Uw zoekacties: Polder en waterschap Blokland

1925 Polder en waterschap Blokland ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Ligging
3. Reglementering
4. Bestuur en ambtenaar
5. Bronnen van inkomsten
6. Uitvoering van de taak
1925 Polder en waterschap Blokland
Inleiding
6.
Uitvoering van de taak
Organisatie: Gelders Archief
De Bloklandssluis, de opgaande wetering en de dwarswetering werden aangelegd in 1662. Opdat alle landen in de polder goed bereikbaar zouden zijn om ze aan te maken met mest of andere materie, aangevoerd met pramen via de sluis en weteringen, werd aan de westzijde van de dwarswetering een steeg aangelegd met een sloot daarlangs. De voorgelegen landen moesten de overweg toestaan voor de mestkarren naar de achtergelegen percelen, mits het vervoer geschiedde na de hooibouw en de aangerichte schade werd vergoed na taxatie daarvan door hoofdman en heemraden. Om het hooi met zo min mogelijk schade aan de landen uit de polder te voeren en om niet overal bruggen te hoeven leggen, zou men onderhandelen met de betrokken geërfden om een brug te mogen leggen over de Lange- of Neerduisterwetering met een uitweg naar de Bisschopsweg. De eigenaars van de landen waardoor de weteringen werden gegraven, konden kiezen of zij als vergoeding de uitgegraven aarde wilden hebben of een geldelijke schadeloosstelling, vastgesteld door twee onpartijdigen. In het laatste geval werden de uitgegraven aarde en turf, na op het land gedroogd te zijn, ten behoeve van de polder verkocht. *  .
Dijkgraaf en heemraden van de Veen- en Veldendijk verleenden vergunning om de nieuwe sluis in de dijk te leggen ter vervanging van Visschers-, Stijnemoers- en Doornsluis. *  . Ten aanzien van de eerstgenoemde sluis vergisten zij zich kennelijk. Hoofdman en heemraden van Bloklandspolder werden verplicht voortaan een halve roede dijks aan weerszijden van de sluis te onderhouden. Dit was ook bij andere sluizen gebruikelijk. Het polderbestuur maakte kennelijk geen haast om de oude sluisjes te dichten. In 1663 dreigden dijkgraaf en heemraden een heul uit de dijk te doen weghalen op kosten van het bestuur van Bloklandspolder, als het dat niet zelf spoedig deed. *  .
Kort daarna werd bij de stormvloed van 5 december 1665 n.s.. *  een doorlopend gat in de dijk geslagen aan de zuidzijde van de polder, dat door het heemraadschap werd hersteld. *  . In 1668 verzochten de geërfden het dijkbestuur de polder te visiteren om de toestand van de dijksloot langs de weg te bezien. Besloten werd de weg te verbreden, de oude sloot te dempen en een nieuwe te graven. De geërfden namen op zich de helft van de kosten te betalen. *  .
Bij de overstroming op 4 februari 1825 viel er ook een gat in de dijk van Bloklandspolder ten zuiden van de sluis, het zogenaamde Grote Gat. Hieromheen werd een ringdijk gelegd. *  . In 1856 besloot het dijkbestuur tot drooglegging van het Grote Gat. *  , maar de dijk bleef kwetsbaar op die plaats. De stormvloeden van 30/31 januari en 27 februari 1877 sloegen weer twee gaten nabij het Grote Gat. *  . Door de overstroming werd de Bloklandswetering dichtgespoeld. De vergadering van ingelanden besloot een geldlening aan te gaan om de kosten van het opgraven van de wetering te dekken. Men wilde dat jaar geen omslag heffen, omdat een deel van de landerijen onder het zand bedolven was en in 1877 geen oogst zou opleveren. *  .
De Bloklandssluis en -wetering waren eigendom van de polder en het bestuur droeg zorg voor beheer en onderhoud daarvan. Het voerde schouw over de dijkwetering, de dwarswetering, de tochtsloot achter de landen die voor het herstel van de doorbraak van 1825 waren vergraven, de hoofden in genoemde watergangen, de heulen in de dammen, de opgaande sloten en de dwarssloten waarin geen vaste (waterkerende) dammen lagen. Het onderhoud in natura van de hoofden in de weteringen en van de heulen in de dammen kwam ten laste van de eigenaars, erfpachters of vruchtgebruikers, het schoonhouden van weteringen en sloten ten laste van de bruikers. *  .
De schouw werd volgens het schouwreglement van 1661 gevoerd op 30 april en op 1 augustus, in de 19e eeuw was dit in mei en september of oktober en volgens de keur van 1921 in mei, augustus en september of oktober. Deze keur bevatte meer wijzigingen. De bepaling verviel, dat de opgaande sloten om de andere zouden worden geschouwd, de ene sloot in het voorjaar en de andere in het najaar. Bovendien voerde het bestuur geen schouw meer over de opgaande-, dwars-, en dijkweteringen, want het recht daartoe was in 1915 door het provinciaal bestuur gelegd bij het bestuur van het overkoepelende waterschap De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee, dat belast was met de zorg voor de waterlozing via het gemaal en de spuisluis te Spakenburg. De besturen van de kleine, inliggende waterschappen hadden zich wel verzet tegen deze beperking van hun bevoegdheden, maar zij hadden de strijd verloren.
Zij bleven echter wel onderhoudplichtig voor de weteringen, waarvan de afmetingen werden vastgelegd in de keur van De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee van 1924. *  . Deze verandering betekende voor Blokland wèl de oplossing van een oud geschil, dat sinds 1881 bestond met het Vereenigd Sint-Nicolaas- en Rikvisscherswaterschap over het bestaan van drie dammen in de dijkwetering in dat waterschap, die de waterafvoer vanuit Blokland naar het gemaal te Spakenburg belemmerden. Deze dammen werden in 1926 vervangen door bruggen op kosten van De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee. *  .
Het stoomgemaal te Spakenburg was in 1869 gebouwd, maar het bleek niet krachtig genoeg te zijn. De veraf gelegen polder Blokland kon er niet afdoende door bemalen worden, ondanks het feit, dat in 1871/72 een nieuwe wetering was gegraven tussen de Bloklandswetering vanaf de dwarswetering naar de Sint Nicolaaswetering om de waterafvoer naar het gemaal te vergemakkelijken. *  . De plannen voor oprichting van een tweede stoomgemaal aan de Bloklandssluis gingen in 1882-1884 tenslotte niet door. Het stoomgemaal te Spakenburg werd in 1921 vervangen door een elektrisch gemaal.
In datzelfde jaar werd de Bloklandswetering afgestoken en werd aan het schoonmaken extra aandacht besteed. Ook de sluis werd grondig hersteld na aanzegging hiertoe van dijkgraaf en heemraden van de Veen- en Veldendijk. *  . De waterlossing werd verbeterd, toen in 1926 de overeenkomst tot gemeenschappelijke bemaling van alle polders onder Bunschoten, Hoogland en Baarn tot stand kwam. De dijkwetering en de dwarswetering werden in verbinding gebracht met de Neerduisterwetering en deze weer met de Haarse- en Bennekommerwetering, waarop het vernieuwde gemaal De Haar stond, zodat de Bloklandspolder nu mede door dat gemaal bemalen werd. Na het gereedkomen van deze werken werd Blokland mét alle andere kleine waterschappen opgeheven en ging het bestuur over op het waterschap Beoosten de Eem. *  .
Het waterschap Blokland had zelf geen wegen in beheer en onderhoud. In 1870 werd besloten een bijdrage te geven voor het begrinden van de weg langs de Veldendijk (eigendom van het hoogheemraadschap), te betalen door de eigenaars van de daarop uitwegende landen. *  .
7. Het archief
8. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1829-1928
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh