In het kielzog van het ontwerp-reglement voor het nieuw op te richten waterschap De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee legden Gedeputeerde Staten in de zomerzitting van 1860 ook ontwerp- reglementen voor o.a. de waterschappen De Duist, Het Nieuweland en De Haar ter vaststelling voor aan Provinciale Staten. De ingelanden van Het Nieuweland waren niet bereid omslag te betalen aan de Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee. Anderzijds wensten zij samenvoeging van hun polder met De Duist, omdat dan de onderhoudslast van de Neerduisterwetering vanaf de Haarse brug tot de Eem, die sinds 1612 rustte op Het Nieuweland, voor rekening van het gehele verenigde waterschap zou komen. De ontwerp-reglementen voor De Duist en Het Nieuweland werden door de Staten teruggezonden *  .

Het bijzonder reglement voor het waterschap Duist - Nieuweland werd daarop vastgesteld in de zomerzitting van de Staten in 1861 (provinciaal blad nr 93). In de toelichting *  op het ontwerp-reglement verklaarden Gedeputeerde Staten, dat de landen onder Bunschoten tussen de Groene- en Nieuweweg en de Laakkade binnen de grens waren opgenomen, opdat het bestuur schouw zou kunnen voeren over de gehele Laakkade en over de wetering langs de Groeneweg. Deze landen werden echter vrijgesteld van de omslag van Duist - Nieuweland, zodat dat waterschap, groot ca 1075 bunders, een omslagplichtig gebied van ca 975 bunders zou hebben.

Daartegenover droegen de landen onder Bunschoten ten volle en die in het overige deel van Duist - Nieuweland voor de helft in de omslag van De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee, dit overeenkomstig de oude regeling, waarbij de Duist de helft betaalde van het morgengeld, dat in Bunschoten sinds 1752 werd opgelegd ten behoeve van het onderhoud van de haven van Spakenburg. Oorspronkelijk was voorgesteld de landen in Duist - Nieuweland 2/3, en later 1/3, van die omslag te laten betalen, maar tenslotte werd de verhouding vastgesteld op ½ tot 1 *  .

Volgens artikel 15 behielden enige percelen gelegen in het waterschap Overzeldert hun waterlossing door een duiker in de Bunschoterstraatweg op Duist - Nieuweland. Bij de wijziging van het bijzonder reglement in 1893 *  werd in artikel 13 onder de in natura te onderhouden werken expliciet opgenomen de Laakkade. De onderhoudplicht voor de kade had altijd al gerust op de daar aangelegen landen, maar toen de kade niet in het reglement vermeld was, hadden enige geërfden geweigerd hem in orde te maken.