Het archief werd bewaard bij de secretaris-penningmeester thuis *  . Van vóór 1825 zijn geen stukken bewaard gebleven. Bij de inventarisatie werd het aangetroffen geordend in bundels en pakken, globaal naar onderwerp. Voor de nieuwe ordening werd hetzelfde schema gebruikt als voor de inventarissen van de andere waterschapsarchieven uit de streek. Aan de hand van de in 1955 vastgestelde lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de archieven van waterschappen, veenschappen en veenpolders, werd een selectie gemaakt van vernietigbare bescheiden (zie het proces-verbaal van vernietiging achter de inventaris). De vernietigbare circulaires van de provinciale en rijksoverheid e.a., aanwezig in alle waterschapsarchieven, werden verwijderd. Hiervan werd een aparte verzameling gevormd, waarin de stukken in enkelvoud zijn ondergebracht. Ingevolge besluit van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Beoosten de Eem van 12 augustus 1942 vond vernietiging plaats van lijsten van stemgerechtigde ingelanden 1861-1888 en 1921-1928, processen-verbaal van kasopneming 1899 -1910 en van geleidebrieven *  . Het archief heeft thans een omvang van 0,75 m.