaan.
Het belangrijkste bezit van de scholten Hijink was het scholtengoed Hijink in het Woold, dat als hofhorig goed van de heren van Bredevoort behoorde onder de Hof te Miste. De scholten Hijink waren op grond van dit bezit hofhorigen van de heer van Bredevoort, die daarom in geval van overlijden van de scholt of diens vrouw aanspraak kon maken op de helft van alle viervoetig vee! Ook voor de vereiste toestemming voor een huwelijk werd een vaste som geld geëist. De verplichting van het eigen goed en daaronder ressorterende andere boerderijen jaarlijkse lasten aan de heer van Bredevoort te betalen, werd in de negentiende eeuw beëindigd.
Tot het scholtengoed Hijink behoorden een aantal "kavensteden", die onverbrekelijk met het goed verbonden waren: De Haar, Haarmanshuisken, Haken, Hijinkhuisje, Hijinkkamp en Struikers, zoals in de boedelinventaris van Lubbert Derk Jan Hijink in 1824 wordt opgegeven.
Behalve een aandeel in Aarnink bezaten de scholten Hijink in de 18de en eerste helft 19de eeuw ook het goed Vriezenhuis met twee daartoe behorende "kavensteden".
Wander Hijink en Maria Elisabeth Hesselink gingen na het huwelijk van hun zoon Tobias in 1837 op Vriezenhuis wonen. Na het overlijden van Wander Hijink in 1844 werd in een boedelscheiding het goed Hijink toegedeeld aan Tobias Hijink en Vriezenhuis aan Josiena Aleida Hijink, die met Tobias Hesselink was getrouwd. Hun moeder Maria Elisabeth Hesselink bepaalde echter dat haar kinderen op beide huizen een kamer voor haar gereed dienden te houden, zodat zij wanneer zij dit wilde met haar dienstbode daar intrek kon nemen.
Na het overlijden van Tobias Hijink in 1876 werd hij niet opgevolgd door zijn oudste zoon. Willem Hijink bleef op Aarnink wonen en Albertus op Sellink in Ratum. De jongste broeder, Jan Gerhard Hijinkk, was tot zijn overlijden in 1893 bewoner van Hijink. Daar hij ongehuwd was, ging eerst toen Albertus Hijink op Hijink wonen met zijn tweede vrouw, Engelbarta Harmina Tenkink.
Bij de inventarisatie is een verdeling gemaakt in een persoonlijk en een zakelijk gedeelte, waarbij de stukken betreffende boerderijen en landerijen en het beheer hiervan in het zakelijk gedeelte zijn geplaatst.
Bij raadpleging moet men er wel op bedacht zijn dat ook in stukken in het persoonlijk gedeelte, zoals in huwelijksvoorwaarden, boedelstukken, brieven en kwitanties, veel gegevens over boerderijen voorkomen.
Stukken betreffende die kinderen die niet een eigen hoofdstuk in de inventaris hebben gekregen, zijn geplaatst achter de stukken betreffende hun ouders.
laatste wijziging 05-02-2019
74 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 05-02-2019
74 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
laatste wijziging 05-02-2019
74 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand