Uw zoekacties: Christen Democratisch Appel (CDA) Arnhem

2188 Christen Democratisch Appel (CDA) Arnhem ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Het ontstaan van het CDA
3. Het archief
2188 Christen Democratisch Appel (CDA) Arnhem
Inleiding
3.
Het archief
Organisatie: Gelders Archief
In de papieren die het CDA in 1994 aan het Gemeentearchief in bewaring heeft gegeven, kunnen de volgende onderdelen worden onderscheiden. In de eerste plaats zijn er na-oorlogse archiefbescheiden van de plaatselijke ARP, de CHU en de KVP. Van het Arnhemse CDA zelf is voornamelijk documentatie overgebracht; de weinige archiefstukken betreffen bijna uitsluitend het midden van de jaren tachtig. De CDA-component is vanwege het inhoudelijk verband beschreven samen met een pak stukken van de 'Stichting C.D.A.-Arnhem', ofschoon dit laatste kan worden beschouwd als een afzonderlijk archief in zakformaat. Tot slot verdienen de stukken van het aan de KVP gelieerde 'Centrum voor Staatkundige Vorming' speciale vermelding. Ze komen hierna nog ter sprake.
De zojuist genoemde onderdelen hebben betrekking op de laatste decennia van het zelfstandig bestaan van de drie christen-democratische partijen en de beginjaren van het CDA. Volledig kunnen ook de archieven van de drie 'oude' partijen niet worden genoemd. Er moeten, nog afgezien van eventuele vooroorlogse partijarchieven, veel meer archivalia zijn geweest. Dat geldt vooral voor de CHU, maar toch ook voor de beide andere partijen. Zo valt meteen het nagenoeg ontbreken van financiële bescheiden op. De omschrijving 'restant-archieven' doet aan deze situatie het best recht. De onvolledigheid is ook binnen de afzonderlijke inventarisnummers zó algemeen, dat ervan is afgezien, daarop bij elk nummer te wijzen.
Of de archieven van de drie in het CDA opgegane partijen ooit zullen worden aangevuld, is volstrekt onzeker. Bij een onderzoek dat hij begin juli 1997 instelde, heeft de heer Bod van eventuele verdere archivalia van ARP, CHU of KVP in elk geval geen spoor gevonden. Het had dan ook weinig zin te wachten met het toegankelijk maken van dat wat wèl is bewaard, al blijft de kans bestaan dat vroeg of laat door het opduiken van aanwinsten een nieuwe inventaris zal moeten worden gemaakt.
Artikel 8 van de bewaargevingsovereenkomst voorziet in 'het periodiek aanvullen van het archief'. Hopelijk zal dat ook het nu nog zeer fragmentarische CDA-archief uit de jaren tachtig ten goede komen. Herordening van dat onderdeel is dan uiteraard niet te vermijden.
Het volledigst -of beter: minst onvolledig- is het archief van de Arnhemse Anti-Revolutionaire Kiesvereniging 'Nederland en Oranje'. Uit de stukken valt op te maken dat de kiesvereniging te Arnhem tevens de administratie verzorgde voor de AR Statencentrale en Kamercentrale Arnhem. Bijzonderheden over de partijorganen en hun bevoegdheden zijn te vinden in de statuten van de ARP, Archief Kiesvereniging ARP, inv. nr. 29. Inv. nr. 28 bevat het reglement van de Arnhemse kiesvereniging. De Kamercentrales Arnhem en Nijmegen vormden het Provinciaal Comité van AR Kiesverenigingen in de Provincie Gelderland, die voor de Tweede-Kamerverkiezingen was verdeeld tussen de rijkskieskringen 3 (Arnhem) en 4 (Nijmegen).
Correspondentie met het Centraal en het Provinciaal Comité van AR Kiesverenigingen, in beginsel beperkt tot aparte series, komt niettemin ook voor in de 'gewone' serie correspondentie van het kiesverenigingsbestuur.
Ondanks de federatieve opbouw bestond bij een beginselpartij als de anti-revolutionaire een hechte samenhang tussen landelijke, gewestelijke en gemeentelijke politiek. Brochures met documentatie, zoals die bijvoorbeeld door de Dr. Kuyperstichting werden uitgegeven, waren niet in de laatste plaats bestemd voor gebruik in de plaatselijke afdelingen. Ze zijn beslist meer dan zo maar wat vrijblijvende informatie. Wanneer dergelijke geschriften onder de archiefstukken van een kiesvereniging worden aangetroffen, behoren ze dan ook samen daarmee te worden beschreven, omdat ze die belangrijk kunnen verhelderen. De meeste documentatie is aan het eind van de inventarissen onder een apart hoofd geplaatst; soms, met name bij inventarisnummers over verkiezingen, is ze bij de stukken aangetroffen en daar gelaten. Bij de archieven van KVP en CDA is op overeenkomstige manier gehandeld.
Van de Kiesvereniging Arnhem van de CHU is slechts een notulenboek aanwezig en enige daarin aangetroffen stukken. Het bestuur fungeerde tevens als Statenkring Arnhem. Archief Kiesvereniging ARP, inv. nr. 15, brief van 21-12-1968.
De KVP-afdeling Arnhem is weer met een groter bestand vertegenwoordigd, maar daar staat tegenover dat van haar alleen losse stukken over zijn. Of ze er ooit een notulenboek op heeft nagehouden, is vooralsnog onduidelijk. Het kan zijn dat men zich beperkte tot een serie getypte notulen, maar daarvan is dan wel zeer veel verloren gegaan.
Wat er aan KVP-archief is bewaard, maakt zo'n willekeurige indruk, dat de vraagt opkomt of we hier wel met de hoofdmoot van het afdelingsarchief te maken hebben; eigenlijk wijst vooral de context waarin de stukken aan het Gemeentearchief zijn aangeboden daarop. Het lijkt soms wel of men alleen bescheiden en documentatie bewaard heeft over onderwerpen die men belangrijk vond; op die manier ontstond dan vanzelf iets dat op een dossier lijkt. Maar in sommige jaren komen ook series correspondentie voor. Van enig ordeningsplan blijkt uiteraard niets. Bij de behandeling tegen schimmel die het archief heeft moeten ondergaan, heeft men kennelijk moeite gedaan de stukken bijeen te houden zoals ze werden aangetroffen.
In het archiefje van de KVP-afdeling Arnhem zijn ook stukken te vinden van de Arnhemse afdeling van het 'Centrum voor Staatkundige Vorming'. Deze stichting, gevestigd in 's-Gravenhage, werd in augustus 1945 opgericht in nauw overleg met de toenmalige R-K Staatspartij, die kort daarna, op 22 december 1945, haar vooroorlogse naam verruilde voor Katholieke Volkspartij.
Het Centrum had blijkens artikel 2 van zijn statuten tot doel 'het bespreken en bestuderen van ... vraagstukken, welke voor het beleid van de Nederlandse Regering en andere staatsrechtelijke organen van belang kunnen zijn, en het geven van voorlichting en advies betrekkelijk die vraagstukken.' In artikel 5 wordt het omschreven als 'zelfstandig vormingsinstituut voor een op de katholieke beginselen gebouwde politiek'.
Het Centrum onthield zich van praktische politiek en was, hoewel sterk georiënteerd op de KVP, formeel geen partijorgaan. De adviezen, in theorie bijdragen aan de meningsvorming door katholieke politici in het algemeen, waren in feite adviezen aan de partij. Wèl onderhield het Centrum, behalve met zusterinstellingen van andersdenkenden, ook contact met de Katholieke Werkgemeenschap in de Partij van de Arbeid.
Het hoogste orgaan van de stichting was de Bestuursraad, waarin elke plaatselijke afdeling met één afgevaardigde was vertegenwoordigd. Het landelijk Bestuur legde de te bestuderen onderwerpen in concept- rapporten voor aan de plaatselijke afdelingen, die daarop binnen een bepaalde termijn in een rapport moesten reageren. Het Bestuur liet daarop de bevindingen van de afdelingen verwerken tot een katholiek standpunt over het betrokken onderwerp.
Lid van de stichting konden uiteraard alleen rooms-katholieken zijn. Het lidmaatschap van de KVP was uitdrukkelijk geen vereiste, dat van andere partijen dan de KVP echter wèl een beletsel. De Arnhemse afdeling was voortgekomen uit een studieclub van de plaatselijke KVP-afdeling Zie blad II van de handgeschreven notitie naar aanleiding van de vergadering van 27 februari 1952 in Archief Kiesvereniging KVP, inv. nr. 34.
De stukken van het Centrum voor Staatkundige Vorming zijn te beschouwen als een apart archiefje; de band met de plaatselijke KVP-afdeling was echter zó nauw, dat ervoor is gekozen ze als afzonderlijk hoofdstuk, maar met doorlopende nummering in de inventaris van het afdelingsarchief op te nemen. Voor de duidelijkheid is aan de weinig zeggende naam 'Centrum voor Staatkundige Vorming' toegevoegd 'R-K' Dit was echter geen onderdeel van de officiële naam.
4. Voorgangers van het CDA

Kenmerken

Datering:
1972-1990
Auteur:
J.P. Vredenberg