1918 Polder en waterschap Neerzeldert ( Gelders Archief )
1918
Polder en waterschap Neerzeldert
Inleiding
5. Bronnen van inkomsten
1918 Polder en waterschap Neerzeldert
Inleiding
5.
Bronnen van inkomsten
Behalve de opbrengst van omslagen ontving de polder jaarlijks inkomsten uit pacht van de Werfdijk, van de Slaagseweg (aangekocht in 1652 van de polder De Haar), van het visrecht in de Neerzeldertse wetering, en uit een recognitie voor een recht van uitweg van het huis op de hof gelegen op de hoek van het Haversteegje te Amersfoort (afgekocht in 1977). Van 1763 - 1781 vond de verpachting plaats gezamenlijk met die van De Haar, De Duist en Overzeldert. Tegelijk werd ook het schoonmaken en uitsloten van de Neerzeldertse wetering aanbesteed * .
Het was niet alle jaren nodig omslag uit te zetten. De gegevens hierover gaan terug tot 1661. Twee jaar daarvóór hadden de polderbesturen van De Haar en Neerzeldert nieuwe watermolens laten bouwen op hun weteringen * , en dit bracht hoge kosten mee. Tot 1693 moesten regelmatig - zij het niet ieder jaar - omslagen worden opgelegd variërend van 3 stuivers tot 2 gulden per dammaat. De molens (waardoor ook een gedeelte van Eemland werd bemalen) stonden gezamenlijk onder beheer van daartoe aangewezen heemraden van beide polders. Ter financiering van de bouw hadden de heemraden van Neerzeldert landerijen die de polder toebehoorden, verkocht, maar een deel van de kosten moest toch door de geërfden worden opgebracht * . De waarneming van de molens werd verpacht.
Tussen 1711 en 1755 werd om de een, twee of drie jaar omslag geheven van meestal 10 stuivers per dammaat, welk bedrag bij betaling ná een bepaalde termijn met 10% werd verhoogd. Daarna werd de omslagheffing minder frequent en de uitzetting bedroeg ook meestal niet meer dan 5 stuivers per dammaat, behalve als het om buitengewone kosten ging. Van 1803 tot 1821 werd weer iets vaker omslag uitgezet, terwijl dat tussen 1849 en 1879 geen enkele maal nodig was. Daarna gebeurde het incidenteel, behalve in de jaren 1910 - 1914 en 1917 - 1921, toen de omslag jaarlijks fl. 0,50 per hectare bedroeg (in 1921 fl. 0,25).
Het recht om bij wanbetaling de uitgezette poldergelden met behulp van een pander te innen, hadden de heemraden van Neerzeldert al in 1492 verkregen. De schouwbrieven van 1526 en 1545 vermelden ook het recht van executie van schouwboeten en van kosten van aanbesteding na kwaadschouw door de schout van Hoogland op het gewin van de derde penning. Vanaf 1719 respectievelijk 1740 mocht de executie van poldergelden respectievelijk van schouwboeten en aanbestedingskosten van polders onder Hoogland ook door hun bode of de dijkbode worden gedaan * .
laatste wijziging 05-01-2024
234 beschreven archiefstukken
6 gedigitaliseerd
totaal 776 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 05-01-2024
234 beschreven archiefstukken
6 gedigitaliseerd
totaal 776 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 05-01-2024
234 beschreven archiefstukken
6 gedigitaliseerd
totaal 776 bestanden