De heerlijkheid Loenen en Wolferen maakte van 1811-1817 deel uit van de maïrie c.q. de gemeente Herveld. (Zie derhalve voor de burgerlijke stand van deze periode bij Herveld). Bij het Reglement voor het platteland werd Loenen per 1 januari 1818 een apart schoutambt. De heer van Loenen had op een afzonderlijk bestuur gestaan en wilde de meerdere kosten op zich nemen, hoewel men prefereerde dit kleine district onder te brengen bij het schoutambt Valburg *  . In 1825 kwam er een Nieuw Reglement voor het platteland, de schoutambten werden gemeenten. In 1829 was er weer sprake van een samenvoeging van kleine gemeenten. Loenen en Wolferen bleven echter zelfstandig *  . Bij de wet van 13 april 1854 werd de gemeente Loenen en Wolferen bij de gemeente Valburg gevoegd met ingang van 20 april 1854. Blijkens bijlagen tot de gemeenterekeningen van 1844-1851 werd er bij Gerlach van Beynum een lokaal gehuurd voor twintig gulden per jaar om te dienen tot gemeentekamer. Ongetwijfeld heeft zich hier het archief bevonden. Dit is in 1854 overgegaan naar de gemeente Valburg. De hoeveelheid stukken die bewaard is gebleven is gering. Een eenvoudige ordening lag derhalve voor de hand.