2133 Secretarie Gemeente Arnhem, afdeling Duitse Zaken ( Gelders Archief )
2133
Secretarie Gemeente Arnhem, afdeling Duitse Zaken
Inleiding
10. Betrekkingen met het Rijkscommissariaat en de NSV
2133 Secretarie Gemeente Arnhem, afdeling Duitse Zaken
Inleiding
10.
Betrekkingen met het Rijkscommissariaat en de NSV
De taak van "Duitsche Zaken" werd aanzienlijk verzwaard, toen zich een nieuwe tegenspeler aandiende: de Nationalsozialistische Volkswohlfahrt (NSV), de NSDAP-organisatie voor sociale zorg. Sociale zorg voor Duitsers welteverstaan, op Arnhemse kosten.
In de zomer van 1943 hadden geallieerde bombardementen in vele Duitse steden grote verwoestingen aangericht. Goering, verantwoordelijk voor luchtverdediging èn oorlogseconomie, kreeg bij Hitler gedaan dat ter compensatie van de schade en tevens als vergelding "vijandelijk" roerend goed, zowel particulier als openbaar, in Frankrijk, België en Nederland zou worden verbeurdverklaard en naar Duitsland gebracht. Met name op de Nederlanders was Goering gebeten, omdat die van hun "Schadenfreude" over de "Terrorangriffe" op het Ruhrgebied geen geheim zouden hebben gemaakt.
Rijkscommissaris Seyss-Inquart vond, net als politiechef Rauter trouwens, zo'n grootscheepse inbeslagneming psychologisch verkeerd en bovendien onuitvoerbaar. Hij kon weliswaar niet onder een bevel uit dat formeel van de Führer zelf kwam, maar wist Goering te bewegen tot een compromis. Eén van de onderdelen daarvan was, dat honderdduizend Duitse bombardementsslachtoffers in Nederland zouden worden gehuisvest. Het zijn er uiteindelijk enkele tienduizenden geworden. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 7, 's- Gravenhage, 1976, p. 57-59. Ook politiechef Rauter zag de zin van de door Goering geëiste inbeslagneming niet in.Alleen al door zijn ligging kwam Arnhem in aanmerking voor opvang van dergelijke "Bombengeschädigte".
Hoewel Goerings plan tot massale plundering in 1943 dus niet doorging, kreeg hij wat Arnhem betreft een jaar later alsnog zijn zin. Zijn voornemen geeft wel inzicht in de Nazi-opvattingen over recht. Hier was immers geen sprake van lukraak "organiseren" te velde, maar van een officieel Berlijns voornemen tot georganiseerde roof op grote schaal in bezette gebieden. En de manier waarop Goering de buit wilde laten binnenhalen, loog er al evenmin om: "rücksichtslos" en desnoods "mit größter Schärfe". Wat dat inhield, was gebleken bij de April-Meistaking van dat jaar.
In dat licht bezien is het eigenlijk nog verwonderlijk dat de Arnhemmers die vanaf de nazomer van 1943 ten N behoeve van Duitse "Bombengeschädigte" uit hun huis werden gezet, daarvoor überhaupt een bescheiden huurvergoeding mochten declareren! Mogen we hierin de matigende invloed van Seyss-Inquart en Beauftragter Dr. E. Schneider zien? Zij immers moesten thans overeenkomstig de toezegging aan Goering de inbeslagnemingen laten uitvoeren, die dan ook bekend stonden als "vorderingen door het Rijkscommissariaat".
Aan de gemeenten was opnieuw de rol toegedacht van intermediair tussen de gedupeerden en de Duitsers. Een weinig benijdenswaardige rol alweer, want er werd niet alleen medewerking verwacht bij het inzamelen en doorzenden van declaraties, maar eerst en vooral bij het vorderen als zodanig. Extra onaantrekkelijk was het vooruitzicht dat men ditmaal vooral zou moeten werken met NSDAP-functionarissen als de reeds genoemde Referent Zelger.
Naar Vuursteen in 1945 verklaarde, weigerde burgemeester Bloemers in eerste instantie te voldoen aan de opdracht van de Beauftragte om tot de bedoelde vorderingen over te gaan. Weken lang heerste er een soort patstelling, die de Duitsers doorbraken door zelf aan het vorderen te slaan. Zij hadden een begrijpelijke voorkeur voor "mooie huizen met groote gezinnen van bekende anti's en als het kon met kostbare inboedels"; daarbij hanteerden ze bovendien zeer korte ontruimingstermijnen. Ter wille van de burgerij koos Bloemers uiteindelijk, in overleg met "bijna alle" Gelderse collega's in een soortgelijk parket, eieren voor zijn geld. Weliswaar bleef hij weigeren te vorderen, maar wel liet hij een woningenquête houden, waardoor men van gemeentewege de zaken althans enigszins hoopte te sturen en inbeslagneming zo veel mogelijk te beperken tot degenen die naar verhouding het minst werden getroffen, zoals huishoudens van één of twee personen. Van tijd tot tijd ontving de Beauftragte ee
n lijst waaruit hij voor huisvesting van de Duitse bombardementsslachtoffers kon kiezen.
n lijst waaruit hij voor huisvesting van de Duitse bombardementsslachtoffers kon kiezen.
De afdeling "Duitsche Zaken" zorgde voor kennisgeving aan degenen die hun huis moesten verlaten. Hoewel de Beauftragte had meegedeeld dat men nagenoeg alles moest achterlaten, liet de burgemeester in het waarschuwingsbriefje opnemen dat men van de inventaris mocht meenemen wat voor de huishouding noodzakelijk was. Allerlei wrijving zou het gevolg zijn geweest, maar ook vertraging in de procedure, zodat na vijf of zes maanden ongeveer 150 woningen waren aangewezen, terwijl er 300 binnen zes weken geleverd hadden moeten worden. "Van alle zijden werd door de afdeeling "Duitsche Zaken" deze heele actie als het ware gesaboteerd en tegengewerkt", aldus Vuursteen in 1945. Maar al zou ze de nieuwe vorderingen dan ook naar vermogen hebben gesaboteerd, de afdeling had er een hele administratie aan, zodat ze eind 1943 tenminste acht medewerkers of, zo men wil, tegenwerkers omvatte, die, ook al vanwege activiteiten in ander verband, konden rekenen op de belangstelling van de Sicherheitsdienst. Notulen Zuiveringscommissie Gemeentepersoneel van 26 september 1945.
Het zal wel geen toeval zijn, dat we Vuursteen in 1943 in de stukken van "Duitsche Zaken" duidelijker naar voren zien komen. De gezondheid van de burgemeester werd er door alle spanningen niet beter op Zie het artikel over Bloemers door P.R.A. van Iddekinge in Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 's-Gravenhage, 1989, p. 56, en P.R.A. van Iddekinge, Arnhem 44/45. Evacuatie, Verwoesting, Plundering, Bevrijding, Terugkeer, Arnhem, 1981, p. 301., terwijl de bezettingsperikelen juist nog meer energie en incasseringsvermogen vergden dan ze al hadden gedaan. Aanmatiging had Bloemers van Duitsers uiteraard wel meer ondervonden, maar nu kreeg hij die door de NSV en andere nationaal-socialistische partij-organisaties als het ware in geconcentreerde vorm toegediend. Sommige Nazi's leken er, net als bepaalde Nederlandse geestverwanten trouwens, een eer in te stellen om door primitief gedrag zo veel mogelijk te beantwoorden aan de over hen bestaande stereotypen.
En de invloed van de Gemeente op de gang van zaken was ook maar betrekkelijk, want Zelger vorderde als het hem zo uitkwam doodgemoedereerd buiten de verstrekte lijsten om. Onder de ingekomen stukken van "Duitsche Zaken" vallen vooral die van de Hitlerjugendführer op door hun bizarre spelling en stijl en soms ook door ongemanierdheid. Zie b.v. Archief "Duitsche Zaken", inv nr. 7 onder Amsterdamseweg 1, 4 feb. 1942, en inv. nr. 37 onder Hitlerjugend. Vgl. voor de typering van een NSB-functionaris het in noot 1 vermelde artikel van Van Iddekinge in BM Gelre, LXXVIII. Voor woningvordering door Zelger buiten de Gemeente om zie Archief Gemeentesecretarie Arnhem, serie 1940-1949, inv. nr. 4889, volgnr. 4176/16a.
laatste wijziging 12-04-2024
40 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 12-04-2024
40 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1940-1954
Auteur:
J.P. Vredenberg
Thema trefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 12-04-2024
40 beschreven archiefstukken