Uw zoekacties: Polder en waterschap Blokland

1925 Polder en waterschap Blokland ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Ligging
3. Reglementering
1925 Polder en waterschap Blokland
Inleiding
3.
Reglementering
Organisatie: Gelders Archief
Onder de naam Blokland komt de polder pas voor in de tweede helft van de 17e eeuw, maar er zijn wel schouwreglementen voor delen van het gebied opgesteld vóór die tijd.
In 1603 was het heemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijken opgericht. Voor het in goede staat houden van de Veldendijk was het mede van belang, dat ook de daarin gelegen uitwateringssluizen of zijlen en de aangrenzende sloten en wegen goed werden onderhouden. De onderhoudplicht hiervoor rustte op de landen achter de dijk en op bewoners van huizen op de dijk. Dijkgraaf en heemraden verkregen in 1612 machtiging om die bewoners die weigerden de aangrenzende wegen en sloten te onderhouden, te doen executeren door de pander van de Staten van Utrecht. *  .
Misschien is deze bepaling van invloed geweest op het feit, dat de geërfden ressorterende onder Stijnemoerssluis gelegen onder Bunschoten te velde in 1613 besloten een schouwreglement op te stellen betreffende de sluis en de bijbehorende banwerken en opgaande sloten. *  . Stijnemoerssluis lag in de Veldendijk, ca 47 roeden ten noorden van Jan Dommensluis. *  (waar de Neerduisterwetering uitmondde in de Eem). Dit moet zijn ongeveer bij de nummers 464/453 op de dijkkaart van 1666. *  .
De percelen tot aan het 'Kerkeland' (eigendom van de kerk van Ter Eem) hadden hierdoor uitwatering. *  . Het Kerkeland lag ca 109 roeden ten noorden van de sluis, ongeveer bij dijkkaartnummers 403/400. Volgens het schouwreglement van 1614 werd een bestuur ingesteld van een hoofdman en twee heemraden, die zorg droegen voor onderhoud en vernieuwing van de sluis (waarvoor omslag kon worden geheven) en voor de schouw tweemaal per jaar over sloten en banwerk. De hoofdman werd voor zes jaar benoemd, de heemraden werden jaarlijks gekozen 6 weken vóór meidag (1 mei) uit de bekwaamste geërfden, één uit die wonende te Amersfoort en één uit die wonende op het platteland.
Tussen 1621 en 1629 werd een langdurig geschil uitgevochten middels procedures voor de Gedeputeerden der Staten en voor het Hof van Utrecht gevoerd door schout, burgemeesters, gerecht en ingezetenen van Bunschoten tegen dijkgraaf en heemraden en vice versa over de vraag of de onderhoudslast voor de zijlen in de Veldendijk rustte op het heemraadschap of op de particuliere geërfden wier landen door die zijlen uitwatering hadden. *  . Eerstgenoemde partij stelde, dat de zijlen mét de dijk in 1603 gemeen geworden waren en dat zij dus onder de verantwoordelijkheid van het heemraadschap vielen. Dijkgraaf en heemraden bestreden dat met het argument, dat de andere polders die meebetaalden voor het dijkonderhoud, ook zelf zorg droegen voor hun (in andere dijken gelegen) uitwateringssluizen en dat de sluizen in de Veldendijk elk maar voor bepaalde landerijen dienst deden en niet voor het gemeen. Zij wonnen in dit conflict. In de jaren hierna zijn voor een aantal sluizen in de Veldendijk schouwreglementen vastgesteld.
Zo stelden de geërfden behorende onder de sluis liggende bij Henrick Janss. onder Bunschoten te Velde in 1631 een schouwbrief op. *  . De sluis was pas hersteld, nadat het dijkbestuur de geërfden daartoe een aanzegging had gedaan. *  . De regeling is vrijwel gelijk aan die voor Stijnemoerssluis uit 1614. Ook hier werd een hoofdman benoemd voor zes jaar en twee heemraden die jaarlijks aftraden. Samen met de hoofdman benoemden zij zelf hun opvolgers. Het bestuur voerde schouw over de opgaande sloten (tweemaal per jaar) en het zorgde voor reparatie van de sluis en voor het omslaan van de kosten daarvan.
De sluis bij Henrick Janss. heeft vermoedelijk gelegen bij de nummers 335/334 op de dijkkaart van 1666, dus ongeveer op de grens van de latere Bloklands- en Rijckvisscherspolders. Tussen deze sluis en Stijnemoerssluis lag echter nog een andere sluis, genaamd Doornsluis. Het gebied hieronder reikte vanaf het kerkeland van Ter Eem tot het huis van Dirck Thoniss. Coelewijn, ca 40 roeden ten noorden daarvan. *  (bij dijkkaartnummers 370/363). Doornsluis lag dus ongeveer op de plaats van de latere Bloklandssluis. Deze sluis diende mogelijkerwijs vooral voor de achtergelegen landen, want het eronder vallend gebied was langs de dijk maar heel smal. De geërfden onder Doornsluis stelden een schouwbrief vast in 1642. *  .
De getroffen regeling was weer vrijwel gelijk aan hetgeen boven vermeld is. De heemraden werden net als de hoofdman voor zes jaar benoemd. Een ook weer vrijwel gelijkluidende schouwbrief werd een jaar later vastgesteld door de geërfden onder Hendrick Jan Korversluis. *  . Het is opvallend, dat de geërfden onder deze drie sluizen niet in dezelfde plaatsen bijeenkwamen om hun schouwreglementen vast te stellen: die van Stijnemoerssluis vergaderden in 1613 te Amersfoort, die van Doornsluis in 1642 te Eemnes en die van Henrick Janss. sluis in 1631 en 1643 te Eembrugge.
De polder Blokland kwam tot stand in 1661, toen de geërfden tussen Rijck Visscherssluis en Jan Dommensluis besloten de drie oude kleine sluisjes te doen vervangen door één grote, met een omvang van 10 voet in het vierkant binnenwerks, zodat men er met pramen doorheen zou kunnen varen om de landen in de zomer aan te maken. Ook werd er in het voorjaar van 1662 een opgaande wetering vanaf de sluis gegraven en een dwarswetering langs het eind van de landen in de polder. Er werd een schouwreglement opgesteld. *  . Een keurmeester en twee heemraden droegen zorg voor het onderhoud van de sluis en de opgaande wetering, en zij voerden schouw over de dwarswetering, de dijkwetering, de opgaande sloten en de schuttingen en dammen tot kering van buitenwater, tweemaal per jaar.
Deze toestand bestond nog in de 19e eeuw, uit welke tijd de eerste archiefstukken zijn bewaard gebleven. Het bijzonder reglement voor het waterschap Blokland werd vastgesteld door Provinciale Staten in 1858. *  . Dit bracht evenwel geen wijziging in de bestaande situatie. Deze bleef dezelfde tot de opheffing van het waterschap, dat in 1929 opging in het waterschap Beoosten de Eem.
4. Bestuur en ambtenaar
5. Bronnen van inkomsten
6. Uitvoering van de taak
7. Het archief
8. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1829-1928
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh